Vraag nr. 208 van 4 juni 1997
van mevrouw YOLANDE AVONTROODT Rusthuispersoneelsnormen – Riziv-norm
Het decreet op de ouderenzorg van 5 maart 1985 garandeert de kwaliteit van de Vlaamse rusthuizen, waarbij eveneens de kostprijs van een rusthuisop-name werd verhoogd.
De Vlaamse overheid is verplicht tot een financiële tussenkomst voor de personeelsnormen die ze zichzelf oplegt, onder meer met betrekking tot de aanwezigheid van een animator, de verplichting tot bijscholing, enzovoort.
De erkenningsnorm voor dit personeel is hoger dan de norm voor het Riziv (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering ).
1. Waarom ligt deze erkenningsnorm hoger dan die van het Riziv?
2. Bestaat er in de toekomst een mogelijkheid voor gelijkschakeling van deze norm?
Antwoord
Het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 1985 tot vaststelling van de normen waaraan een s e r v i c e f l a t g e b o u w, een woningcomplex met dienst-v e r l e n i n g, een rusthuis of een dagdienst-verzorgingscen- dagverzorgingscen-trum moet voldoen om voor erkenning in aanmer-king te komen, gewijzigd bij besluit van de V l a a m-se regering van 17 april 1991, stelt in bijlage B de erkenningsnormen voor rusthuizen en de perso-neelsnormen vast.
De erkenningsnorm 4.1.4.
Voor rusthuizen met meer dan 25 maar minder dan 50 bewoners dient in een halftijdse betrekking van deskundige in de animatie en activatie te worden v o o r z i e n . Vanaf 50 bewoners en verder per groep van 50 bewoners dient in een bijkomende halftijdse betrekking te worden voorzien.
De erkenningsnorm 4.3.
Al het personeel dat in de inrichting werkzaam is, met uitzondering van het keuken-, technisch en o n d e r h o u d s p e r s o n e e l , moet ieder jaar een bijscho-ling volgen van minimum 8 uur. De dagelijkse ver-antwoordelijke dient nog bijkomend 8 uur bijscho-ling te volgen inzake beheer van rusthuizen.
1. Het animatiepersoneel, net zoals de directie, het onderhouds- en keukenpersoneel en het admi-nistratief personeel, vallen buiten de zogenaam-de Riziv-forfait die zogenaam-de rusthuizen ontvangen voor de verzorging en verpleging van hun bewo-n e r s. Deze persobewo-neelslastebewo-n wordebewo-n verrekebewo-nd in de dagprijs die wordt gefactureerd aan de bewoner.
De verplichting om een deskundige in de ani-matie en de activatie in dienst te hebben vanaf een opnamecapaciteit van 25 bewoners, is een erkenningsnorm die door de Vlaamse overheid werd opgelegd in 1985. Het is een bewuste keuze geweest om aan de leefomgeving van de rusthuisbewoner een kwalitatieve meerwaarde te geven door daarvoor iemand specifiek aan te stellen. Daarmee werd ook duidelijk het signaal gegeven dat voor Vlaanderen een rusthuis zoveel meer is dan een inrichting waar de bewo -ners worden gevoed en verzorgd. Door de aan-wezigheid van de animatiefunctie zijn in het rus-thuis de basisvoorwaarden aanwezig opdat het een gezinsvervangende voorziening kan worden waar de mensen zich echt thuis voelen.
2. Aangezien de functie van deskundige in de ani-matie en de activatie enkel in de rusthuizen die door de Vlaamse Gemeenschap worden erkend van toepassing is, is het niet te verwachten dat zij zal worden opgenomen in het zorgforfait dat door het Riziv wordt uitgekeerd.
Financiële inspanningen terzake kunnen enkel door de Vlaamse Gemeenschap zelf worden o n d e r n o m e n . En die liggen nu mogelijk in het verschiet. Op dit ogenblik onderzoek ik het per-spectief om de kredieten afkomstig van de tewerkstelling van personeelsleden in het Derde Arbeidscircuit (DAC), die in het reguliere subsi-diëringssysteem zullen worden geïntegreerd, aan te wenden voor herverdeling over de VZW-rusthuizen naar rato van het aantal animatie-functies waarover ze overeenkomstig de erken-ningsnorm moeten beschikken en waarmee die functies dienen te worden betaald. De openbare rusthuizen en de commerciële rusthuizen zijn van deze operatie uitgesloten, aangezien zij niet over dergelijke DAC-functies beschikken. De integratie van de kredieten afkomstig van de subsidiëring van de DAC-betrekkingen zou vol-gens de eerste ramingen een financiële impuls kunnen geven aan de animatie en de activatie in de Vlaamse rusthuizen van ongeveer 400 mil-joen.
Dergelijke operatie zou dan als bijzonder belangrijk kunnen worden beschouwd, o m d a t de Vlaamse Gemeenschap dan voor de eerste keer daadwerkelijke financiële ondersteuning verleent aan de rusthuizen.
