• No results found

N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Vandenbroucke (vraag nr. 64) en Keulen (nr. 74).

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Vandenbroucke (vraag nr. 64) en Keulen (nr. 74)."

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 64

van 21 december 2004

van de heer BART DE WEVER NT2-cursussen – Eindexamens

In deze schriftelijke vraag wil ik dieper ingaan op de examens van de cursisten NT2 (Nederlands Tweede Taal).

Zoals decretaal bepaald, wordt elke module NT2 afgesloten met een eindexamen. Overgaan naar de daaropvolgende module kan pas indien men slaagt voor dat eindexamen.

Indien men niet slaagt, zit men vaak in de proble-men, enerzijds omdat de cursus volledig overdoen onnodig is en absoluut niet motiverend werkt, anderzijds omdat er geen mogelijkheid is om zomaar opnieuw een examen af te leggen.

Om aan deze problematiek tegemoet te komen, is men in Gent gestart met het "individueel plan". Dit is, bij mijn weten, tot op heden het enige centrum voor basiseducatie (CBE) waar men, in groep, mensen die uit de boot vallen omdat ze niet slagen voor een bepaalde module, remedieert. In andere CBE’s gebeurt dit wel op individueel niveau. 1. Klopt mijn situatieschets ?

2. Hoe verlopen de examens ? Wat is het minimale te behalen percentage om te slagen ?

3. Kan de minister de globale slaagcijfers geven voor de cursussen NT2 opgedeeld per module en apart voor de CBE’s en de CVO’s (centra voor volwassenenonderwijs) van de afgelopen vijf jaar ?

4. Slaagt het merendeel van de cursisten dat ook effectief deelneemt aan het eindexamen ? 5. Onderkent de minister het probleem van de

niet-geslaagden ?

6. Welke stappen worden ondernomen om de "gebuisden" een eerlijke, tweede kans te geven met het doel hun voldoende Nederlands te leren ?

Moet het groepsproject "individueel plan" van het CBE van Gent niet uitgebreid worden naar gans Vlaanderen ?

N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Vandenbroucke (vraag nr. 64) en Keulen (nr. 74).

Gecoördineerd antwoord

1. De situatieschets is slechts gedeeltelijk cor-rect. Ik verklaar mij nader in de volgende ant-woorden.

2. De modulaire opleidingen zijn zo opgebouwd dat de te verwerven competenties in vervolg-modules voortbouwen op de gerealiseerde com-petenties vooraf. Bij de organisatie van de modulaire opleidingen is dus bepaald dat een cursist voor deelname aan een bepaalde mod-ule in voldoende mate moet beschikken over de vaardigheden die bij de instap van die module vereist zijn. Deze startbekwaamheden zijn in het modulaire structuurschema vastgelegd en komen veelal overeen met de competenties die beoogd werden in de voorafgaande module. De startmodules in de modulaire opleidingen zijn echter steeds instapvrij.

De centra kunnen zelf bepalen hoe de compe-tenties, verworven door de cursisten, vastgest-eld en gemeten worden. Het afnemen van een formeel examen is slechts één van de mogelijk-heden voor evaluatie. Ook het valoriseren van verworven competenties in andere opleidingen is mogelijk. Veel centra gebruiken het systeem van permanente evaluatie tijdens het leertra-ject. Dit systeem laat immers toe om de vorde-ringen tijdens het traject op te volgen en waar nodig tijdig te remediëren. Op die manier kan het risico op mislukken aan het einde van het traject worden geminimaliseerd.

(2)

kan men deze vaardigheden via remediering verwerven in bijvoorbeeld het open leercen-trum, door gebruik van multimediamateriaal en remediëringsoefeningen zoals ontwikkeld door het Steunpunt NT2 in opdracht van het departement Onderwijs. Wanneer het vastgeleg-de aantal lestijvastgeleg-den voor een bepaalvastgeleg-de module de meerderheid van cursisten niet toelaat om de beoogde competenties te verwerven, kan het centrum binnen de marges van de beschikbare budgettaire enveloppe het aantal lestijden ver-hogen. Bij remediering of aan het einde van een verlengde module kan uiteraard opnieuw geë-valueerd worden. Indien de cursist de beoogde vaardigheden in voldoende mate beheerst, kan men aan een vervolgmodule deelnemen.

Het evaluatiebeleid dat een centrum voert, moet wel vastgelegd worden in een evaluatiere-glement. In een omzendbrief zijn de reglemen-tair bepaalde onderdelen opgenomen die het evaluatiereglement moet bevatten. Het evalua-tiereglement is ter beschikking van de inspectie en de verificatie, en wordt samen met de eva-luatieprocedure en de evaluatie-instrumenten op zijn validiteit gescreend. De inspectie gaat ook na of bij de evaluatie van de leerresultaten effectief nagegaan wordt in welke mate de cur-sisten de reglementair vastgestelde doelen uit het opleidingsprofiel realiseren.

Afhankelijk van het systeem van evaluatie, wordt er al dan niet gewerkt met een minimaal te behalen percentage. Het centrum stelt deze modaliteiten zelf vast. Wel moeten de cursisten steeds het traject "met goed gevolg" afgerond hebben. Hiermee wordt bedoeld dat de cursist de vastgestelde doelen in voldoende mate gerea-liseerd heeft om met kans op succes te kunnen deelnemen aan de vervolgmodule. Het zijn de leraren die op basis van hun professionaliteit deze beoordeling maken.

3. De centra voor basiseducatie en centra voor vol-wassenenonderwijs moeten zelfde slaagcijfers voor al hun opleidingen en modules bijhouden in de vorm van processen-verbaal die zij gedu-rende 30 jaar dienen te bewaren. Het is de veri-ficatie die steekproefsgewijs de correctheid van deze gegevens nagaat. Deze gegevens worden echter nergens centraal verzameld en het is dan ook niet mogelijk een overzicht te geven van de slaagcijfers van de laatste vijf jaar.

4. Ook hier beschikken wij niet over centraal ver-zamelde gegevens. Het zijn de centra zelf die deze gegevens verzamelen in de vorm van een proces-verbaal. In het kader van het evaluatie-onderzoek naar de invoering van de modula-risering in de basiseducatie stelde de inspectie vast dat in de onderzochte centra 81,5% van de cursisten het traject met goed gevolg afwerkte. 5 Het beeld over de niet-geslaagden dat de

Vlaam-se volksvertegenwoordiger in zijn vraag schept dient toch genuanceerd te worden. Cursisten die niet slagen, kunnen dus via individuele remediering of begeleiding toch nog de nodige doelen bereiken. Het is dus niet zo dat de cur-sist lange trajecten opnieuw moet overdoen en dat daarbij geen rekening wordt gehouden met de reeds verworven competenties. Het is ook aan de leerkracht om ervoor te zorgen dat cur-sisten die niet de nodige competenties verwor-ven hebben, op het einde van een module toch gemotiveerd blijven om de opleiding te blijven volgen.

Problematisch is wel dat cursisten die niet slagen en de module over moeten doen, niet onmiddel-lijk in een nieuw traject kunnen instappen. Organisatorisch en budgettair is het niet altijd mogelijk om na het beëindigen van de module, deze opnieuw in te richten voor de niet-geslaag-den. De centra moeten momenteel op een prag-matische wijze naar een oplossing zoeken voor deze cursisten tot er een nieuw startmoment is in een gepaste module. Dit is één van de kritiekpunten op het modulaire systeem in de basiseducatie waar wij na het uitbrengen van het evaluatierapport in mei 2005 een antwoord op dienen te vinden.

6 Zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger reeds in de andere antwoorden kan lezen, zijn er reeds een aantal mogelijkheden voor de cur-sisten die op het einde van de module niet over voldoende competenties beschikken om toch in de volgende module te kunnen starten.

(3)

die doelen geselecteerd die voor de betrokken cursist relevant zijn. Over het gebruik van het individueel plan als instrument in het leertra-ject van cursisten bestaat nog onvoldoende duidelijkheid in de centra en de praktijken zijn uiteenlopend. Het evaluatieonderzoek van de inspectie zal op dit facet van de organisatie nader ingaan.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het verlenen van vrijstelling aan gezinnen met een gezinslid dat de inkomensvervangende te- gemoetkoming geniet, zou in tegenstrijd zijn met de geest van de wet, daar het

In tegenstelling tot wat de Vlaamse volksvertegen- woordiger poneert, wordt er bij de V RT zeker geen beleid gevoerd dat ertoe zou leiden dat voor de re- dacties van de

Op basis van de beslissing van de vorige federale r e g e r i n g, die inhield dat het entreeticket voor de deelname aan de ontwikkeling van het JSF-toestel mee door de gewesten en

Volgens artikel 257 § 1, 1° van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 kan de vermin- dering voor bescheiden woning (25 %) worden verleend indien het totale kadastraal inkomen

Uiteraard heeft dergelijk gesprek wel als resultaat dat kennis wordt genomen van elkaars standpun- ten en dat, door de goede sfeer, de verdere behan- deling van de dossiers zeker

Werkte de dienst met afzonderlijk beheer in het kader van artikel 15 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 betreffende het financieel en materieel beheer

Als benadering is Vlaanderen 2002 uitgegroeid tot de kweekijver van Vlaams talent voor het wieler- peloton : Tom Steels, Mario A e r t s, Kurt Van de Wo u w e r, Geert Verheyen

Project "light rail " Limburg – Stand van zaken Tijdens de vorige legislatuur werd door de werk- groep SOL (Spoorontsluiting Limburg) en het pro- vinciebestuur van Limburg