• No results found

Vraag nr. 96 van 17 februari 1998 van mevrouw VERA DUA

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 96 van 17 februari 1998 van mevrouw VERA DUA"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 96

van 17 februari 1998 van mevrouw VERA DUA

Milieuverdragen – Gewestelijke rechtsopvolging In het 154ste boek van het Rekenhof (1997) gericht aan de Kamer van Vo l k s v e r t e g e n w o o r d i-gers wordt een hoofdstuk gewijd aan de rechtsop-volging door de gewesten in de internationale ver-bintenissen die door de staat zijn aangegaan met het oog op de bescherming van de inheemse en wilde diersoorten.

Het Rekenhof stelt : "Aangezien in de federale begroting geen kredieten zijn ingeschreven voor het dekken van de kosten verbonden aan bepaalde verbintenissen die door de Staat zijn aangegaan inzake de bescherming van inheemse en wilde dier-s o o r t e n , dier-stelt het Rekenhof voor te onderzoeken of de omzetting van de intern doorgevoerde nieuwe bevoegdheidsverdeling in de buitenlandse betrek-king niet moet gepaard gaan met de overname van die verbintenissen door de Gewesten, met inacht-neming van de Grondwet en de wetten tot hervor-ming der instellingen".

Het blijkt dus dat ons land zijn bijdrage voor ver-schillende internationale overeenkomsten niet meer betaalt, zo bijvoorbeeld de internationale overeenkomst inzake watergebieden die van inter-nationale betekenis zijn, in het bijzonder als woon-gebied voor watervogels (Verdrag van Ramsar, ondertekend op 2 februari 1971 en goedgekeurd door de wet van 22 februari 1979).

1. Wat zijn de gevolgen voor het Vlaams Gewest van het niet betalen van de bedragen zoals ver-meld in de verdragen waarvan sprake in de opmerkingen van het Rekenhof ?

2. Welke maatregelen heeft de minister genomen om dit probleem op te lossen ?

3. Zijn er nog andere internationale akkoorden, verdragen en dergelijke die tot de bevoegdheid van de gewesten en/of gemeenschappen beho-ren en waarvoor de federale overheid de bijdra-ge niet meer betaalt, terwijl de bijdra-gewesten en/of gemeenschappen ze evenmin betalen ? Zo ja, welke ?

4. Is er een vaste verdeelsleutel tussen de federale o v e r h e i d , de gewesten en gemeenschappen inzake het financieren van een in een nieuw internationaal verdrag met "gemengd" karakter

opgenomen bijdrage, of wordt dit ad hoc gere-geld ?

Antwoord

Ten gevolge van de verscheidene hervormingen van de instellingen betreft thans een belangrijk aantal milieuverdragen hetzij de exclusieve bevoegdheid van de gewesten, hetzij zowel federa-le als regionafedera-le befedera-leidsdomeinen. Die laatste milieuverdragen zijn zogenaamde gemengde ver-dragen.

In vele gevallen gaat het om de gehele of gedeelte-lijke opvolging van de nationale, thans federale overheid door één of meer gewesten, in verdragen gesloten vóór 18 mei 1993. Voor verdragen die tot de sfeer van het milieubeheersrecht (regelgeving inzake natuur, j a c h t ,v i s v a n g s t , b o s s e n , ...) behoren, heeft de federale overheid meegedeeld dat ze, g e l e t op die nieuwe bevoegdheidsverdeling, de financiële bijdragen niet meer betaalt of niet wenst te blijven betalen uit eigen, federale middelen. Zij verzoekt dan ook de betrokken gewesten die bijdragen voor uitsluitend regionale verdragen integraal te beta-l e n , of gedeebeta-ltebeta-lijk te betabeta-len voor gemengde ver-dragen.

Om op zulke federale verzoeken effectief te kun-nen ingaan, dient dan ook zowel een verdeelsleutel tussen de drie gewesten onderling te worden afge-s p r o k e n , alafge-s een verdeling tuafge-safge-sen de geweafge-sten enerzijds en de federale overheid anderzijds. Bovendien is het nodig de betalingen te coördine-ren via de federale overheid, aangezien de secreta-riaten van de verdragsorganisaties een Belgische bijdrage verwachten. In het internationale rechts-verkeer wordt immers meestal enkel rekening gehouden met soevereine staten als verdragspartij en wordt de verdeling van deze "staatsbijdrage" tussen de gewesten en de federale overheid als een interne kwestie beschouwd.

(2)

aansprakelijk voor de naleving van de internatio-nale verbintenissen en draagt alleen het in gebreke zijnde gewest de verdragsrechtelijke gevolgen. Om tot betaling te kunnen overgaan, heeft het gewest ten eerste een aanvraag tot betaling nodig van het betrokken verdragssecretariaat, die meest-al door federmeest-ale diensten van de ministeries van Leefmilieu en Buitenlandse Zaken wordt doorge-s t u u r d , en ten tweede een bindende afdoorge-spraak aan-gaande de verdeelsleutel tussen de gewesten o n d e r l i n g, wat de bijdragen van de gewesten b e t r e f t . Een beslissing aangaande de verdeling tus-sen de gewesten enerzijds en de federale overheid anderzijds is bovendien nodig voor de bijdrage inzake gemengde verdragen.

Een aantal kredieten in de begroting van het Vlaams Gewest zijn voorbehouden ter betaling van deze internationale verplichtingen.

O m , in afwachting van definitieve afspraken terza-k e, reeds te terza-kunnen betalen of minstens in de nodi-ge fondsen te voorzien, werden die Vlaamse begro-tingskredieten ingeschreven. Ze werden door het Vlaams Parlement goedgekeurd om zo snel moge-lijk aan de verplichtingen van het Vlaams Gewest te kunnen voldoen. De administratie bevoegd voor Milieu heeft onmiddellijk die geraamde bedragen voor milieuverdragen provisioneel laten vastleg-gen.

Op 2 september 1997 werd dan in het Coördinatie-comité voor Internationaal Milieubeleid (CCIM), het wekelijkse overlegforum van de gewesten en de federale overheid inzake het leefmilieu, s t u u r-groep Natuur, een voorlopige verdeelsleutel over-eengekomen voor enkele natuurverdragen. D e z e verdeelsleutel werd bevestigd door de Interminis-teriële Conferentie voor Milieubeleid in haar ver-gadering van 25 november 1997, onder voorbehoud van goedkeuring door de gewesten en de federale overheid.

Deze beslissingen werden nadien door de V l a a m s e regering bekrachtigd in haar vergadering van 13 januari 1998. Op de Interministeriële Conferentie voor Buitenlands Beleid (ICBB) van 20 januari 1998 werd dit agendapunt uitvoerig besproken en de conferentie heeft twee beslissingen in verband met bijdragen voor milieuverdragen getroffen. Te n eerste heeft zij het voorstel goedgekeurd om voor vier internationale milieuonderwerpen afzonderlijk de bijdrage te verdelen over de gewesten met of zonder de federale overheid, naargelang het beleid van en het belang voor de betrokken overheden, en ten tweede heeft ze een nieuwe werkgroep ad

hoc opgericht om een algemeen voorstel inzake de problematiek van de verdeling van bijdragen uit te w e r k e n , gelet op de verwevenheid van milieubij-dragen met bijmilieubij-dragen in andere internationale aan-gelegenheden en de betrokkenheid van verscheide-ne overheidsdiensten, zowel federale als gewestelij-ke.

Op basis van die beslissing van de ICBB werd de machtiging gegeven om de Vlaamse bijdragen te betalen volgens de verdeelsleutel telkens overeen-gekomen per onderwerp :

– de internationale overeenkomst inzake water-gebieden die van internationale betekenis zijn, in het bijzonder als woongebied voor watervo-gels (Ramsar, 1 9 7 1 ) , waarbij telkens 45 % van de bijdrage wordt gedragen door het Vlaams en het Waals Gewest, 2 % door het Brussels Hoofdstedelijke Gewest en 8 % door de federa-le overheid ;

– het verdrag inzake de bescherming van trekken-de wiltrekken-de diersoorten (Bonn, 1 9 7 9 ) , waarbij tel-kens 47,5 % van de bijdrage wordt gedragen door het Vlaams en het Waals Gewest en 5 % door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ; – het Fonds voor "International Waterfowl and

Wetlands Research" ("Wetlands International" genoemd) en de internationale Jachtraad wor-den enkel door het Vlaams en het Wa a l s Gewest financieel ondersteund, elk voor de helft.

Bovendien is besloten om voor de vrijwillige bij-drage aan resultaatgerichte maatregelen voor het L RTA P - v e r d r a g, het verdrag inzake de grensover-schrijdende luchtvervuiling over lange afstand ( G e n è v e, 1 9 7 9 ) , een rechtstreekse betaling te doen aan het secretariaat van de betrokken verdragsor-ganisatie. Die betaling is reeds uitgevoerd.

Ook de aanvragen tot betaling voor de vier reeds vermelde milieuverdragen inzake natuurbeheer, ingediend via het CCIM, stuurgroep Natuur, w e r-den al doorgegeven aan de betrokken administra-ties met de opdracht ze te ordonnanceren en te vereffenen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Vlaamse minister bevoegd voor Leefmilieu werd op 12 november 1997 op de hoogte gesteld van allerlei herdenkingsactiviteiten van de Slag bij Nieuwpoort van 1600.. Op 16

In tegenstelling tot wat de titel van deze vraag laat v e r m o e d e n , betreft zij enkel de werking met betrekking tot het aspect waarborgverlening door het

Door de onduidelijkheid omtrent een mogelijke nieuwe stedenbouwkundige bestem- ming die de stad Gent aan het geheel wil geven, werd er voor deze verkoop nog geen

Eerst en vooral wens ik te benadrukken dat het in de vraag bedoelde verslag van de auditeur door mij niet kan worden opgevat als een aanklacht tegen het gebrek aan ijver waarmee

Deze traditionele viering wordt in Sint-Denijs- We s t r e m , een deelgemeente van Gent, reeds jaren georganiseerd door de plaatselijke scoutsgroep en elk jaar werd daarvoor

Verdeelt men de Oost-Vlaamse gemeenten op basis van productiedruk (1996) en gebruiksdruk (1996) in volgende klassen : (0 - 75) kg P205/ha ; (75 - 100) kg P205/ha ; (100 - 125)

A/A.77.431/X-7986 van 30 maart 1998 inzake een vordering tot schorsing van de auditeur van de Raad van State betrekking heeft op de bouwver- gunning die door de minister

Artikel 17 van het decreet van 16 april 1996 hou- dende de bescherming van landschappen (Belgisch Staatsblad 21 mei 1996) stelt dat de Vlaamse rege- ring binnen de perken van