1 Ons kenmerk: OPTA/EGM/2003/201663 Openbare Versie
Zaaknummer: E04203003 Datum: 7 mei 2004
Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 38 van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie inhoudende de afkeuring van het kortingsvoorstel van Koninklijke KPN N.V.
voor een aanpassing van de kortingsregeling genaamd ”WorldLine Biba”.
1 Samenvatting
Koninklijke KPN N.V. (hierna: KPN) heeft een kortingsvoorstel ingediend bij het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) voor een aanpassing in de kortingsregeling WorldLine. Het voorstel betreft de korting voor bellen binnen basistariefgebied (Biba).
Het college heeft het kortingsvoorstel, op grond van artikel 38 van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: Boht) en het beoordelingskader voor kortingen, beoordeeld op de thans maximaal toegestane kortingspercentages, op non-discriminatie, transparantie en effecten op de mededinging (kenmerk: OPTA/EGM/2004/201029). Het college is van oordeel dat het tariefvoorstel niet in
overeenstemming is met artikel 38, eerste lid van het Boht en keurt het kortingsvoorstel derhalve af.
2 Verloop van de procedure
Op dinsdag 27 januari 2004 heeft KPN per brief het voorstel voor de aanpassing van de kortingsregeling WorldLine (kenmerk: 2004-U-00017-RvB) aan het college doen toekomen. Naar aanleiding van dit voorstel heeft het college op 30 januari jongstleden om een onderbouwing1 verzocht van de
voorgestelde aanpassingen in de kortingsregeling (kenmerk: OPTA/EGM/2004/200374). Hierop verwees KPN op 13 februari 20042 voor deze onderbouwing naar het kortingenkader van 19983. Bij brief van 3 maart 2004 (kenmerk: OPTA/EGM/2004/200873) deelde het college mede dat hij de behandeltermijn van het voorstel met drie weken had verlengd.
3 Feiten
De aanpassingen van de kortingsregeling, welke nu zijn voorgesteld door KPN, zijn tweeledig. In de eerste plaats wordt het aantal staffels, ofwel de omzet per notaperiode op basis van generieke Belbasis
1 Conform punt d van de procedureafspraken, zoals opgenomen in de brief van het college van 28 maart 2002 (kenmerk: OPTA/EGM/2002/200694)
2 Kenmerk: OPTA/EGM/2004/100801
3 Oordeel van het college op 20 december 1998 (kenmerk: OPTA/E/98/2190)
2 tarieven, van vijf uitgebreid naar zes (€100,-, €1.000,-, €2.500,-, €5.000,-, €10.000,-, en €
[vertrouwelijk] excl. BTW). In de tweede plaats zijn er voor Biba verkeer de volgende kortingen voorgesteld:
4 Juridisch kader
De beoordeling van generieke tarieven is gebaseerd op de artikelen 34, 35 en 36 van het Boht
respectievelijk artikel 24 van de Mw. Voor een uitgebreide behandeling van deze wettelijke kaders en van het beoordelingskader voor generieke tarieven wordt hier verwezen naar de Richtsnoeren Prijssqueeze4. Naast dit wettelijke kader voor de beoordeling van generieke tarieven is voor het beoordelen van kortingen en pakketten van vaste telefonie tevens artikel 38 van het Boht van belang.
Op grond van artikel 38 van het Boht is KPN als aanbieder met aanmerkelijke marktmacht gerechtigd kortingsregelingen toe te passen, voor zover die transparant en niet-discriminerend zijn. Artikel 38 van het Boht bepaalt verder dat dergelijke kortingsregelingen de voorafgaande toestemming van het college behoeven.
Op 2 september 1998 heeft het college inzake de beoordeling van de kostenoriëntatie van de telefoontarieven van KPN een beoordelingskader voor kortingen vastgesteld voor de periode 1998- 20025. Onderdeel van dit beoordelingskader is dat per deelmarkt wordt aangegeven in welke mate KPN korting mag geven, afhankelijk van de feitelijke concurrentie op de betreffende deelmarkt. Op grond van het huidige kortingenkader van 23 december 2003 (kenmerk: OPTA/EGM/2003/204801) mag KPN de volgende maximale kortingspercentages hanteren: lokaal verkeer (Biba) 4,4%, nationaal verkeer (Buba) 22,7%, vast-mobiel verkeer 4% en internationaal verkeer 32,1%. Er is bij het opstellen van het huidige kortingenkader besloten de maximaal toegestane kortingspercentages te bevriezen, op basis van een beperkte ontwikkeling van de concurrentie op de genoemde deelmarkten. In de Joint Remedy Study van de European Regulatory Group en de Europese Commissie wordt het opleggen dan wel behouden van beperkingen in dergelijke situaties onderschreven6.
4 Richtsnoeren Prijssqueeze (kenmerk: OPTA/EGM/2000/200494, NMa/2201/12). De bijlagen Richtsnoeren Prijssqueeze zijn op 1 augustus 2002 aangepast (kenmerk: OPTA/EGM/2002/201877)
5 Kenmerk: OPTA/E/98/2190
6 “Draft Joint ERG/EC Approach on Appropriate Remedies in the New Regulatory Framework”, Retail Obligations (2.2.6) pag. 53
omzet per notaperiode
binnenbasis NU
binnenbasis VOORSTEL 100 4% 4%
1000 4% 4%
2500 4% [vertrouwelijk]
5000 4% [vertrouwelijk]
10.000 4% [vertrouwelijk]
[vertrouwelijk] [vertrouwelijk]
3 5 Overwegingen
Bevoegdheid
Op grond van artikel 36 van het Boht voert KPN een voorgenomen wijziging van haar eindgebruikerstarieven niet eerder in dan nadat het college de voorgenomen wijziging heeft goedgekeurd. Dit artikel verleent het college de bevoegdheid om het onderhavige voorstel op het vereiste van kostenoriëntatie te beoordelen, zoals neergelegd in artikel 35 van het Boht. Aangezien het onderhavige voorstel een kortingsregeling betreft, is het college op grond artikel 38 van het Boht eveneens bevoegd om het kortingsvoorstel te beoordelen op transparantie en non-discriminatie en dient KPN, voorafgaand aan de introductie van de kortingsregeling, toestemming van het college te
verkrijgen. Hieraan kunnen voorschriften en/of beperkingen worden verbonden.
Beoordeling
Het college beoordeelt op grond van artikel 38 van het Boht en het huidige beoordelingskader voor kortingen of de voorgestelde korting op Biba verkeer voldoet aan het maximaal door het college vastgestelde kortingspercentage. Vervolgens toetst het college of het voorstel tot aanpassingen in de kortingsregeling “WorldLine Biba” non-discriminatoir en transparant wordt aangeboden én of het kortingsvoorstel er niet toe leidt dat de mededinging wordt beperkt. Het college toetst verder op grond van artikelen 35 en 36 van het Boht het voorgestelde maximale kortingspercentage op het vereiste van kostenoriëntatie. De wijze waarop het college deze toetsing uitvoert, is beschreven in de op 6 augustus 2003 gepresenteerde “Nota van bevindingen ten aanzien van ondergrensregulering van de tarieven van de eindgebruikersdiensten van KPN, ofwel prijssqueeze, kortingen en pakketten” 7.
Maximaal toegestane kortingspercentages
Op 2 september 1998 is door het college een beoordelingskader voor kortingen vastgesteld. In de evaluatie van het kortingenkader van 23 december 2003 is bepaald dat er geen verhoging plaats zal vinden van de maximale kortingspercentages, waardoor deze op het niveau blijven van eind december 2002. Eén van de voornaamste redenen om over te gaan tot bevriezing van de kortingsruimte voor Biba verkeer is dat het college geen van verbeteringen bemerkte in de concurrentiesituatie op de deelmarkt voor Biba verkeer.
Hierop heeft het college beoordeeld of het kortingsvoorstel een overschrijding van deze maximaal door het college toegestane kortingspercentages inhoudt. De aanpassingen in kortingsregeling die KPN in dit geval wenst in te voeren, bedragen [vertrouwelijk] % vanaf een omzet van € [vertrouwelijk],
[vertrouwelijk] % vanaf € [vertrouwelijk], [vertrouwelijk] % vanaf € [vertrouwelijk] en [vertrouwelijk] % vanaf een omzet van € [vertrouwelijk] per notaperiode op basis van generieke Belbasis tarieven. Hiermee voldoet het voorstel niet aan het maximale kortingspercentage van 4% voor Biba verkeer.
7 Kenmerk: OPTA/EGM/2003/202390
4 Aan een beoordeling of de voorgestelde maximale korting op WorldLine voldoet aan de vereiste van kostenoriëntatie is het college, gezien bovenstaande constateringen aangaande de maximaal toegestane kortingspercentages, niet toegekomen.
Non-discriminatie
Ten aanzien van het vereiste van non-discriminatie merkt het college het volgende op. Non-
discriminatie houdt in dat een bepaald aanbod voor eenieder in Nederland beschikbaar dient te zijn.
Het college stelt vast dat alle gebruikers, die een standaard “BelBasis-abonnement” (PSTN en ISDN2) bij KPN afnemen, gebruik kunnen maken van de kortingsregeling “WorldLine Biba”. Het college is van oordeel dat hiermee de korting voor eenieder beschikbaar is.
Met betrekking tot de staffels lijkt er geen reden te bestaan om de voorgestelde indeling niet goed te keuren. KPN staat immers vrij te kiezen voor bepaalde staffels, mits de kortingsregeling voor een voldoende brede groep van gebruikers van toepassing is.
Transparantie en effecten op de mededinging
Het college heeft vooralsnog geen problemen met betrekking tot de transparantie van de
kortingsregeling ”WorldLine Biba” geconstateerd. Het college heeft de voorgestelde wijziging van de kortingsregeling “WorldLine” tevens beoordeeld op anticompetitieve aspecten. Zoals wordt toegelicht in het kortingenkader van 23 december 2003 stelt het college vast dat een verhoging van de
kortingsruimte een negatief effect zou hebben op de mededinging.
6 Dictum
Op grond van het kortingenkader van 23 december 2003 is het college van oordeel dat het
kortingsvoorstel niet in overeenstemming is met artikel 38, eerste lid van het Boht. Het college keurt de aanpassing in de kortingsregeling “WorldLine Biba” dan ook af. Goedkeuring kan eerst plaatsvinden indien het voorstel in overeenstemming is gebracht met het kortingenkader.
HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,
hoofd van de afdeling Eindgebruikersmarkt (plv.)
mr. F.J.G. van der Plas
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit.
Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:
Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Stafafdeling Juridische Zaken
Postbus 90420 2509 LK Den Haag
onder vermelding van “bezwaarschrift”. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en dient in ieder geval de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van bezwaar te bevatten. Zo mogelijk dienen een afschrift van het besluit en de overige op het bezwaar betrekking hebbende stukken te worden meegezonden.
