• No results found

Vraag nr. 201 van 23 mei 2001 van mevrouw SONJA BECQ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 201 van 23 mei 2001 van mevrouw SONJA BECQ"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 201 van 23 mei 2001

van mevrouw SONJA BECQ

Persoonlijk assistentiebudget – Evaluatie

Het persoonlijk assistentiebudget (PAB) werd on-langs ingevoerd. Bedoeling is de zelfredzaamheid van mensen met een handicap te verhogen, door ze een beroep te laten doen op een persoonlijke assis-tent.

Om in aanmerking te komen, moet eventueel wel een nieuwe procedure doorlopen worden. B o v e n-dien is voor het eerste jaar vastgelegd dat 400 bud-getten in aanmerking komen, waarvan 150 gereser-veerd worden voor personen uit de (semi-) r e s i d e n-tiële sector. In principe moesten de inschalingsver-slagen vóór 20 april 2001 afgehandeld worden. E e n eerste stand van zaken kan worden opgemaakt. 1. Is het mogelijk om een zicht te krijgen op het

profiel van de aanvragers van een persoonlijk assistentiebudget ?

a) Hoeveel mensen dienden een aanvraag in ? b) Hoeveel van die aanvragers zaten in het

ex-periment ?

c) Hoeveel personen die een aanvraag voor het experiment hadden ingediend en toen niet in aanmerking kwamen, dienden nu opnieuw een aanvraag in ?

d) Hoeveel personen, buiten voormelde groe-p e n , dienden hun aanvraag in vóór 31 januari 2001 ?

e) Hoeveel personen dienden nog een aanvraag in na 31 januari 2001 ?

f) Is er een zicht op de populatie wat de aard van de handicap betreft (fysieke handicap, v i s u e e l / a u d i t i e f, (licht) mentale handicap, . . . ) ? g) Komen de aanvragers uit een thuissituatie,

een ambulante verzorgingssituatie, de resi-dentiële sector ? Indien mogelijk graag een antwoord in absolute en procentuele cijfers. h) Hoeveel aanvragen waren er enerzijds uit de

s e m i-residentiële en anderzijds uit de (echte) residentiële sector (voor de invulling van de 150 plaatsen) ?

i) Indien de 150 plaatsen uit de residentiële sector niet gehaald worden, worden deze dan aan andere groepen toegewezen of wordt de periode voor aanvraag verlengd ?

2. Hoe verliep de inschaling ?

a) Werd de deadline van 20 april bereikt ? Zo neen, waarom niet ?

b) Waren er tijdens de inschaling reeds beden-kingen bij het gebruik van de schaal ? c) Van welke inschalingsmethode werd

ge-bruikgemaakt ?

d) Hoeveel multidisciplinaire teams (MDT) werden ingeschakeld om deze inschaling vlot te laten verlopen ?

e) Is er een zicht op de tijd die men nodig heeft om deze inschaling op een correcte en des-kundige wijze te laten verlopen ?

3. Hoeveel personen werden uiteindelijk geselec-teerd ?

a) Is er een zicht op de populatie van de geslecteerden : hoeveel uit het experiment, h o e-veel (semi-) r e s i d e n t i e e l , wie uit de boot viel voor het experiment, wie – buiten voor-gaande groepen – een aanvraag indiende vóór 31 januari 2001 ?

b) Is er een zicht op de populatie wat de aard van de handicap betreft ?

c) Hoeveel van de geselecteerden komen uit een thuissituatie, een ambulante verzorging, een semi-residentiële situatie, een residentië-le situatie ?

Voor voorgaande vragen graag gegevens in absolute cijfers en procentueel.

4. Hoeveel personen gaven te kennen als persoon-lijk assistent een familielid te willen aanwerven, en kregen zij effectief die mogelijkheid ?

5. Wat is het statuut van het persoonlijk assisten-tiebudget fiscaal en sociaal, zowel in hoofde van de assistent als in hoofde van de budgethouder ? Is er een verschil naargelang een familielid als assistent wordt aangeworven ?

(2)

gemid-delde budget, en wat is het laagste aangevraag-de en toegekenaangevraag-de budget ? Woraangevraag-den bepaalaangevraag-de (vaste bedragen) budgetten toegekend aan be-paalde "categorieën" aanvragers ?

7. Welke conclusies kunnen reeds getrokken wor-den ?

Antwoord

Een eerste tussentijdse evaluatie van de implemen-tatie van de beleidsbeslissingen inzake het per-soonlijk assistentiebudget is gepland voor na het z o m e r r e c e s. Tijdens de afgelopen maanden hebben de leden van de deskundigencommissie, de mede-werkers van de studiecel en de PA B-cel van het Vlaams Fonds en de multidisciplinaire teams een enorme inspanning geleverd. Ze zijn erin geslaagd om in een erg korte tijd een geheel nieuwe struc-tuur en een nieuw instrumentarium operationeel te maken.

Tijdens een werkoverleg met de deskundigencom-m i s s i e, de PA B-cel en de studiecel op 16 juli kreeg ik inzicht in de eerste, nog onvolledige resultaten. Aan de hand hiervan kan ik een eerste stand van zaken opmaken en ook op de meeste vragen een antwoord geven.

1. Profiel van de aanvragers

a) Bij het Vlaams Fonds zijn 896 aanvragen PAB ingediend die ontvankelijk zijn voor be-handeling in 2001.

b) Bij deze aanvragers waren 40 personen uit het PA B-experiment (prioriteit 1 zoals be-paald in het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 2000).

c) Er zijn 591 personen die een aanvraag in-dienden vóór 31 december 2000 en die niet in aanmerking kwamen voor het PA B-e x p e-riment.

d) Daarbij waren nog 210 personen die hun aanvraag indienden vóór 31 januari 2001. e) Na 31 januari 2001 dienden tot eind juni

2001 nog 466 personen een PA B-a a n v r a a g in.

f) Wat de aard van de handicap betreft, b e s c h i k ik nog niet over evaluatiegegevens. In de toe-wijzing van de budgetten werd vooral

reke-ning gehouden met de ernst van de handicap en de grootte van de zorgbehoefte zoals die is aangegeven in de inschalingsverslagen. g) Over de woon- en zorgsituatie van de

aan-vrager op het ogenblik van de aanvraag is nog geen definitieve analyse beschikbaar. Globaal genomen gaat het overwegend om personen die zelfstandig of in gezinsverband w o n e n . Uit een eerste screening van de aan-vragen die werden ingestuurd in de periode van 15 december 2000 tot 31 januari 2001 blijkt dat 70 personen op het moment van hun aanvraag worden opgevangen of een be-roep doen op een (semi-)residentiële voor-ziening erkend door het Vlaams Fo n d s. D i t betekent dat 70 personen in de aanvraagfase aangeven dat ze de persoonlijke assistentie thuis als een alternatief zien op dat aanbod van de voorziening. Uit de resultaten van de behandeling van hun aanvraag zal blijken op basis van welke concrete condities deze men-sen ook effectief die ingrijpende stap zullen doen.

h) Er is nog maar één toekenningsronde achter de rug. Pas als alle aanvragen behandeld zul-len zijn en de budgetten voor 2001 zijn toe-g e k e n d , kunnen de toe-getoe-gevens toe-geanalyseerd worden en correcte conclusies getrokken worden.

i) Het is de bedoeling dat het volledig beschik-baar PAB-krediet in 2001 wordt ingezet. Zodra precies bekend is in welke mate prio-riteit 2 wordt gerealiseerd, kan eventueel de programmatienorm anders worden vastge-legd.

2. Hoe verliep de inschaling ?

a) De meeste inschalingsverslagen werden in-gediend vóór de deadline van 20 april. D o o r het gebruik van nieuwe inschalingsinstru-menten en het krappe tijdspad werd de deadline niet arbitrair toegepast en werden zo goed als alle verslagen ontvangen vóór eind april.

b) Het inschalingsinstrument werd opgesteld door de studiecel van het Vlaams Fonds en werd goedgekeurd door de raad van bestuur van het Vlaams Fonds.

(3)

inge-b o u w d . De geformuleerde inge-bedenkingen zul-len aanleiding geven tot bijsturing en verfij-ning van de gebruikte methodieken. D e z e bijsturing zal gebeuren op basis van de erva-ringen en opmerkingen van alle betrokkenen ( M D T ' s, d e s k u n d i g e n c o m m i s s i e, b u d g e t h o u-d e r s v e r e n i g i n g e n , u-de recentelijk opgerichte stuurgroep PAB en de raad van bestuur van het Vlaams Fonds).

c) Inschalingsmethode : het inschalen van PA B -aanvragers gebeurt aan de hand van een spe-ciaal hiertoe door het Vlaams Fonds opge-steld PAB-inschalingsverslag.

Dit PAB-inschalingsverslag is een dossier waarin volgende informatie wordt verzameld : – persoonsgegevens van de aanvrager

(ge-boortedatum, gezinssamenstelling, ...) ; – gegevens omtrent de handicap ;

– informatie omtrent de huidige zorgsitu-atie ;

– een inschatting van de concrete mogelijk-heden en beperkingen van de persoon in het dagelijkse leven (dit gebeurt met be-hulp van twee schalen die de ADL en de uitgebreide ADL of IADL in kaart bren-g e n ) ; alsook een inschattinbren-g van de on-dersteuning die de persoon nodig heeft bij het uitvoeren van de betrokken activi-teiten ;

– een overzicht van de wekelijkse zorg die de persoon voor zichzelf wenst te organi-seren (vrijwillige mantelzorg, V l a a m s Fo n d s d i e n s t e n , andere gesubsidieerde diensten, PAB, ...) ;

– een overzicht van het gevraagde aantal uren PAB op verschillende activiteitsdo-meinen (lichamelijke activiteiten, h u i s-houdelijke activiteiten, d a g b e s t e d i n g, vrije tijd, . . . ) . (ADL : activiteiten van het dagelijkse leven ; IADL : instrumentele ac -tiviteiten van het dagelijkse leven – red.) d) In totaal hebben 111 MDT's een erkenning

gekregen als PA B - M D T. 86 van deze teams dienden ook werkelijk inschalingsverslagen in.

Er is een grote spreiding in het aantal versla-gen dat door de teams werd opgesteld

(va-riërend van 11 teams met 1 verslag tot 2 teams die meer dan 50 verslagen opstelden). e) Uit telefonisch contact met een zestal teams

blijkt dat de tijdsinvestering om een inscha-lingsverslag op te maken sterk varieert (van 3 à 4 tot 15 uur). Betrokkenen halen zelf aan dat het opstellen van een inschalingsverslag vlotter verloopt naarmate de aanvragers beter geïnformeerd en voorbereid zijn en naarmate de teams vertrouwd raken met het instrument.

Eind juni zullen alle gemachtigde PA B -MDT's schriftelijk bevraagd worden omtrent hun ervaringen met de inschaling (de inhoud van het inschalingsinstrument, de tijdsinves-t e r i n g, de opleiding tijdsinves-totijdsinves-t PA B - M D T, e n z o-voort).

Na het zomerreces zullen de resultaten van deze enquête verwerkt worden en zullen nog enkele meer diepgaande gesprekken gepland worden met geïnteresseerde MDT's.

3. Hoeveel personen werden uiteindelijk geselec-teerd ?

De selectie is nog niet afgerond. Op dit moment werd voor 136 dossiers de procedure afgewerkt. Vóór eind juli 2001 zullen de beslissingen aan de betrokken aanvragers betekend worden. 4. Hoeveel personen gaven te kennen als

persoon-lijk assistent een familielid te willen aanwerven, en kregen zij effectief die mogelijkheid ?

Voorlopig zijn hierover geen gegevens beschik-baar.

5. Wat is het statuut van het persoonlijk assisten-tiebudget fiscaal, s o c i a a l , zowel in hoofde van d e assistent als in hoofde van de budgethouder ? De budgethouder bepaalt zelf wie optreedt als zijn persoonlijk assistent. Het Vlaams Fo n d s vraagt een schriftelijke overeenkomst en stelt dat de arbeidsreglementering gevolgd moet w o r d e n . Ook als de assistent een familielid is, moet de arbeidsreglementering gevolgd wor-den.

(4)

Voorlopig zijn de gegevens nog niet beschik-b a a r. De deskundigencommissie is volop beschik-bezig met het bespreken van de dossiers.

7. Welke conclusies kunnen reeds getrokken wor-den ?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er bestaat een centrale lijst met alle vergunde Vlaamse zwembaden, doch deze bevat niet alle door de Vlaamse volksvertegenwoordiger ge- vraagde gegevens over redenen met betrekking

In het raam van de begroting en het Beleidsplan Kinderopvang werd vooropgesteld dat er in 2001 2.500 bijkomende plaatsen zullen worden ge- creëerd, vooral in de

Een eerste stap hierbij is het bijeenbrengen van de partners, hen overtuigen van de meerwaarde van een LOGO (samen aan dezelfde doelstel- lingen werken is efficiënter en effectiever

Welke tegemoetkoming geniet een persoon met een handicap die voor zijn bijscholing gebruik moet maken van één van de gespecialiseerde centra voor beroepsopleiding of omscholing

In het rapport worden zowel algemene cijfers voor het volledige Vlaamse gewest, als detailmatige cij- fers per gemeente weergegeven.. Deze detailmatige cijfers zijn uitgesplitst naar

Op welke wijze wordt tegemoetgekomen aan de vraag naar "gecombineerd" vervoer, w a a r b i j tegen financieel aantrekkelijke voorwaarden gebruik wordt gemaakt van de

De mate waarin personeelsleden van het Ministe - rie van de Vlaamse Gemeenschap hun loopbaan opnieuw volledig of gedeeltelijk opnemen na een (deeltijdse) loopbaanonderbreking van één,

Is het inderdaad zo dat een degelijk preventief onderzoek meerdere foto's vereist en dat niet alle foto's worden terugbetaald door de ziekte- v e r z e k e r i n g, wat betekent dat