BESLUIT
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandsemededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
Zaaknummer: 812/Etos - Le Drugstore I. MELDING
1. Op 18 augustus 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Ahold Nederland B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Le Drugstore B.V., Jardin d'Orange (Orangerie) B.V. en Du Louvre B.V. 2. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 157 van 20 augustus 1998. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.
II. PARTIJEN
3. Ahold Nederland B.V. (hierna: Ahold) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij is een dochter van Koninklijke Ahold N.V., hoofd van de Ahold-groep. Deze groep heeft een groot aantal dochters.
4. Ahold is actief op het gebied van levensmiddelen groot- en detailhandel (Albert Heijn, C-1000); speciaalzaken voor detailhandel in
drogisterijartikelen (Etos), gezondheidsproducten (De Tuinen), slijterijartikelen (Gall & Gall), zoetwaren (Jamin); grenswinkels (Ter Huurne).
5. Le Drugstore B.V. (hierna: Le Drugstore), Jardin d'Orange (Orangerie) B.V. (hierna: Orangerie) en Du Louvre B.V. (hierna: Du Louvre) zijn besloten vennootschappen naar Nederlands recht. Zij zijn dochters van de beheersmaatschappij Jovi B.V. (hierna: Jovi).
6. Le Drugstore, Orangerie en Du Louvre zijn actief op het gebied van detailhandel in drogisterij-, parfumerie- en cosmetische artikelen, over-the-counter-geneesmiddelen (hierna: OTC-geneesmiddelen) en overige artikelen die daarmee in verband staan.
III. DE GEMELDE OPERATIE
7. De gemelde operatie betreft de verkoop en overdracht door Jovi van alle geplaatste aandelen in Le Drugstore, Orangerie en Du Louvre aan Ahold. Partijen hebben hiertoe overgelegd een Letter of Intent d.d. 10 juni 1998.
IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT
8. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 7,
pagina 1 van 4
bcm0812-9809
omschreven transactie leidt er toe dat Ahold zeggenschap verkrijgt over Le Drugstore, Orangerie en Du Louvre.
9. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Koninklijke Ahold N.V., Le Drugstore, Orangerie en Du Louvre.
10. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens van de betrokken ondernemingen blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.
V. BEOORDELING
A. Relevante markten Relevante productmarkt
11. Partijen gaan uit van een separate productmarkt voor verkoop, via detailhandelzaken, van drogisterij-, parfumerie- en cosmetische artikelen, OTC-geneesmiddelen en overige artikelen die direct dan wel indirect daarmee in verband staan. Zij rekenen tot de markt zowel speciaalzaken (drogisterijen en parfumerieën) als supermarkten en 'ambulante handel en overige aanbieders'.
12. Reeds in de zaak Internatio - Brocacef is vastgesteld dat het aannemelijk is dat er een separate markt voor de detailhandel in drogisterijartikelen moet worden onder-scheiden. Tevens is in die zaak aangenomen dat de verschillende afzetkanalen waarin het assortiment drogisterijartikelen wordt afgezet in zoverre tot dezelfde markt zijn te rekenen. Hierbij zijn inbegrepen drogisterijen, apotheken, parfumerieën, warenhuizen en het foodkanaal.
13. In het onderhavige geval kan de bovenstaande afbakening worden gevolgd. Evenals in bovengenoemde zaak kan een nauwkeurige definiëring van het productassortiment in het midden blijven, aangezien de uiteindelijke beoordeling van de gevolgen van de onderhavige concentratie hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punten 16-19).
Relevante geografische markt
14. Partijen omschrijven de markt voor detailhandel in drogisterijartikelen als landelijk. Zij merken op dat zich in alle delen van Nederland Etos-drogisterijen bevinden.
15. In de zaak Internatio - Brocacef is uitgegaan van een landelijke markt voor de detailhandel in drogisterijartikelen. In het onderhavige geval kan deze afbakening worden gevolgd.
B. Gevolgen van de concentratie
16. Naar opgave van partijen zijn er in Nederland 13842 verkooppunten van drogisterijassortimenten. De in omzet gemeten marktomvang schatten zij op NLG 7,5 miljard, exclusief de omzet gegenereerd door 'ambulante handel en overige aanbieders'. De omzet van Etos is NLG 583 miljoen. De gezamenlijke bruto omzet van Le Drugstore, Orangerie en Du Louvre is NLG 37 miljoen. Uitgaande van genoemde schatting van de marktomvang komen partijen tot een marktaandeel van Etos van circa 8% en een gezamenlijk marktaandeel van Le Drugstore, Orangerie en Du Louvre van
pagina 2 van 4
bcm0812-9809
circa 0,5%.
17. Partijen hebben in hun melding niet de omzet genoemd van De Tuinen (winkels gespecialiseerd in gezondheidsproducten), C1000-supermarkten en Albert Heijn-supermarkten, alle in de onderhavige context te rekenen tot de Ahold-groep. De uit drogisterijassortiment behaalde omzet van De Tuinen is NLG [...], die van C-1000 NLG [...] en die van Albert Heijn NLG [...]. De totale hier relevante omzet van de overnemende betrokken onderneming is derhalve NLG [...].
18. Omtrent het marktvolume zijn in de zaak Internatio - Brocacef
uiteenlopende schattingen genoemd, variërend van NLG 4 tot 9 miljard in 1996. Uitgaande van deze twee uitersten bevindt het marktaandeel van de Ahold-groep zich tussen de 14% en 31%. Het gezamenlijke marktaandeel van Le Drugstore, Orangerie en Du Louvre bevindt zich aldus berekend tussen de 0,4% en 0,9%.
19. Gezien het geschatte gezamenlijke marktaandeel van de over te nemen ondernemingen wordt de positie van de Ahold-groep op de relevante markt door de onderhavige overname niet substantieel versterkt. Tevens zij aangetekend dat, blijkens de eerder aangehaalde zaak Internatio - Brocacef , de marktaandelen van concurrenten Kruidvat/Trekpleister en DA/DA D'Attance/Stip beide vergelijkbaar zijn met het gecombineerde marktaandeel van partijen. Er is derhalve geen reden om aan te nemen dat door de onderhavige overname een machtspositie ontstaat of wordt versterkt.
VI. CONCLUSIE
20. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
21. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.
Datum: 23 september 1998
w.g. A.W. Kist
Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.
terug
pagina 3 van 4
bcm0812-9809
Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.
