• No results found

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 9 en 10

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 9 en 10"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 9 en 10

Samenvatting door een scholier 5e klas vwo

2766 woorden 9 jaar geleden

6,8

72 keer beoordeeld

Vak Geschiedenis

Methode Werkplaats

Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 9 & 10

§1 De Eerste Wereldoorlog

KA: Het voeren van twee wereldoorlogen.

KA2: Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.

De WWI begon op de avond van 4 augustus 1914. Er waren in de landen een sterke nationale

geldingsdrang. En ook dankzij de industriële revolutie werd het gemakkelijker om wapens te produceren.

Veel politici en generaals vonden oorlog een geschikt middel om de nationale zaak te dienen. Toen de oorlog kwam werd het niet slecht ontvangen maar werd er vrolijk gejuicht. Het werd een echte

wereldoorlog door het moderne imperialisme. Want ook troepen uit de koloniën gingen meevechten.

De Duitsers rukten snel op via België, Noord-Frankrijk binnen. Maar 30 kilometer voor Parijs werd hun offensief gestopt. Daar legden beiden partijen loopgraven aan en toen lag het muurvast.

Dankzij de technische vernieuwingen kwamen er nieuwe wapens, zoals de Duitsers in 1915 gebruikten:

gifgas. Ook kwamen er het vliegtuig en de tank die in WWII beslissend waren maar nu nog technisch te beperkt. In 1917 brak er een revolutie uit in Rusland en werd het communistisch en sloten vrede met Duitsland. Nu was Duitsland klaar met de tweefrontenoorlog en begonnen ze in het westen een groot offensief. Maar dankzij de Amerikaanse troepen die steeds kwamen verloor Duitsland het toch en toen ze zagen dat het hopeloos was gaven ze de macht aan een democratische politici. Op 11 november 1918 was de oorlog beëindigt.

- Nationalisme: Het was belangrijk om voor je land te vechten.

- Kolonialisme: Belangrijk om veel koloniën te hebben en mensen uit de koloniën mee laten vechten in oorlog.

- Militairisme: Dat iedereen een groot leger had en dat legers belangrijk waren en zin hadden om te vechten.

- Bondgenootschappen: Er werden bondgenootschappen gesloten en als één land uit zo’n bondgenootschap ruzie kreeg werd deze bijgestaan door een ander land of meerdere landen.

§2 De economische wereldcrisis

(2)

KA: De crisis van het wereldkapitalisme.

In de roaring twenties nam de welvaart overal in de westerse wereld toe. Er was nauwelijks werkloosheid en de lonen stegen fors. Europa lag flink achter op Amerika, maar toch kwam daar ook groei in. Maar op 24 oktober 1929, Black Thursday, stortte de aandelenkoersen op de New Yorkse effectenbeurs in. Veel Amerikanen hadden veel geld geleend om luxegoederen te kopen en banken hadden veel te gemakkelijk geld verstrekt. Zij kwamen met oninbare leningen te zitten en daarom gingen veel banken failliet.

De landbouw en industrie hadden overproductie en omdat er geen kopers waren, gingen de prijzen omlaag en werden de boeren in armoede gedompeld.

Overheden probeerden de eigen economie met hoge importtarieven te beschermen. Er kwam pas herstel toen de Amerikaanse president Roosevelt in 1933 met de new deal (wetten die zijn aangenomen om de crisis te verhelpen) op grote schaal ingreep in de economie. De economie trok aan en de werkloosheid daalde. Alleen de Sovjet-Unie zat zonder werkloosheid.

De vier verklaringen Wall Street Crash:

- Landbouwcrisis

- Munteenheid niet sterk - Veel op krediet kopen - Lonen blijven achter

§3 De totalitaire systemen

KA: het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën: communisme en nationaal-socialisme.

Er ontstonden drie totalitaire ideologieën: het communisme, het fascisme en het nationaalsocialisme. In Rusland greep de marxist Lenin in 1917 de macht. Hij riep de arbeiders op tot een wereldrevolutie en in veel landen kwamen nu communistische partijen. Maar de revolutie slaagde alleen in het tsarenrijk dat later de Sovjet-Unie werd.

In Italië grepen de fascisten onder leiding van Mussolini de macht. Zijn beweging kwam voort uit soldaten die in de Eerste Wereldoorlog hadden gevochten. Het waren fanatieke nationalisten. In 1922 werd

Mussolini tot regeringsleider benoemd door de koning.

In Duitsland probeerde nationalistische oorlogsveteranen een staatsgreep onder leiding van Hitler te plegen in 1923. In 1933 kreeg Hitler nog een kans, want door de economische crisis werden de

antidemocratische partijen nieuw leven ingeblazen. Hij werd regeringsleider en veroverde snel de alleenheerschappij.

Het fascisme en het nationaalsocialisme waren beiden extreem nationalistisch en verheerlijkten strijd en geweld. Er was één verschil en dat was dat de fascisten de rassenleer niet aanvaarden.

Bij de communisten deden ras en natie er niet toe, maar ging het erom dat de arbeidersklasse aan de macht kwam. Eigenlijk ging alle vormen van totalitarisme op elkaar lijken. Ze wilden allemaal het leven, denken en voelen van de bevolking volledig controleren. Ook tegenstanders mochten gewoon uit de weg worden geruimd. Het rechtvaardigde ook het feit dat er maar één partij was met één leider. Hitler als Führer, Mussolini als Duce, Stalin als Vozjd. Individuele vrijheid bestond niet, je deed alles voor de staat.

Tussen de Sovjet-Unie en Duitsland zaten wel verschillen. Duitsland was in bepaalde opzichten minder totalitair. Als je bij Duitsland niet bij minderheden, homo’s of zigeuners hoorden had je niets te vrezen. Bij de Sovjet-Unie had iedereen wat te vrezen. Hij wilde van een agrarisch land naar een industriële

grootmacht. Stalin wilde heel de Sovjet-Unie zuiveren van verraderlijke elementen en verdwenen miljoenen

(3)

mensen in strafkampen.

§4 Propaganda en communicatie

KA: De rol van het moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.

In de 19e eeuw begonnen politieke bewegingen op grote schaal propaganda te maken. Ze probeerden de massa’s te winnen en die van de tegenstanders af te kraken. In de WWI was het onmisbaar want het was anders onmogelijk geweest om de bevolking tot de offers te bewegen waar de oorlog om vroeg. Later werd de propaganda nog sterker door de radio en de film. De leiders werden veel verheerlijkt.

Ook belangrijk voor de totalitaire regimes waren de massaorganisaties. Alle jongens van 14 tot en met 18 waren lid van de Hitlerjugend. Ook in de Sovjet-Unie werden kinderen van jongs af aan geïndoctrineerd.

Jongeren moesten lid zijn van de Komsomol, die alle vrije tijd op eiste. Voor de volwassenen waren er vakbonden.

Hitlerjugend:

- Ideologie staat centraal  indoctrinatie  jeugd opgeleid zodat ze de staat van nut zouden zijn.

- Symbolen.

- Nadruk op gemeenschapszin en kameraadschap en alles geven voor de staat.

Propaganda:

- Eerst verspreiden van ideeën via boeken, brochures, pamfletten, prenten, moderne propaganda.

- Beïnvloeding en sturing van de massa.

- Controleren van de opinie.

- Propaganda  staatsaangelegenheid  moet primaire gevoelens opwekken (geborgenheid, woede, kracht, trots, zelfvertrouwen).

§6 De Tweede Wereldoorlog

KA: Het voeren van twee wereldoorlogen.

KA2: Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.

Toen Duitsland op 1 september 1939 Polen aanviel, was de maat vol voor Groot-Brittannië en Frankrijk en verklaarden Duitsland de oorlog. In het begin had Duitsland grote successen. Nadat Duitsland Polen had overwonnen gingen ze snel naar Nederland, België en Frankrijk. Met honderden tanks rukten ze op terwijl hun luchtmacht angst zaaide met bommen en de communicatielijnen uitschakelde. Het lukte de Duitsers nu om in vijf weken Frankrijk te veroveren.

Hitler had voordat hij Polen binnenviel een niet-aanvalsverdrag met Stalin gesloten. Daardoor had hij een nieuw tweefronten oorlog vermeden. Maar nu ze West-Europa in handen hadden stoomden ze door naar Rusland in 22 juni 1942. Toen viel Japan ook de Amerikaanse vloot in Pearl Harbor aan en Hitler was zo opgetogen dat hij de VS de oorlog verklaarde.

De Duitsers bombardeerden Stalingrad. En Stalin wilde die stad tot elke prijs verdedigen. En op 31 januari 1943 moesten de Duitsers zich daar overgeven. De Sovjets sloegen de Duitsers steeds verder terug. Op 6 juni 1944, d-day, landden de westelijk geallieerden in Normandië, en ook daar werden de Duitsers teruggedrongen. Berlijn viel pas op 2 mei 1945. Een week later gaf Duitsland zich over.

De WWII was in een nog grotere mate dan WWI een ‘totale oorlog’. Het dodental was zes keer zo hoog en de wapenindustrie astronomisch. De Duitsers voerden in het oosten een vernietigingsoorlog. De Slavische

(4)

elite zou worden vermoord en de rest van de bevolking verjaagd of moesten drangarbeid verrichten.

Voor de uitvoering hiervan hadden ze einsatzgruppen. Die liquideerden achter de oprukkende troepen de communisten. De oorlog was gericht op het maken van zoveel mogelijk slachtoffers. Zo werd Leningrad omsingeld met het doel de stad kapot te schieten en te verhongeren. Van de Sovjet zijde werd de oorlog ook met wreedheid gevoerd, toen ze Duitsland binnengingen verkrachten ze wel meer dan een miljoen Duitse vrouwen.

De Britten gooide ook bommen op Berlijn en op andere steden van Duitsland. Na de Duitse capitulatie moest er nog afgerekend worden met Japan. Ze bombardeerden alle steden van Japan, maar dat hielp niet. Toen zette ze de atoombom in en gooide die op 2 steden. Het effect was zo groot dat Japan toen wel capituleerde.

§7 Genocide

KA: racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden.

Joden:

Romeinse Rijk  Joden vervolgd omdat ze weerstand boden tegen de keizer cultus.

70. na Christus  Plundering van de tempel van Jeruzalem door troepen van Titus.

Middeleeuwen  Christenmoordenaars, zondebok bij epidemieën, leefden in getto’s en ze waren uitgesloten van gilden.

Belangrijk voor de emancipatie van de joden in Duitsland zijn de democratie en industriële revolutie. Anti- semitisme heel sterk bij boeren, middenstanders en handwerkers.

Systeem Jodenvernietiging:

- Jodenster, joodse winkels en persoonsbewijs.

- Verzamelen in Randstad, later in Amsterdam  getto - Razzia  verzamelen Joden in Hollandse schouwburg - Doorstuurkamp bijvoorbeeld Westerbork.

- Transport naar werkkamp (bijvoorbeeld Mauthause-steengroeve) en later vernietigingskampen (bijvoorbeeld Sobibor en Auschwitz).

In 1938 barstte de Joden haat los. Synagoge werden in brand gestoken en joodse winkels en huizen geplunderd en verwoest. Dit is de Kristalnacht. Vanaf 1942 kwamen er vernietigingskampen om Joden te vermoorden.

§8 De bezetting

KA: de Duitse bezetting van Nederland.

Op 10 mei 1940 werd Nederland binnengevallen door de Duitsers. Het leger van Nederland was kansloos.

Na een bombardement van Rotterdam capituleerde Nederland al op de vijfde dag. De regering, inclusief de koningin vluchten naar Londen. Seys-Inquart nam de bevoegdheden over, dit was een door Hitler aangestelde rijkscommissaris. Het bestuursapparaat bleef zitten alleen joden werden ontslagen. Alle ambtenaren tekenden een loyaliteitsverklaring. Zo hadden ze de macht toch nog een beetje in eigen hand.

De Duitsers lieten de Nederlanders hun gang gaan. Maar toen Duitsland de Sovjet-Unie binnen viel verlangden ze actieve steun van de Nederlanders. De onderdrukking en terreur nam toe ook toen joden in 1942 werden weggevoerd. Er kwamen tekorten aan textiel en zeep.

In september 1944 bevrijdden de geallieerden het zuiden, maar bleven steken bij de grote rivieren. In

(5)

Holland en Utrecht volgde een Hongerwinter die duizenden mensen het leven kostte. Toen de bevrijding in 1945 kwam was Nederland geruïneerd. Veel dingen waren verwoest. 1 September 1939 – 7 Augustus 1945 duurt de tweede wereldoorlog.

§2 De Koude Oorlog

KA: de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.

De Koude Oorlog kwam vlak na de WWII. Er was een grote tegenstelling tussen de VS en de Sovjet-Unie.

Duitsland werd opgedeeld tussen de grote drie. Rusland, Groot-Brittannië en Amerika. Maar uiteindelijk werden er twee ideologische blokken gevormd. De Amerikanen gingen denken dat Stalin wereldmacht wilde want hij bracht overal communisten aan de macht. De grenzen gingen dicht tussen Oost-Europese landen en die kregen een totalitair systeem.

Truman beloofde economische en militaire steun aan landen die door het communisme bedreigd werden.

Deze containment politiek leidde onder meer tot economische hulp en de oprichting van de NAVO. Toen bleek dat Stalin in 1949 ook een atoombom had en de communisten de macht grepen in China besloot Truman de containment politiek overal toe te passen. De VS hielp Zuid-Korea toen het communistische Noord-Korea hen binnenviel.

Na de dood van Stalin nam de spanning wat af. Het bloedigste conflict werd uitgevochten in Vietnam, dat in 1954 was verdeeld in twee fronten. Van 1965-1973 probeerden de VS vergeefs met geweld te voorkomen dat heel Vietnam in handen viel van de communisten.

De opvolger van Stalin Chroesjtjov zag nog maar twee mogelijkheden: totale vernietiging of vreedzame coëxistentie. Toch raakte de supermachten in een wapenwedloop. In 1970 kwamen er wel

wapenbeheersingsakkoorden waarin ze een max. aantal kernwapens en raketten vaststelden. Zo bleef de dreiging van een atoomoorlog in de lucht hangen.

Maar na 1985 was de Koude Oorlog verassend snel beëindigd. De nieuwe leider Gorbatsjov wilde het systeem weer op gang krijgen met glasnost (openheid) en perstrojka (hervormingen). Hij sloot met Reagan in 1987 een akkoord voor de vernietiging van alle kernwapens voor middellange afstand. Hij hield ook het communistische blok niet meer bij elkaar en steeds meer staten kwamen ten val. De economie stortte helemaal in nu in Sovjet-Unie en werd in 1991 opgeheven. Gorbatsjov was eigenlijk een overtuigd

communist maar na de ramp van 1986 in Tsjernobyl vond hij het systeem niet goed meer en voerde veel veranderingen door in Rusland zoals vrijheid van meningsuiting.

5 Fasen Koude Oorlog:

- Politiek-ideologische conflict in Europa - In 1949 verplaatst naar Azië

- 1953 – Stalin dood – Ontspanning - Halverwege jaren ’70 weer spanning - Met Michael Gorbatsjov loopt de KO af

- Containmentpolitiek: Marshallhulp, Dominotheorie

- Blokkade van Berlijn (1948  duurt 11 maanden)  Splitsing Duitsland BRD(West), DDR(oost).

- Korea oorlog: 1950 -1953

- Vreedzame coëxistentie (Chroetsjov)

(6)

- 1959 Cuba  1962 Cubacrisis - 1970 wapenbeheersingsakkoorden - 1954 – 1975 Vietnamoorlog:

* 1960 – Militaire adviseurs (Kennedy)

* 1965 – Beperkte oorlog (Johnson)

* 1975 – Terugtrekking (Nixon)

Eind jaren ’70: Communisme in Angola, Ethiopië, Jemen, Afghanistan.

1985 – Gorbatsjov aan macht 1987 – Ontwapeningsakkoorden

Doormiddel van Glasnost en Perstrojka.

1989 – Wonderjaar, communistische blok viel uiteen.

1991 – Jeltsin  Einde KO  Duitsland eenheid

§3 Welvaart en cultuur

KA: de toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen.

In 1945-1955 was een tijd van schaarste en zuinigheid, daarna steeg de welvaart. De economie wakkerde sterk aan. Aan deze economische bloei kwam in 1973 abrupt een einde. Er ontstond een hardnekkige en massale werkloosheid. Veel mensen kregen een AOW die in 1947 was ingesteld. De welvaart steeg rond 1985 weer en vooral na 1995 toen de informatiemaatschappij tot volle bloei kwam, kreeg iedereen een pc en mobiele telefoon.

De welvaart en vrijheid leidde tot grote sociaal-culturele veranderingen. Tot 1960 behoorden mensen tot een groep: gezin, zuil of sociale klasse. Maar jongeren en ouden kwamen fel tegenover elkaar te staan.

Ouden waren gewend aan soberheid en armoede, maar jongeren kenden alleen de welvaart van het nu.

De ontkerkelijking en ontzuiling namen steeds meer toe. Toen de anticonceptiepil in 1963 kwam er een seksuele revolutie. Het huishouden werd ook minder tijdrovend door koelkast, stofzuiger en wasmachine.

Er kwam hierdoor een tweede feministische golf. Ze gingen verder dan die van 1900, ze wilden gelijke kansen op de arbeidersmarkt, maar ook gelijke verdeling van huishoudelijke taken en de zorg voor de kinderen. Ook de televisie werkte individualisering in de hand. Steeds meer stond het individu met zijn behoeftes centraal. Het internet voltooide dit.

Nozems zijn jongeren uit de arbeidersklasse. Provo’s en hippies zijn uit de middenklasse.

§4 De Europese eenwording KA: de eenwording van Europa.

Na de WOII werden de Duitsers gewantrouwd. Maar toch gingen ze nu compromissen en

onderhandelingen sluiten. Schuman wilde de staal- en steenkoolsector van Duitsland en Frankrijk onder een bestuur brengen. Het zou de economische groei bevorderen en het Duitse gevaar elimineren. Dit was ook om het sovjetgevaar af te wenden en welvaart te bereiken.

Dit leidde tot de oprichting van de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal). Er waren zes leden: Frankrijk, West-Duitsland, Italië, Nederland, België en Luxemburg. Dit leidde tot succes en in 1958 kwam Europese Economische Gemeenschap op. De EEG werd een groot economisch succes, en GB kwam in 1972 erbij. In 1973 stagneerde de economie, en gingen achter lopen op Japan, VS, Zuid-Korea en andere

(7)

landen.

Duitsland werd 3 weken na de val van de Muur (9 november 1989) herenigd met Oost-Duitsland. In 1992 werd het Verdrag van Maastricht getekend om de macht te vergroten van Europese instellingen. Ze gingen de Europese Unie heetten. De val van het communisme maakte ook uitbreiding naar het oosten mogelijk.

Er kwamen 10 leden bij en daardoor waren er 25 lidstaten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij hoge concentraties glucose in het bloed wordt ook de concentratie insuline hoger, deze bevordert de opname van glucose in cellen. De daling van leverglycogeen in de invloed van

(= verhaal dat Dtsld de WOI had verloren door verraad door de democratie van Weimar) omdat de rechtse mensen zich verraden voelden, ze dachten dat als de ‘schande-vrede’ niet

Ÿ In de 7 e eeuw moest het Rijk grote gebiedsdelen aan het islamitische rijk van kalief Omar I afstaan, maar toch bleek het rijk in het Oosten van het Middellandse Zeegebied

De stadsbewoners en hun gasten konden voor één keer de rol spelen die ze tijdens het jaar nooit konden vervullen: mannen mochten zich als vrouwen kleden en omgekeerd.. · Agressie

Hitler haalde Hindenburg over om de noodtoestand af te kondigen waardoor de wet niet meer geldig was, het parlement machteloos en dat alle macht naar de zittende regering ging..

Men koos er vaak voor om beschermd te worden door heer, dan was je niet oproepbaar voor oorlog.. Ze moesten dan wel deel van de oogst geven en werk op akkers

Toen de Amerikanen op 3 april 1945 in Duitsland een kamp vonden waar op het laatste moment nog honderden Joden in een gat vermoord waren drong pas door dat de nazi’s genocide

Omdat de Wetpolitik geen succes werd, richtte Duitsland zich in het begin van de 20 e eeuw weer meer op het Europese continent.. Extreme nationalisten vonden dat Duitsland zich