Vraag nr. 153 van 31 januari 1997
van de heer JOHAN SAUWENS
C h e m i s che bestrijdingsmiddelen en milieu – Tr i a-zinverbindingen
De aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen in het leefmilieu vormt een bedreiging voor mens en n a t u u r. Het is dan ook een overheidstaak om het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen terug te dringen of zelfs te verbieden.
In deze context wil ik de aandacht vestigen op een bepaalde groep chemische bestrijdingsmiddelen : de triazinverbindingen. In Vlaanderen en België zijn heel wat triazines toegelaten. Daarvan behoren atrazine en simazine tot de meest waterverontrei-nigende pesticiden, zowel in het oppervlakte- als het grondwater. Atrazine is een relatief persistent b e s t r i j d i n g s m i d d e l . In het grondwater kan het 1,5 tot 2 jaar duren vooraleer een hoeveelheid atrazine voor de helft is afgebroken.
In 1990 werd op de derde ministeriële Noordzee-conferentie (Den Haag) afgesproken de emissies van atrazine en simazine met de helft te verminde-ren tegen 1995. Het gebruik van atrazine zou strikt gereglementeerd of zelfs verboden worden. S i n d s 1991 is het gebruik van atrazine als totaal herbicide v e r b o d e n . Het gebruik ervan in de landbouw als selectief herbicide bleef evenwel toegestaan. In die periode nam het gebruik van simazine als totaal herbicide dan weer toe.
De Europese drinkwaterrichtlijn legt de maximum-grens van triazines op 0,1 µg/liter (microgram). D e Internationale Commissie voor de Bescherming van de Rijn heeft dezelfde concentratie voorge-steld als kwaliteitsnorm voor simazine. In veel oppervlakte- en grondwater wordt deze norm momenteel overschreden. Het Amerikaanse Envi-ronmental Protection A g e n cy schuift op zijn beurt 3 µg/liter naar voren als maximaal toegelaten con-centratie wegens de genotoxische eigenschappen van triazinverbindingen.
1. Beschikt de minister over wetenschappelijke onderzoeksgegevens die wijzen op de schade-l i jke gevoschade-lgen van triazinverbindingen voor mens en milieu (waterverontreiniging, g e n o-t o x i c io-t e i o-t , ...) ? Blijko-t daaruio-t dao-t een volledig verbod op triazinverbindingen aangewezen is ? Wat is het standpunt van de minister terzake ? 2. Heeft de minister reeds initiatieven genomen
naar de bevoegde federale minister toe om het
gebruik van triazinverbindingen als chemische bestrijdingsmiddelen te doen verbieden, tenein-de het leefmilieu te beschermen ?
Antwoord
1. Het bewaren, het verkopen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik worden geregeld door de EG-richtlijn 91/414 (Europese Gemeenschap) betreffende het op de markt brengen van gewasbescher-m i n g s gewasbescher-m i d d e l e n . In het kader van deze richtlijn moet ter voorbereiding van een erkenning van een bepaald bestrijdingsmiddel een evaluatie-dossier worden opgesteld waarbij alle mogelijke effecten van een bepaald bestrijdingsmiddel voor het milieu en de mens worden gebundeld en geëvalueerd.
Een definitief verbod op het gebruik van triazi-neverbindingen als chemische bestrijdingsmid-delen dient er te komen op basis van deze eva-l u a t i e d o s s i e r s. Dit neemt evenweeva-l niet weg dat er inmiddels bijkomende maatregelen kunnen worden getroffen.
2. Volgende initiatieven werden reeds genomen naar de federale minister bevoegd voor Land-bouw.
In het kader van de herziening van de erken-ning van de toegelaten bestrijdingsmiddelen werd erop aangedrongen dat bij de evaluatie van de erkenningsdossiers voorrang zou worden gegeven aan die pesticiden die frequent worden aangetroffen in het Vlaamse oppervlakte- en grondwater en/of in de Noordzee. Het is duide-lijk dat de triazines hier een hoge prioriteit heb-ben.
In dit verband werd eveneens gevraagd dat de gewesten zouden worden ingelicht omtrent de procedure die zal worden gevolgd bij de evalu-atie en dat de gewesten bij de standpuntbepa-ling zouden worden betrokken.
Daarnaast wens ik ook te verwijzen naar de beslissing van de Interministeriële Conferentie Leefmilieu van 4 juli 1996 met betrekking tot een reductiestrategie voor bepaalde pesticiden. Concreet voor triazines werd het volgende besloten.
– Wat het landbouwkundig gebruik betreft, neemt het ministerie van Landbouw en Mid-denstand de nodige maatregelen om de negatieve impact te minimaliseren en zo
spoedig mogelijk een heffing van 100 frank per kilogram actieve stof in te voeren voor onder andere atrazine en simazine. De aldus verkregen middelen dienen ter ondersteu-ning van het beleid van het ministerie van Middenstand en Landbouw, dat gericht is op het meer verantwoord omgaan met gewasbe-schermingsmidelen en het bevorderen van milieuvriendelijke productiemethoden. – Het ministerie van Landbouw en
Midden-stand en de gewesten, bevoegd voor Leefmi-lieu en Landbouw, geven in hun voorlich-tingscampagnes en in hun initiatieven op het vlak van de definitie van "beste milieuprak-tijken" speciaal aandacht aan onder andere atrazine en simazine.
– Verder worden in overleg met de federale overheid voorstellen uitgewerkt ter uitvoe-ring van de Parcom-aanbeveling 94/7, en in het bijzonder :
– maatregelen voor te bereiden ter beper-king van het gebruik van actieve stoffen die een risico inhouden voor het mariene milieu, zoals vermeld in aanhangsel 1 van bijlage 2 van de verklaring van de vierde Noordzeeconferentie ;
– de mogelijkheid te onderzoeken om een programma op te stellen ter vermindering van de totale hoeveelheid actieve stoffen die in het aquatisch milieu terechtkomen.