• No results found

Ontmoetingsplein Bitswijk, Uden. gemeente Uden. Colofon. Inventariserend Veldonderzoek d.m.v. proefsleuven. IDDS Archeologie rapport 1362

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ontmoetingsplein Bitswijk, Uden. gemeente Uden. Colofon. Inventariserend Veldonderzoek d.m.v. proefsleuven. IDDS Archeologie rapport 1362"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Colofon

Projectnummer 27540311

In opdracht van gemeente Uden

Auteur drs. S. Moerman

Redactie drs. B.A. Corver

Versie 1.2

Status Definitief

Autorisatie

B.A. Corver Senior Archeoloog 28-02-2012

Goedkeuring

J. Heijmerink Gemeente Uden

J.M. Visser Monumentenhuis Brabant

© IDDS Archeologie Noordwijk, februari 2012 ISSN 2212-9650

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande

Gemeente Uden

IDDS Archeologie rapport 1362

(2)

SAMENVATTING:

In januari 2012 heeft IDDS Archeologie in opdracht van de gemeente Uden een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd op de locatie Ontmoetingsplein Bitswijk (Muziekplein e.o.) te Uden, gemeente Uden. De aanleiding voor dit onderzoek is de geplande sloop en nieuwbouw op de locatie. Vooronderzoek had uitgewezen dat de onbebouwde delen van de locatie een hoge verwachting hadden voor het aantreffen van archeologische resten.

Tijdens het veldonderzoek, bestaande uit de aanleg van vijf proefsleuven in de onbebouwde delen van het plangebied, is geconstateerd dat een groot deel van het onderzoeksgebied is verstoord. De verstoringen reiken tot in de Maasafzettingen. Het op de Maasafzettingen gelegen dekzandpakket is in een groot deel van het onderzoeksgebied verdwenen. In twee werkputten zijn in de top van het dekzand archeologische resten aangetroffen. Het gaat om greppels, kuilen en paalkuilen die het restant zijn van landbouw en percelering uit de Nieuwe tijd en mogelijk ook uit de Late Middeleeuwen.

Deze vindplaats wordt vanwege de verstoringen en vanwege het feit dat dergelijke vindplaatsen in de regio overal voorkomen laag gewaardeerd en niet behoudenswaardig geacht. Voor het plangebied wordt geen vervolgonderzoek aanbevolen.

(3)

INHOUDSOPGAVE:

ADMINISTRATIEVE GEGEVENS VAN HET PLANGEBIED ... 4

1. INLEIDING ... 5

1.1. Onderzoekskader ... 5

1.2. Doel- en vraagstellingen van het onderzoek ... 5

1.3. Ligging van het plangebied ... 6

2. VOORONDERZOEK ... 7

3. WERKWIJZE ... 8

4. RESULTATEN VAN HET VELDWERK ... 9

4.1. Fysische geografie ... 9

4.2. Sporen ... 10

4.3. Vondsten ... 10

5. CONCLUSIE EN WAARDERING ... 11

5.1. Beantwoording van de onderzoeksvragen ... 11

6. AANBEVELINGEN ... 13

6.1. Punt van aandacht ... 13

LITERATUUR EN KAARTEN ... 14

LIJST VAN AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN ... 15

BIJLAGEN

1. Topografische kaart 2. Werkputtenoverzicht 3. Allesporenkaart

4. Allesporenkaart op minuutplan 5. Sporenlijst

6. Vondstenlijst

7. Determinatielijst vondsten 8. Periodentabel

(4)

Administratieve gegevens van het plangebied

Onderzoeksmeldingsnummer 50163

Toponiem Ontmoetingsplein Bitswijk

Plaats Uden

Gemeente Uden

Kadastrale aanduiding Uden B 2789, 3584 en 4450

Provincie Noord-Brabant

Kaartblad 45H

Coördinaten Centrum Hoekpunten

170.922 / 409.120 170.883 / 409.142 (NW) 170.986 / 409.206 (NO) 171.008 / 409.143 (ZO) 170.727 / 409.052 (ZW) Oppervlakte plangebied 2 hectare

Oppervlakte onderzoeksgebied 4250 m2

Onderzoekskader Nieuwbouw

Uitvoerder IDDS Archeologie

Contactpersoon: dhr. B.A. Corver Postbus 126

2200 AC Noordwijk (ZH) Tel: 071-4028586 E-mail: bcorver@idds.nl Bevoegde overheid Gemeente Uden

Contactpersoon: dhr. J. Heijmerink Postbus 83

4500 AB Uden Tel: 0413-281595 Adviseur namens de bevoegde

overheid

Monumentenhuis Brabant Contactpersoon: mevr. J.M. Visser Markt 9

4931 BR Geertruidenberg Tel: 016-2511833 Beheer en plaats van

documentatie en vondsten

Provinciaal Depot voor Bodemvondsten van de provincie Noord-Brabant

Uitvoeringsperiode veldwerk 16 en 17 januari 2012

(5)

1. Inleiding

1.1. Onderzoekskader

In opdracht van de gemeente Uden heeft archeologisch onderzoeksbureau IDDS Archeologie op 16 en 17 januari 2012 een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven (IVO-P), uitgevoerd op de locatie Ontmoetingsplein Bitswijk (Muziekplein e.o.) te Uden, gemeente Uden. De aanleiding voor dit onderzoek is de aanleg van een ontmoetingsplein op de locatie van een schoolgebouw en groenvoorziening. Het ontmoetingsplein omvat onder andere een brede school, een sportzaal, een multifunctionele ontmoetingsruimte en woningen en appartementen. De diepte van de graafwerkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling is vooralsnog onbekend. Gezien de ondergrond van het plangebied kan er worden uitgegaan van een bodemverstoring tot in de top van het dekzand, op circa 1,0 m -mv. Deels zal de grond dieper worden verstoord vanwege de geplande aanleg van een parkeerkelder.

Uit vooronderzoek (Koekkelkoren / Haaring 2011) is gebleken dat de onbebouwde delen van het plangebied onverstoord zijn. Hier kunnen archeologische resten worden aangetroffen daterend vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Voor de bebouwde delen geldt een zeer lage verwachting voor archeologische waarden. Op basis hiervan is aanbevolen om op de onbebouwde delen (met een totale oppervlakte van 4250 m2) een proefsleuvenonderzoek uit te laten voeren. Deze aanbeveling is overgenomen door het bevoegd gezag.

Het onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.2 (KNA;

Centraal College van Deskundigen 2010) en conform het Programma van Eisen (PvE) dat voor dit onderzoek is opgesteld door IDDS Archeologie (Moerman / Corver 2011). Het veldwerk is uitgevoerd door B. A. Corver (senior archeoloog, projectleider), P. van den Bos (KNA-archeoloog) en A. Blonk (archeoloog).

1.2. Doel- en vraagstellingen van het onderzoek

De doelstelling van het proefsleuvenonderzoek is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde archeologische verwachting, zoals geformuleerd in het vooronderzoek. Aan de hand van het veldonderzoek wordt informatie verkregen omtrent de aanwezige archeologische waarden (aard, omvang, datering, gaafheid, conservering en inhoudelijke kwaliteit). Vervolgens wordt een waardering van de archeologische waarden in het plangebied opgesteld. Om de doelstelling te realiseren dient op de volgende onderzoeksvragen een antwoord te worden gegeven:

• Is er sprake van één of meer behoudenswaardige vindplaatsen?

• Wat is de aard, omvang, kwaliteit en het verloop van de archeologische sporen en sporenclusters?

• Wat is de conservering en gaafheid van de vindplaats(-en)?

• Wat is de fasering van de vindplaats(-en)?

• Wat is de datering van de archeologische vondsten en tot welke vondsttypen of vondstcategorieën behoren zij?

• Uit welke periode dateren de eventuele sporen?

• Wat is de relatie met de omgeving?

• Wanneer zijn de archeologische sites in onbruik geraakt?

• Wat is de geologische context van de aangetroffen archeologische resten?

• Uit welke periode dateert het esdek? Is er een fasering aanwezig?

• Indien er geen archeologische resten worden aangetroffen: wat is de reden hiervoor?

(6)

1.3. Ligging van het plangebied

De ligging van het plangebied is weergegeven in bijlage 1. Het plangebied ligt in Uden, tussen de Vioolstraat en de Klarinetstraat in het noorden en zuiden en de Tamboerijnstraat en de Luitstraat in het oosten en westen. In dit deel van het plangebied ligt een schoolgebouw met grasveld en speelpleinen. Het zuidwesten van het plangebied valt buiten deze straten en ligt op het Muziekplein.

In dit deel van het plangebied is een speelpleintje met speeltoestellen gelegen. De oppervlakte van het plangebied is 2 hectare. In het kader van het proefsleuvenonderzoek zijn alleen de onbebouwde delen van het plangebied onderzocht. Het oppervlak van dit onderzoeksgebied is 4250 m2.

Figuur 1: Een deel van het onderzoeksgebied voorafgaand aan het veldwerk.

(7)

2. Vooronderzoek

In september 2010 zijn voor het plangebied een archeologisch bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek verkennende fase door middel van boringen uitgevoerd (Koekkelkoren / Haaring 2011). De resultaten van het vooronderzoek worden in dit hoofdstuk samengevat.

Het plangebied is gelegen op de grens van de laaggelegen Roerdalslenk met de hoog gelegen Peelhorst. De ondergrond bestaat uit grove, grindige rivierafzettingen van de Maas. Daarop is tijdens het Weichselien een laag dekzand afgezet. Op het dekzand is vanaf de Middeleeuwen een humeus dek (esdek of plaggendek) ontstaan door bemesting van de akkers op het dekzand. De bodem in het plangebied bestaat daardoor uit een hoge zwarte enkeerdgrond. De humeuze bovenlaag is in vrijwel alle boringen meer dan 50 cm dik.

Circa 400 m ten zuidoosten van het plangebied is eerder een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd (onderzoeksmelding 42.427). Circa 400 m ten noordwesten van het plangebied zijn enkele onderzoeken uitgevoerd, waarbij resten zijn aangetroffen uit de IJzertijd en de Bronstijd (onderzoeksmeldingen 24.481 en 33.006). Ook 600 m ten westen van het plangebied is een groot onderzoek uitgevoerd, waarbij onder andere resten zijn aangetroffen van het Neolithicum tot en met de Bronstijd (onderzoeksmelding 12.264). Bovendien zijn binnen het onderzoeksgebied enkele waarnemingen gedaan. Het overgrote deel van deze waarnemingen betreft vondsten uit de IJzertijd en Romeinse tijd (waarnemingsnummers 14.018, 48.719, 43.641, 415.473) en eenmaal uit het Neolithicum (waarnemingsnummer 405.517) en uit de Late Middeleeuwen (waarnemingsnummer 405.549).

Vanaf de Middeleeuwen is het gebied ontgonnen. Deze ontginningen bestonden uit het geschikt maken van heidegronden voor landbouw. Vanaf circa de 17de eeuw is hierdoor een plaggendek ontstaan. Historische kaarten laten zien dat het plangebied in ieder geval vanaf het begin van de 19e eeuw in gebruik is geweest als akker. Ten westen van het plangebied lag het buurtschap Bitswijk. Het plangebied is tot de realisatie van de wijk Bitswijk in de jaren ’70 van de vorige eeuw onbebouwd geweest.

Er kunnen vindplaatsen worden verwacht vanaf het Paleolithicum tot en met de Nieuwe tijd. Over de aard van de vindplaatsen kunnen op basis van het vooronderzoek geen uitspraken worden gedaan.

De resten die kunnen worden verwacht zullen betrekking hebben op een mogelijk aanwezige nederzetting. Ook kunnen resten worden aangetroffen die geassocieerd kunnen worden met begraving of materiaalbewerking. Organische resten worden alleen verwacht onder de grondwaterspiegel. Doordat de diepste grondwaterstand in het plangebied onder 120 cm –mv ligt, worden organische resten alleen verwacht in zeer diepe sporen.

(8)

3. Werkwijze

In het onderzoeksgebied zijn conform het Programma van Eisen (Moerman / Corver 2011) vijf werkputten aangelegd. Oorspronkelijk waren er vier werkputten (WP1 tot en met WP4) van 4 x 20 m en één proefsleuf (WP5) van 4 x 25 m gepland. Vanwege de situatie ter plaatse hebben er echter enkele wijzigingen plaatsgevonden. Werkputten 1 en 2 zijn naar het noorden verplaatst vanwege de aanwezigheid van bomen, kabels en leidingen en een voetpad. Eveneens vanwege bomen is werkput 2 ingekort en ter compensatie is werkput 1 verlengd. Werkputten 3 en 4 zijn korter aangelegd vanwege de aanwezigheid van een zandbak en hek en het ontzien van het terrein van een peuterspeelzaal. Werkput 5 is iets gedraaid en korter aangelegd in verband met de aanwezige bomen.

Lengte Breedte Diepte –mv Diepte –NAP

WP1 22 4 1,5 16,4

WP2 17 4 1,1 15,9

WP3 16 4 0,9 16,2

WP4 16,5 2-4 1,5 15,7

WP5 20 4 0,6 16,8

Tabel 1: Werkputgegevens.

De werkputten zijn alle aangelegd met een graafmachine met een dichte bak met een gladde rand.

Vanaf het oppervlak is laagsgewijs verdiept tot op het niveau waarop eventuele sporen zichtbaar werden: in de top van het gele zand. In alle werkputten is één vlak aangelegd. Tijdens het verdiepen is gebruik gemaakt van een metaaldetector en na de aanleg is ook het vlak afgelopen met een metaaldetector.

Vondsten zijn verzameld per spoor en per laag en per vak van 5 m bij de breedte van de werkput.

Werkputten, sporen en vlakvondsten zijn handmatig getekend op schaal 1:50. Alle aangetroffen sporen zijn gecoupeerd en de coupes zijn eveneens handmatig getekend op schaal 1:20.

Per werkput zijn conform het PvE twee profielkolommen opgenomen, waarvan één aan het begin en één aan het einde van de werkput. Gezien de uniforme bodemopbouw was het opnemen van meer profielkolommen niet noodzakelijk.

(9)

4. Resultaten van het veldwerk

4.1. Fysische geografie

In het merendeel van de werkputten zijn verstoorde bodemprofielen aangetroffen. Uitzondering hierop is werkput 3, waar het bodemprofiel nog grotendeels intact is, met uitzondering van een strook langs de westgrens van de werkput. Op een diepte van 75 à 90 cm –mv (16,3 m NAP) is de top van de C- horizont aangetroffen, die hier bestaat uit lichtgeel dekzand (onderdeel van de Formatie van Boxtel, de Mulder 2003). Op de C-horizont ligt een lichtbruine tot oranje B-horizont met een dikte van ongeveer 10 cm. Hierop ligt een lichtgrijze E-horizont van ongeveer 6 tot 18 cm dik. Op de E-horizont ligt het donkerbruin/zwart gekleurde esdek. Het esdek heeft een dikte van ongeveer 50 cm. In profiel 1 is te zien dat de overgang tussen het esdek en de E-horizont golvend is (Figuur 2). Dit is waarschijnlijk het gevolg van ploegactiviteiten. Op het esdek ligt een egalisatielaag die is opgebracht ten behoeve van de aanleg van het schoolplein.

Figuur 2: Profiel 1 van werkput 3.

In werkputten 1, 2, 4 en 5 was de oorspronkelijke bodemopbouw vermoedelijk gelijk aan die van werkput 3, met als verschil dat de C-horizont in werkputten 2 en 4 niet bestaat uit dekzand maar uit grindige Maasafzettingen die onderdeel uitmaken van de Beegden Formatie (de Mulder 2003). Het vooronderzoek heeft reeds aangetoond dat de Maasafzettingen in de gehele ondergrond van het onderzoeksgebied aanwezig zijn en dat de dikte van de op deze afzettingen aanwezige laag, het dekzand, zeer variabel is. Het is waarschijnlijk dat dit het gevolg is van vergraving van het onderzoeksgebied, waarbij het dekzand grotendeels is weg gegraven of vermengd is geraakt met de onderliggende Maasafzettingen.

(10)

De oorspronkelijke bodemopbouw is in werkputten 1, 2, 4 en 5 niet langer intact. De verstoringen reiken overal tot in de C-horizont. In werkput 2 zijn in het vlak sporen aangetroffen van een graafmachine met een tandenbak. De verstoringen hangen waarschijnlijk grotendeels samen met de bouw van de school.

4.2. Sporen

In het onderzoeksgebied zijn tien sporen aangetroffen, waarvan twee in werkput 1 en acht in werkput 5. De sporen bestaan uit greppels, kuilen en paalkuilen. Uit geen van de sporen zijn vondsten afkomstig. Op basis van de donkere vulling, de textuur en de scherpe begrenzing zijn alle sporen gedateerd als (sub)recent.

De twee sporen in werkput 1 (sporen 9 en 10) zijn twee parallel lopende greppels met een onderlinge afstand van ongeveer 2,5 m. Ze zijn aangetroffen over de hele breedte van de werkput. De breedte van de greppels is respectievelijk 50 en 60 cm en ze zijn nog ongeveer 30 cm diep bewaard. Op bijlage 4 is te zien dat de greppels parallel lopen aan de 19e-eeuwse perceelsgrenzen en daar waarschijnlijk aan gerelateerd kunnen worden.

In werkput 5 zijn eveneens twee parallel lopende greppels aangetroffen (sporen 1 en 2). Deze greppels liggen ongeveer 2,2 m uit elkaar. De breedte van de greppels is 150 cm en ze zijn beide aangetroffen over een lengte van 550 cm. Spoor 1 is nog 12 cm diep bewaard en spoor 2 nog 25 cm.

De onderkant van spoor 2 is zeer onregelmatig. Waarschijnlijk betreft het spitsporen. Ook deze greppels lopen parallel aan de 19e-eeuwse perceelsgrenzen (bijlage 4). Spoor 2 vormde de perceelsgrens aan het begin van de 19e eeuw.

Direct op de grens van spoor 1 liggen de sporen 4 tot en met 7. Het betreft vier vierkante paalkuilen met een doorsnede van 20 cm die tussen de 5 en 25 cm diep bewaard zijn. De onderlinge afstand tussen de paalkuilen is steeds ongeveer 1 m. De afstand tussen paalkuilen 4 en 5 is ongeveer 2 m, wat doet vermoeden dat er mogelijk nog een tussenliggende paalkuil was die niet bewaard is gebleven. Sporen 4 tot en met 7 zijn geïnterpreteerd als een hekwerk langs de greppel met spoornummer 1.

Tot slot zijn in werkput 5 twee kuilen aangetroffen: sporen 3 en 8. Spoor 3 is onregelmatig gevormd en heeft een minimale diameter van 150 cm. In de coupe is het spoor nog 40 cm diep en komvormig.

Het spoor is niet nader te interpreteren dan als kuil. Spoor 8 is ovaal van vorm en heeft een diameter van 30 cm. Het spoor is 13 cm diep bewaard. Ook dit spoor is niet nader te interpreteren dan als kuil.

4.3. Vondsten

Tijdens het onderzoek zijn vier vondstnummers uitgeschreven. Uit het vlak van werkput 3 is een natuurlijke brok vuursteen afkomstig (vondstnummer 1). Het vuursteen is niet bewerkt. Uit het vlak van werkput 5 komt een geglazuurd fragment van een steengoed kan of kruik dat gedateerd kan worden in de Nieuwe tijd A, tussen 1525 en 1625 (vondstnummer 2). Tot slot zijn er enkele vondsten gedaan in het humeuze dek van werkputten 1 en 2. Het betreft twee grijsbakkende dakpanfragmenten uit de 18e tot 20e eeuw (vondstnummer 3) en drie fragmenten roodbakkend aardewerk uit de 16e eeuw en een fragment grijsbakkend aardewerk dat te klein is om nader te determineren dan afkomstig uit de Late Middeleeuwen (vondstnummer 4).

Het steengoedfragment uit werkput 5 geeft aan dat het onderzoeksgebied mogelijk in de Nieuwe tijd A al in gebruik was. De fragmenten afkomstig uit het humeuze dek kunnen afkomstig zijn uit het onderzoeksgebied maar kunnen ook van elders zijn opgebracht met de plaggenbemesting en geven dus geen indicatie voor een datering van het gebruik van het onderzoeksgebied.

(11)

5. Conclusie en waardering

In opdracht van de gemeente Uden is op 16 en 17 januari 2012 een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd in verband met de geplande (her)ontwikkeling van het plangebied Ontmoetingsplein Bitswijk (Muziekplein e.o.) te Uden, gemeente Uden. Het onderzoek bestond uit de aanleg van vijf proefsleuven in de onverstoorde delen van het plangebied.

In het onderzoeksgebied is een vindplaats aangetroffen die bestaat uit (sub)recente greppels, kuilen en paalkuilen. Het betreft sporen van landbouw en percelering uit de Nieuwe tijd en mogelijk nog uit de Late Middeleeuwen. De greppels hangen samen met de perceelsindeling zoals deze staat aangegeven op het minuutplan uit het begin van de 19e eeuw. Spoor 2 in werkput 5 betreft één van de perceelsgrenzen. De naastgelegen greppel met spoornummer 1 was waarschijnlijk afgebakend met een hek. De exacte functie van de kuilen kon niet nader worden bepaald.

De archeologische sporen zijn aangetroffen in de top van het dekzand dat gelegen is op Maasafzettingen. Verstoringen, gerelateerd aan de bouw van de school maar ook aan eerdere ploegwerkzaamheden, hebben ervoor gezorgd dat het dekzand in een groot deel van het onderzoeksgebied is afgetopt of is verdwenen. In de Maasafzettingen zijn geen sporen of vondsten aangetroffen.

Op basis van de verstoring van een groot deel van de vindplaats en het veelvuldig voorkomen van resten van landbouw en percelering uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd in de omgeving wordt de vindplaats zowel wat fysieke als wat inhoudelijke kwaliteit betreft laag beoordeeld. De vindplaats is niet behoudenswaardig.

5.1. Beantwoording van de onderzoeksvragen

Is er sprake van één of meer behoudenswaardige vindplaatsen?

In het onderzoeksgebied is geen sprake van een behoudenswaardige vindplaats.

Wat is de aard, omvang, kwaliteit en het verloop van de archeologische sporen en sporenclusters?

Er zijn tien sporen aangetroffen, bestaande uit vier greppels, vier paalkuilen en twee kuilen. De sporen zijn aangetroffen in werkputten 3 en 5. Op basis van hun donkere vulling en scherpe begrenzing kunnen de sporen als (sub)recent worden gedateerd. In de overige werkputten zijn, onder andere ten gevolge van verstoringen tot in de C-horizont, geen sporen aanwezig.

Wat is de conservering en gaafheid van de vindplaats(-en)?

De vindplaats is slecht geconserveerd ten gevolge van de verstoringen in het onderzoeksgebied, gerelateerd aan de bouw van de school maar ook aan oudere activiteiten als ploegen.

Wat is de fasering van de vindplaats(-en)?

Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor een fasering van de vindplaats.

Wat is de datering van de archeologische vondsten en tot welke vondsttypen of vondstcategorieën behoren zij?

In het onderzoeksgebied zijn enkele aardewerkfragmenten aangetroffen die dateren tussen de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd B of C. Een aangetroffen vuursteenfragment is niet bewerkt.

Uit welke periode dateren de eventuele sporen?

Op basis van hun vulling en scherpe begrenzing zijn alle sporen te dateren als (sub)recent.

Wat is de relatie met de omgeving?

Het plangebied maakte tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw deel uit van een landbouwgebied nabij het buurtschap Bitswijk.

(12)

Wanneer zijn de archeologische sites in onbruik geraakt?

Het plangebied is in gebruik geweest als bouwland tot de realisatie van de huidige bebouwing in de jaren zeventig van de 20e eeuw.

Wat is de geologische context van de aangetroffen archeologische resten?

De archeologische sporen zijn aangetroffen in de top van een pakket dekzand dat is afgezet op grindige Maasafzettingen.

Uit welke periode dateert het esdek? Is er een fasering aanwezig?

In het grootste deel van het onderzoeksgebied is door verstoringen geen sprake meer van een esdek.

Alleen in werkput 3 is de bodemopbouw nog grotendeels intact. In het esdek van werkput 3 zijn geen aanwijzingen gevonden voor een datering of fasering.

Indien er geen archeologische resten worden aangetroffen: wat is de reden hiervoor?

Niet van toepassing.

(13)

6. Aanbevelingen

In het onderzoeksgebied zijn geen indicaties aangetroffen voor de aanwezigheid van een behoudenswaardige vindplaats. Het onderzoeksgebied is grotendeels verstoord tot in de Maasafzettingen. De aangetroffen archeologische resten behoren toe aan landbouw en percelering uit de Nieuwe tijd en mogelijk uit de Late Middeleeuwen. Er wordt aanbevolen om geen archeologisch vervolgonderzoek te laten uitvoeren.

NB. Bovenstaand advies dient gecontroleerd en beoordeeld te worden door de bevoegde overheid, in dit geval de gemeente Uden. Deze zal vervolgens een besluit nemen inzake de te volgen procedure.

IDDS Archeologie wil meegeven dat voordat dit besluit genomen is, er niet begonnen kan worden met bodemverstorende activiteiten of activiteiten die voorbereiden op bodemverstoringen.

6.1. Punt van aandacht

Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het onverwacht aantreffen dan wel het ongezien vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen. Aangezien het onderzoek is uitgevoerd door middel van een steekproef kan echter, op basis van de onderzoeksresultaten, de aan- of afwezigheid van eventuele archeologische waarden niet gegarandeerd worden. Wij wijzen u er graag op dat indien archeologische waarden worden aangetroffen deze conform de Monumentenwet 1988, artikel 53, bij de minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gemeld dienen te worden. Dit kan door het invullen van het vondstmeldingsformulier op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (www.cultureelerfgoed.nl) of door contact op te nemen met het Archismeldpunt (archismeldpunt@cultureelerfgoed.nl).

(14)

Literatuur en kaarten

ANWB, 2005: ANWB Topografische Atlas Noord-Brabant 1:25000, Den Haag.

Centraal College van Deskundigen, 2010: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.2, Gouda.

Koekkelkoren, A. / L. Haaring, 2011: Archeologisch bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase: Ontmoetingsplein Bitswijk, Uden, gemeente Uden, Noordwijk (B&G rapport 1047).

Moerman, S., 2012: Plan van aanpak. Ontmoetingsplein Bitswijk in Uden, gemeente Uden, Noordwijk (intern rapport, IDDS Archeologie).

Mulder, E.F.J. de/ M.C. Geluk/ I.L. Ritsema/ W.E. Westerhoff/ T.E. Wong, 2003: De ondergrond van Nederland, Groningen.

(15)

Lijst van afkortingen en begrippen

Afkortingen

Archis Archeologisch Informatie Systeem AMK Archeologische Monumenten Kaart CHW Cultuurhistorische Waardenkaart GPS Global Positioning System

IKAW Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie mv maaiveld (het landoppervlak)

NAP Normaal Amsterdams Peil

PvA Plan van Aanpak

PvE Programma van Eisen

RCE Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Verklarende woordenlijst

antropogeen door menselijke activiteit veroorzaakt of gemaakt artefact door de mens vervaardigd voorwerp

beekdal een lager gelegen deel van het dekzandgebied waardoor een beek stroomt dekzand dikke laag zand, door de wind afgezet tijdens de laatste ijstijd

Edelmanboor een handboor voor bodemonderzoek

eerdgrond grond met een humushoudende minerale bovengrond van meer dan 50 cm, ontstaan door invloed van de mens, vaak gaat het om een esdek

esdek dikke humeuze laag ontstaan door eeuwenlange bemesting; beschermt de oorspronkelijke bodem tegen ploegen en andere verstoringen

horizont kenmerkende laag binnen de bodemvorming

humeus organische stoffen bevattend; bestaande uit resten van planten en dieren in de bodem

leem samenstelling van meer dan 50% silt, minder dan 50% zand en minder dan 25% klei

podzol goed ontwikkelde bodem in gebieden met veel neerslag silt zeer fijn sediment met grootte 0,002-0,063 mm

slak steenachtig afval van metaal- of aardewerkproductie vaaggrond grond zonder duidelijke tekenen van bodemvorming

zavel grondsoort die tussen 8 en 25% klei (deeltjes kleiner dan 0,002 mm) bevat

(16)

171000 173000

407000409000

0 500 m

Projectnummer: 27540311

Projectnaam: Uden, Ontmoetingsplein Bitswijk Legenda

Plangebied

(17)

Vioolstraat

Tam boerijns

traat\

Klarinetstraat

wp5 wp1

wp2

wp3 wp4

170800 170900 171000

409000409100409200

0 50 m

Projectnummer: 27540311

Projectnaam: Uden, Ontmoetingsplein Bitswijk Legenda

Werkput Plangebied

(18)

mbo erijns

traat\

# S9

S10

Pro2 Pro1

Pro S9 Pro S10 17,9 Pro1

17,9

17,9 17,12

17,20 16,35

16,19

17,07 16,09

16,51

17,86

16,42

16,38

16,34 V1

170950 170975 171000

409150409175

0 10 m

Projectnummer: 27540311

Projectnaam: Uden, Ontmoetingsplein Bitswijk Legenda

Vondsten

Hoogtemaat (m NAP) Profiel

V

wp1

wp3

(19)

Vioolstraat

Pro1

Pro2

Pro1 Pro2

15,7

17,0 15,9

17,30 15,94

15,86

17,06

16,98

15,86

15,83

170875 170900 170925

409125409150409175

0 10 m

Projectnummer: 27540311

Projectnaam: Uden, Ontmoetingsplein Bitswijk Legenda

Hoogtemaat (m NAP) Profiel

Verstoring

wp2

wp4

(20)

Vioolstraat

S1 S2

S3

S8

S4 S5

S7 S6

Pro2

Pro1 17,5

16,78

16,92

17,45

17,43

16,92

16,92 17,47

170830 170840

409140409150409160

0 5 m

Projectnummer: 27540311

Projectnaam: Uden, Ontmoetingsplein Bitswijk Legenda

Hoogtemaat (m NAP) Profiel

wp5

(21)

wp1 wp5

wp2

wp3

wp4

170850 170900 170950

409100409200

0 25 m

Projectnummer: 27540311

Projectnaam: Uden, Ontmoetingsplein Bitswijk Legenda

Spoor

Werkputgrens

(22)

Bijlage 5: Sporenlijst

(23)

SPORENLIJST

lengte breedte

1 17-1-2012 5 1 1 550 150 lineair z3s1 dbr greppel J coupe: 12 cm diep, komvormig

2 17-1-2012 5 1 1 550 150 lineair z3s1 dbr kiezel, baksteen greppel J coupe: 25 cm diep, komvormig

3 17-1-2012 5 1 1 180 150 onregelmatig z3s1 dbr kuil J coupe: 40 cm diep, komvormig

4 17-1-2012 5 1 1 20 20 vierkant z2s1 gebr paalkuil J coupe: 25 cm diep, recht

5 17-1-2012 5 1 1 20 20 vierkant z2s1 gebr paalkuil J coupe: 20 cm diep, recht

6 17-1-2012 5 1 1 20 20 vierkant z2s1 gebr paalkuil J coupe: 5 cm diep, recht

7 17-1-2012 5 1 1 20 20 vierkant z2s1 gebr paalkuil J coupe: 8 cm diep, recht

8 17-1-2012 5 1 1 30 30 ovaal z2s1 dbrgr kiezel kuil J coupe: 13 cm diep, punt

9 17-1-2012 1 1 1 355 50 lineair z3s1 lbr h1 greppel J coupe: 26 cm diep, komvormig

10 17-1-2012 1 1 1 345 60 lineair z3s1 zw greppel J coupe: 30 cm diep, komvormig

opmerking coupe

(J/N)

textuur kleur org insluitsels

(grootte/aantal etc.) spoor datum werkput vlak tekenve

l

afmetingen vlak vorm/

contour vulling seg relatie interpretatie NAP

(24)

Bijlage 6: Vondstenlijst

(25)

Uden, Ontmoetingsplein Bitswijk

VONDSTENLIJST

vondstnr. datum werkput vlak vak spoor vulling segment categorie verzamelwijze veldvolume

(monster)

aantal

fragmenten tek.nr. opmerking

1 16-1-2012 3 1 2 - SVU trof 1 1

2 17-1-2012 5 1 1 - KER MAA 1 1 steengoed

3 17-1-2012 2 1 1 - KER AAVL 2 1 uit bouwvoor/humeus pakket

4 17-1-2012 1 1 2 - KER AAVL 4 1 uit humeus pakket

(26)

Bijlage 7: Determinatielijst vondsten

(27)

r ing (spec) baksel vorm R B H W G D

D(ivers) aantal

(cm) (mm) gew (g) kleur

ng engobe glazuur mag

code datering opmerkingen

1 VST ONB 1 brok 1 1,5 15 x 10 2 grijs indet indet natuurlijke brok met dunne cortex

2 KER AWG steengoed kan/kruik 1 1 3.5 70 x 35 68 grijs zoutglazuur in en uit NTA 1525-1625

3 KER KBM grijsbakkend dakpan 1 1 2 1,3 35 x 30 38,5 grijs NTBC 18e- 20e

eeuw

4 KER AWG roodbakkend indet 3 3 0,4 25 x 15 10,5 oranje loodglazuur in NTA 16e eeuw butienzijde beroet, binnen spatglazuur

4 KER AW grijsbakkend indet 1 1 0,4 15 x 10 0,5 grijs zand/

potgruis LME LME verweerd

(28)

Bijlage 8: Periodentabel

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat in 1942 niet met metaaldetectoren gezocht kon worden en op basis van de grote hoeveelheden Romeinse vondsten in de teruggestorte grond, wordt geadviseerd om bij de

Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn, buiten enkele (sub)recente sporen en twee greppels uit de middeleeuwen of nieuwe tijd, geen archeologische sporen

Diepere niveaus, namelijk de top van de dekzandafzettingen (indien aanwezig) en de top van de pleistocene rivierafzettingen, kunnen wel geschikt zijn geweest voor

De landelijke verwachtingskaart voor archeologie geeft een trefkans op archeologische waarden: zeer lage, laag, middelhoog en hoog. Deze waardering is gebaseerd

Hoewel de aantallen per fase klein zijn, kunnen we toch enkele voorzichtige conclusies trekken. In de Late IJzertijd overheerst het rund, gevolgd door schaap en varken. In

In opdracht van Rho Adviseurs voor Leefruimte heeft IDDS Archeologie in oktober 2014 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor de Jacoba van Beierenweg

In opdracht van Centraal Orgaan opvang asielzoekers is van 29 september t/m 7 oktober en van 14 oktober t/m 5 november 2014 een archeologische begeleiding (protocol opgraven)

Aanvullend onderzoek in de vorm van archeologisch proefsleuvenonderzoek zou duidelijkheid kunnen verschaffen over de aanwezigheid van archeologische resten uit de 18 e