• No results found

Vraag nr. 156 van 29 maart 2000 van de heer JOHAN MALCORPS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 156 van 29 maart 2000 van de heer JOHAN MALCORPS"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 156 van 29 maart 2000

van de heer JOHAN MALCORPS Drinkwater – Kwaliteit

Er zijn de komende maanden en jaren forse bijko-mende investeringen nodig voor een derdetraps-zuivering in RWZI's (rioolwaterderdetraps-zuiveringsinstalla- (rioolwaterzuiveringsinstalla-ties) om alsnog de doelstellingen inzake nutriën-tenverwijdering van de Europese richtlijn "stede-lijk afvalwater" te halen.

Intussen rijst de vraag in welke mate een deel van de factuur voor de falende nutriëntenzuivering te-rechtkomt bij de drinkwatermaatschappijen en in-direct ook bij de consumenten.

1. Volgens MIRA 2 werd enkele jaren geleden 51 % van ons leidingwater gewonnen uit grond-water en 49 % uit oppervlaktegrond-water.

Hoe ligt de verhouding momenteel ?

2. Wordt sinds de oprichting van het A q u a l i n k - s a-menwerkingsverband nog leidingwater in Vlaanderen ingevoerd ? Zo ja, over welk per-centage gaat het dan nog ?

3. Kan de minister meedelen of de normen voor n i t r a t e n , n i t r i e t e n , (Kjeldahl-)stikstof en fosfor in de Vlaamse reglementering voor drinkwater overal worden gehaald in ons leidingwater ? 4. In bijlage 2.3.2 van Vlarem II staan specifieke

milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie voor die wa-terlopen die bij decreet voor deze gebruiksfunc-tie zijn ingedeeld.

Worden deze normen constant overal gehaald ? En meer in het bijzonder voor nitraten en fosfa-ten ?

Zo neen, waar zijn er problemen en met welke frequentie ?

5. In welke mate laat de evolutie van de kwaliteit van onze oppervlaktewateren een uitbreiding toe van de winning van drinkwater uit opper-vlaktewater ?

Hoever staat het bijvoorbeeld met de geplande V M W-oppervlaktewaterwinning (Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening) in Laan, Yse en Nete (het Lijngebied) ?

6. Wat is de stand van zaken van de indeling van de waterlopen met het oog op de drinkwater-p r o d u c t i e : wordt het aantal waterlodrinkwater-pen dat daarvoor in aanmerking komt, uitgebreid ? 7. Heeft de minister zicht op de kosten die

ge-paard gaan met het behandelen van het water gewonnen uit oppervlaktewater, om het gele-verde leidingwater uiteindelijk te laten voldoen aan de normen voor nutriënten ? Met andere w o o r d e n , wat zijn de kosten die de verschillen-de drinkwatermaatschappijen hebben voor nut-riëntenverwijdering ?

Worden deze kosten direct of indirect doorge-schoven naar de consumenten ? Of hoe worden ze anders gefinancierd ?

Is er een mogelijkheid om ze te verhalen op de vervuilers ?

Antwoord

1. In 1998 werd 171 miljoen m3 leidingwater

ge-produceerd uit grondwater en 172 miljoen m3

uit oppervlaktewater. In totaal werd er 446 mil-joen m3in het net gebracht, waarvan 388,5

mil-joen m3geregistreerd verbruik is. Dit betekent

dat ongeveer 103 miljoen m3 werd ingevoerd

vanuit Wallonië en in mindere mate vanuit Ne-derland en Frankrijk.

2. Het Aqualink-samenwerkingsverband is een overeenkomst van de Antwerpse Wa t e r w e r k e n ( AWW) met de Tussengemeentelijke Maat-schappij der Vlaanderen voor Wa t e r v o o r z i e n i n g (TMVW) voor bijkomende drinkwaterleverin-g e n . Vanaf 2002 zal ten behoeve van het produc-tiecentrum Oelegem 2 een bijkomende opper-vlaktewatercaptatie van 100.000 m3/dag

(2)

4. De monitoring van de oppervlaktewaterkwali-teit is een bevoegdheid van de Vlaamse Milieu-maatschappij (VMM). De milieukwaliteitsnor-men gelden voor de eigenlijke winplaats, dus in het spaarbekken. De kwaliteit van de spaarbek-kens van de V M W, de AWW en de Stedelijke Regie Ieper wordt niet door de VMM gemeten. In het besluit van de Vlaamse regering van 8 de-cember 1998 tot aanduiding van de oppervlak-tewateren bestemd voor de productie van drinkwater categorie A 1 , A2 en A 3 , z w e m w a t e r, viswater en schelpdierwater, werd een actualise-ring doorgevoerd van de functietoekenning die gebeurde in het besluit van de Vlaamse regering van 21 oktober 1987.

Het waterkwaliteitsmeetnet van de VMM om-vat talrijke meetplaatsen gelegen op waterlopen met de bestemming drinkwaterproductie. O p deze meetplaatsen worden steeds gemeten : w a-t e r a-t e m p e r a a-t u u r, opgelosa-te zuursa-tof, z u u r a-t e g r a a d ( p H ) , chemisch zuurstofverbruik, a m m o n i u m , n i t r a a t , f o s f a a t , geleidbaarheid en chloride. O p een beperkt aantal meetplaatsen worden daar-naast ook gemeten : biochemisch zuurstofver-b r u i k , zwevende stoffen, s u l f a a t , zware metalen en pesticiden. Alle meetresultaten worden op-geslagen in de meetdatabank, die publiek toe-gankelijk is (o. a . via een website van de V M M ) (www.vmm.be – red.).

Voor de gemeten stoffen vormt de aanwezig-heid van een overmaat aan nitraten en pesticden in een aantal gevallen een probleem. G e t u i-ge daarvan is de noodzaak tot het installeren van dure installaties voor het verwijderen van pesticiden (AW W ) , respectievelijk nitraat (VMW Blankaart). Te hoge nitraatconcentraties worden vooral aangetroffen in de wingebieden van IJzer- , Poekebeek- en IJsebekken en Isabel-lapolder.

5. De uitbreiding van de waterlopen met drinkwa-terkwaliteit is afhankelijk van het toekomstige verbruik van leidingwater en de plannen van de d r i n k w a t e r m a a t s c h a p p i j e n . Dit zal onderdeel uitmaken van het Strategisch Plan Wa t e r v o o r-ziening V l a a n d e r e n , zoals opgenomen in het huidige Milieubeleidsplan.

De technische mogelijkheden zijn momenteel dermate dat drinkwater kan worden geprodu-ceerd uit zowat elk oppervlaktewater. De limi-terende factor om drinkwater te produceren uit oppervlaktewater is niet enkel het kwaliteits-a s p e c t , mkwaliteits-akwaliteits-ar ook het kwkwaliteits-antiteitskwaliteits-aspect én de ruimtelijke ordening. Aangezien onze

opper-vlaktewateren veelal regenrivieren zijn, b e t e-kent dit dat altijd vaak grote spaarbekkens moeten worden aangelegd om een constante productie van drinkwater te waarborgen. 6. Op dit ogenblik kan de stand van het

Lijnpro-ject als volgt worden samengevat.

Na de bestemmingswijziging op het gewestplan (23.6.98) in Neerijse van de zone bestemd voor de oprichting van bekkens en gebouwen tot zone voor openbaar nut, werd met de eigenaar van het grootste deel van de gronden (NV De Kock) een overeenkomst afgesloten om princi-pieel samen te werken om de nodige grondwer-ken en de aanleg van de omgeving te realiseren. Thans wordt gewerkt aan de aanvraag van aller-lei vergunningen (bouwvergunning, e x p l o i t a t i e-v e r g u n n i n g, waterinname uit de Dijle, g r o n d e-v e r-werving, …) voor de oprichting van :

– de watervang op de Dijle,

– de aanvoerleidingen van ruwwater en de drinkwaterleidingen,

– wateropslagbekkens (ruwwater), – de waterbehandelingsinstallaties.

De streefdatum voor het indienen van al deze vergunningsaanvragen is eind 2000.

De huidige planning voor de realisatie van de eerste fase (productie : 36.000 m3/ d a g ) , o m v a

t-tende onder andere een doorstroombekken van 1.000.000 m3, is gepland voor de periode

2002-2 0 0 7 . De eerste jaren zal dit hoofdzakelijk de g r o n d w e r k e n , de aanleg van de omgeving en de aanvoerleiding vanuit de Dijle inhouden. In een tweede fase, omvattende de uitgraving en in-richting van een tweede bekken en de uitbrei-ding van de waterbehandelingsinstallatie, w o r d t de productie opgevoerd tot 50.000 m3/dag.

(3)

vermin-deren door een brongericht beleid, op kosten van de vervuilers.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het is inderdaad zo dat het recht van voorkoop, i n- geschreven in de akte plus het bijbehorende bestek NM/V 64, nog steeds – uiteraard voorzover het voorkooprecht in de akte

Indien men die datum voor de dossiers vanaf 25 december 1999 als uitgangspunt voor de toekenning had genomen, dan zou dit aan- leiding geven tot aanvragen voor een tegemoetko-

Volgens het beoordelingsschema van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest ( OVAM) was voor deze site sprake van een "ernstige aanwijzing voor

Bij de aanleg en inrich- ting van hoofdwegen staat het principe voorop – zo wordt verder in het structuurplan bepaald – dat het aantal aansluitingen beperkt wordt gehouden en dat

Want uit hetzelfde onderzoek blijkt dat Limburgse kinderen die wel extra fluor kregen, toch nog vaker last hadden van tandbederf.. Maar de verwijzing naar fluor roept wel

Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen

Uit recent onderzoek (1999) binnen het tand- mobiel project, waarbij door middel van multi- ple analyse verschillende indicatoren werden onderzocht als risicofactoren op

Als deze beschuldiging immers wordt hard gemaakt, zou de gemeente Kapellen niet alleen voor de kosten van de sanering van het bewuste pleintje, maar ook voor de kosten van de