Vraag nr. 34
van 3 december 1999
van de heer MARINO KEULEN DAB Schoonmaak – Kritiek Rekenhof
In zijn elfde boek met opmerkingen en informatie voorgelegd aan het Vlaams Parlement stelt het Re-kenhof onder punt 12. S c h o o n m a a k ,1 2 . 2 . R e s u l t a-ten van de rekeningencontrole, dat de dienst met afzonderlijk beheer (DAB) Schoonmaak een te-rugvorderingsfactuur van de kosten voor schoon-maakwerkzaamheden opgemaakt heeft voor 23.871 frank, terwijl hij als verantwoordingsstuk maar een inkomende factuur van 4.743 frank kon voorleggen.
Daarnaast houdt de DAB geen inventaris van het vermogen bij, in strijd met artikel 15 van het sluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 be-treffende het financieel en materieel beheer van de DAB Schoonmaak.
Geconfronteerd met deze gegevens, a n t w o o r d d e de toenmalige minister van Financiën en Begroting op 6 juli 1999 dat de niet correcte facturatie zou worden rechtgezet en dat de DAB zijn inventaris zou bijwerken (Boek van het Rekenhof 1999, S t u k 36 (1999-2000) – Nr. 1, blz.194 – red.).
1. Wanneer en op welke wijze werd de desbe-treffende facturatie rechtgezet ?
2. Werkte de dienst met afzonderlijk beheer in het kader van artikel 15 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 betreffende het financieel en materieel beheer van de DA B Schoonmaak zijn inventaris reeds bij ?
3. Om welke redenen was de inventaris niet tijdig bijgehouden ?
Antwoord
1. Op 10 juni 1999 werd een creditnota opgemaakt ten gunste van de afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid (Aminabel). Aangezien er geen facturen meer openstonden, werd het bedrag (19.128 fr.) op 28 juni 1999 teruggestort op het rekeningnummer van de begunstigde (091-2206071-29).
2. Alle vermogensgoederen werden door de DA B Schoonmaak geïnventariseerd. Dit is gebeurd na de managementsovereenkomst met ISS. D e vermogensgoederen werden immers pas over-gedragen op het einde van de
managements-o v e r e e n k managements-o m s t . Alle vermmanagements-ogensgmanagements-oederen wer-den verzameld in een Excel-bestand, o p g e s p l i t s t per gebouw. Bij de controle ter plaatse werd, o p verzoek van het Rekenhof, de lijst van het Bou-dewijngebouw voor controle voorgelegd. A l l e gegevens die op de fiche van het Boudewijnge-bouw voorkwamen, waren correct.
Het is dus niet juist dat er geen inventaris was. De inventaris was wel degelijk aanwezig, m a a r was niet conform de vorm beschreven in de in-structies "geldvoorschotten". De inventaris werd bijgewerkt telkens er een wijziging was. 3. Het is niet juist dat er geen inventaris werd