Vraag nr. 85 van 21 maart 2001
van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE E c o n o m i s che herwaardering Rupelstreek – Initia-tieven
De Rupelstreek kent momenteel een opwaarde-ring door de bouw van een vlottende aanlegsteiger aan de Rupelkaai in Boom. Dit project wordt gsteund door het gemeentebestuur van Boom, To e-risme Vlaanderen en Europa. Bedoeling is om tegen de zomer ook de bijbehorende ontvangstac-comodatie af te werken, waardoor er wellicht in het najaar pleziervaartuigen kunnen aanmeren. De Rupelstreek heeft ook een rijk economisch ver-l e d e n , maar vertoonde op dat vver-lak een zware te-rugval.
1. Staan er projecten op stapel om de Rupelstreek economisch te herwaarderen ?
Zo ja, welke en wat is de kostprijs ervan ? 2. Op welke manier wordt daarbij het toerisme
ge-relateerd aan de economie ?
Antwoord
Het beleid dat de Vlaamse minister bevoegd voor Economie voert ten aanzien van "subregio's", v e r-loopt via twee "instrumenten", namelijk streek-platformen en gewestelijke ontwikkelingsmaat-schappijen (GOM's):
– de GOM's voeren daarbij op een relatief auto-nome wijze een aantal concrete opdrachten uit, op basis van een tweejaarlijkse richtnota;
– de streekplatformen, als visievormings- en over-legforum tussen de levende krachten van een s t r e e k , werken een strategische visie uit op de s o c i a a l-economische ontwikkeling voor de streek en stellen daarbij een aantal strategische hefboomprojecten voor.
Beide "instrumenten" zijn in het leven geroepen om elke Vlaamse subregio de mogelijkheid te bie-den de sociaal-economische ontwikkeling te bevor-d e r e n . Er is bevor-dus geen enveloppe specifiek voor bevor-de R u p e l s t r e e k . Wel volgt de Vlaamse overheid de strategische hefboomprojecten die zijn opgenomen in een tussen de Vlaamse regering en een
streek-platform afgesloten streekcharter nader op, i n d i e n hiertoe vanuit het streekplatform in de nodige in-formatieverstrekking wordt voorzien.
Voor een beperkt aantal reconversiegebieden is daarnaast Europese steun mogelijk. De Rupel-streek behoort echter niet tot een van die doelstel-lingsgebieden.
O v e r z i cht projecten specifiek voor de Rupelstreek opgenomen in het streekcharter voor de regio A n t -werpen
Watertoerisme
Voorbereiding en uitbouw van een volwaardige ifrastructuur voor toervaart en passagiersvaart, o n-dersteund door een betere coördinatie van de (losse) initiatieven met betrekking tot het water-toerisme in de Rupelstreek.
Arbeidsmarktbeleid
Inzetten van een procesbegeleider teneinde de syn-ergie en de netwerking tussen de arbeidsmarktac-toren te versterken, onder meer met de focus op de Tewerkstellingscel Rupelstreek ("Rupelstreek S a m e n " ) . Op die manier wordt ook intergemeente-lijke samenwerking nagestreefd. Ook een interge-meentelijk tewerkstellingsconvenant wordt hiertoe voorbereid.
Met het project "Vlaanderen renoveert", a f g e k o r t V l a r e, wil de Rupelstreek proefgebied worden om via praktijkgerichte bouwtechnische opleidingen de tewerkstellingskansen voor laaggeschoolden te v e r b e t e r e n . De keuze voor de Rupelstreek als proefgebied is gebaseerd op het hoge aantal oude en slecht uitgeruste woningen. Dit tewerkstellings-project heeft bovendien als voordeel dat een ge-renoveerd gebouwenpatrimonium zal bijdragen tot een aantrekkelijker woonklimaat en imago.
Stimuleren ondernemerschap
Bedrijventereinen
Er zal een Rupelreconversiefonds worden opge-richt met het oog op de sanering en revalorisatie van de vervuilde bedrijfsterreinen. Als werkwijze neemt het Rupelreconversiefonds zich voor om vervuilde en verlaten bedrijventerreinen aan te k o p e n , deze te saneren en opnieuw te verkopen. Met de aldus gegenereerde inkomsten worden op-nieuw terreinen aangekocht en gesaneerd.
Kostprijs projecten
Het eigene aan deze strategische hefboomprojec-ten is niet alleen dat de ideeën vanuit de streek zijn ontstaan en vervolgens door de Vlaamse overheid werden erkend, maar ook en vooral dat de realisa-tie van deze projecten onder impuls van het streek-platform dient te gebeuren door de meest gerede p a r t n e r s. Het is daarbij niet altijd in de eerste plaats de Vlaamse overheid die instaat voor de ver-wezenlijking van deze projecten. Wel is er steeds sprake van een partnerschap tussen de meest aan-gewezen actoren, waarbij het subsidiariteitsbegin-sel primeert.
Tot dusver werd slechts één project ter ondersteu-ning bij de administratie Economie ingediend, m e t name het Rupelreconversiefonds. Het dossier zelf vergt nog enige uitdieping vooraleer hierover uit-sluitsel kan worden gegeven. Het is uiteraard mo-gelijk dat voor andere projecten, indien deze een Vlaamse dimensie hebben, andere bevoegde minis-ters worden aangesproken.
Het is niet de Vlaamse overheid die van bovenaf oplegt op welke manier de sociaal-economische ontwikkeling van de streek dient te gebeuren. D e Vlaamse overheid heeft wel de visie van het streekplatform inzake de gewenste sociaal-econo-mische ontwikkeling onderschreven. Daarbij is ex-pliciet erkend dat het benutten van de toeristische o n t w i k k e l i n g s k a n s e n , door middel van een syste-matische uitbouw en van productverbreding en door middel van de kwaliteitsverbetering ervan, d e tewerkstellingsmogelijkheden in de sector in posi-tieve zin kan en dient te beïnvloeden.
Specifiek voor de Rupelstreek werd daarbij geop-teerd voor inspanningen om het fiets- en watertoe-risme te bevorderen. Voor het fietstoewatertoe-risme dienen de inspanningen aan te sluiten bij het netwerk van recreatieve routes en lange-afstandsfietsroutes die onder impuls van de provincie Antwerpen worden g e r e a l i s e e r d . Dit houdt tevens in dat wordt voor-zien in de ontwikkeling van verblijfsarrangementen langs dit netwerk.
Voor het watertoerisme zijn de concrete projecten gepast in het grensoverschrijdend toervaartnet-werk (Rupel, S c h e l d e, A l b e r t k a n a a l , Kanaal Scho-t e n - Tu r n h o u Scho-t - D e s s e l , . . . ) . De onScho-tbrekende infra-s t r u c t u r e n , zoalinfra-s op het vlak van jachthaveninfra-s, a a n-l e g p n-l a a t s e n , brandstof- en watertappunten, d i e n e n te worden aangelegd. Dit moet onder meer toela-ten dat een belangrijk deel van de bestedingen vanwege Vlamingen in Nederland op het vlak van w a t e r t o e r i s m e, voortaan in de Antwerpse regio plaatsvinden.