BESLUIT
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandsemededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
Betreft: Zaak nr. 838/IBC - Mestemaker Beheer
I. MELDING
1. Op 13 juli 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Koninklijke IBC B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over J.G. Mestemaker Beheer B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 132 van 16 juli 1998. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.
II. PARTIJEN
2. Koninklijke IBC B.V. (hierna: IBC) is een besloten vennootschap, opgericht naar Nederlands recht. Zij staat aan het hoofd van de Koninklijke IBC-groep. Dit is een internationale groep van ondernemingen die zich toelegt op ontwikkeling en uitvoering van projecten in de woning- en utiliteitsbouw, waaronder renovatie en onderhoud, en op fabricage van producten daarvoor.
IBC heeft haar werkmaatschappijen gegroepeerd naar de kernactiviteiten: Utiliteitsbouw, Woningbouw en Vastgoedontwikkeling en naar de
ondersteunende activiteiten Handel en Industrie.
3. J.G. Mestemaker Beheer B.V. (hierna: Mestemaker Beheer) is een besloten vennootschap, opgericht naar Nederlands recht. Alle aandelen in Mestemaker Beheer worden gehouden door Mestemaker & Zn. Holding B.V. Mestemaker Beheer is de moederonderneming van: Bouw- en Aannemingsbedrijf Mestemaker B.V., Bouw- en Projectbegeleiding Mestemaker B.V. en Bauunternehmen Mestemaker GmbH.
Mestemaker Beheer is via haar werkmaatschappijen actief op het gebied van bouw en aanneming, waaronder woning-, utiliteitsbouw en eigen projectontwikkeling.
III. DE GEMELDE OPERATIE
4. Op grond van een intentieovereenkomst d.d. 14 mei 1998 zal IBC alle aandelen in Mestemaker Beheer overnemen van Mestemaker & Zn. Holding B.V.
IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT
pagina 1 van 4
bcm0838-9809
5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat IBC uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Mestemaker Beheer.
6. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn enerzijds de Koninklijke IBC-groep en anderzijds Mestemaker Beheer en haar dochtermaatschappijen (hierna: Mestemaker).
7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens van de betrokken ondernemingen blijkt dat de gemelde concentratie binnen het toepassingsbereik van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.
V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten
8. Partijen onderscheiden in hun melding de volgende markten: de markt voor woningbouw, de markt voor utiliteitsbouw en de markt voor
projectontwikkeling. Partijen stellen dat de activiteiten op het gebied van renovatie en onderhoud geen seperate productmarkt vormen en dat deze activiteiten deel uitmaken van de markt voor woningbouw en de markt voor utiliteitsbouw.
9. Binnen de bouwnijverheid kunnen mogelijkerwijs de sectoren woningbouw, utiliteitsbouw en renovatie/onderhoud als verschillende productmarkten worden aangemerkt. In de onderhavige zaak is het evenwel niet noodzakelijk te bepalen of genoemde sectoren afzonderlijke
productmarkten zijn, aangezien de uiteindelijke conclusie hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 15).
10. In zaak 504 NV Bouwfonds Nederlandse Gemeenten - Schilder Bouw BV (besluit van 20 mei 1998, nr. NMa 504/13.B01, punt 8) is reeds geconcludeerd dat projectontwikkeling kan worden onderscheiden van andere activiteiten in de bouwsector.
11. IBC is via haar sector Handel en Industrie actief op het gebied van geprefabriceerde betonelementen, timmerwerkzaamheden en staalbouw. Aangezien Mestemaker op deze gebieden niet actief is, is er wat deze activiteiten betreft geen sprake van overlap tussen partijen en kan een eventuele verdere afbakening van de relevante productmarkt(en) in het midden blijven aangezien de voorgenomen concentratie niet leidt tot samenvoeging van marktaandelen.
Relevante geografische markten
12. Het blijkt dat binnen de bouwnijverheid en op het gebied van projectontwikkeling sprake is van een aantal grote landelijke
marktdeelnemers en een groot aantal kleinere regionale marktdeelnemers waarmee partijen in concurrentie treden.
13. In het onderhavige geval kan in het midden blijven of de markten waarop partijen actief zijn regionale of nationale markten zijn aangezien de
pagina 2 van 4
bcm0838-9809
uiteindelijke conclusie hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punten 15 en 16).
B. Gevolgen van de concentratie
Ten aanzien van woningbouw, utiliteitsbouw en renovatie/onderhoud 14. Mestemaker is op het gebied van woningbouw, utiliteitsbouw en renovatie/onderhoud uitsluitend actief in het geografische gebied dat wordt ingekaderd door de plaatsen Delfzijl, Groningen, Zwolle en Enschede. De Koninklijke IBC-groep is niet in deze regio actief.
15. Onafhankelijk van de vraag of de activiteiten op het gebied van
woningbouw, utiliteitsbouw en renovatie/onderhoud onderdeel uitmaken van één relevante productmarkt of dat sprake is van separate markten voor woningbouw, utiliteitsbouw respectievelijk renovatie/onderhoud, bedraagt het gezamenlijke marktaandeel van partijen op de relevante productmarkt (en) minder dan 5% ongeacht of de geografische dimensie van de markt (en) regionaal of nationaal is. Binnen de regio ingekaderd door de plaatsen Delfzijl, Groningen, Zwolle en Enschede is er geen sprake van
samenvoeging van marktaandelen. Ten aanzien van projectontwikkeling
16. Partijen zijn beiden actief op het gebied van projectontwikkeling, zij het dat Mestemaker deze activiteiten alleen ontplooit voor haar eigen
bouwbedrijven. Onafhankelijk van de precieze definiëring van de markt voor projectontwikkeling bedraagt het gezamenlijke marktaandeel van partijen minder dan 5% ongeacht of de geografische dimensie van de markt regionaal of nationaal is.
Ten aanzien van de overige activiteiten van partijen
17. Indien de in punt 11 genoemde overige activiteiten van IBC onderdeel uit zouden maken van de in punt 15 genoemde productmarkt(en) dan zou dit, gezien de omvang van deze activiteiten ontplooid door IBC, niet leiden tot een noemenswaardige verhoging van het in dat punt genoemde marktaandeel.
18. Gelet op het gestelde in de voorgaande punten bestaat er geen reden om aan te nemen, dat ten gevolge van de voorgenomen concentratie een economische machtspositie ontstaat of wordt versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
V. CONCLUSIE
19. Na onderzoek van deze melding, is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
20. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen
pagina 3 van 4
bcm0838-9809
van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.
Datum: 01.09.1998
De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze:
w.g. Drs. R.J.P. Jansen Hoofd Concentratiecontrole
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.
terug
Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.
