• No results found

Vraag nr. 111 van 8 juli 1997 van mevrouw YOLANDE AVONTROODT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 111 van 8 juli 1997 van mevrouw YOLANDE AVONTROODT"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 111 van 8 juli 1997

van mevrouw YOLANDE AVONTROODT Hepatitis C-preventie – Beleid

Via de pers werden alarmerende berichten de wereld ingestuurd inzake het aantal Belgen dat zou besmet zijn door hepatitis C.

Daar het risico op de ontwikkeling van een chroni-sche infectie vaak asymptomatisch zeer groot is, i s een tijdige screening voor risicogroepen aangewe-zen.

Hepatitis C kan leiden tot levercirrose en de ont-wikkeling van een hepato-cellulair carcinoom. 1. Heeft de minister reeds initiatieven genomen

om screeningsprogramma's te ondersteunen en/of te financieren teneinde de registratie van hepatitis C te realiseren ?

2. Heeft de minister nog andere maatregelen genomen om een gecoördineerd hepatitis C-beleid te voeren ? Zo ja, welke ?

Antwoord

De aandacht die de media aan hepatitis C-endemie hechten is zeker verantwoord, maar hoeft daarom niet alarmerend te zijn. Laat ik eerst een aantal gegevens op een rij zetten.

De ontdekking van het hepatitis C-virus (HCV) is vrij nieuw. Na de ontdekking van het Au s t r a l i a antigeen in 1967, dat tot de ontdekking van hepati-tis B leidde, stelde men al gauw vast dat er nog andere virale hepatitiden moesten zijn, de "non A -non B-hepatitis". Maar het was slechts in 1989 dat een HCV-besmetting kon worden opgespoord. D i t betekent dat men vóór die datum de kiemdragers van HCV tussen de bloeddonoren niet kon opspo-ren.

De prevalentie van hepatitis C bij onze bevolking is zeker niet verontrustend. Exacte cijfers hebben wij niet, maar op basis van de prevalentiestudie van virale hepatitis die op aanvraag van de V l a a m s e overheid in 1993-1994 in Vlaanderen werd uitge-v o e r d , kan deze op 0,87 % worden geraamd. We l vermoedt men dat 70 % der geïnfecteerden besmettelijk blijven.

Ter vergelijking : volgens de bovenvermelde preva-lentiestudie zijn de cijfers voor hepatitis B : 7,4 %

voor de ooit besmette personen en 0,7 % voor de kiemdragers.

Deze prevalentie is, zoals voor hepatitis B, v e e l hoger bij de injecterende druggebruikers. I n t e r n a-tionaal wordt zij op 70 tot 90 % geschat. Deze risi-copopulatie is dus niet alleen maatschappelijk een probleemgroep.

Niet onbelangrijk daarbij is dat, volgens een analy-se door het Wetenschappelijk Instituut voor Vo l k s-gezondheid Louis Pasteur op basis van de informa-tie van de Huisartsenpeilpraktijken, het aantal nieuwe infecties tussen de periode '83-'84 (op basis van latere analyses van bewaarde stalen) en '92-'93 veeleer lijkt af te nemen.

Hepatitis C is een ernstige ziekte. De kans op chro-nisch leverlijden wordt op 30 tot 60 % geschat en de kans op levercirrose op 5 tot 20 %. Dit is dus duidelijk meer dan bij hepatitis B. E n , zoals de Vlaams volksvertegenwoordiger terecht stelt, o o k hier bestaat de kans op primair levercarcinoom. Anderzijds is de besmettelijkheid veel lager. D e kans op seksuele transmissie is zeer laag en die van moeder op kind bij de geboorte praktisch nihil. Wat de vraag betreft of ik initiatieven heb geno-men om een screeningsprogramma te steunen, a n t-woord ik negatief. De reden is dat hepatitis C niet voldoet aan een aantal belangrijke voorwaarden die moeten vervuld zijn om een veralgemeende opsporing bij de bevolking te mogen uitvoeren. Vooreerst kan zo'n veralgemeende screening van-daag slechts door een individuele bloedafname en dit is noch uit ethisch, noch uit economisch stand-punt verantwoord. En een tweede voorwaarde is dat wij over een adequate behandeling zouden moeten beschikken om de aldus opgespoorde besmette personen te genezen, en ook die ont-breekt.

Aangezien de besmettingsroute voor hepatitis C haast uitsluitend parenteraal is, moet een preven-tiebeleid zich op volgende punten toespitsen : 1. screening van alle bloed-, plasma- en

orgaando-noren. Dat gebeurt nu systematisch ;

2. binnen de geneeskundepraktijk het bannen van naalden die herhaaldelijk kunnen worden gebruikt. Ook hier is nu het uitsluitend gebruik van disposible materiaal de regel ;

3. ten slotte blijft er de moeilijk te benaderen groep van de druggebruikers, waarbij het door-geven van frequent besmette naalden vaak de gewoonte is.

(2)

Sedert 1992 worden jaarlijks projecten gesubsi-dieerd waarbij, in samenwerking met de Vereni-ging voor Alkohol- en andere Drugsproblemen ( VA D ) , initiatieven worden ontwikkeld die gedragsverandering bij deze druggebruikers beogen, met als doel het infectiegevaar bij deze praktijken te verminderen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Binnen de Sociaal Impulsfonds-reglementering bepaalt iedere gemeente in onderling overleg tussen gemeentebestuur en OCMW-raad welke acties ze onderneemt in het kader van

van mevrouw YOLANDE AVONTROODT Hepatitis B-preventie – Rol van de huisartsen Uit het protocolakkoord van mei 1996 tussen de federale regering en de gemeenschappen over de

Als minister van Huisvesting ben ik bevoegd voor de kwaliteitsbewaking van de woningen en dus enigszins betrokken bij de CO-problematiek, in de mate dat de kwaliteit van

Graag had ik van de minister vernomen of hij het opportuun vindt dat een gemeente de door haar betaalde kosten van de erelonen van de beëdigde geneesheer terugvordert op de

Overeenkomstig artikel 11 van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, stelt het universiteitsbe- stuur zelf het programma van

Deze discussie heeft uiteraard te maken met het feit dat de Leien tot de drukste straten van A n t- werpen behoren en dat op deze Leien heel wat zwaar verkeer uitsluitend van

Voor de dienstvaartuigen van de afdeling Zee- s c h e l de en de overige vaartuigen (AWZ – afde- l ing Vloot – locatie Antwerpen en afdeling Mari- tieme Schelde) die

3 7 0 van 3 juni 1997 van de heer Johan Malcorps wees de minister in zijn antwoord op het feit dat de ter- beschikkinggestelde gegevens waren gebaseerd op het indicatief