• No results found

Samenvatting Geschiedenis Historische context Duitsland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Samenvatting Geschiedenis Historische context Duitsland"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Samenvatting Geschiedenis Historische context Duitsland

Samenvatting door een scholier 5e klas havo

3837 woorden 3 jaar geleden

5,9

9 keer beoordeeld

Vak Geschiedenis

Methode Memo

2.1 Het Duitse keizerrijk (1871-1919)

Het ontstaan van het Duitse keizerrijk

Vanaf de tijd van Lodewijk XIV was Frankrijk lang de machtigste mogendheid op het Europese continent. Maar in de loop van de 19e eeuw werd het ingehaald door Pruisen. Op het Congres van Wenen (1814/1815) kreeg Pruisen er nog grote gebieden in West-Duitsland bij. Maar Frankrijk was meer economisch ontwikkeld en had 3x zoveel inwoners. Maar de Franse bevolking groeide langzaam in de 19e eeuw en de Pruisische bevolking als kool. En terwijl de Franse industrie zich traag ontwikkelde ging de industrialisatie in Pruisen erg snel. Rond 1865 produceerde Pruisen al veel meer kolen en staal dan Frankrijk. Daardoor kon het een sterk leger en een sterke wapenindustrie opbouwen. Er waren veel meer andere Duitse staatjes/staten. Duitse nationalisten wilden 1 grote Duitse staat. De kanselier Otto van Bismarck maakte van dit

nationalisme gebruik. In 1870 lokte hij een oorlog uit met Frankrijk. De mensen waren enthousiast dus de andere staatjes moesten wel meevechten. Frankrijk werd verslagen. Terwijl het Duitse leger Parijs omsingeld had, liet Bismarck de Duitse vorsten naar Versailles komen. Ze riepen op 18 januari 1871 het Duitse keizerrijk uit en kroonden de koning van Pruisen tot keizer Wilhelm 1.

Duitsland onder Bismarck

Het Duitse keizerrijk was politiek, militair en economisch de sterkste mogendheid geworden. Maar Duitsland was niet sterker dan de anderen samen. Het was omgeven door 3 andere sterke mogendheden: Frankrijk, Oostenrijk-Hongarije en Rusland.

Bismarck, die van 1871 tot 1890 als rijkskanselier de Duitse politiek bepaalde, wilde geen verdere uitbreiding van Duitsland.

Omdat hij zich bewust was van de kracht van de anderen, voerde hij een voorzichtig buitenlandsbeleid, gericht op het behoud van machtsevenwicht. Hij was bang dat Frankrijk een bondgenootschap zou sluiten met O-H of Rusland en dat Duitsland dan alleen zou komen te staan. Hij probeerde daarom O-H en Rusland te vriend te houden. Met beide landen sloot hij allianties (bondgenootschappen) waarbij ze beloofden elkaar in de oorlog te helpen/neutraal te blijven.

(2)

Duitsland onder Wilhelm 2

Wilhelm 1 had de leiding van Bismarck steeds geaccepteerd, maar Wilhelm 2 wilde zelf de leiding hebben. Hij was het ook niet eens met Bismarcks voorzichtige politiek. Hij wilde meer macht en aanzien voor Duitsland en geen evenwicht. In 1890 ontsloeg hij Bismarck. Er begon een nieuw tijdperk waarin Duitsland vond dat het het recht had op een belangrijke plaats in Europa en in de wereld. De buitenlandse politiek werd agressief en uitdagend. Rusland en Frankrijk werden bondgenoten.

Ze spraken met elkaar af te helpen als Duitsland zou aanvallen. Ook G-B werd tot vijand gemaakt. Duitsland ging namelijk een Weltpolitik ging voeren. Het wilde net als G-B een wereldimperium stichten. Om zijn macht in de wereld uit te breiden, bouwde Duitsland een grote oorlogsvloot. Duitsland verwierf een aantal kleine eilandjes in de Stille Oceaan en een gebiedje in China.

Militarisme

Omdat de Wetpolitik geen succes werd, richtte Duitsland zich in het begin van de 20e eeuw weer meer op het Europese continent. Extreme nationalisten vonden dat Duitsland zich naar het oosten moest uitbreiden. Het snelgroeiende Duitsland had voedsel, grondstoffen en ruimte om te leven nodig volgens hen. De sfeer in Duitsland werd ook steeds militaristischer:

velen vonden oorlog en strijd normaal. Militairen hadden grote invloed in de politiek en Duitsland had een enorm leger. Alle gezonde jongens moesten na hun 18e verjaardag 2 jaar leven in een kazerne, waar ze door onderofficieren werden gedrild.

Daarna moesten ze regelmatig terugkomen voor trainingen. De Duitse economie bleef doorgroeien. De zorgen van Rusland, G-B en Frankrijk namen toe. Ze zochten steeds meer steun bij elkaar. Duitsland en O-H voelden zich daardoor weer

bedreigd. Steeds duidelijker ontstonden in Europa 2 vijandige blokken. Duitsland en Oostenrijk waren vooral bang voor Rusland, die zijn invloed naar het westen wilde uitbreiden. Maar Rusland was nog niet zo sterk, het was nog maar net begonnen met de industriële revolutie. Maar als ze dit door zouden voeren, dan zou Rusland erg sterk worden. De Duitse legerleiding trok de conclusie dat oorlog onvermijdelijk was. Ze wilden met Rusland afrekenen voordat het te laat was.

De Eerste Wereldoorlog

In 1914 leidde de rivaliteit tussen de grote mogendheden tot de Eerste Wereldoorlog. Voor de soldaten was het een hel, maar ook burgers brachten zware offers. Zij vormden het thuisfront dat wapens, munitie en andere dingen moest

produceren. De landbouw kwam hierdoor mensen tekort. Er ontstond gebrek aan voedsel. Het werd nog erger in Duitsland toen de Britse vloot de havens blokkeerde: er kon geen voedsel van overzee meer komen. De zware last van de oorlog leidde tot steeds meer onvrede onder de soldaten en het volk. Deze kwam tot uitbarsting toen bleek dat de Duitse nederlaag onvermijdelijk was. Vanaf de zomer 1918 werd het Duitse leger in Frankrijk teruggedrongen. Maar de marineleiding gaf in oktober het bevel de havens uit te varen en slag te leveren met de Britse vloot. De matrozen weigerden. Muiters vielen wapenopslagplaatsen aan en maakten zich meester van de havenstad Kiel, ook arbeiders en soldaten in uniform voegden zich erbij. Mensen gingen de straat op om vrede en revolutie te eisen. Op 9 november riepen de sociaaldemocraten in Berlijn de Republiek uit. Op 11 november 1918 werd de wapenstilstand gesloten.

2.2 De Republiek van Weimar (1919-1933) Wankele democratie

(3)

Na de Eerste Wereldoorlog werd Duitsland een parlementaire democratie. De Rijksdag kwam bijeen in Weimar en stelde daar de grondwet vast: zo komt de Republiek aan de naam. Bij de eerste verkiezingen kregen de democraten een ruime meerderheid. Toch was de basis onder de democratie wankel. Veel Duitsers hadden er weinig vertrouwen in en groepen die een eind wilden maken aan de democratie hadden veel invloed. In het leger hadden conservatieve officieren uit de

Pruisische adel de leiding. Zij minachten de democratie en de democratische politici. Ook hoge ambtenaren: rechters, professoren, etc. moesten er weinig van hebben. Ze wilden terug naar de staat waarin leger en bureaucratie het voor het zeggen hadden.

Het verdrag van Versailles

Het geweld ondermijnde het vertrouwen dat de democratie orde en rust kon brengen. Het vertrouwen kreeg in 1919 een enorme klap door het Verdrag van Versailles. De Duitsers hadden verwacht dat ze mee mochten praten over het

vredesverdrag, maar nee. De geallieerden vonden dat Duitsland gestraft moest worden. In het verdrag kwam te staan dat Duitsland en zijn bondgenoten schuldig waren aan de oorlog. Duitsland kreeg herstelbetalingen opgelegd. Het moest zijn koloniën afstaan en 10% van zijn grondgebied. Het mocht nog slechts een klein zwak bewapend leger hebben. Onder bedreiging tekende het parlement het verdrag. Conservatieven en rechtsextremisten reageerden woedend. Ze noemden degenen die meededen aan het verdrag landverraders en misdadigers. Volgens hen had Duitsland een dolkstoot in de rug gekregen gekregen van de democratische leiders die om een wapenstilstand hadden gevraagd en van de socialistische arbeiders en soldaten die in opstand waren gekomen. Mede door de dolkstootlegende verloren de democraten bij de verkiezingen van 1920 hun meerderheid. Er waren twee kampen: voor en tegen de democratie. Regeringen stonden machteloos tegenover de politieke en economische problemen.

De Bierkellerputsch

Er kwam in 1923 een politieke en economische crisis door de herstelbetalingen. Omdat Duitsland niet snel genoeg betaalde trokken in januari Franse en Belgische troepen het Roergebied binnen om kolen, ijzer en machines weg te halen. De Duitse regering riep de bevolking op om hier tegen te staken: ze lieten geld bijdrukken om hen te betalen à De inflatie liep uit de hand. De Duitse mark werd in een paar maanden vrijwel waardeloos. Spaarders, middenstanders en anderen verloren door de hyperinflatie bijna al hun geld en de lonen waren niets meer waard. Om een einde te maken hieraan besloot de regering haar verzet tegen de geallieerden te staken. Dat leidde tot woede bij conservatieve en extreemrechtse partijen als de NSDAP van Hitler, die vooral in Beieren actief was. De NSDAP had een eigen partijleger, de SA, dat bestond uit ruwe straatvechters in bruine uniformen. Hitler probeerde van de woede gebruik te maken om een putsch (staatsgreep) te plegen. Op 8 november bestormde hij et zijn bruinhemden een grote bierkelder in München en schreeuwde hij dat de volgende dag zijn mars naar Berlijn zou beginnen. Maar de nazi’s werden de volgende dag beschoten. Hitler vluchtte maar werd gearresteerd. Hij had een lichte straf en schreef Mein Kampf in de gevangenis. Hij besloot om legaal aan de macht te komen.

Duitsland weer in crisis

Vanaf 1924 ging het beter met de Duitse economie. De economie bloeide en er waren redelijk stabiele regeringen. De leiders van de Weimar-republiek probeerden met een vreedzame politiek weer aanzien in Europa te krijgen. Maar het ging vanaf

(4)

1929 mis. De Duitse economie was er met Amerikaanse leningen weer bovenop geholpen. Na de beurskrach in de VS trokken de Amerikanen hun leningen terug, waardoor de Duitse economie instortte. De crisis leidde tot politieke chaos. De partijen werden het niet eens over een beleid dat Duitsland uit de crisis kon halen + de conservatieven wilden weer van de

democratie af. In de grondwet artikel 48 was geregeld dat de president de democratie tijdelijk opzij kon zetten. Hindenburg maakte daar gebruik van om minderheidskabinetten te benoemen en die zonder goedkeuring van de Rijksdag besluiten konden doordrukken.

De machtsovername van Hitler

Bij de verkiezingen won de communistische partij KPD. Maar Hitler en zijn NSDAP profiteerden nog meer van de politieke en economische chaos. De NSDAP had in de bloeiperiode van de Weimar-republiek maar weinig aanhang gehad. Maar veel mensen gingen nu geloven dat Hitler de enige oplossing kon bieden. Hij beloofde een eind aan de crisis en het gehate Verdrag van Versailles te maken. Hij zou Duitsland weer op het wereldtoneel laten verschijnen. Met krachtig leiderschap zou de Führer een eind maken aan de chaos en verdeeldheid en de Duitsers in een hechte volksgemeenschap verenigen. Met vurige toespraken wist hij de gevoelens van frustratie aan te spreken waarbij hij zijn publiek wild en enthousiast maakte. Hij werd ook gesteund door propaganda met moderne technieken. Hitler bezocht op 1 dag veel landen en zijn toespraken werden op grammofoonplaten verspreid. De bruinhemden van de SA domineerden het straatbeeld en vochten voortdurend met communisten = sterke man die de orde zou herstellen. De NSDAP groeide uit tot een massapartij. Hitler maakte gebruik van de conservatieve elite om definitief van de democratie af te komen. Hindenburg benoemde hem in 1933 tot

rijkskanselier van een kabinet dat bestond uit communisten. Vrijwel direct begon Hitler met de vestiging van een totalitair regime waarin zijn macht door niets beperkt was.

2.3 Nazi-Duitsland (1933-1945)

Nazificatie

Na Hitlers machtsovername begonnen de nazi’s met de opbouw van een totalitaire staat waarin iedereen hun ideeën moest overnemen. Bij deze nazificatie werd gebruik gemaakt van propaganda, censuur en terreur. Direct na de Rijksdagbrand werden zo’n 100.000 communisten en andere politieke tegenstanders opgepakt. Er kwam een geheime politie, de Gestapo, om tegenstanders op te sporen en uit te schakelen. Tegelijk kwam er een ministerie van Propaganda door Goebbels geleid.

De eerste acties waren openbare boekverbrandigen. Het propagandaministerie controleerde de media, liet films maken en verzorgde de bioscoopjournaals en de radio-uitzendingen. Om de propaganda te verspreiden werd een radio ontworpen die alleen binnenlandse zenders kon ontvangen. De propaganda droeg ertoe bij dat Hitler ongekend populair werd en de nazi’s steeds meer steun kregen bij de bevolking. De Duitsers waren enthousiast omdat de meeste Duitsers profiteerden van een bescheiden welvaartsgroei. Bovendien lapte Hitler met succes het gehate Verdrag van Versailles aan zijn laars.

Uitsluiting

De concentratiekampen werden vanaf 1935 weer voller. Dat kwam doordat nazi’s ook anderen aanpakten die volgens hen niet pasten in de volksgemeinschaft. Het ging o.a. over Jehova’s getuigen, homo’s, Sinti en Roma en vooral joden. Vanaf

(5)

1933 waren de joden slachtoffer van pesterijen en gewelddadig gedrag. Er kwamen 100en maatregelen die een normaal leven onmogelijk maakten. Geen rijbewijs meer hebben, bordjes bij openbare plaatsen ‘verboden voor joden’.

Naar een nieuwe oorlog

Het economische herstel van Duitsland kwam doordat Hitler vanaf 1933 een nieuwe oorlog voorbereidde. De meeste nieuwe banen ontstonden in de wapenindustrie. Ook daalde de werkeloosheid door de militaire dienstplicht. Het absolute doel was een etnische herschikking waarbij het Germaanse ras zou heersen va de Noordzee tot aan het Oeralgebergte, diep in Rusland. In zijn buitenlandse politiek richtte Hitler zich eerst op de inlijving van alle Duitstalige gebieden. Begin 1938 boekte Hitler succes met de Anschluss van Oostenrijk, een van de staten die waren ontstaan uit het vroegere O-H. Nadat

Oostenrijkse nazi’s met Duitse hulp de macht hadden gegrepen, nodigde hun leider Seyss-Inquart het Duitse leger uit om Oostenrijk binnen te trekken. Daarna richtte Hitler zich tegen Tsjecho-Slowakije, hij dwong hen het Sudetenland af te staan.

Daar woonden 3,5 miljoen Duitstaligen. De Britse en Franse regering werkten hieraan mee om een oorlog te voorkomen maar binnen een jaar kwam de oorlog er toch.

De Tweede Wereldoorlog

Hitler begon nu Polen te bedreigen. Op 3 september 1939, toen het Duitse leger net Polen binnen gevallen was, verklaarden G-B en Frankrijk Duitsland de oorlog. Hitler voorkwam een tweefrontenoorlog doordat hij kort daarvoor afspraken had gemaakt met Stalin. In het geheim hadden ze Polen verdeeld. Mede daardoor kon Duitsland Polen snel verslaan. In het voorjaar van 1940 kwamen daar Denenmarken, Nederland, Noorwegen, België en Frankrijk bij. Landen die niet waren bezet waren Duitse bondgenoten of waren neutraal. Een tegenvaller voor Hitler was dat G-B doorvocht. Hij had verwacht dat G-B nadat hij Frankrijk in handen had genomen, vrede zou sluiten maar Churchill zette voort. Hierdoor kwam er nog een

tweefrontenoorlog toen Hitler in 1941 de Sovjet-Unie binnenviel. Ze konden Rusland niet verslaan. Begin 1943 kwam de ommekeer toen ze de slag bij Stalingrad verloren. In juni 1944 kwam ook in West-Europa een beslissende doorbraak, toen Amerikaanse, Canadese en Britse troepen landden in Normandië. De oorlog eindigde op 8 mei 1945, een paar dagen nadat de Russen Berlijn ingenomen hadden en Hitler zelfmoord had gepleegd. Opnieuw een nederlaag voor Duitsland, het werd weer bezet door de geallieerden.

Onder Duitse heerschappij

Tijdens de oorlog werden alle landen die Duitsland had verslagen onderworpen aan het naziregime. In West-Europa werkten bezetters samen met plaatselijke autoriteiten en Noorwegen kreeg een eigen regering onder leiding van de nazi Vidkun Quisling. Het gevolg was dat de Duitsers maar weinig troepen nodig hadden voor de bezetting van West-Europa.

Heel anders ging het in Oost-Europa. De Duitsers traden er bruter op. West-Polen werd bij Duitsland gevoegd en de Polen werden verjaagd naar een deel van Polen waar de nazi’s een schrik bewind voerden. Ze moesten dwangarbeid verrichten en kregen weinig voedsel. De joden werden opgesloten in getto’s (overbevolkte stadssteden waar ze doodgingen van

honger,uitputting en ziektes) De inval van de Sovjet-Unie leidde tot nog grootschaliger vernietiging. De SS kreeg de opdracht alle joden en communisten te vernietigen. Achter het front werden ze massaal vermoord. Kort na de inval in de Sovjet-Unie besloot Hitler ook dat in de rest van Europa de joden moesten worden uitgeroeid. Hij gaf hen de schuld van de 2e Wereldoorlog. In Polen werden vernietigingskampen opgericht en de joden werden vanaf 1942 vergast.

(6)

Paarse stukjes Duitsland historische context Volgorde:

1. De conferentie van Berlijn (1884-1885) 2.De Vlootwet van 1898

3.De slag bij de Marne 4.De Spartakus-opstand 5.Het Dawesplan 6.De Rijksdagbrand 7.De Rijkscultuurkamer 8.Concentratiekamp Dachau 9.De Neurenberger wetten 10.De Conferentie van München 11.De Wannsee-conferentie

De conferentie van Berlijn (1884-1885)

Om te voorkomen dat er oorlog ontstond, probeerde Bismarck bij verschillende conflicten tussen Europese landen te bemiddelen. Toen er een conflict ontstond over het bezit van de monding van de rivier de Congo in Afrika, nodigde Bismarck alle Europese mogendheden uit in Berlijn. Op deze conferentie werd afgesproken dat de koning van België in het hart van Afrika een grote kolonie mocht stichten. De Congo-monding moest hij delen met Frankrijk en Groot-Brittannië mocht de Niger-monding hebben. Ook werden afspraken gemaakt over het in bezit nemen van nieuwe gebieden aan de Afrikaanse kusten. Bismarck ging in 1884 akkoord met de stichting van kolonies in Afrika, voor Duitsland was het belangrijk kolonies te hebben.

De Vlootwet van 1898

De man achter de Duitse vlootbouw was admiraal Von Tirpitz. Hij begreep dat landen met de sterkste wapenindustrie toekomstige oorlogen zouden winnen. En hij vond landen met sterke zeemacht superieur. Hij wilde dat Duitsland een sterke oorlogsvloot kreeg met moderne en zwaarbewapende slagschepen. Hij maakte met steun van de keizer een wet. Na de vlootwet van 1898 kwamen er nog 4 vlootwetten. De Duitse oorlogsvloot werd steeds sterker. Ze schoten niets op, Groot- Brittannië had in 1914 de grootste en sterkste vloot.

De slag bij de Marne

Generaal Von Schlieffen had een oorlogsplan gemaakt. Vanuit België zou bijna het hele leger over de zwak verdedigde Franse noordgrens trekken. Na 6 weken zou Parijs veroverd zijn. Daarna zouden de Duitsers naar het oosten reizen met de

(7)

trein om Rusland ook in te nemen. De Duitsers rukten in de eerste weken snel op. Maar de geallieerde Franse en Britse troepen zetten een tegeninval in voor Parijs. Het leidde tot de eerste grote veldslag van de Eerste Wereldoorlog, de slag bij de Marne. Wapens als mitrailleurs en machinegeweren maakten veel slachtoffers. De soldaten konden hier niet tegen op.

De eerste week waren er al heel veel slachtoffers gevallen vooral geallieerden. Belangrijk voor het oorlogsverloop was dat de geallieerden het Duitse offensief wisten te stoppen. De Duitsers groeven zich in en daarmee begon de loopgravenoorlog.

Het Schlieffenplan was ook mislukt doordat Rusland sneller mobiliseerde dan verwacht. Er moesten direct meer Duitsers naar het oosten à ze kregen een tweefrontenoorlog terwijl ze dat wilden voorkomen.

De Spartakus-opstand

Op 4 januari 1919 brak in Berlijn een communistische opstand uit. De opstandelingen noemden zich Spartakisten, naar de ontsnapte slaaf Spartakus die in 73 v. Chr. met een opstand het Romeinse Rijk aan het wankelen had gebracht. Ze wilden dat de macht in de handen kwam van raden van arbeiders en soldaten. De democratische regering voelde zich bedreigd en vroeg het leger een eind te maken aan de opstand. Ook richtten extreemrechtse ex-militairen vrijkorpsen op, die los van het leger opereerden. Ze gingen de Spartakisten met grof geweld te lijf. Op 15 januari werden de communistische leiders Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht door een vrijkorps gearresteerd, gemarteld en vermoord. De lichamen werden in een kanaal gegooid. Door de moorden kwamen er nog meer rellen à In Berlijn vielen alleen in maart al 1200 doden.

Het Dawesplan

Na de Roercrisis zagen G-B, Frankrijk en de VS in dat het in hun belang was dat Duitsland er economisch weer bovenop kwam, alleen dan kon het herstelbetalingen verrichten. Onder leiding van de Amerikaanse bankier Dawes werd hiervoor een plan opgesteld. Amerikaanse banken en bedrijven leenden Duitsland geld, waarmee het zijn economie op de been kon helpen en tegelijk de herstelbetalingen aan G-B en Frankrijk voldoen. Die twee landen konden met dat geld weer de leningen terugbetalen die zij in de oorlog van de Amerikanen hadden gekregen voor hun oorlogvoering. Het Dawesplan werd in 1924 aanvaard. Een paar jaar werkte het goed.

De Rijksdagbrand

Een van de oorzaken waardoor Hitler in korte tijd alle macht naar zich toe kon trekken, was de Rijksdagbrand. Op 27 februari 1933 stak een Nederlandse communist Marinus van der Lubbe het Rijksdaggebouw in de fik. Van der Lubbe handelde op eigen houtje, maar Hitler geloofde dat het een sein was voor een communistische revolutie. Hij liet Hindenburg een noodverordening afkondigen: de grondrechten zoals vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vergadering werden opgeschort. Communisten en sociaaldemocraten werden opgepakt en hun kranten werden verboden. Om de macht helemaal in handen te krijgen liet Hitler de Weimar-grondwet afschaffen. Dit gebeurde via de machtigingswet, die hem het recht gaf geheel buiten het parlement om te regeren. Op 23 maart werd die wet afgeschaft.

De Rijkscultuurkamer

In september 1933 stelde Goebbels de Rijkscultuurkamer in. Er waren 7 afdelingen, aparte kamers voor literatuur, theater, muziek, radio, film, journalistiek en beeldende kunsten. Iedereen die op een van deze gebieden wilde werken moest lid zijn

(8)

van zo’n cultuurkamer. Het leidde ertoe dat zo’n 2000 musici, schrijvers, schilders etc. het land verlieten. 1000 anderen verloren hun baan. Vanaf 1935 werkten in de Duitse media en cultuur alleen nog nazi’s en meeloper. Daardoor was het voor de bevolking moeilijk te achterhalen wat er werkelijk aan de hand was in Duitsland.

Concentratiekamp in Dachau

In maart 1933 werd in Dachau het eerste grote Duitse concentratiekamp in gebruik genomen. Het kamp stond onder leiding van de SS, die later alle concentratiekampen zou beheren. SS-leider Himmler maakte de opening van het kamp op een persconferentie bekend en alle Duitse kranten schreven erover: ze wilden tegenstanders bang maken. Er was mede hierdoor haast geen politiek verzet.

De Neurenberger wetten

In 1935 kondigde Hitler op de jaarlijkse Rijkspartijdag in Neurenberg tegenover 100.000 partijgenoten 2 belangrijke anti- joodse wetten aan. De eerste bepaalde dat joden geen Duitse staatsburgers waren, maar alleen onderdanen. De tweede verbood huwelijken tussen joden en ‘Germanen’ en stelde seks tussen hen strafbaar. Om het Duitse bloed zuiver te houden mochten joden ook geen Duitsbloedig dienstmeisje jonger dan 45 in dienst hebben. De Neurenberger wetten bepaalden ook wie jood was en wie niet. Iedereen met 3 of 4 voorouders met het joodse geloof was volgens de wet joods. Overigens werden in nazi-Duitsland ook half- en kwartjoden gediscrimineerd. In 1933 werden alle ambtenaren ontslagen die niet konden aantonen dat ze vier ‘Arische/Duitse’ grootouders hadden.

De Conferentie van München

In 1938 lijfde Hitler Oostenrijk in, er werd niets gedaan. Het hoogtepunt werd later dat jaar bereikt op de conferentie van München. Na de Anschluss dreigde Hitler met een invasie in Tsjecho-Slowakije als Duitsland de Duitstalige minderheid daar niet mocht beschermen. Onder Britse druk werd toegegeven, maar Hitler vond het niet genoeg. Chamberlain vloog 2 keer naar Duitsland om de vrede te redden. Maar Hitler stelde alleen maar hogere eisen. Tsjecho-Slowakije mobiliseerde daarna het leger, Frankrijk en G-B beloofden militaire steun. De naziminister van de luchtmacht Hermann Göring vond Duitsland nog niet klaar voor een grote oorlog. Hij regelde dat de Italiaanse fascistische dictator Mussolini Chamberlain en de Franse premier Daladier werden uitgenodigd voor een vredesconferentie in München. De 4 mogendheden werden het snel eens.

Duitsland mocht het Sudetenland hebben. Hitler beloofde geen gebied meer te eisen en tekende een verklaring waarin hij beloofde dat hij nooit oorlog zou voeren met G-B.

De Wannsee-conferentie

Op 20 januari 1942 kwamen 15 Duitse hoge ambtenaren bijeen in een villa aan de Wannsee, een meer in Berlijn. Ze spraken de uitroeiing van de joden. Op de conferentie bracht de 2e man van de SS, Heydrich de ministeries op de hoogte. Ze stelden een lijst op met aantallen joden per land en bespraken het tempo waarin de joden naar vernietigingskampen werden getransporteerd en hoe de verschillende instanties daarbij zouden samenwerken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

van de afdeling Dordrecht. een motorische kracht met een eigen karakter en een eigen sfeer, die wij node zullen missen. Wij zijn dankbaar voor al hetgeen zij

Vanuit de Duitse stad Würzburg, wordt onderzocht hoe het beleid momenteel wordt gevoerd qua (her)ontwikkeling van de bedrijventerreinen, in welke mate in het projectgebied

Spectaris is de beroepsvereniging van de High-Tech Industrie in Duitsland (www.spectaris.de), meer specifiek voor de optische, medische en mechatronische industrie.. Ze bestaat uit

Deze sterke stijging in de omzet wordt deels verklaard door het toegenomen aantal verkochte fietsen, maar vooral ook door de stijging van de gemiddelde verkoopsprijs van

Moslims zijn niet altijd op de hoogte van deze reversibele halal verdoving en hebben soms een voorkeur voor onverdoofd slachten.. Voor sommige kleinere

Het succes van e-commerce zorgt er niet enkel voor dat de concurrentie online toeneemt, ook voor offlinewinkels is de concurrentie hierdoor veel harder geworden.. De nieuwste

Kun je er met een atlas achter komen, welke landen tot de buurlanden van Duitsland behoren. Kleur de vlaggen met de juiste kleuren in en schrijf de naam van de hoofdstad

Mail ze dan naar Aduis (info@aduis.nl) en wij plaatsen deze dan als downlaod op onze web