• No results found

Elsstraat en Middelstraat, Schaijk EVZ Munsche Wetering. Gemeente Landerd. Colofon. IDDS Archeologie rapport 1814

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Elsstraat en Middelstraat, Schaijk EVZ Munsche Wetering. Gemeente Landerd. Colofon. IDDS Archeologie rapport 1814"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Colofon

Projectnummer 45080215

OM-nummers 3973775100, 3973783100

In opdracht van BTL Advies B.V.

Auteur drs. S. Moerman

Redactie dr. A.W.E. Wilbers

Versie 1.0

Status concept

Autorisatie

A.W.E. Wilbers Senior Prospector 12-10-2015

Goedkeuring

Gemeente Landerd

© IDDS Archeologie Noordwijk, oktober 2015 ISSN 2212-9650

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Archeologisch bureauonderzoek

Elsstraat en Middelstraat, Schaijk EVZ Munsche Wetering

Gemeente Landerd

IDDS Archeologie rapport 1814

(2)

SAMENVATTING:

In opdracht van BTL Advies B.V. heeft IDDS Archeologie in oktober 2015 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor twee locaties; aan de Elsstraat en de Middelstraat in Schaijk, gemeente Landerd. De aanleiding voor dit onderzoek is de herinrichting van deze locaties tot ecologische verbindingszone (EVZ) Munsche Wetering. Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde verwachting voor het plangebied.

Uit het bureauonderzoek blijkt dat de plangebieden zijn gelegen op een Laat Pleistocene riviervlakte op de Peelhorst. In de ondergrond komen rivierafzettingen voor die plaatselijk bedekt zijn met dekzand. De riviervlakte is plaatselijk geërodeerd door overstromingsmateriaal. De in de plangebieden aanwezige beekeerdgronden zijn ontstaan onder relatief vochtige omstandigheden. De huidige lage grondwaterstanden zijn waarschijnlijk het gevolg van ruilverkavelingen uit het einde van de vorige eeuw, waarbij ook de waterloop in de plangebieden is gegraven.

Voor het niveau van de overstromingsafzettingen, gelegen aan het maaiveld, geldt een lage archeologische verwachting voor archeologische resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Op historisch kaartmateriaal komt in het plangebied geen bebouwing voor en de komafzettingen waren naar verwachting niet geschikt voor bewoning. Diepere niveaus, namelijk de top van de dekzandafzettingen (indien aanwezig) en de top van de pleistocene rivierafzettingen, kunnen wel geschikt zijn geweest voor bewoning. Het is niet bekend in hoeverre deze niveaus geërodeerd zijn door de latere overstromingen. Indien de erosie relatief gering is geweest, kunnen op deze niveaus archeologische resten vanaf het Paleolithicum tot aan de Middeleeuwen worden aangetroffen. De exacte diepte van de niveaus is afhankelijk van de dikte van het pakket overstromingsafzettingen. Er kunnen vondsten als aardewerk en vuursteen en sporen als paalsporen, kuilen en greppels worden aangetroffen.

Aangezien de watergangen in beide plangebieden gegraven zijn, worden ter plaatse van de watergangen geen archeologische resten meer verwacht.

Er wordt geadviseerd om in beide plangebieden vervolgonderzoek uit te laten voeren. Dit vervolgonderzoek kan het beste bestaan uit een booronderzoek teneinde de intacteid van de bodem vast te stellen. De boringen dienen in beide plangebieden te reiken tot in de pleistocene rivierafzettingen.

(3)

INHOUDSOPGAVE:

ADMINISTRATIEVE GEGEVENS VAN HET PLANGEBIED ... 4

1. INLEIDING ... 5

1.1. Aanleiding ... 5

1.2. Doel- en vraagstelling van het onderzoek... 5

1.3. Ligging van het plan- en onderzoeksgebied ... 5

1.4. Werkwijze ... 5

2. GEOMORFOLOGIE EN BODEM ... 7

2.1. Ontstaansgeschiedenis landschap ... 7

2.2. Geomorfologie ... 7

2.3. Bodem ... 8

3. ARCHEOLOGISCHE EN (BOUW)HISTORISCHE INFORMATIE ... 9

3.1. Archeologische en ondergrondse bouwhistorische waarden ... 9

3.2. Historische situatie en mogelijke verstoringen ... 9

3.3. Huidig landgebruik ... 9

4. CONCLUSIE EN VERWACHTINGSMODEL ... 10

5. AANBEVELINGEN ... 11

GERAADPLEEGDE BRONNEN ... 12

LIJST VAN AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN ... 13

BIJLAGEN

1. Topografische kaart 2. Archis-informatie 3. Overzicht plangebied 4. Periodentabel

(4)

4

Administratieve gegevens van het plangebied

Project EVZ Munsche Wetering

Onderzoeksmeldingnummer 3973775100 3973783100

Topooniem Elsstraat Middelstraat

Oppervlakte Waarvan land Waarvan water

8.277 m2 7.515 m2 762 m2

13.043 m2 10.801 m2 2.242 m2 Coördinaten

Centrum Hoekpunten

173.095/419.360 173.150/419.432 173.184/419.403 173.032/419.285 173.005/419.319

172.400/418.975 172.164/418.906 172.620/419.095 172.632/419.072 472.177/418.882

Plaats Schaijk

Gemeente Landerd

Provincie Noord-Brabant

Onderzoekskader Herinrichting tot ecologische verbindingszone

Uitvoerder IDDS Archeologie

Contactpersoon: mevr. S. Moerman Postbus 126

2200 AC Noordwijk (ZH) Tel: 071-4028586

E-mail: smoerman@idds.nl Bevoegde overheid Gemeente Landerd

Contactpersoon: dhr. R. Peters Postbus 35

5410 AA Zeeland Tel: 0486-458111 Adviseur namens de bevoegde

overheid

Monumentenhuis Noord-Brabant Contactpersoon: Mevr. J.M. Visser Markt 9

4931 BR Geertruidenberg Tel: 0162-511833

E-mail: info@monumentenhuisbrabant.nl Beheer en plaats van

documentatie

IDDS Archeologie, Noordwijk Uitvoeringsperiode onderzoek oktober 2015

(5)

1. Inleiding

1.1. Aanleiding

In opdracht van BTL Advies B.V. heeft IDDS Archeologie in oktober 2015 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor twee locaties; aan de Elsstraat en de Middelstraat in Schaijk, gemeente Landerd. De aanleiding voor dit onderzoek is de herinrichting van deze locaties tot ecologische verbindingszone (EVZ) Munsche Wetering. Het is niet bekend wat de exacte aard, omvang en diepte van de bodemverstoringen is die gepaard gaan met de aanleg van de EVZ. De kans bestaat dat eventueel aanwezige archeologische waarden bij de werkzaamheden verstoord dan wel vernietigd zullen worden.

Op de archeologische beleidskaart van de gemeente liggen de plangebieden in een zone met Categorie 5: gebieden met een middelhoge archeologische verwachting. Er geldt een onderzoeksplicht bij een verstoringsdiepte van meer dan 50 cm en een verstoringsoppervlakte van groter dan 2500 m2.

1.2. Doel- en vraagstelling van het onderzoek

Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde verwachting voor het plangebied. Dit gebeurt aan de hand van bestaande bronnen over bekende en verwachte archeologische waarden binnen het plangebied. Op basis van de resultaten van het onderzoek worden aanbevelingen gedaan over eventueel behoud of vervolgonderzoek.

Het bureauonderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.3 (Centraal College van Deskundigen 2013).

Voor de in dit rapport gebruikte geologische en archeologische tijdsaanduidingen wordt verwezen naar bijlage 4. Afkortingen en enkele vaktermen worden achterin dit rapport uitgelegd (zie lijst van afkortingen en begrippen).

1.3. Ligging van het plan- en onderzoeksgebied

De ligging van de (her) in te richten gebieden, ofwel de plangebieden, is weergegeven in Bijlage 1. De plangebieden liggen tussen de bebouwde kernen van Herpen en Schaijk. De oppervlaktes van de plangebieden zijn weergegeven in de administratieve gegevens. De exacte liggingen en contouren van de plangebieden zijn nader weergegeven in Bijlage 3.

Om tot een gespecificeerde verwachting voor de plangebieden te komen, is niet alleen gekeken naar bekende gegevens over de plangebieden zelf maar ook naar de omgeving. Voor het totale onderzochte gebied, oftewel het onderzoeksgebied, is als begrenzing een straal van 1 km rondom de plangebieden aangehouden. Deze straal levert voldoende informatie op over eerdere onderzoeken die gedaan zijn in de omgeving om te komen tot een gespecificeerde archeologische verwachting voor de plangebieden.

1.4. Werkwijze

Bij het bureauonderzoek zijn gegevens verzameld over bekende of verwachte archeologische en bouwhistorische waarden binnen het onderzoeksgebied. Er is gebruik gemaakt van informatie uit de onderstaande lijst. Deze gegevens zijn aangevuld met relevante informatie uit beschikbare achtergrondliteratuur (zie literatuurlijst).

Archeologie en bouwhistorie

 Verwachtingskaart van de gemeente Landerd

 Archeologisch Informatie Systeem (Archis3) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)

(6)

6 Bodemkaarten, geomorfologische kaarten en hoogtekaarten

 Bodemkaart 45 oost (Stichting voor Bodemkartering 1976a)

 Geomorfologische kaart 45 (Stichting voor Bodemkartering / Rijks Geologische Dienst 1982)

Stroomruggenkaart van het Nederlands rivierengebied (Cohen et al. 2012)

 Actueel Hoogtebestand van Nederland (AHN2; ahn.maps.arcgis.com) Historische kaarten

Aanvullende historische informatie is verkregen uit via watwaswaar.nl beschikbaar historisch kaartmateriaal, waaronder het kadastrale minuutplan uit het begin van de 19e eeuw en diverse topografische kaarten uit het einde van de 19e eeuw en de 20e eeuw.

Archieven

Gezien de ligging van de plangebieden in het buitengebied zijn geen archieven geraadpleegd omdat de verwachting is dat deze geen aanvullende informatie zullen opleveren.

Heemkundekringen en amateurarcheologen

Er is geprobeerd contact op te nemen met de heemkundekringen Schaijk-Heek en Ravenstein (Herpen). Dit heeft echter geen reactie opgeleverd.

Overige informatie

Voor informatie omtrent bodemsaneringen en ontgrondingenvergunningen zijn het Bodemloket (www.bodemloket.nl) en de ontgrondingenkaart van Noord-Brabant geraadpleegd. Om de ligging van kabels en leidingen in het plangebied te bepalen, is gebruik gemaakt van een KLIC-melding die is uitgevoerd door de opdrachtgever. Deze gegevens zijn aangevuld met informatie uit onderzoeksrapporten en achtergrondliteratuur (zie literatuurlijst).

(7)

2. Geomorfologie en bodem

2.1. Ontstaansgeschiedenis landschap

De plangebieden liggen op de Peelhorst, een tektonisch stijgingsgebied (Figuur 1). Ten noorden van de kern van Schaijk komen ondiep rivierafzettingen voor van grove grindhoudende zanden. Deze afzettingen dateren uit het Laat Pleistoceen en zijn gevormd door de Maas. De Maas was toen een vlechtende rivier met talrijke stroomgeulen en zand en grindbanken. Geologisch behoren deze afzettingen tot de Formatie van Beegden (De Mulder et al. 2003). De zanden worden bedekt met afzettingen van klei uit het Laat Pleistoceen en Holoceen. Ook deze zand- en kleiafzettingen worden tot de Formatie van Beegden gerekend.

Op de afzettingen uit het Laat Pleistoceen ligt een pakket dekzand dat gedurende de koudste periodes van de laatste ijstijd (het Weichselien, ongeveer 120.000 tot 10.000 jaar geleden) is opgewaaid uit het destijds droog liggende Noordzeebekken en uit de periodiek droog liggende riviervlaktes en hier is afgezet. Het dekzand werd hierbij opgeblazen in grote zuidwest – noordoost lopende dekzandruggen (Berendsen 2005). Geologisch gezien behoort het dekzand tot het Laagpakket van Wierden van de Formatie van Boxtel (De Mulder et al. 2003).

Figuur 1: Afzettingen in de top van de bodem bij Schaijk en Landerd (bron: Stichting voor Bodemkartering 1976b). Het plangebied ligt in de rode cirkel.

2.2. Geomorfologie

Op de geomorfologische kaart staan de plangebieden aangegeven als gelegen op een terrasvlakte die plaatselijk vervlakt is door overstromingsmateriaal (kaartcode 2M18b). Het betreft de Laat Pleistocene riviervlakte. Onder het overstromingsmateriaal kan ook nog een (dunne) laag dekzand voorkomen. Het overstromingsmateriaal is afkomstig van de ten oosten van de plangebieden gelegen Maas, en dateert vanaf het ontstaan van de Maas rond 200 na Chr. (1760 BP) tot de bedijking rond 1331 na Chr.

De plangebieden zijn volgens de ontgrondingenkaart van Noord-Brabant en het Bodemloket niet ontgrond. Uit de hoogtekaart (Figuur 2) blijken ook geen duidelijke ontgrondingen. De maaiveldhoogte van het plangebied ligt tussen 7,0 en 7,75 m +NAP.

(8)

8 Figuur 2: De plangebieden aan de Middelstraat (links) en de Elsstraat (rechts) op het Actueel

Hoogtebestand van Nederland (bron: www.ahn.nl). Het plangebied uiterst links maakt geen onderdeel uit van het onderzoek in de gemeente Landerd.

2.3. Bodem

Volgens de bodemkaart is in de plangebieden sprake van beekeerdgronden uit leemarm en zwak lemig fijn zand met een zavel- of kleidek van 15 à 40 cm dik (kaartcode kpZg21). Het zijn gronden met een 20 tot 30 cm dikke humeuze bovengrond die worden aangetroffen in vlakke, laag gelegen delen van het zandlandschap buiten de beekdalen. De bijbehorende grondwatertrap is IV. Dit houdt in dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand dieper dan 40 cm –mv ligt en de gemiddeld laagste grondwaterstand tussen 80 en 120 cm.

(9)

3. Archeologische en (bouw)historische informatie

3.1. Archeologische en ondergrondse bouwhistorische waarden

Binnen de plangebieden zijn geen terreinen aanwezig die op de Archeologische Monumentenkaart (AMK) als waardevol staan aangegeven. Ook zijn er geen waarnemingen en vondsten gemeld en geen eerdere onderzoeken uitgevoerd. In de plangebieden zijn voor zover bekend geen ondergrondse bouwhistorische waarden aanwezig.

De plangebieden hebben op de archeologische verwachtingenkaart van de gemeente Landerd een middelhoge archeologische verwachting. Deze verwachting is het gevolg van de ligging op een terrasvlakte met beekeerdgronden.

Binnen een straal van 1 km rondom de plangebieden komen geen AMK-terreinen voor. Er liggen wel enkele waarnemingen. Ongeveer 185 m ten noordwesten van het plangebied aan de Middelstraat is de vondst van een armbeurs uit de Midden Romeinse tijd gemeld (waarneming 39203). Het betreft echter een administratieve melding, wat inhoudt dat de eigenlijke vondstlocatie allerminst zeker is.

Ongeveer 800-1000 m ten noorden van de plangebieden bevinden zich aan de rand van de bebouwde kom van Herpen diverse meldingen van particulieren. Hier zijn onder meer een gouden ring uit de Late Middeleeuwen of vroege Nieuwe tijd (waarneming 433975), een urn en paalsporen uit de IJzertijd (waarneming 44897) en aardewerk uit de Vroege IJzertijd (waarneming 35720).

Diverse andere meldingen van vondsten door particulieren liggen 650-715 m ten noordoosten van de Elsstraat. Hier is een geretoucheerde kling uit het Midden Neolithicum en aardewerk uit de IJzertijd/Romeinse tijd en Late Middeleeuwen A aangetroffen (waarnemingen 38031, 14013 en 411622).

Ongeveer 700 m ten noordwesten van de Middelstraat zijn meerdere grote archeologische onderzoeken uitgevoerd. Melding 50770 betreft de actualisatie van de verwachtingskaart van de gemeente Oss en wordt niet als relevant beschouwd. Twee andere meldingen betreffen een bureauonderzoek en een booronderzoek ter plaatse van een vakantiepark (onderzoeksmeldingen 39169 en 44216). In de gebieden met een esdek werd vervolgonderzoek aanbevolen. Binnen een straal van 1 km rondom het plangebied is echter geen vervolgonderzoek uitgevoerd.

Circa 690 m ten noordoosten van de Elsstraat is een booronderzoek uitgevoerd (onderzoeksmelding 53348). Er was deels sprake van overstromingsafzettingen op schoon dekzand en deels sprake van verstoorde dekzandbodems. In de boringen werden geen archeologische indicatoren aangetroffen. Er werd geen vervolgonderzoek geadviseerd.

3.2. Historische situatie en mogelijke verstoringen

Zowel de Middelstraat als de Elsstraat komen al voor op het oudst beschikbare kaartmateriaal, het minuutplan uit het begin van de 19e eeuw. Het gebied er tussen heette “Klein Rietbroek” en bestond uit vele kleine akker- en graslandperceeltjes. In het gebied kwam geen bebouwing voor. De naam Rietbroek kan een indicatie zijn voor een vrij vochtig landschap.

Topografische kaarten uit de 19e en 20e eeuw geven aan dat er weinig veranderde in het landschap in en rondom het plangebied tot in de jaren 1970. In die periode vond er een ruilverkaveling plaats.

Diverse sloten zijn toen aan elkaar gegraven om samen de Munsche Wetering te vormen.

3.3. Huidig landgebruik

Ten tijde van het bureauonderzoek was het plangebied in gebruik als watergang met aangrenzende gras- en akkerbouwpercelen (Figuur 1).

(10)

10

4. Conclusie en verwachtingsmodel

De plangebieden aan de Middelweg en de Elsstraat in Schaijk, gemeente Landerd, zijn gelegen op een Laat Pleistocene riviervlakte op de Peelhorst. In de ondergrond komen rivierafzettingen voor die plaatselijk bedekt zijn met dekzand. De riviervlakte is plaatselijk geërodeerd door overstromingsmateriaal. De in de plangebieden aanwezige beekeerdgronden zijn ontstaan onder relatief vochtige omstandigheden. De huidige lage grondwaterstanden zijn waarschijnlijk het gevolg van ruilverkavelingen uit het einde van de vorige eeuw, waarbij ook de waterloop in de plangebieden is gegraven.

Voor het niveau van de overstromingsafzettingen, gelegen aan het maaiveld, geldt een lage archeologische verwachting voor archeologische resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Op historisch kaartmateriaal komt in het plangebied geen bebouwing voor en de komafzettingen waren naar verwachting niet geschikt voor bewoning. Diepere niveaus, namelijk de top van de dekzandafzettingen (indien aanwezig) en de top van de pleistocene rivierafzettingen, kunnen wel geschikt zijn geweest voor bewoning. Het is niet bekend in hoeverre deze niveaus geërodeerd zijn door de latere overstromingen. Indien de erosie relatief gering is geweest, kunnen op deze niveaus archeologische resten vanaf het Paleolithicum tot aan de Middeleeuwen worden aangetroffen. De exacte diepte van de niveaus is afhankelijk van de dikte van het pakket overstromingsafzettingen. Er kunnen vondsten als aardewerk en vuursteen en sporen als paalsporen, kuilen en greppels worden aangetroffen.

Aangezien de watergangen in beide plangebieden gegraven zijn, worden ter plaatse van de watergangen geen archeologische resten meer verwacht.

(11)

5. Aanbevelingen

Aan de hand van het bureauonderzoek is geconstateerd dat er archeologische resten aanwezig kunnen zijn in de plangebieden. Er wordt geadviseerd om in beide plangebieden vervolgonderzoek uit te laten voeren. Dit vervolgonderzoek kan het beste bestaan uit een booronderzoek teneinde de intacteid van de bodem vast te stellen. De boringen dienen in beide plangebieden te reiken tot in de pleistocene rivierafzettingen.

Bovenstaand advies dient gecontroleerd en beoordeeld te worden door de bevoegde overheid, in dit geval de gemeente Landerd. Deze zal vervolgens een besluit nemen inzake de te volgen procedure.

IDDS Archeologie wil meegeven dat voordat dit besluit genomen is, er niet begonnen kan worden met bodemverstorende activiteiten of activiteiten die voorbereiden op bodemverstoringen.

Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het onverwacht aantreffen dan wel het ongezien vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen. Aangezien het onderzoek is uitgevoerd door middel van een bureaustudie kan echter, op basis van de onderzoeksresultaten, de aan- of afwezigheid van eventuele archeologische waarden niet gegarandeerd worden.

(12)

12

Geraadpleegde bronnen

ANWB, 2005: ANWB Topografische Atlas Noord-Brabant 1:25000, Den Haag.

Berendsen, H.J.A., 20053 (1997): Landschappelijk Nederland. De fysisch-geografische regio’s, Assen.

Centraal College van Deskundigen, 2013: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.3, Gouda.

Cohen, K.M./ E. Stouthamer/ H.J. Pierik/ A.H. Geurts, 2012: RhineMeuse Delta Studies’ Digital Basemap for Delta Evolution and Palaeogeography, Utrecht.

Mulder, E.F.J. de/ M.C. Geluk/ I.L. Ritsema/ W.E. Westerhoff/ T.E. Wong, 2003: De ondergrond van Nederland, Groningen/Houten.

Stichting voor Bodemkartering / Rijks Geologische Dienst, 1982: Geomorfologische kaart van Nederland, 1:50.000, blad 45 ‘s-Hertogenbosch, Wageningen / Haarlem.

Stichting voor Bodemkartering, 1976a: Bodemkaart van Nederland, 1:50.000, blad 45 Oost ‘s- Hertogenbosch, Wageningen.

Stichting voor Bodemkartering, 1976b: Toelichting bij de bodemkaart van Nederland, 1:50.000, blad 45 Oost ‘s-Hertogenbosch, Wageningen.

Websites

www.ahn.nl watwaswaar.nl www.bodemloket.nl

(13)

Lijst van afkortingen en begrippen

Afkortingen

Archis Archeologisch Informatie Systeem AMK Archeologische Monumenten Kaart GPS Global Positioning System

IKAW Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie mv maaiveld (het landoppervlak)

NAP Normaal Amsterdams Peil

PvA Plan van Aanpak

RCE Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Verklarende woordenlijst

antropogeen door menselijke activiteit veroorzaakt of gemaakt artefact door de mens vervaardigd voorwerp

Edelmanboor een handboor voor bodemonderzoek

eerdgrond grond met een humushoudende minerale bovengrond van meer dan 50 cm, ontstaan door invloed van de mens, vaak gaat het om een esdek

esdek dikke humeuze laag ontstaan door eeuwenlange bemesting; beschermt de oorspronkelijke bodem tegen ploegen en andere verstoringen

horizont kenmerkende laag binnen de bodemvorming

humeus organische stoffen bevattend; bestaande uit resten van planten en dieren in de bodem

leem samenstelling van meer dan 50% silt, minder dan 50% zand en minder dan 25% klei

podzol goed ontwikkelde bodem in gebieden met veel neerslag silt zeer fijn sediment met grootte 0,002-0,063 mm

slak steenachtig afval van metaal- of aardewerkproductie vaaggrond grond zonder duidelijke tekenen van bodemvorming

zavel grondsoort die tussen 8 en 25% klei (deeltjes kleiner dan 0,002 mm) bevat

(14)
(15)
(16)
(17)

Bijlage 4: Periodentabel

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In opdracht van de gemeente Montfoort is op 28 november 2013 een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven (IVO-P) uitgevoerd in verband met de

Ook is voor diezelfde onderzoekslocatie een bureauonderzoek uitgevoerd door IDDS Archeologie op basis waarvan wordt geconcludeerd dat er archeologische resten

Ongeveer 250 m ten oosten van het plangebied zijn een archeologisch bureau- en booronderzoek uitgevoerd waaruit is gebleken dat in het zuidelijke deel van het

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, matig humeus, donkergrijs, matig grof, kalkloos

In opdracht van Rho Adviseurs voor Leefruimte heeft IDDS Archeologie in oktober 2014 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor de Jacoba van Beierenweg

Hier kunnen archeologische resten worden aangetroffen daterend vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd.. Voor de bebouwde delen

In opdracht van Centraal Orgaan opvang asielzoekers is van 29 september t/m 7 oktober en van 14 oktober t/m 5 november 2014 een archeologische begeleiding (protocol opgraven)

Aanvullend onderzoek in de vorm van archeologisch proefsleuvenonderzoek zou duidelijkheid kunnen verschaffen over de aanwezigheid van archeologische resten uit de 18 e