Vraag nr. 8
van 25 oktober 1995
van de heer JOHAN MALCORPS
Verkaveling woonuitbreidingsgebied Boom – Opportu-niteit
In de richtlijn van de voorganger van de minister van 17 september 1993 inzake het aansnijden van woonuit-breidingsgebieden, bevestigd in zijn omzendbrief van mei 1994, wordt duidelijk gesteld dat woonuitbreidings-gebieden op binnenliggende gronden niet voor bebou-wing kunnen worden vrijgegeven, tenzij de noodzaak tot aansnijden wordt verantwoord door een kwantita-tieve en kwalitakwantita-tieve woonbehoeftenstudie op gemeen-telijk niveau. Dit op basis van de consequente keuze voor een ruimtelijk inbreidingsbeleid van de vorige Vlaamse regering, dat ook de filosofie zou uitmaken van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Blijft deze stelregel onverkort van kracht onder de nieuwe regering ? Dit mogen we veronderstellen, aangezien in het nieuwe regeerakkoord evengoed bij inbreiding als toonaangevend ruimtelijk principe wordt gezworen. Dit betekent dat we mogen verwachten dat de minister of de bevoegde ambtenaren in deze optreden tegen beslissingen op gemeentelijk niveau die hiertegen ingaan.
In de gemeente Boom zijn er concreet plannen voor een verkaveling van "Put N" (gelegen tussen de Van Leriduslaan, de Van Artevelde-, Begonia- en Kerkhof-straat) : in feite gaat het om een jong bos met open plaatsen en een rietveld, gegroeid op een met zand opgespoten kleiput, met name om een waardevol natuurterrein dat op het gewestplan evenwel is inge-kleurd als woonuitbreidingsgebied. Uit de kadasterge-gevens blijkt bovendien dat een groot deel van het gebied eigendom is van het Vlaams Gewest.
Een groot deel van de Boomse bevolking voert actie voor het behoud van deze open ruimte in de gemeente. Aangezien in dezelfde gemeente herwaarderingsgebie-den verkommeren en er een groot probleem is van leegstand van woningen, kan een verkaveling van deze zone onmogelijk worden gemotiveerd op basis van een objectieve woonbehoeftenstudie.
Een dergelijke gewichtige test-case als een verkaveling van het "Bos N" of een reeks van sluipende verkavelin-gen aan de rand van het "Bos N" zou principieel van de hand moeten worden gewezen.
Heeft de minister derhalve de nodige maatregelen getroffen om de geplande verkavelingen te doen stop-zetten ?
Antwoord
Bij de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisves-ting, Monumenten en Landschappen is geen verkave-lingsaanvraag bekend voor de zogenaamde "Put N". Reeds op 12 mei 1981 werd bij koninklijk besluit een onteigeningsbesluit opgemaakt met het oog op de bouw van sociale woningen op de kleiputten. In 1983 werd deze aangelegenheid ter discussie gesteld, omdat uit een brief van het gemeentebestuur bleek dat de toenmalige Dienst Groen Plan de putten geheel of gedeeltelijk wenste te bestemmen voor bosbouw.
Op 5 juli 1993 werd een principieel gunstig advies ver-strekt om in dit gebied een sociale verkaveling te reali-seren. Recent contact met de gemeente heeft uitgewe-zen dat zij nog geen beslissing over deze problematiek hebben genomen.
Verder kan ik erop wijzen dat in het kader van de stu-die van een structuurplan voor de Rupelstreek, stu-die eventueel aanleiding kan geven tot aanpassingen van het betrokken gewestplan, deze problematiek zeker wordt behandeld.