Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2: Het romeinse rijk
Samenvatting door een scholier 1620 woorden
6 jaar geleden
3,9
4 keer beoordeeld
Vak Geschiedenis
[Download het bestand voor de bijgevoegde schema's en afbeeldingen]
2. De klassieke oudheid
Athene in de 5e eeuw v.C.
Ÿ Athene was een polis/ stadstaat (stad die zichzelf bestuurt)
Ÿ In de 5e eeuw v.C. was Athene op het hoogtepunt van zijn macht ª het stond aan het hoofd van de Delisch Attische zeebond, een bondgenootschap van een groot aantal poleis die zich hadden verenigd
Š In de loop van de 5e eeuw ontwikkelde deze bond zich tot een Atheens Imperium
Ÿ Atheners gingen uit van het idee dat de burgers van een stad het recht hadden hun eigen stad te besturen Š Democratie: directe democratie ?
ŠAlleen mensen die het Atheense burgerrecht bezaten, mochten rechtstreeks meebeslissen
ŠBurgerrecht voorbehouden aan de volwassenen, vrije mannen die van Atheense burgers afstamden Š Onderlinge gelijkheid
Ÿ Athene werd vroeger bestuurd door koningen en later door adel (aristocratie)
Ÿ In oorlogvoering waren gewone burgers ook steeds belangrijker: voetsoldaten > roeiers Š Invloed bij beslissingen over bijv. oorlog of vrede
Ÿ Atheense democratie: niemand kreeg teveel macht Š Volksvergadering
9 Elk jaar raad van 500 kiezen Ÿ Ze waren bang dat 1 persoon teveel macht zou krijgen
ŠOstracisme: wegstemmen van de politicus die volgens jou het meeste macht heeft
Denken over wetenschap en politiek
Ÿ Atheense denkers vroegen zich af wat het beste bestuurssysteem was : filosofen Š Natuurfilosofie, ethiek, politiek
Š filosofie beschouwd als beging van de wetenschap
Ÿ 5e eeuw: hoe kunnen mensen het beste leven?
Ÿ Socrates: ergerde zich aan mensen die beweerden dat ze wel wisten Ÿ Ander ‘denkpunt’: Hoe bestuur je polis?
Š Plato: ‘’Wijze onpartijdige mensen moeten regeren.’’
Š Aristotales: ‘’Alle burgers hebben een politieke taak.’’
Het rijk van Alexander de Grote
Ÿ Alexander erfde het rijk waarin Griekse steden ernstig verzwakt waren Ÿ Poleis was nog onafhankelijk, maar feitelijk was hun autonomie ten einde
Š Ze waren nauwelijks meer in staat hun eigen buitenlandse politiek te bepalen Ÿ Alex wilde het hele Perzische Rijk veroveren
Š Tijdgenoten waren zeer onder de indruk
9 Zoveel strijders zover van huis te voeden en te motiveren 9 Hoe wist Alex zijn macht te consolideren?
j Militair inzicht, doorzettingsvermogen en grenzeloos geloof in eigen kunnen k Speelde goed in op tradities van de landen waar hij regeerde
l Streefde doelbewust naar een gemengde elite en een gemengd Macedonisch-inheems leger
Hellenistische cultuur in Azië en Egypte
Ÿ Na Alex’ dood, veroverden Alex generaals delen van het rijk
Š Ontstaan van Koninkrijken in Egypte, Azië en Europa onder diadochen Ÿ ‘Vergrieksening’
Š Migratie van Grieken naar het Oosten Š Hellenisme: de Griekse beschaving uit die tijd
Ÿ De verbreiding van de Griekse cultuur kende een aantal aspecten j Verandering bestuur voormalige Perzische Rijk
Š o.a. Grieks als bestuurstaal k Steden in het Oosten kregen Grieks uiterlijk l Verbreiding van Griekse beeldende kunst Š Theaters, gymnasia en tempels Ÿ Omgekeerd was er ook sprake van beïnvloeding Š Oosterse ideeën, goden en vormen
Het ontstaan en de uitbreiding van het Romeinse Rijk
Ÿ De vernietiging van Carthago vormt onderdeel van de ontstaansgeschiedenis van het Romeinse Rijk j Behoefte aan veiligheid, macht en roem
k Belasting innen
l Krijgsgevangenen (> slaven) Ÿ 3e eeuw: groot deel van Italië
Ÿ 2e eeuw: Rijk was op z’n grootst
Ÿ Expansie van het rijk begon al tijdens de Romeinse Republiek Š Gebruik van twee middelen:
j Diplomatie (bondgenootschappen) k Het leger (in greep houden) Ÿ Soms kregen volken het Romeins burgerrecht Š voorrechten
Ÿ Romeinen wereldwijd (Romeins Imperium)
Het bestuur van de Republiek
Ÿ Romeinse Rijk was eeuwenlang uniek
Š Niet geleid door 1 vorst, maar daar magistraten
Š Republiek: staat die door burgers gemeenschappelijk wordt bestuurd Š Senaat & Consul & Volkstribuun (schema in schrift maakt alles duidelijk)
Het ontstaan en bestuur van het Keizerrijk
Ÿ De laatste twee eeuwen v.C. werd Rome verscheurd door grootschalige conflicten en burgeroorlogen, machtige mannen streden voor macht
Š Gaius Julius Caesar; maakte uiteindelijk eind aan de Republiek 9 Noord-Galië veroverd; slimme bondgenootschappen 9 Werd dictator
9 Vermoord door verdedigers van de Republiek (44 v.C.)
9 Octavianus (Augustus) werd 1e keizer; opvolger; neef van Caesar Š Augustus
9 Opperbevelhebber leger
9 Lange periode van afgedwongen rust (Pax Romana) * Tot aan dood keizer Marcus Aurelius (180 n.C.) Ÿ Er waren wel oorlogen tijdens pax romana
Š grensoorlogen; strijd om keizerschap na dood Nero
Š maar oorlogen vormden geen serieuze bedreiging voor samenhang van het Rijk
De verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur
Ÿ Romeinse Rijk was niet alleen politieke, maar ook culturele eenheid
Ÿ Romeinse leefwijze was sterk beïnvloed door de Griekse leefwijze (Grieks-Romeinse) Š Religie; architectuur; beeldende kunst; filosofie
Ÿ Verschillen waren er ook
Š Grieken waren tegen Romeinse gladiatorengevechten Ÿ Andere benaming: klassieke cultuur
Ÿ Verbreiding van de cultuur was mogelijk door militaire veroveringen van de Romeinen Š Oost was makkelijker door de Grieks-Romeinse cultuur daar
Š West (Kelten & Germanen) was de cultuur nieuw, dus veroveren was moeilijker 9 Schrift; bouwen met steen; glas; geld
9 Tempels; Goden in mensengedaante
9 Proces van Romanisering
Jodendom en Christendom
Ÿ Het Jodendom onderscheidde zich op 3 manieren van omringende religies:
j Monotheïsme: er bestaat slechts één God
Š Joden beschouwden zichzelf als ‘het uitverkoren volk die als enige volk op aarde werd beschermd en begunstigd door God’
k Belang van heilige boeken (Het Oude testament)
l Religieuze voorschriften, waardoor het duidelijk was dat zij Joden waren
Ÿ o.a. Hierdoor waren de Joden heel gebonden onderling. Maar er waren onderling ook verschillen Š Hoe moet je de God vereren? ; Wanneer en hoe komt de nieuwe Messias?
Ÿ In 30 n.C. bood zich een nieuwe Messiases aan: Jezus.
Š Hij wilde het joodse geloof een nieuwe inhoud geven.
Š Hij vertelde dat het niet strikt naleven van de wetten iemand een goed mens maakten, maar verdraagzaamheid en vergiffenis
Š Hij had ook tegenstanders: Joodse elite die hun macht niet kwijt wilden. Daarom sprak het joodse gerechtshof de doodstraf uit. (Kruisigingsdag: Goede Vrijdag)
Š Volgens zijn volgers was hij drie dagen na zijn dood opgestaan (herrijzenis – Pasen) Ÿ Mede dankzij Paulus kwam het christendom los van het Jodendom
Š Zoveel mogelijk mensen bekeren tot christendom
Š religieuze wetten van het Jodendom golden niet voor christenen
Van sekte tot staatsgodsdienst
Ÿ Het christendom groeide uit van een onopvallende sekte te midden van de vele religies in het Romeinse Rijk tot de enige toegestane godsdienst in het rijk:
Š De goede organisatie van de Christelijke Kerk
9 Paulus had ervoor gezorgd om niet alleen veel mensen te bekeren, maar ook door ‘oudsten’ en
‘opzichters’ aan te wijzen (die later zouden uitgroeien tot priesters en bisschoppen)
9 Om onderlinge eenheid te verzekeren hadden de leider vaak concilies (vergaderingen). Op die
vergaderingen spraken zij over de juiste leer en over het Nieuwe Testament
9 Arianisme: Stroming binnen christendom die geloofden dat Jezus mens was en niet tegelijkertijd God
Š De manier waarop de Romeinen met het christendom omgingen
9 Christenen weigerden Romeinse goden te aanbidden > wantrouwen > vervolgen
* Slachtoffers van vervolgingen werden gezien als helden en voorbeelden > leidden tot saamhorigheid en kracht
Ÿ Keizer Constantijn de Grote stopte in 313 de christenvervolgingen en stelde het christendom gelijk aan andere religies. Hij hielp ze (kerken bouwen; zondag = rustdag etc.)
Ÿ 392: Keizer Theodosius maakte het christendom de staatsgodsdienst Š Iedereen die voor de staat werkt moet christen zijn
Het einde van het West-Romeinse Rijk
Ÿ De plundering van Rome werd gezien als een signaal dat de Keizers hun greep op het Rijk hadden verloren > Begon toen het Rijk z’n maximale omvang had bereikt > Rijk was onbestuurbaar
Ÿ Na Pax Romana was er een periode van wanorde, machtsgrepen en machtsverdelingen Ÿ Na de dood van Keizer Theodosius I was het Rijk voorgoed opgesplitst in Oost en Werd Š Griekstalige Oosten : Oost Romeinse Rijk
Š Latijnsprekende wetsen: West Romeinse Rijk
Ÿ Waarom konden keizers het West-Romeinse Rijk niet goed bij elkaar houden?
Š Machtsverdeling aan de top (de strijd om macht) Š Grote druk op buitengrenzen van het Rijk
9 Hunnen: bedreigen keven van Germanen langs rijksgrens
9 Germanen: opgenomen in het leger; beschermden Rijksgrens; druk van Germanen > toevlucht West-Romeinse Rijk
9 Volksverhuizingen: Keizers waren niet in staat deze te beheersen 9 Germanen namen delen van het Rijk over (Germaanse koninkrijkjes) Ÿ Rijk verbrokkelde volkomen
Š Keizers konden minder belasting innen (denk aan de graan en olijfolie uit Afrika) Ÿ 476: Romeinse leger kwam in opstand onder leiding van Odoaker
Š Odoaker benoemde zichzelf tot Koning over resterende Romeinse gebied
ŠHet West Romeinse Keizerrijk hield op met bestaand ; Oost-Romeinse Keizer in Constantinopel was als enige Romeinse keizer over L
Het Oost-Romeinse Rijk (Byzantijnse Rijk)
Ÿ In 330 n.C. besloot keizer Constantijn zijn hoofdstad te verplaatsen, van Rome naar de oude Griekse stad Byzantium > Oosten was economisch heel belangrijk > Totaal nieuwe stad, later Constantinopel.
Š Stad lag erg centraal en aan belangrijke water- en landwegen (handels- en bestuurscentrum) Š Verdedigingsmuren maakte Constantinopel een onneembare vesting
Ÿ Christendom ontwikkelde zich anders dan in het Westen
Š Groeperingen scheidden zich af en discussies waren talrijker en feller
Š Kwam doordat er meerdere Kerkleiders waren die het vaak niet eens waren met elkaar 9 Beschuldigingen van verkeerde leer
9 Discussies over Jezus’ natuur kwamen terug 9 Is het geschikt om heiligen af te beelden?
Ÿ Daardoor ontstonden orthodoxe kerken
Š Kerken keerden van Rome en de Paus af in 1054
Š Het niet erkennen van het gezag van de Paus: Oosters Schisma
Ÿ In de 7e eeuw moest het Rijk grote gebiedsdelen aan het islamitische rijk van kalief Omar I afstaan, maar toch bleek het rijk in het Oosten van het Middellandse Zeegebied een belangrijk macht.
Ÿ Bloei van het Byzantische Rijk kende 3 oorzaken:
j Grote welvaart; belangrijke handelsroute
k Goed functionerend leger en uitgebreide bureaucratie (om de belasting te innen) l Stevige grip op de organisatie van de kerk (eenvoudiger eenheid bewaren)
Ÿ Rijk bleef tot 1453 bestaan, tot de Turkse Sultan Mehmet II Constantinopel overnam. Hij maakte Constantinopel hoofdstad van het Ottomaanse Rijk en noemde het Istanbul :O