Colofon
Projectnummer 40491013/59536
In opdracht van Huisartsenpraktijk ‘De Dorpsstraat’
Auteur dr. A.W.E. Wilbers
Redactie drs. S. Moerman
Versie 1.5
Status definitief
Autorisatie
B. A. Corver Senior Prospector 13-12-2013
Goedkeuring
B. Koopmans Gemeente Zoetermeer 18-12-2013
© IDDS Archeologie Noordwijk, december 2013 ISSN 2212-9650
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Dorpsstraat 3-5, Zoetermeer Gemeente Zoetermeer
IDDS Archeologie rapport 1607
SAMENVATTING:
In opdracht van Huisartsenpraktijk ‘De Dorpsstraat’ heeft IDDS Archeologie in december 2013 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor de Dorpsstraat 3 - 5 in Zoetermeer, gemeente Zoetermeer. De aanleiding voor dit onderzoek is de geplande uitbreiding van de bestaande bebouwing op de locatie.
Op basis van het bureauonderzoek ligt het plangebied in het veengebied van West-Nederland, binnen de dorpskern van Zoetermeer. Uit eerdere archeologische onderzoeken en waarnemingen en uit historische bronnen blijkt dat deze dorpskern waarschijnlijk al sinds de 13de eeuw permanent bewoond is geweest. Vanwege deze permanente bewoning wordt aangenomen dat het bovenste deel van het veenpakket verstoord is geraakt en dat er daarom nog slechts een zeer lage verwachting is op archeologische resten uit het Midden-Neolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen. In het plangebied geldt echter, vanwege de ligging in de dorpskern, een hoge verwachting voor het aantreffen van archeologische waarden uit de perioden Late Middeleeuwen tot en met Nieuwe tijd.
Binnen het plangebied worden in het bijzonder de archeologische resten verwacht van het oude gemeentehuis van Zoetermeer dat gebouwd is in de 17e of 18e eeuw en gesloopt in 1959.
Er wordt geadviseerd om deze resten veilig te stellen voordat begonnen wordt met activiteiten die voorbereiden op het bebouwen van het plangebied. Dit kan het beste gebeuren door het uitvoeren van een archeologische opgraving van het plangebied.
INHOUDSOPGAVE:
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS VAN HET PLANGEBIED ... 4
1. INLEIDING ... 5
1.1. Aanleiding ... 5
1.2. Doel- en vraagstelling van het onderzoek... 5
1.3. Ligging van het plan- en onderzoeksgebied ... 5
1.4. Werkwijze ... 5
2. GEOMORFOLOGIE EN BODEM ... 7
2.1. Ontstaansgeschiedenis landschap ... 7
2.2. Geomorfologie en bodem ... 7
3. ARCHEOLOGISCHE EN (BOUW)HISTORISCHE INFORMATIE ... 9
3.1. Archeologische en ondergrondse bouwhistorische waarden ... 9
3.2. Historische situatie en mogelijke verstoringen ... 10
3.3. Huidig landgebruik ... 10
4. CONCLUSIE EN VERWACHTINGSMODEL ... 11
5. AANBEVELINGEN ... 12
5.1. Betrouwbaarheid ... 12
GERAADPLEEGDE BRONNEN ... 13
LIJST VAN AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN ... 14
BIJLAGEN
1. Topografische kaart 2. Archis-informatie 3. Overzicht plangebied 4. Periodentabel 5. Historische kaart
6. Historische bronnen aangeleverd door Oud Soetermeer
Administratieve gegevens van het plangebied
Onderzoeksmeldingsnummer 59536
Toponiem Dorpsstraat 3-5
Plaats Zoetermeer
Gemeente Zoetermeer
Kadastrale aanduiding Zoetermeer E 0329
Provincie Zuid-Holland
Kaartblad 30H
Coördinaten Centrum Hoekpunten
93.689 / 452.490 93.681 / 452.492 (NW) 93.704 / 452.483 (NO) 93.702 / 452.477 (ZO) 93.679 / 452.487 (ZW)
Oppervlakte 145 m2
Onderzoekskader Omgevingsvergunning voor de uitbreiding van de bestaande bebouwing
Uitvoerder IDDS Archeologie
Contactpersoon: dr. A.W.E. Wilbers Postbus 126
2200 AC Noordwijk (ZH) Tel: 071-4028586 E-mail: awilbers@idds.nl Bevoegde overheid Gemeente Zoetermeer
Ruimte: Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
Contactpersoon: Mevr. B. Koopmans Postbus 15
2700 AA Zoetermeer Tel: 079-3469262
E-mail: B.T.Koopmans@zoetermeer.nl Beheer en plaats van
documentatie
Provinciaal Depot voor Bodemvondsten van de provincie Zuid-Holland
Uitvoeringsperiode onderzoek december 2013
1. Inleiding
1.1. Aanleiding
In opdracht van Huisartsenpraktijk ‘De Dorpsstraat’ heeft IDDS Archeologie in december 2013 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor de Dorpsstraat 3 - 5 in Zoetermeer, gemeente Zoetermeer. De aanleiding voor dit onderzoek is de geplande uitbreiding van de bestaande bebouwing op de locatie, waarbij de gevel over de volle breedte van het pand met 6 meter richting de straat zal worden verplaatst. De uitbreiding heeft een oppervlakte van ongeveer 147 m2. De diepte van de bodemverstoring die hierdoor optreedt is onbekend maar zal waarschijnlijk niet dieper reiken dan ongeveer 2,0 m. De kans bestaat dat eventueel aanwezige archeologische waarden bij de realisatie van de uitbouw verstoord dan wel vernietigd zullen worden.
1.2. Doel- en vraagstelling van het onderzoek
Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde verwachting voor het plangebied. Dit gebeurt aan de hand van bestaande bronnen over bekende en verwachte archeologische waarden binnen het plangebied. Op basis van de resultaten van het onderzoek worden aanbevelingen gedaan over eventueel behoud of vervolgonderzoek. Omdat de verwachte bodemverstoring waarschijnlijk niet dieper zal reiken dan 2,0 m onder maaiveld zal de gespecificeerde verwachting ook geen betrekking hebben op de geologische afzettingen onder dit niveau.
Het bureauonderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2 (Centraal College van Deskundigen 2010) en de gemeentelijke eisen.
Voor de in dit rapport gebruikte geologische en archeologische tijdsaanduidingen wordt verwezen naar bijlage 4. Afkortingen en enkele vaktermen worden achterin dit rapport uitgelegd (zie lijst van afkortingen en begrippen).
1.3. Ligging van het plan- en onderzoeksgebied
De ligging van het (her) in te richten gebied, ofwel het plangebied, is weergegeven in Bijlage 1. Het plangebied ligt voor de panden van de Dorpsstraat 3 - 5 in Zoetermeer. Dit gebied heeft momenteel de functie van parkeerplaats. Het plangebied heeft een oppervlakte van ongeveer 147 m2 en een gemiddelde maaiveldhoogte van - 0,8 m NAP. De exacte ligging en contouren van het plangebied zijn nader weergegeven in Bijlage 3 en Figuur 1.
Om tot een gespecificeerde verwachting voor het plangebied te komen, is niet alleen gekeken naar bekende gegevens over het plangebied zelf maar ook naar de omgeving. Voor het totale onderzochte gebied, oftewel het onderzoeksgebied, is als begrenzing het historische dorpscentrum van Zoetermeer gekozen.
1.4. Werkwijze
Bij het bureauonderzoek zijn gegevens verzameld over bekende of verwachte archeologische en bouwhistorische waarden binnen het onderzoeksgebied. Er is gebruik gemaakt van informatie uit de onderstaande lijst. Deze gegevens zijn aangevuld met relevante informatie uit beschikbare achtergrondliteratuur (zie literatuurlijst).
Archeologie en bouwhistorie
Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW)
Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) van de provincie Zuid-Holland
Kaart met archeologisch waardevolle gebieden in Zoetermeer
Archeologisch Informatie Systeem (Archis II) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)
Bodemkaarten, geomorfologische kaarten en hoogtekaarten
Bodemkaart 30 (Stichting voor Bodemkartering 1982)
Geomorfologische kaart 30 (DLO-Staring Centrum / Rijks Geologische Dienst 1994)
Paleogeografische kaarten (Pruissers/de Gans 1988)
Actueel Hoogtebestand van Nederland (www.ahn.nl/viewer)
Historische kaarten
Aanvullende historische informatie is verkregen uit via watwaswaar.nl en het Historisch genootschap Oud Soetermeer beschikbaar historisch kaartmateriaal, waaronder:
Kaarten van het Hoogheemraadschap Rijnland (Balthasar 1611 en 1615)
Kadastraal Minuutplan (1819-1832)
Diverse topografische kaarten uit de 19e en 20e eeuw Heemkundekringen, amateurarcheologen en archieven
Er is contact geweest met dhr. R. Grootveld van het Historisch Genootschap Oud Soetermeer.
Overige informatie
Voor informatie omtrent bodemsaneringen en ontgrondingenvergunningen is het Bodemloket (www.bodemloket.nl) geraadpleegd. Deze gegevens zijn aangevuld met informatie uit onderzoeksrapporten en achtergrondliteratuur (zie literatuurlijst).
Figuur 1 Het plangebied (rood omlijnd) op een luchtfoto uit 2010 (bron: Bing maps).
2. Geomorfologie en bodem
2.1. Ontstaansgeschiedenis landschap
In de periode van ongeveer 8000 tot 4500 voor Chr. bevond zich langs de hele Nederlandse kust een uitgestrekt getijdengebied vergelijkbaar met de huidige Waddenzee (de Mulder et al. 2003). Ter plaatse van Zoetermeer bevond zich een grote en diepe getijdengeul waardoor nagenoeg kan worden uitgesloten dat er in Zoetermeer archeologische resten voorkomen uit de periode van voor ongeveer 5000 jaar geleden (dat wil zeggen resten uit het Paleo-, Meso- en het grootste deel van het Neolithicum).
Ongeveer 5000 jaar geleden raakte de Nederlandse kust gesloten en verdween het waddenzeegebied. Door de verzoeting van het gebied kon er veen ontstaan; eerst rietveen, later ook bosveen en uiteindelijk hoogveen (allemaal behorend tot het Hollandveen; de Mulder et al. 2003).
Ook gedurende deze periode van veengroei waren er nog weinig mogelijkheden voor de mens om het gebied te gebruiken. Een uitzondering vormde een natuurlijk veenmeer (het Zoetermeerse meer, nu de Zoetermeerse meerpolder) dat waarschijnlijk al in de Romeinse tijd bestond1. Het meer ontwaterde via de Zwiet (een veenstroom ter plaatse van de huidige Weipoortse Vliet) op de Oude Rijn en kon dus in de Romeinse tijd al worden bereikt en worden gebruikt voor bijvoorbeeld jacht of visvangst. Archeologische resten uit de Bronstijd en IJzertijd zijn waarschijnlijk op het grondgebied van Zoetermeer niet aanwezig (geweest). Vanaf de Romeinse tijd kunnen er mensen hebben gewoond en gewerkt langs de oevers van het Zoetermeerse meer (hoewel hiervan tot nu toe geen sporen zijn gevonden). In de 10e eeuw na Chr. was er sprake van een dorp Zoetermeer bij het meer.
Wanneer dit dorp precies is ontstaan, is onduidelijk. Oud Soetermeer gaat er van uit dat deze vroegste nederzetting gezocht moet worden in het Lange Land, een gebied tussen de Leidsewallenwetering (Aziëweg) en de Broekweg (-zijde en -kade) (www.oudsoetermeer.nl).
Vanaf de 11e en 12e eeuw werd het veengebied rondom Zoetermeer ontgonnen voor landbouw.
Daarbij werden ten behoeve van de ontwatering van het veen verschillende lange rechte sloten gegraven, zogenaamde ontginningsassen. Op de kruispunten van verschillende van deze ontginningsassen ontstonden nieuwe dorpen. Het dorp Zoetermeer werd met het verplaatsen van de ontginningen ook verplaatst, weg van het meer, ongeveer ter hoogte van de kruising van de Dorpsstraat en de Delftsewallen/Leidsewallen.
Vanaf de 14e eeuw werden door inklinking en veraarding van het veen de landbouwgronden steeds minder bruikbaar. Men besloot daarom om steeds meer van het veen af te graven en te verkopen als brandstof. In de 17e eeuw waren alleen de wegen, huispercelen en de kades van de weteringen niet afgegraven en lagen als smalle dammetjes in een groot, ongeveer 4 m diep, meer. Vanaf de 17e eeuw werden delen van het meer stukje bij beetje ingepolderd en drooggelegd waardoor landbouw weer mogelijk werd.
Gedurende deze periode, van de 14e tot en met de 17e eeuw, zijn de dorpen Zoetermeer en het naastgelegen Zegwaart langs de huidige Dorpsstraat aan elkaar gegroeid. Dit gebeurde op de plaats waar het veen nog niet was afgegraven en als een veenrest(dijk) in het toenmalige landschap aanwezig was. De in Zoetermeer voorkomende archeologische resten zullen alleen voorkomen op plaatsen waar restanten van het veen aanwezig zijn. Deze gebieden zijn dan ook door de gemeente Zoetermeer in 2003 aangewezen als archeologisch waardevolle gebieden (Archeologische Monumentenkaart Zoetermeer).
2.2. Geomorfologie en bodem
Het plangebied ligt aan de Dorpsstraat in de historische dorpskern van Zoetermeer. De ondergrond bestaat uit niet-afgegraven Hollandveen als onderdeel van een zogenaamde veenrestdijk. Uit een naburige geologische boring opgenomen in DINO-loket blijkt dat het veen reikt tot een niveau van -11,4 m NAP (ongeveer 10,5 m onder maaiveld). De bodemopbouw in de top van het veenpakket zal echter niet meer geheel natuurlijk zijn. Doordat het plangebied al vier à vijf eeuwen deel uitmaakt van
1 De informatie hieronder is een samenvatting van de informatie op de website van Oud Soetermeer.
een bewoningslint zal er in het plangebied een antropogene bodem aanwezig zijn. Een antropogene bodem in een stads/dorpskern bestaat meestal uit meerdere ophooglagen als gevolg van het accumuleren van dorpsafval en het meermalen vervangen van de gebouwen. In de meeste gevallen werd een gebouw gesloopt tot aan de funderingen en werd het sloopmateriaal gebruikt om het terrein te egaliseren en te verstevigen voor de bouw van nieuwe gebouwen. Oude funderingen werden vaak hergebruikt bij de bouw van nieuwe gebouwen. Alleen bij de aanleg van nieuwe funderingen, kelders en water- en beerputten werd er diep in de bodem gegraven en verdwenen de voormalige bewoningslagen. Pas vanaf de tweede helft van de 20e eeuw werd het gebruikelijk om alle oude funderingen en puinlagen uit een gebied te verwijderen alvorens nieuwe funderingen aan te brengen.
Op percelen op ongeveer 75 m ten noordoosten van het plangebied is een archeologisch bureau- en booronderzoek uitgevoerd (onderzoeksmelding 36174, Jacobs 2009). Daarbij werden van onder naar boven de volgende pakketten aangetroffen:
1. Licht(blauw)grijze, matig siltige, matig tot sterk met zand gebande klei, geïnterpreteerd als zeeafzettingen behorend tot het Laagpakket van Wormer, Formatie van Naaldwijk. De diepte van de top van dit pakket varieert van ongeveer -4,5 tot -3,5 m NAP.
2. Een restant Hollandveen. De (verstoorde) top ervan bevindt zich op een diepte variërend van -4,2 m NAP tot -2,5 m NAP.
3. Een gelaagd ophoogpakket bestaande uit humeus zand met bijmengingen van bouwmateriaal. De onderzijde bestaat uit verspit veen. De aangetroffen vondsten dateren uit de Nieuwe tijd. De dikte van het pakket varieert van 0,7 tot 3,0 m en de top bevindt zich op een diepte van 0,15 tot 1,15 m –mv.
4. Een verstoord pakket (met een dikte van 0,15 tot 1,40 m), ontstaan bij de aanleg en verbouw van de aanwezige bebouwing.
Aangenomen wordt dat in het huidige plangebied de bodemopbouw niet veel zal afwijken van de beschreven bodemopbouw.
3. Archeologische en (bouw)historische informatie
3.1. Archeologische en ondergrondse bouwhistorische waarden
Binnen het plangebied zijn geen terreinen aanwezig die op de Archeologische Monumentenkaart (AMK) als waardevol staan aangegeven. Ook zijn er geen waarnemingen en vondsten gemeld en geen eerdere onderzoeken uitgevoerd. Door de gemeente Zoetermeer is de dorpskern, waar het plangebied onderdeel van is, aangewezen als Archeologisch Waardevol Gebied 1. Dit betekent dat er hoogstwaarschijnlijk archeologische bewoningsresten aanwezig zijn uit de periode 1250 tot heden.
De in de grond aanwezige sporen zijn van groot belang voor de reconstructie van de bewoningsgeschiedenis van de (voormalige) dorpen Zoetermeer en Zegwaart. Op de IKAW heeft het plangebied een lage verwachtingswaarde, waarschijnlijk omdat de verwachtingen op deze kaart voornamelijk gebaseerd zijn op bodemsoorten en veenbodems stelselmatig een lage verwachtingswaarde krijgen. Het feit dat het plangebied binnen een oude dorpskern ligt, is op deze kaart niet meegenomen. Dat is wel het geval op de CHS (Cultuurhistorische Hoofdstructuur) van de provincie Zuid-Holland, waar de dorpskern een hoge verwachtingswaarde heeft gekregen.
In de directe omgeving van het plangebied zijn meerdere archeologische onderzoeken uitgevoerd.
Een archeologisch bureau- en booronderzoek op ongeveer 75 m ten noordoosten (onderzoeksmelding 36174, Jacobs 2009) heeft uitgewezen dat de ondergrond van het gebied bestaat uit het Laagpakket van Wormer (Formatie van Naaldwijk). In dat pakket zijn geen aanwijzingen voor archeologische resten aangetroffen. Erboven ligt Hollandveen, waarvan de top verstoord is. Daarbovenop ligt een ophoogpakket dat op basis van de vondsten in de Nieuwe tijd gedateerd kan worden. Een laatmiddeleeuwse datering voor de basis van het ophoogpakket kan echter niet uitgesloten worden. Binnen dezelfde onderzoekslocatie zijn enkele onderzoeken uitgevoerd door de Archeologische Werkgroep Zoetermeer (onderzoeksmeldingen 1846, 2392 en 2397; waarnemingen 37532, 37559, 37556 en 37568) waarbij sporen en vondsten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd zijn aangetroffen. Ook is voor diezelfde onderzoekslocatie een bureauonderzoek uitgevoerd door IDDS Archeologie op basis waarvan wordt geconcludeerd dat er archeologische resten kunnen worden verwacht vanaf de 13e eeuw. Er geldt met name een hoge verwachting voor resten toebehorend aan een 17e eeuwse (of eerder) herberg. Teneinde deze resten
Figuur 2 Gravure uit 1761 genaamd: Gezicht van Soetermeer naar Segwaert. Plangebied ligt ter plaatse van rode pijl.
veilig te stellen is vervolgonderzoek geadviseerd maar tot op heden nog niet uitgevoerd.
Naast bovengenoemde onderzoeken zijn in de omgeving van het plangebied nog meerdere andere onderzoeken uitgevoerd, veelal door de Archeologische Werkgroep Zoetermeer. Circa 150 m ten zuidoosten van de locatie is bij een bureauonderzoek en de begeleiding van milieukundige boringen gebleken dat er geen nader onderzoek noodzakelijk was (onderzoeksmelding 30231). De onderzijde van het (rest)veen lag ter plaatse op een diepte van 3,2 tot 4,5 m –mv. De Archeologische Werkgroep heeft bij diverse onderzoeken, onder andere aan de Dorpsstraat, sporen en vondsten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd aangetoond.
3.2. Historische situatie en mogelijke verstoringen
Op basis van historisch kaartmateriaal uit 1611 en 1615 kan worden aangenomen dat het plangebied in de 17e eeuw al bebouwd was. Uit informatie uit het historisch archief van Zoetermeer, gekregen van dhr. R. Grootveld van Oud Soetermeer (Bijlage 6), blijkt dat het plangebied in 1732 onderdeel was van een erf en een woning. Deze woning staat ook afgebeeld op de kaart van Vis uit 1763 en op een gravure uit 1761 (Figuur 2). In 1758 is het huis in bezit en bewoond door administrerend ambachtsheer Willem Gijsbert Schouten van de Ambachtsheerlijkheid van Zoetermeer. Vanaf het begin van de 19e eeuw wordt het huis bewoond door de burgemeester van Zoetermeer en in 1874 wordt het huis gekocht door de gemeente Zoetermeer en omgebouwd tot het gemeentehuis. Op basis van het minuutplan van ongeveer 1811-1830 blijkt dat het plangebied deels bebouwd is met de burgemeesterswoning en deels in gebruik als tuin.
Het gebouw is tot in de 20e eeuw in gebruik als het gemeentehuis van Zoetermeer (Figuur 3). In 1959 wordt het gebouw, dat ondanks verschillende verbouwingen (zie bijlage 6) stamt uit ten minste de 18e eeuw, niet langer gebruikt en daarom afgebroken. Het terrein ligt daarna tot ongeveer 1980 braak. De huidige gebouwen van huisnummers 3 en 5 zijn gebouwd in 1980 (www.bagviewer.pdok.nl).
Waarschijnlijk is ook de parkeerplaats die voor deze gebouwen ligt aangelegd in dat jaar.
3.3. Huidig landgebruik
Ten tijde van het bureauonderzoek is het plangebied in gebruik als parkeerplaats en toegang tot de huisartsenpraktijk en apotheek (Figuur 1). Het plangebied is bestraat en deels beplant met struiken. In de bodem zijn op basis van de Klic enkele kabels en leidingen aanwezig (bijlage 3). Het betreft enkele datakabels voor telefoon en internet en de aansluiting op de waterleiding. Het is mogelijk dat ook andere leidingen voorkomen (gas en
riool) die echter niet op de Klic zijn weergegeven. Deze leidingen liggen op een diepte van ongeveer 0,5 tot 1,0 m onder maaiveld. Er hebben geen saneringen plaatsgevonden
binnen het plangebied
(www.bodemloket.nl).
Figuur 3 foto uit 1957 van het (leeg staande) gemeentehuis van Zoetermeer. Het plangebied bevindt zich ongeveer ter plaatse van de ramen aan de achterzijde van het gebouw (rechts op de foto).
4. Conclusie en verwachtingsmodel
Op basis van het bureauonderzoek ligt het plangebied in het veengebied van West-Nederland, binnen de dorpskern van Zoetermeer. Uit eerdere archeologische onderzoeken en waarnemingen en uit historische bronnen blijkt dat deze dorpskern waarschijnlijk al sinds de 13de eeuw permanent bewoond is geweest. Vanwege deze permanente bewoning wordt aangenomen dat het bovenste deel van het veenpakket verstoord is geraakt en dat er daarom nog slechts een zeer lage verwachting is op archeologische resten uit het Midden-Neolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen. In het plangebied geldt echter, vanwege de ligging in de dorpskern, een hoge verwachting voor het aantreffen van archeologische waarden uit de perioden Late Middeleeuwen tot en met Nieuwe tijd.
In een dorpskern komen uiteenlopende archeologische complextypen voor, maar binnen het plangebied zijn (delen van) nederzettingscomplexen (zoals huisplaatsen) en infrastructurele complexen (zoals percelering/verkaveling) het meest waarschijnlijk. Op grond van het bureauonderzoek worden binnen het plangebied in het bijzonder de archeologische resten verwacht van het oude gemeentehuis van Zoetermeer dat gebouwd is in de 17e of 18e eeuw en gesloopt in 1959. De archeologische resten van de genoemde complextypen kunnen bestaan uit sporen (zoals resten van muren, vloeren, funderingen, uitbraaksleuven, waterputten, beerputten, ophooglagen, enzovoorts) of uit archeologische indicatoren van keramiek, metaal, steen, glas en organische materialen. Door de langdurige bewoning van een dorpskern zijn vooral bouwmaterialen van keramiek en steen veelvuldig aanwezig. Omdat de bodem in de dorpskern van Zoetermeer voornamelijk bestaat uit veen is de grondwaterstand hoog en kan ook hout (bijvoorbeeld gebruikt als bouwmateriaal) bewaard zijn gebleven. Naast bouwmaterialen zal veel nederzettingsafval aanwezig zijn, bestaande uit onder andere aardewerk, bot (van slachtafval) en houtskool.
Uit onderzoeken in de omgeving van het plangebied blijkt dat archeologische waarden verwacht mogen worden tot een diepte van ongeveer 1,7 tot 3,2 m onder maaiveld (-4,0 tot -2,5 m NAP). De archeologische resten zullen voorkomen in verschillende omgewerkte veenlagen of ophooglagen.
Eventuele sporen van kuilen, (water)putten en funderingen kunnen ook dieper reiken en voorkomen in de natuurlijke bodemlagen.
Het landgebruik binnen het plangebied is waarschijnlijk in de periode Late Middeleeuwen tot en met Nieuwe tijd meer malen veranderd. Bij iedere verandering van gebruik kunnen (een deel van) de aanwezige archeologische waarden verstoord zijn. Onder deze verstoringen vallen ook de werkzaamheden die vooraf gingen aan de huidige inrichting van het plangebied inclusief de aanleg van kabels en leidingen.
5. Aanbevelingen
Aan de hand van het bureauonderzoek is geconstateerd dat er archeologische resten vanaf de 17e eeuw en mogelijk reeds vanaf de 13e eeuw aanwezig kunnen zijn in het plangebied. Er wordt geadviseerd om deze resten veilig te stellen voordat begonnen wordt met activiteiten die voorbereiden op het bebouwen van het plangebied. Dit kan het beste gebeuren door het uitvoeren van een archeologische opgraving van het plangebied.
NB. Bovenstaand advies dient gecontroleerd en beoordeeld te worden door de bevoegde overheid, in dit geval de gemeente Zoetermeer. Deze zal vervolgens een besluit nemen inzake de te volgen procedure. IDDS Archeologie wil meegeven dat voordat dit besluit genomen is, er niet begonnen kan worden met bodemverstorende activiteiten of activiteiten die voorbereiden op bodemverstoringen.
5.1. Betrouwbaarheid
Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het onverwacht aantreffen dan wel het ongezien vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen. Aangezien het onderzoek is uitgevoerd door middel van een bureaustudie kan echter, op basis van de onderzoeksresultaten, de aan- of afwezigheid van eventuele archeologische waarden niet gegarandeerd worden. Wij wijzen u er graag op dat indien archeologische waarden worden aangetroffen deze conform de Monumentenwet 1988, artikel 53, bij de minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gemeld dienen te worden. Dit kan door het invullen van het vondstmeldingsformulier op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (www.cultureelerfgoed.nl) of door contact op te nemen met de InfoDesk (info@cultureelerfgoed.nl).
Geraadpleegde bronnen
ANWB, 2005: ANWB Topografische Atlas Zuid-Holland 1:25000, Den Haag.
Bos, A.H., 1984: Van Herberg tot Parochiehuis, in: ’t Seghen Waert 3/10, 3/11, 3/15.
Centraal College van Deskundigen, 2010: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.2, Gouda.
DLO-Staring Centrum / Rijks Geologische Dienst, 1994: Geomorfologische kaart van Nederland, 1:50.000, blad 30 ’s-Gravenhage, Wageningen / Haarlem.
Jacobs, E., 2009: Locatie ‘Dorpsstraat', gemeente Zoetermeer. Een inventariserend veldonderzoek, Amsterdam (STAR 250).
Mulder, E.F.J. de/ M.C. Geluk/ I.L. Ritsema/ W.E. Westerhoff/ T.E. Wong, 2003: De ondergrond van Nederland, Groningen/Houten.
Pruissers, A.P./W. de Gans, 1988: De bodem van Leidschendam, in Daams, F.H.C.M./J.D. de Kort (red.): Over, door en om de Leytsche Dam, Leidschendam.
Stichting voor Bodemkartering, 1982: Bodemkaart van Nederland, 1:50.000, blad 30 ‘s-Gravenhage, Wageningen.
Websites
watwaswaar.nl www.ahn.nl/viewer www.bodemloket.nl
Lijst van afkortingen en begrippen
Afkortingen
Archis Archeologisch Informatie Systeem AMK Archeologische Monumenten Kaart CHS Cultuurhistorische Hoofdstructuur GPS Global Positioning System
IKAW Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie mv maaiveld (het landoppervlak)
NAP Normaal Amsterdams Peil
PvA Plan van Aanpak
RCE Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Verklarende woordenlijst
antropogeen door menselijke activiteit veroorzaakt of gemaakt artefact door de mens vervaardigd voorwerp
Edelmanboor een handboor voor bodemonderzoek
eerdgrond grond met een humushoudende minerale bovengrond van meer dan 50 cm, ontstaan door invloed van de mens, vaak gaat het om een esdek
esdek dikke humeuze laag ontstaan door eeuwenlange bemesting; beschermt de oorspronkelijke bodem tegen ploegen en andere verstoringen
horizont kenmerkende laag binnen de bodemvorming
humeus organische stoffen bevattend; bestaande uit resten van planten en dieren in de bodem
leem samenstelling van meer dan 50% silt, minder dan 50% zand en minder dan 25% klei
podzol goed ontwikkelde bodem in gebieden met veel neerslag silt zeer fijn sediment met grootte 0,002-0,063 mm
slak steenachtig afval van metaal- of aardewerkproductie vaaggrond grond zonder duidelijke tekenen van bodemvorming
zavel grondsoort die tussen 8 en 25% klei (deeltjes kleiner dan 0,002 mm) bevat
93500 93750 94000
452250452500452750
º
0 300 m
Legenda
plangebied
37575
37568
37561 37560
37559
37558 37556
37554 37541 37536
37534 37533 37532
37531 10140
50339 36174
48729
1846
2390 2393
2357 23742359
2392
2394 2397
2367
2590
2388 30231
2372 2366 56995
93600 93800
452400452600
º
0 150 m
Legenda
plangebied
X
waarnemingen (ARCHIS II) onderzoeksmeldingen (ARCHIS II)archeologische monumenten kaart
Terrein van archeologische waarde Terrein van hoge archeologische waarde Terrein van zeer hoge archeologische waarde
93650 93700
452450452500
º
0 30 m
Legenda
plangebied datakabel waterleiding
Bijlage 4: Periodentabel
93600 93650 93700 93750
452400452450452500452550
º
0 50 m
Legenda
plangebied