• No results found

BESLUIT pagina 1van 4bcm1026-98097-12-2006file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1026-9809.htm

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT pagina 1van 4bcm1026-98097-12-2006file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1026-9809.htm"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse

mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Zaaknummer: 1026 / RDM - SP Aerospace and Vehicle Systems

I. MELDING

1. Op 24 augustus 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat RDM Technology Holding B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over SP Aerospace and Vehicle Systems B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 160 van 25 augustus 1998. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen

zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan marktpartijen.

II. PARTIJEN

2. RDM Technology Holding B.V. (hierna: RDM Technology) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij maakt deel uit van de RDM Groep waarvan RDM Holding N.V. aan het hoofd staat. Tot de RDM Groep behoren verder onder meer RDM Technology B.V., RDM

Submarines B.V., De Rotterdamse Droogdok Maatschappij B.V., B.V. Nederlandse Verenigde Scheepsbouwbureau's, ESF Rotterdam B.V., Dok- en Werkmaatschappij Wilton Fijenoord B.V., Verolme Botlek B.V., Verolme Scheepswerf (Shipyard) Heusden B.V. en Vervako Heusden B.V.

De activiteiten van de RDM Groep zijn: onderhoud, reparatie en nieuwbouw van onderzeeboten en schepen; revisie en verbetering van artillerie en de productie van mechanische onderdelen voor radarinstallaties, lucht- en ruimtevaart en stoom- en gasturbines; scheepsengineering en design; offshore.

3. SP Aerospace and Vehicle Systems B.V. (hierna: SP) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. De aandelen in SP worden voor ruim 71% gehouden door Wegmann & Co. GmbH (hierna: Wegmann).

SP is actief in: ontwikkeling en productie van landingsgestellen voor vliegtuigen en helikopters; ontwikkeling en productie van legervoertuigen, met name troepentransport-en lichte wielvoertuigen.

4. RDM Technology en SP houden elk 33 1/3% van de geplaatste aandelen van Leon Industrial Systems B.V. Deze vennootschap leidt een slapend bestaan; er vinden geen activiteiten in deze vennootschap plaats.

III. DE GEMELDE OPERATIE

5. De gemelde operatie houdt in dat RDM Technology alle geplaatste

pagina 1 van 4

bcm1026-9809

(2)

aandelen in SP overneemt van Wegmann en daarmee de meerderheid (ruim 71%) verkrijgt van de geplaatste aandelen SP. De

minderheidsaandeelhouders hebben geen vetorechten ten aanzien van het strategisch beleid van SP. SP verkeert in surséance van betaling. RDM heeft, onder voorwaarden, aan SP een bedrag van ƒ 10 miljoen ter

beschikking gesteld opdat SP in staat is tot een afwikkeling van de lopende schulden aan crediteuren te komen.

Tegelijkertijd met de aandelentransactie worden de activa en passiva van SP, die uitsluitend verband houden met de ontwikkeling van het

zogenaamde Fennek-voertuig, overgedragen aan een dochtermaatschappij van Wegmann.

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 6. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 5,

omschreven transactie leidt er toe dat RDM Technology de zeggenschap verkrijgt over SP en over Leon Industrial Systems B.V.

7. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling

formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn de RDM Groep en SP.

8. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens van de betrokken ondernemingen blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.

V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten

9. Volgens partijen is SP uitsluitend actief op de volgende relevante productmarkten:

- ontwikkeling, onderhoud en productie van landingsgestellen voor vliegtuigen en helikopters;

- ontwikkeling, onderhoud en productie van militaire troepentransport- en lichte wielvoertuigen.

De RDM Groep is niet actief op deze markten maar wel op de door partijen afgebakende productmarkt voor de revisie en upgrading van tanks en artillerie systemen.

Partijen baseren deze marktafbakening op het verschil in technologische kennis die aan de activiteiten van elk van de partijen ten grondslag ligt, en op de verschillende functionele vereisten van genoemde militaire

producten. De RDM Groep is terzake van artilleriesystemen met name actief voorzover het gaat om de vuurinrichting van de betrokken artillerie systemen; SP speelt met op het gebied van de ontwikkeling en productie van rollend materieel met name een rol bij de ontwikkeling en de

vervaardiging van de carrosserie, de wielen en de besturing. 10. Partijen merken verder op dat, wat betreft de in het vorige punt

pagina 2 van 4

bcm1026-9809

(3)

genoemde activiteiten, de RDM Groep en SP geen geïntegreerde eindproducten leveren maar als co-producent of toeleverancier bij de uitvoering van defensie-opdrachten zijn betrokken.

11. Een ambtshalve ondervraagde marktpartij, die afnemer is van beide partijen, heeft desgevraagd bevestigd dat partijen geen concurrenten van elkaar zijn aangezien partijen functioneel verschillende producten

aanbieden. Verder wordt door deze afnemer gesteld dat de ontwikkeling en productie van nieuwe militaire producten mogelijk onderscheiden moet worden van de modificatie en onderhoud van bestaande militaire producten. Ontwikkeling en productie van nieuwe militaire producten stelt namelijk hogere eisen aan de financiële draagkracht en de onderzoeks- en ontwikkelcapaciteit van de betreffende aanbieder.

12. De Europese Commissie onderscheid in haar beschikkingen een breed scala aan militaire projecten of militaire producten die ieder afzonderlijk behoren tot een relevante productmarkt.

13. In het onderhavige geval kan de precieze afbakening van de relevante productmarkten, waarop partijen actief zijn, in het midden blijven aangezien de uiteindelijke beoordeling van de gevolgen van de onderhavige

concentratie hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 15). Relevante geografische markten

14. Het standpunt van partijen is dat de productmarkten waarop partijen gezamenlijk actief zijn tenminste een Europese reikwijdte hebben. Dit standpunt van partijen kan worden gevolgd. Nederland heeft in algemene zin geen eigen defensie industrie. De concurrentie om het verkrijgen van defensie-opdrachten, ook van buitenlandse overheden, vindt op

internationaal niveau plaats. De geïntegreerde eindproducten, waaronder de ontwikkeling daarvan, komen veelal tot stand door samenwerking met buitenlandse bedrijven. Dat door Nederlandse afnemers van buitenlandse bedrijven veelal compensatie-orders voor Nederlandse bedrijven geclaimd worden, doet aan deze geografische marktafbakening niets af.

B. Gevolgen van de concentratie

15. Als er al sprake is van overlap van activiteiten tussen partijen dan is dat op het gebied van de ontwikkeling en productie van militaire producten. Indien de marktafbakening van partijen wordt gevolgd (zie punt 9) dan is er geen sprake van overlap van activiteiten tussen partijen en derhalve geen sprake van samenvoeging van marktaandelen. Indien de relevante

productmarkt(en) waarop partijen actief zijn ruimer zouden moeten worden afgebakend dan hebben partijen aannemelijk gemaakt dat zij, onafhankelijk van de precieze afbakening, op die markten kleine spelers zijn en dat, voor zover er al sprake is van samenvoeging van marktaandelen, het

gezamenlijke marktaandeel op betreffende markt(en) in Europa ver beneden de 15% ligt.

16. Op grond van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de voorgenomen concentratie niet tot gevolg zal hebben dat een machtspositie ontstaat of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

VI. CONCLUSIE

17. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de

pagina 3 van 4

bcm1026-9809

(4)

gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

18. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.

Datum: 15.09.1998

w.g. A.W. Kist

directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

terug

Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.

pagina 4 van 4

bcm1026-9809

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

I. Op 24 juni 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van

vloermaterialen voor projectinrichting zijn te beschouwen als twee afzonderlijke productmarkten, dan hebben partijen op de markt van vloermaterialen voor woonruimtes in Nederland

Voor het onderhavige besluit kan een precieze afbakening van de relevante geografische markt achterwege blijven omdat, zoals uit punt 14 van dit besluit blijkt, de preciese

Voor wat betreft de markt voor veiligheidsevaluaties bij kerncentrales wijzen partijen erop dat er in Nederland maar een zeer beperkte vraag naar deze diensten is, dat ECN en

Dientengevolge kan worden geconcludeerd dat, vooralsnog in het midden latend of The Greenery reeds over een machtspositie beschikt op een of meer van de markten waarop zij actief

Zelfs wanneer de mededingingsanalyse zich beperkt tot de handel in verspanende metaalbewerkingsmachines, hetgeen de nauwste productmarkt is die in aanmerking kan worden genomen,

elektriciteit aan niet-gebonden afnemers echter niet noemenswaardig actief is, wordt als gevolg de concentratie de positie van PNEM/MEGA niet noemenswaardig versterkt. Voorts

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een