• No results found

Vraag nr. 222 van 29 mei 2000 van de heer JOHAN MALCORPS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 222 van 29 mei 2000 van de heer JOHAN MALCORPS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 222 van 29 mei 2000

van de heer JOHAN MALCORPS

Vervuiling Lievenswijk Kapellen – Stand van zaken

De vervuiling met PAK's (polycyclische aromati-sche koolwaterstof) in de Lievenswijk in Kapellen is een van de meest ophefmakende dossiers inzake bodemvervuiling van de voorbije jaren. Om die reden is het van belang dat de echte verantwoorde-lijken ook effectief worden achterhaald en uitein-delijk de kosten voor de sanering moeten dragen. De vervuiling ontstond allicht in de jaren zestig, toen de vroegere duintjes op de plaats waar nu de wijk staat, werden ontzaveld en de putten werden v o l g e s t o r t , onder meer met afval. Met het gevolg dat in 1996 en 1997 bij metingen hoge waarden aan PAK's in de ondergrond van de wijk werden vast-gesteld.

In de tuinen van particulieren zijn de nodige veilig-heidsmaatregelen genomen, die zouden gelijkstaan met een volledige sanering. Het centrale speelplein in de Lievenswijk is echter nog altijd niet gesa-neerd en is nu al sinds november 1997 door hekken a f g e s l o t e n , zodat de kinderen van de wijk er niet meer terechtkunnen om te spelen.

Bij besluit van 11 april 2000 heeft de minister het beroep ingewilligd van de aannemer die de Kapel-se verkaveling in de jaren zeventig aanlegde, d e Gebroeders Van We l l e n , die stelde dat hij niet aan-sprakelijk is voor de vervuiling van dit centrale p l e i n , omdat hij gedurende vijftien jaar geen eige-naar of feitelijk gebruiker van deze grond is. Door dit besluit wordt in de feiten de gemeente Kapellen zelf verantwoordelijk gesteld. Vo o r a l omdat de minister uitdrukkelijk de beschuldiging overneemt van de aannemer, n a m e l i j k , ik citeer uit het besluit : "dat de gemeente Kapellen in de jaren 1 9 6 0-1970 stortactiviteiten van industrieel afval op haar grondgebied, in het bijzonder op het betrok-ken perceel, heeft toegelaten, zodat ze ten minste op de hoogte was van de vervuilende activiteiten". Het gemeentebestuur ontkent dit formeel en gaat op basis van onder meer deze passus in beroep bij de Raad van State. Als deze beschuldiging immers wordt hard gemaakt, zou de gemeente Kapellen niet alleen voor de kosten van de sanering van het bewuste pleintje, maar ook voor de kosten van de sanering van de tuinen in de rest van de wijk kun-nen worden aangesproken.

In feite gaat het om een juridisch kluwen, want de oorspronkelijke immobiliënvennootschap LV W werd in 1990 niet opgeheven, maar opgesplitst in vijf aparte vennootschappen (Van We l l e n , P r o j e c t-ontwikkeling Van We l l e n , Van Wellen Stevedoring, 't Kooike en Paardenfokkerij Ertbrand). D o o r deze splitsing is het geheel van het actief en passief vermogen van LVW overgegaan op de vijf ven-nootschappen waarin zij werd gesplitst. En wellicht ook de saneringsaansprakelijkheid.

Op zijn minst lijkt verder onderzoek aangewezen naar de effectieve verantwoordelijkheid van het Van We l l e n-b e d r i j f, dat naar verluidt in vroegere jaren zowel afval voor de gemeente ophaalde als afval bij privé-firma's.

Het besluit van de minister heeft in de gemeente Kapellen heel wat stof doen opwaaien, omdat het bij de mensen overkomt alsof de oorspronkelijke vervuiler nu de dans zal ontspringen.

1. Wat is nu de verdere procedure : wordt de ge-meente Kapellen aangemaand en kan zij zich dan eventueel beroepen op het statuut van on-schuldig eigenaar ?

Als de gemeente saneringsplichtig blijkt, kan ze dan zelf haar kosten verhalen ?

2. Beschikt de minister over formele bewijzen dat de gemeente Kapellen het storten van indus-trieel afval in de jaren 1960-1970 heeft toegela-ten, of er op zijn minst weet van had ?

3. Is reeds verder onderzocht in welke mate de verantwoordelijkheid geheel of gedeeltelijk ligt bij minstens één van de firma's ontstaan na de opsplitsing van LVW ?

Antwoord

(2)

bodemonderzoek aan de gemeente Kapellen moet richten. Het is echter ook mogelijk dat de gemeente Kapellen vrijwillig overgaat tot de uitvoering van het beschrijvend bodemonder-z o e k . In dit laatste geval moet de gemeente daar dus niet toe worden aangemaand. Indien de ge-meente evenwel niet vrijwillig overgaat tot de uitvoering van het beschrijvend bodemonder-z o e k , dan bodemonder-zal bodemonder-zij daartoe door de OVAM wor-den aangemaand.

Wanneer de gemeente wordt aangemaand, d a n kan zij zich beroepen op de bepalingen van het bodemsaneringsdecreet in verband met het "on-schuldig eigenaarschap". In de praktijk heeft de beslissing al uitgemaakt dat de gemeente niet aan alle decretale voorwaarden voldoet. I m-m e r s, het besluit stelt dat de gem-meente ten m- min-ste op de hoogte was van deze vervuilende acti-v i t e i t e n . Onder "acti-veracti-vuilende actiacti-viteiten" wor-den hier stortactiviteiten van industrieel afval op het grondgebied van de gemeente Kapellen verstaan.

Indien de gemeente saneringsplichtig is, dan kan zij trachten de kosten van de sanering te verha-len op de aansprakelijke persoon. E v e n w e l moet rekening worden gehouden met de verja-ringstermijnen.

2. In de bewuste periode (1960-1970) was de op-slag van afval volgens titel I van het ARAB (in-delingslijst B, rubriek 13 "Opslagplaatsen voor vuilnis") als hinderlijke inrichting ingedeeld in de eerste klasse en dus exploitatievergunning-plichtig (ARAB : Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming – red.).

Volgens de ARAB-procedure werd de gemeen-te sgemeen-teeds in kennis gesgemeen-teld van verleende ver-gunningen.

Verder moest volgens artikel 20 van de toen van toepassing zijnde titel I van het ARAB de bur-gemeester er zich van vergewissen of de in be-drijf gestelde inrichtingen het voorwerp van een regelmatige vergunning hadden uitgemaakt. I n het licht van deze toenmalige reglementaire be-palingen moet er dus inderdaad van worden uit-gegaan dat de gemeente ten minste op de hoog-te was van bedoelde vervuilende activihoog-teihoog-ten. 3. Hier gaat het dan meer over de

aansprakelijk-heid (wie veroorzaakte de vervuiling) dan over de saneringsplicht (wie moet de vervuiling op-kuisen en dan terugvorderen van de aansprake-l i j k e ) . Het onderzoek naar de verantwoordeaansprake-lijk-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit voorstel vormde de basis voor een door de Vlaamse regering nog te nemen besluit inzake de v o o r w a a r d e n , organisatie en subsidiëring van de wildbeheereenheden..

Aangezien het schooltje op Mo- retusburg gesaneerd werd en ook de ertshopen vlakbij de wijk op het fabrieksterrein zelf ver- plaatst werden, moet de

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Steve Stevaert, minister vice-presi- dent van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken

De voortgebrachte compost kan maar worden af- gezet als men beschikt over een gebruikscertificaat als secundaire grondstof in het kader van de V l a r e a-bevoegdheid (Vlaams

Bij normaal verkeer mag de wachttijd slechts enkele seconden bedragen. Sommige foutparkeerders geven een geringe vertraging maar een grote irritatie bij de buschauffeurs en

Het onderzoek van het loodgehalte in het bloed is opgestart in 1978 en loopt nog steeds. De medische werkgroep "lood Hoboken" spreekt zich steeds in het voor- en najaar uit

milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie voor die wa- terlopen die bij decreet voor deze gebruiksfunc- tie zijn ingedeeld.. Worden deze

Op lange termijn zal de huidige rotonde worden vervangen door een zeer grote rotonde die door- loopt onder de E40 en waarop, naast de op- en af- ritten van de E40, de primaire