Vraag nr. 88 van 29 januari 1996
van de heer JOHAN MALCORPS Lenspolder Nieuwpoort – Bestemming
Op vraag nr. 210 van 23 februari 1995 antwoordde de toenmalige minister van Ruimtelijke Ordening dat de vestiging van een golfterrein in de Nieuwpoortse Lens-polder onmogelijk was, maar verwees tegelijk naar arti-kel 44.9 van de wet op de Ruimtelijke Ordening, het decreet van 27 maart 1991, dat de gemeentelijke bevoegdheid beklemtoont, én naar de mogelijke wijzi-ging van het gewestplan (Bulletin van Vragen en Ant-woorden nr. 11 van 11 april 1995, blz. 640-641).
Op vraag nummer 140 van 17 maart 1995 verklaarde de toenmalige minister van Leefmilieu dat bestemmings-wijzigingen van groengebieden of agrarische gebieden in en langs de decretaal afgetekende maritieme duin-streek naar andere gewestplanbestemmingen, vanuit natuurbehoud principieel moeten worden afgewezen, aangezien het beleid de maximale vrijwaring van het areaal van de kustduinen en de binnenduinrand nastreeft (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 12 van 11 april 1995, blz. 621-622).
Op vraag nummer 234 van 23 maart 1995 verklaarde de toenmalige minister van Ruimtelijke Ordening dat de aanduiding van de betrokken gronden als "voor het duingebied belangrijk landbouwgebied" aanleiding kan zijn tot het opnieuw in overweging nemen van de bestemming van het gebied zoals aangegeven op het betrokken gewestplan (niet gepubliceerd : beantwoord na ontbinding Vlaamse Raad). Daaruit kunnen we con-cluderen dat de agrarische bestemming die op het gewestplan is vastgelegd, wellicht niet meer in overwe-ging wordt genomen.
Anderzijds bepaalt het duinendecreet dat er aanpassin-gen ter zake dienen te gebeuren aan de gewestplannen, en is het stadsbestuur van Nieuwpoort van oordeel dat de Lenspolder én voor een golfterrein én voor een bouwverkaveling in aanmerking komt, en zullen daar-toe de nodige gewestplanwijzingen worden voorge-steld.
Aangezien er inzake de toekomstige bestemming van de Lenspolder een aantal tegenstrijdigheden en ondui-delijkheden voorkomen, had ik graag van de minister opheldering ter zake gekregen.
N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leef-milieu en Tewerkstelling.
Antwoord
De Lenspolder is volgens het vigerende gewestplan Veurne-Westkust als agrarisch gebied bestemd. Bepaalde randzones ervan hebben door het duinende-creet een bijkomende bescherming gekregen als voor het duinengebied belangrijk landbouwgebied. Het voormelde door het gewestplan en het duinendecreet bepaalde juridisch statuut is vooralsnog alleen bepa-lend voor het gebruik en de inrichting van het betrok-ken gebied.
In het document "De gewenste ruimtelijke structuur in Vlaanderen", dat overeenkomstig de beslissing van de Vlaamse regering van 5 april 1995 als toetsingskader dient te worden gebruikt voor elk voorstel tot bestem-mingswijziging, wordt terecht de nadruk gelegd op een duurzaam ecologisch functioneren van de natuurlijke structuur.
Specifiek voor de kustmilieus, inclusief de duinengor-del, wordt vooropgesteld dat wegens de zware druk op de waardevolle ecosystemen, de ecologische waarden van het kustgebied optimaal moeten worden versterkt, door onder meer de uitbreiding van bestaande natuur-gebieden, het behoud (herstel) van de relatie tussen strand, duinen en de erachter liggende polders, het afsluiten voor recreatie van stranden die gelegen zijn in de omgeving van natuurgebieden, de opvolging van waterwinning op de natuurwaarden, met mogelijke afbouw of toepassing van andere technieken.
Volledigheidshalve wil ik melding maken van het Pro-vinciaal Structuurplan Kustzone, dat evenwel geen ver-ordenende kracht heeft en dat voor de Lenspolder in een onderlinge bestemmingsverweving van land- en tuinbouw en natuurlijk milieu voorziet, met een speci-fieke aanduiding als gebied waarbinnen een golfterrein aanvaardbaar is.
Ik heb weet van het feit dat er op het lokale niveau reeds besprekingen werden gevoerd om in de Lenspol-der hetzij een regionaal bos aan te leggen, hetzij zoals aangehaald in de vraag een golfterrein en een verkave-ling voor woningbouw te realiseren.
In het kader van de gemeentelijke autonomie kan ik me er uiteraard niet tegen verzetten dat zulke bespre-kingen worden gevoerd.
Bij mijn ter zake bevoegde administratie voor Ruimte-lijke Ordening is er nog geen officiële vraag tot wijzi-ging van bestemming voor de Lenspolder bekend. De gedeeltelijk op dit gebied van toepassing zijnde bepalingen van het duinendecreet zijn niet onverenig-baar, maar aanvullend op de agrarische bestemming van het gewestplan, zodat ik op dit ogenblik geen reden zie om een gewestplanwijziging te overwegen.
Ik ben me ten zeerste bewust van de waarde van de ons nog resterende open gebieden, zeker wanneer die zoals de Lenspolder penetreren tussen residentiële en ver-blijfsrecreatieve bebouwing en daarenboven nog deel uitmaken van door het duinendecreet beschermde gebieden.
Ik kan het Vlaams parlementslid verzekeren dat ik er ook in de toekomst zal over waken dat dit gebied als open ruimte wordt bewaard en dat er geen afbreuk wordt gedaan aan de bedoelingen van de gedeeltelijke opname van deze polder binnen de afbakeningen van het duinendecreet.
