• No results found

Vraag nr. 196 van 4 maart 1997 van de heer JOHAN SAUWENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 196 van 4 maart 1997 van de heer JOHAN SAUWENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 196 van 4 maart 1997

van de heer JOHAN SAUWENS

Afvalolieverwerkende bedrijven – Sancties

Vorig jaar heeft de afdeling Milieu-inspectie van Aminal (administratie Milieu-, N a t u u r- , Land- en Waterbeheer) een reeks bedrijven laten sluiten omdat hun "grondstof" (afvalolie) volgens de V l a-rem II-normen te veel zware metalen en zwavel bevat.

Als reactie op de sancties hebben de getroffen ondernemingen juridische procedures ingezet tegen de afdeling Milieu-inspectie. Ze dreigen met schadeclaims omdat de Vlarem-wetgeving ver-keerd zou zijn geïnterpreteerd. Bij afvalolie gaat het volgens de bedrijven niet om samenstellings-n o r m e samenstellings-n , maar om emissie- esamenstellings-n cosamenstellings-nstructiesamenstellings-normesamenstellings-n, en daarvoor geldt een overgangsperiode tot 1 janu-ari 1999.

Daarop hebben drie externe milieu-experts zich – op vraag van Aminal – gebogen over dit dossier. Zij verwerpen de stelling van de olieverwerkende bedrijven en besluiten dat de afdeling Milieu-inspectie correct heeft gehandeld.

In een recente nota (5 februari 1997) heeft de minister op zijn beurt een standpunt geformuleerd in dit dossier. Hierover had ik graag volgende vra-gen gesteld.

1. Welk standpunt heeft de minister in zijn nota van 5 februari 1997 geformuleerd inzake de beslissing van de afdeling Milieu-inspectie om een reeks bedrijven te laten sluiten omdat hun "grondstof" (afvalolie) volgens de Vlarem II-normen te veel zware metalen en zwavel bevat ? 2. Staat de minister achter deze beslissing van de

afdeling Milieu-inspectie ?

a) Zo ja, hoe motiveert de minister zijn stand-punt ?

b) Zo neen, hoe verklaart de minister dat zijn standpunt afwijkt van de beslissing van de afdeling Milieu-inspectie ?

3. Gaat de minister akkoord met de conclusies van de drie externe milieudeskundigen die de beslis-sing onderschrijven van de afdeling Milieu-inspectie ?

a) Zo ja, hoe motiveert de minister z'n stand-punt ?

b) Zo neen, waarom niet ?

Antwoord

1. De zogenaamde "Vlarem II-normen" waarnaar de Vlaamse volksvertegenwoordiger verwijst, betreffen de bepalingen van het artikel 5.2.2.8.3. van titel II van het Vlarem, die voor een reeks van parameters grenswaarden vastleggen met betrekking tot de samenstelling van afgewerkte olie die na behandeling voor verbranding zal worden gebruikt. Op een bepaald ogenblik werd vastgesteld dat er interpretatieverschillen bestonden aangaande de datum waarop voor-melde bepalingen op algemene wijze van toe-passing werden op bestaande afvalolieverwer-kende bedrijven, dit in het licht van de in dezelf-de titel II van het Vlarem ondezelf-der het hoofdstuk 3.2 vermelde overgangsbepalingen.

Teneinde deze interpretatieverschillen weg te werken, heb ik de bevoegde administratie Ami-nal opdracht gegeven een standpunt terzake te bepalen. In mijn nota van 5 februari 1997 heb ik mij gewoon aangesloten bij het standpunt dat inmiddels terzake door de directeur- g e n e r a a l van Aminal werd ingenomen. Ik heb geen standpunt geformuleerd inzake de beslissing van de afdeling Milieu-inspectie om enkele bedrijven te sluiten.

2. De toezichthoudende ambtenaren van de afde-ling Milieu-inspectie voeren binnen de statutai-re en statutai-reglementaistatutai-re statutai-regels hun controletaak vol-ledig soeverein uit. Tegen bepaalde door de toe-zichthoudend ambtenaar opgelegde dwang-maatregelen kan bij mijn ambt een procedureel beroep worden ingediend. Een standpunt over beslissingen van de afdeling Milieu-inspectie kan daarom ook enkel in het kader van dergelij-ke procedurele beroepen.

Het is overigens zo dat de door een inrichting na te leven milieuvoorwaarden niet alleen zijn bepaald door titel II van het Vlarem, maar ook door de in de milieuvergunning opgelegde ver-gunningsvoorwaarden.

3. Ik vermoed dat de Vlaamse volksvertegenwoor-diger verwijst naar het standpunt van drie exter-ne milieudeskundigen, niet op vraag van de d i r e c t e u r-generaal van A m i n a l , maar van de afdeling Milieu-inspectie van A m i n a l , nadat de

(2)

d i r e c t e u r-generaal op 3 februari 1997 terzake reeds een standpunt had bepaald en ik op 5 februari 1997 mij bij dit standpunt had aange-sloten.

Ten gronde kan ik meedelen dat op dit ogenblik wordt gewerkt aan een uitvoeringsreglemente-ring inzake het gebruik van bepaalde afvalstof-f e n , waaronder ook aafvalstof-fvalolie, als secundaire g r o n d s t o f. Deze reglementering, in uitvoering van het afvalstoffendecreet, lijkt immers een meer juridisch sluitende basis te vormen voor de kwaliteitsnormering van afvalolie die als brandstof wordt aangewend.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoeveel schadeclaims werden sinds 15 decem- ber 1983 door rederijen en/of scheepseigenaars ingediend bij het Vlaams Gewest (als organisa- tor van loodsdiensten) wegens schade

Indien de verkoop- of exportmogelijkheden van het gedroogde product te beperkt zijn in verge- lijking met het aanbod aan gedroogd product, dan nog kan er nuttige

Een eerste uitvoeringsbesluit werd principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering op 17 december 1996 en voor advies voorgelegd aan de Raad van State.. Aan de Raad

Tot op heden werd enkel een voorstel van wijziging "Aanhangsel B", de uniforme regelen betreffende de overeenkomst van internationaal spoorwegver- voer van goederen,

Hoe verlopen de contacten tussen enerzijds de Nederlandse Taalunie en anderzijds het Neder- landse ministerie van Buitenlandse Zaken, h e t ministerie van de Vlaamse

Bij mijn collega Theo Ke l c h t e r m a n s, bevoegd voor het Leefmilieu, zal ik alvast aandrin- gen om de Commissie Evaluatie Milieu-uitvoe- ringsreglementering te vragen

Deze knelpunten (onder meer de fysische staat van de wegen en toebe- horen, slecht of niet functioneren van openbare v e r l i c h t i n g, staat van beplantingen, ...) frustre- ren

In april '96 woedden in de Kalmthoutse Heide hevige bosbranden. De Vlaamse minister van Leef- milieu en Tewerkstelling beloofde toen op korte termijn vijfenveertig nieuwe bos-