Vraag nr. 28
van 18 november 1999
van de heer MARINO KEULEN
Officieel bezoek aan Nederland – Resultaten Op dinsdag 2 november 1999 bracht de minister-president een eerste officieel bezoek aan zijn Ne-derlandse collega, minister-president Wim Kok. De minister-president omschreef bij die gelegen-heid Nederland als ons (lees : Vlaanderens) priori-taire buurland. Naast taal- en culturele verwant-schap zijn er ook concrete zakelijke dossiers die Vlaanderen en Nederland binden.
Volgens persberichten zijn in het onderhoud Ko k-Dewael onder meer volgende drie dossiers ter sprake gekomen.
1. De verdieping van de Westerschelde : wat is concreet afgesproken m.b. t . maatregelen en/of initiatieven in dat verband ?
2. De aanleg over het historische tracé (via Roer-mond) van de zogeheten "IJzeren Rijn" : w e l k e afspraken zijn hier gemaakt ?
3. De integratie van het LUC (Limburgs Universi-tair Centrum) en de UM (Universiteit Maas-tricht) : welke afspraken gelden hier ?
4. Werd rond de drie voormelde dossiers ook een tijdschema afgesproken en zo ja, wat zijn de ter-mijnen terzake ?
Antwoord
Het contact heeft in een opperbeste sfeer plaatsge-had en de beide partijen hebben grote bereidheid betoond om rekening te houden met elkaars stand-punten en belangen.
Het betrof in eerste instantie een kennismakings-g e s p r e k , waarbij de Nederlandse minister- p r e s i d e n t in de eerste plaats wenste te worden ingelicht over de gewijzigde politieke verhoudingen in V l a a n d e-ren en de daaruit voortvloeiende gevolgen voor het beleid.
Met betrekking tot de concrete afspraken waar-naar de Vlaamse volksvertegenwoordiger vraagt, moet ik hem meedelen dat concrete afspraken m a k e n , gelet op de aard van het gesprek en de stand van zaken van de dossiers – die steeds evo-lueren – niet onmiddellijk de bedoeling was. E e n van de dossiers betrof zelfs een bevoegdheid van
de federale regering, waarover de Vlaamse rege-ring geen concrete afspraken kan maken.