Colofon
Projectnummer 45080215
OM-nummers 3973775100, 3973783100
In opdracht van BTL Advies B.V.
Auteur drs. S. Moerman
Redactie dr. A.W.E. Wilbers
Versie 1.0
Status concept
Autorisatie
A.W.E. Wilbers Senior Prospector 12-10-2015
Goedkeuring
Gemeente Landerd
© IDDS Archeologie Noordwijk, oktober 2015 ISSN 2212-9650
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Archeologisch bureauonderzoek
Elsstraat en Middelstraat, Schaijk EVZ Munsche Wetering
Gemeente Landerd
IDDS Archeologie rapport 1814
SAMENVATTING:
In opdracht van BTL Advies B.V. heeft IDDS Archeologie in oktober 2015 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor twee locaties; aan de Elsstraat en de Middelstraat in Schaijk, gemeente Landerd. De aanleiding voor dit onderzoek is de herinrichting van deze locaties tot ecologische verbindingszone (EVZ) Munsche Wetering. Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde verwachting voor het plangebied.
Uit het bureauonderzoek blijkt dat de plangebieden zijn gelegen op een Laat Pleistocene riviervlakte op de Peelhorst. In de ondergrond komen rivierafzettingen voor die plaatselijk bedekt zijn met dekzand. De riviervlakte is plaatselijk geërodeerd door overstromingsmateriaal. De in de plangebieden aanwezige beekeerdgronden zijn ontstaan onder relatief vochtige omstandigheden. De huidige lage grondwaterstanden zijn waarschijnlijk het gevolg van ruilverkavelingen uit het einde van de vorige eeuw, waarbij ook de waterloop in de plangebieden is gegraven.
Voor het niveau van de overstromingsafzettingen, gelegen aan het maaiveld, geldt een lage archeologische verwachting voor archeologische resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Op historisch kaartmateriaal komt in het plangebied geen bebouwing voor en de komafzettingen waren naar verwachting niet geschikt voor bewoning. Diepere niveaus, namelijk de top van de dekzandafzettingen (indien aanwezig) en de top van de pleistocene rivierafzettingen, kunnen wel geschikt zijn geweest voor bewoning. Het is niet bekend in hoeverre deze niveaus geërodeerd zijn door de latere overstromingen. Indien de erosie relatief gering is geweest, kunnen op deze niveaus archeologische resten vanaf het Paleolithicum tot aan de Middeleeuwen worden aangetroffen. De exacte diepte van de niveaus is afhankelijk van de dikte van het pakket overstromingsafzettingen. Er kunnen vondsten als aardewerk en vuursteen en sporen als paalsporen, kuilen en greppels worden aangetroffen.
Aangezien de watergangen in beide plangebieden gegraven zijn, worden ter plaatse van de watergangen geen archeologische resten meer verwacht.
Er wordt geadviseerd om in beide plangebieden vervolgonderzoek uit te laten voeren. Dit vervolgonderzoek kan het beste bestaan uit een booronderzoek teneinde de intacteid van de bodem vast te stellen. De boringen dienen in beide plangebieden te reiken tot in de pleistocene rivierafzettingen.
INHOUDSOPGAVE:
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS VAN HET PLANGEBIED ... 4
1. INLEIDING ... 5
1.1. Aanleiding ... 5
1.2. Doel- en vraagstelling van het onderzoek... 5
1.3. Ligging van het plan- en onderzoeksgebied ... 5
1.4. Werkwijze ... 5
2. GEOMORFOLOGIE EN BODEM ... 7
2.1. Ontstaansgeschiedenis landschap ... 7
2.2. Geomorfologie ... 7
2.3. Bodem ... 8
3. ARCHEOLOGISCHE EN (BOUW)HISTORISCHE INFORMATIE ... 9
3.1. Archeologische en ondergrondse bouwhistorische waarden ... 9
3.2. Historische situatie en mogelijke verstoringen ... 9
3.3. Huidig landgebruik ... 9
4. CONCLUSIE EN VERWACHTINGSMODEL ... 10
5. AANBEVELINGEN ... 11
GERAADPLEEGDE BRONNEN ... 12
LIJST VAN AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN ... 13
BIJLAGEN
1. Topografische kaart 2. Archis-informatie 3. Overzicht plangebied 4. Periodentabel
4
Administratieve gegevens van het plangebied
Project EVZ Munsche Wetering
Onderzoeksmeldingnummer 3973775100 3973783100
Topooniem Elsstraat Middelstraat
Oppervlakte Waarvan land Waarvan water
8.277 m2 7.515 m2 762 m2
13.043 m2 10.801 m2 2.242 m2 Coördinaten
Centrum Hoekpunten
173.095/419.360 173.150/419.432 173.184/419.403 173.032/419.285 173.005/419.319
172.400/418.975 172.164/418.906 172.620/419.095 172.632/419.072 472.177/418.882
Plaats Schaijk
Gemeente Landerd
Provincie Noord-Brabant
Onderzoekskader Herinrichting tot ecologische verbindingszone
Uitvoerder IDDS Archeologie
Contactpersoon: mevr. S. Moerman Postbus 126
2200 AC Noordwijk (ZH) Tel: 071-4028586
E-mail: smoerman@idds.nl Bevoegde overheid Gemeente Landerd
Contactpersoon: dhr. R. Peters Postbus 35
5410 AA Zeeland Tel: 0486-458111 Adviseur namens de bevoegde
overheid
Monumentenhuis Noord-Brabant Contactpersoon: Mevr. J.M. Visser Markt 9
4931 BR Geertruidenberg Tel: 0162-511833
E-mail: info@monumentenhuisbrabant.nl Beheer en plaats van
documentatie
IDDS Archeologie, Noordwijk Uitvoeringsperiode onderzoek oktober 2015
1. Inleiding
1.1. Aanleiding
In opdracht van BTL Advies B.V. heeft IDDS Archeologie in oktober 2015 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor twee locaties; aan de Elsstraat en de Middelstraat in Schaijk, gemeente Landerd. De aanleiding voor dit onderzoek is de herinrichting van deze locaties tot ecologische verbindingszone (EVZ) Munsche Wetering. Het is niet bekend wat de exacte aard, omvang en diepte van de bodemverstoringen is die gepaard gaan met de aanleg van de EVZ. De kans bestaat dat eventueel aanwezige archeologische waarden bij de werkzaamheden verstoord dan wel vernietigd zullen worden.
Op de archeologische beleidskaart van de gemeente liggen de plangebieden in een zone met Categorie 5: gebieden met een middelhoge archeologische verwachting. Er geldt een onderzoeksplicht bij een verstoringsdiepte van meer dan 50 cm en een verstoringsoppervlakte van groter dan 2500 m2.
1.2. Doel- en vraagstelling van het onderzoek
Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde verwachting voor het plangebied. Dit gebeurt aan de hand van bestaande bronnen over bekende en verwachte archeologische waarden binnen het plangebied. Op basis van de resultaten van het onderzoek worden aanbevelingen gedaan over eventueel behoud of vervolgonderzoek.
Het bureauonderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.3 (Centraal College van Deskundigen 2013).
Voor de in dit rapport gebruikte geologische en archeologische tijdsaanduidingen wordt verwezen naar bijlage 4. Afkortingen en enkele vaktermen worden achterin dit rapport uitgelegd (zie lijst van afkortingen en begrippen).
1.3. Ligging van het plan- en onderzoeksgebied
De ligging van de (her) in te richten gebieden, ofwel de plangebieden, is weergegeven in Bijlage 1. De plangebieden liggen tussen de bebouwde kernen van Herpen en Schaijk. De oppervlaktes van de plangebieden zijn weergegeven in de administratieve gegevens. De exacte liggingen en contouren van de plangebieden zijn nader weergegeven in Bijlage 3.
Om tot een gespecificeerde verwachting voor de plangebieden te komen, is niet alleen gekeken naar bekende gegevens over de plangebieden zelf maar ook naar de omgeving. Voor het totale onderzochte gebied, oftewel het onderzoeksgebied, is als begrenzing een straal van 1 km rondom de plangebieden aangehouden. Deze straal levert voldoende informatie op over eerdere onderzoeken die gedaan zijn in de omgeving om te komen tot een gespecificeerde archeologische verwachting voor de plangebieden.
1.4. Werkwijze
Bij het bureauonderzoek zijn gegevens verzameld over bekende of verwachte archeologische en bouwhistorische waarden binnen het onderzoeksgebied. Er is gebruik gemaakt van informatie uit de onderstaande lijst. Deze gegevens zijn aangevuld met relevante informatie uit beschikbare achtergrondliteratuur (zie literatuurlijst).
Archeologie en bouwhistorie
Verwachtingskaart van de gemeente Landerd
Archeologisch Informatie Systeem (Archis3) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)
6 Bodemkaarten, geomorfologische kaarten en hoogtekaarten
Bodemkaart 45 oost (Stichting voor Bodemkartering 1976a)
Geomorfologische kaart 45 (Stichting voor Bodemkartering / Rijks Geologische Dienst 1982)
Stroomruggenkaart van het Nederlands rivierengebied (Cohen et al. 2012)
Actueel Hoogtebestand van Nederland (AHN2; ahn.maps.arcgis.com) Historische kaarten
Aanvullende historische informatie is verkregen uit via watwaswaar.nl beschikbaar historisch kaartmateriaal, waaronder het kadastrale minuutplan uit het begin van de 19e eeuw en diverse topografische kaarten uit het einde van de 19e eeuw en de 20e eeuw.
Archieven
Gezien de ligging van de plangebieden in het buitengebied zijn geen archieven geraadpleegd omdat de verwachting is dat deze geen aanvullende informatie zullen opleveren.
Heemkundekringen en amateurarcheologen
Er is geprobeerd contact op te nemen met de heemkundekringen Schaijk-Heek en Ravenstein (Herpen). Dit heeft echter geen reactie opgeleverd.
Overige informatie
Voor informatie omtrent bodemsaneringen en ontgrondingenvergunningen zijn het Bodemloket (www.bodemloket.nl) en de ontgrondingenkaart van Noord-Brabant geraadpleegd. Om de ligging van kabels en leidingen in het plangebied te bepalen, is gebruik gemaakt van een KLIC-melding die is uitgevoerd door de opdrachtgever. Deze gegevens zijn aangevuld met informatie uit onderzoeksrapporten en achtergrondliteratuur (zie literatuurlijst).
2. Geomorfologie en bodem
2.1. Ontstaansgeschiedenis landschap
De plangebieden liggen op de Peelhorst, een tektonisch stijgingsgebied (Figuur 1). Ten noorden van de kern van Schaijk komen ondiep rivierafzettingen voor van grove grindhoudende zanden. Deze afzettingen dateren uit het Laat Pleistoceen en zijn gevormd door de Maas. De Maas was toen een vlechtende rivier met talrijke stroomgeulen en zand en grindbanken. Geologisch behoren deze afzettingen tot de Formatie van Beegden (De Mulder et al. 2003). De zanden worden bedekt met afzettingen van klei uit het Laat Pleistoceen en Holoceen. Ook deze zand- en kleiafzettingen worden tot de Formatie van Beegden gerekend.
Op de afzettingen uit het Laat Pleistoceen ligt een pakket dekzand dat gedurende de koudste periodes van de laatste ijstijd (het Weichselien, ongeveer 120.000 tot 10.000 jaar geleden) is opgewaaid uit het destijds droog liggende Noordzeebekken en uit de periodiek droog liggende riviervlaktes en hier is afgezet. Het dekzand werd hierbij opgeblazen in grote zuidwest – noordoost lopende dekzandruggen (Berendsen 2005). Geologisch gezien behoort het dekzand tot het Laagpakket van Wierden van de Formatie van Boxtel (De Mulder et al. 2003).
Figuur 1: Afzettingen in de top van de bodem bij Schaijk en Landerd (bron: Stichting voor Bodemkartering 1976b). Het plangebied ligt in de rode cirkel.
2.2. Geomorfologie
Op de geomorfologische kaart staan de plangebieden aangegeven als gelegen op een terrasvlakte die plaatselijk vervlakt is door overstromingsmateriaal (kaartcode 2M18b). Het betreft de Laat Pleistocene riviervlakte. Onder het overstromingsmateriaal kan ook nog een (dunne) laag dekzand voorkomen. Het overstromingsmateriaal is afkomstig van de ten oosten van de plangebieden gelegen Maas, en dateert vanaf het ontstaan van de Maas rond 200 na Chr. (1760 BP) tot de bedijking rond 1331 na Chr.
De plangebieden zijn volgens de ontgrondingenkaart van Noord-Brabant en het Bodemloket niet ontgrond. Uit de hoogtekaart (Figuur 2) blijken ook geen duidelijke ontgrondingen. De maaiveldhoogte van het plangebied ligt tussen 7,0 en 7,75 m +NAP.
8 Figuur 2: De plangebieden aan de Middelstraat (links) en de Elsstraat (rechts) op het Actueel
Hoogtebestand van Nederland (bron: www.ahn.nl). Het plangebied uiterst links maakt geen onderdeel uit van het onderzoek in de gemeente Landerd.
2.3. Bodem
Volgens de bodemkaart is in de plangebieden sprake van beekeerdgronden uit leemarm en zwak lemig fijn zand met een zavel- of kleidek van 15 à 40 cm dik (kaartcode kpZg21). Het zijn gronden met een 20 tot 30 cm dikke humeuze bovengrond die worden aangetroffen in vlakke, laag gelegen delen van het zandlandschap buiten de beekdalen. De bijbehorende grondwatertrap is IV. Dit houdt in dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand dieper dan 40 cm –mv ligt en de gemiddeld laagste grondwaterstand tussen 80 en 120 cm.
3. Archeologische en (bouw)historische informatie
3.1. Archeologische en ondergrondse bouwhistorische waarden
Binnen de plangebieden zijn geen terreinen aanwezig die op de Archeologische Monumentenkaart (AMK) als waardevol staan aangegeven. Ook zijn er geen waarnemingen en vondsten gemeld en geen eerdere onderzoeken uitgevoerd. In de plangebieden zijn voor zover bekend geen ondergrondse bouwhistorische waarden aanwezig.
De plangebieden hebben op de archeologische verwachtingenkaart van de gemeente Landerd een middelhoge archeologische verwachting. Deze verwachting is het gevolg van de ligging op een terrasvlakte met beekeerdgronden.
Binnen een straal van 1 km rondom de plangebieden komen geen AMK-terreinen voor. Er liggen wel enkele waarnemingen. Ongeveer 185 m ten noordwesten van het plangebied aan de Middelstraat is de vondst van een armbeurs uit de Midden Romeinse tijd gemeld (waarneming 39203). Het betreft echter een administratieve melding, wat inhoudt dat de eigenlijke vondstlocatie allerminst zeker is.
Ongeveer 800-1000 m ten noorden van de plangebieden bevinden zich aan de rand van de bebouwde kom van Herpen diverse meldingen van particulieren. Hier zijn onder meer een gouden ring uit de Late Middeleeuwen of vroege Nieuwe tijd (waarneming 433975), een urn en paalsporen uit de IJzertijd (waarneming 44897) en aardewerk uit de Vroege IJzertijd (waarneming 35720).
Diverse andere meldingen van vondsten door particulieren liggen 650-715 m ten noordoosten van de Elsstraat. Hier is een geretoucheerde kling uit het Midden Neolithicum en aardewerk uit de IJzertijd/Romeinse tijd en Late Middeleeuwen A aangetroffen (waarnemingen 38031, 14013 en 411622).
Ongeveer 700 m ten noordwesten van de Middelstraat zijn meerdere grote archeologische onderzoeken uitgevoerd. Melding 50770 betreft de actualisatie van de verwachtingskaart van de gemeente Oss en wordt niet als relevant beschouwd. Twee andere meldingen betreffen een bureauonderzoek en een booronderzoek ter plaatse van een vakantiepark (onderzoeksmeldingen 39169 en 44216). In de gebieden met een esdek werd vervolgonderzoek aanbevolen. Binnen een straal van 1 km rondom het plangebied is echter geen vervolgonderzoek uitgevoerd.
Circa 690 m ten noordoosten van de Elsstraat is een booronderzoek uitgevoerd (onderzoeksmelding 53348). Er was deels sprake van overstromingsafzettingen op schoon dekzand en deels sprake van verstoorde dekzandbodems. In de boringen werden geen archeologische indicatoren aangetroffen. Er werd geen vervolgonderzoek geadviseerd.
3.2. Historische situatie en mogelijke verstoringen
Zowel de Middelstraat als de Elsstraat komen al voor op het oudst beschikbare kaartmateriaal, het minuutplan uit het begin van de 19e eeuw. Het gebied er tussen heette “Klein Rietbroek” en bestond uit vele kleine akker- en graslandperceeltjes. In het gebied kwam geen bebouwing voor. De naam Rietbroek kan een indicatie zijn voor een vrij vochtig landschap.
Topografische kaarten uit de 19e en 20e eeuw geven aan dat er weinig veranderde in het landschap in en rondom het plangebied tot in de jaren 1970. In die periode vond er een ruilverkaveling plaats.
Diverse sloten zijn toen aan elkaar gegraven om samen de Munsche Wetering te vormen.
3.3. Huidig landgebruik
Ten tijde van het bureauonderzoek was het plangebied in gebruik als watergang met aangrenzende gras- en akkerbouwpercelen (Figuur 1).
10
4. Conclusie en verwachtingsmodel
De plangebieden aan de Middelweg en de Elsstraat in Schaijk, gemeente Landerd, zijn gelegen op een Laat Pleistocene riviervlakte op de Peelhorst. In de ondergrond komen rivierafzettingen voor die plaatselijk bedekt zijn met dekzand. De riviervlakte is plaatselijk geërodeerd door overstromingsmateriaal. De in de plangebieden aanwezige beekeerdgronden zijn ontstaan onder relatief vochtige omstandigheden. De huidige lage grondwaterstanden zijn waarschijnlijk het gevolg van ruilverkavelingen uit het einde van de vorige eeuw, waarbij ook de waterloop in de plangebieden is gegraven.
Voor het niveau van de overstromingsafzettingen, gelegen aan het maaiveld, geldt een lage archeologische verwachting voor archeologische resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Op historisch kaartmateriaal komt in het plangebied geen bebouwing voor en de komafzettingen waren naar verwachting niet geschikt voor bewoning. Diepere niveaus, namelijk de top van de dekzandafzettingen (indien aanwezig) en de top van de pleistocene rivierafzettingen, kunnen wel geschikt zijn geweest voor bewoning. Het is niet bekend in hoeverre deze niveaus geërodeerd zijn door de latere overstromingen. Indien de erosie relatief gering is geweest, kunnen op deze niveaus archeologische resten vanaf het Paleolithicum tot aan de Middeleeuwen worden aangetroffen. De exacte diepte van de niveaus is afhankelijk van de dikte van het pakket overstromingsafzettingen. Er kunnen vondsten als aardewerk en vuursteen en sporen als paalsporen, kuilen en greppels worden aangetroffen.
Aangezien de watergangen in beide plangebieden gegraven zijn, worden ter plaatse van de watergangen geen archeologische resten meer verwacht.
5. Aanbevelingen
Aan de hand van het bureauonderzoek is geconstateerd dat er archeologische resten aanwezig kunnen zijn in de plangebieden. Er wordt geadviseerd om in beide plangebieden vervolgonderzoek uit te laten voeren. Dit vervolgonderzoek kan het beste bestaan uit een booronderzoek teneinde de intacteid van de bodem vast te stellen. De boringen dienen in beide plangebieden te reiken tot in de pleistocene rivierafzettingen.
Bovenstaand advies dient gecontroleerd en beoordeeld te worden door de bevoegde overheid, in dit geval de gemeente Landerd. Deze zal vervolgens een besluit nemen inzake de te volgen procedure.
IDDS Archeologie wil meegeven dat voordat dit besluit genomen is, er niet begonnen kan worden met bodemverstorende activiteiten of activiteiten die voorbereiden op bodemverstoringen.
Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het onverwacht aantreffen dan wel het ongezien vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen. Aangezien het onderzoek is uitgevoerd door middel van een bureaustudie kan echter, op basis van de onderzoeksresultaten, de aan- of afwezigheid van eventuele archeologische waarden niet gegarandeerd worden.
12
Geraadpleegde bronnen
ANWB, 2005: ANWB Topografische Atlas Noord-Brabant 1:25000, Den Haag.
Berendsen, H.J.A., 20053 (1997): Landschappelijk Nederland. De fysisch-geografische regio’s, Assen.
Centraal College van Deskundigen, 2013: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.3, Gouda.
Cohen, K.M./ E. Stouthamer/ H.J. Pierik/ A.H. Geurts, 2012: Rhine‐Meuse Delta Studies’ Digital Basemap for Delta Evolution and Palaeogeography, Utrecht.
Mulder, E.F.J. de/ M.C. Geluk/ I.L. Ritsema/ W.E. Westerhoff/ T.E. Wong, 2003: De ondergrond van Nederland, Groningen/Houten.
Stichting voor Bodemkartering / Rijks Geologische Dienst, 1982: Geomorfologische kaart van Nederland, 1:50.000, blad 45 ‘s-Hertogenbosch, Wageningen / Haarlem.
Stichting voor Bodemkartering, 1976a: Bodemkaart van Nederland, 1:50.000, blad 45 Oost ‘s- Hertogenbosch, Wageningen.
Stichting voor Bodemkartering, 1976b: Toelichting bij de bodemkaart van Nederland, 1:50.000, blad 45 Oost ‘s-Hertogenbosch, Wageningen.
Websites
www.ahn.nl watwaswaar.nl www.bodemloket.nl
Lijst van afkortingen en begrippen
Afkortingen
Archis Archeologisch Informatie Systeem AMK Archeologische Monumenten Kaart GPS Global Positioning System
IKAW Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie mv maaiveld (het landoppervlak)
NAP Normaal Amsterdams Peil
PvA Plan van Aanpak
RCE Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Verklarende woordenlijst
antropogeen door menselijke activiteit veroorzaakt of gemaakt artefact door de mens vervaardigd voorwerp
Edelmanboor een handboor voor bodemonderzoek
eerdgrond grond met een humushoudende minerale bovengrond van meer dan 50 cm, ontstaan door invloed van de mens, vaak gaat het om een esdek
esdek dikke humeuze laag ontstaan door eeuwenlange bemesting; beschermt de oorspronkelijke bodem tegen ploegen en andere verstoringen
horizont kenmerkende laag binnen de bodemvorming
humeus organische stoffen bevattend; bestaande uit resten van planten en dieren in de bodem
leem samenstelling van meer dan 50% silt, minder dan 50% zand en minder dan 25% klei
podzol goed ontwikkelde bodem in gebieden met veel neerslag silt zeer fijn sediment met grootte 0,002-0,063 mm
slak steenachtig afval van metaal- of aardewerkproductie vaaggrond grond zonder duidelijke tekenen van bodemvorming
zavel grondsoort die tussen 8 en 25% klei (deeltjes kleiner dan 0,002 mm) bevat