• No results found

in Duitsland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "in Duitsland "

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

"LASSEX"

BESCHERMER VOOR ALLE IJZERWERKEN

9e Jaargang No. 7 Juli 1957 Contact

met politieke jongeren

in Duitsland

zie pag. 5

Bevordert deugdelijke las

N.V. EERSTE VLAARDINGSE VERFFABRIEK

VLAARDINGEN

Telefoon 3692

MAANDORGAAN

VAN DE JONGEREN ORGANISATIE VRIJHEID EN DEMOCRATIE

,,De sociaal verzekerde mens dreigt eenzaam te worden''

0 nder bovenstaande titel troffen wij onlangs in de Volkskrant een ver- slag aan van een twee-daagse studiecon- ferentie, die op Woudschoten te Zeist is gehouden door de Utrechtse Bond van de Katholieke Arbeidersbeweging (K.A.B.).

Het is verheugend te kunnen constateren, dat, een belangrijk deel van de Neder- landse vakbeweging, zo open en objectief het sociale vraagstuk benadert als dit tij- dens genoemde conferentie is geschied, hetgeen wij zo dadelijk hopen aan te tonen.

Verheugend, omdat het sociale vraagstuk voor de vakbeweging in zekere zin een leuze is, een eis in de strijd, die de vak- beweging nu eenmaal voert.

Bij het stellen van eisen en het propage- ren van leuzen, die de strijd en haar aan- hangers moeten dragen is het zo verlei- delijk, de zaken eenzijdig te belichten en voor te stellen, waardoor de balans meest- al naar de verkeerde kant uitslaat.

Zo niet echter, op bovengenoemde studie- conferentie van de K.A.B.

8 Jijkens de aanhef van het verslag van deze conferentie kwam men o.m. tot de navolgende conclusies:

"In de drukke bedrijvigheid van het mo- derne leven is de mens een eenzaam we- zen. In zijn vereniging of vakbond voelt hij zich slechts een lidmaat; in het zieken- huis een "reuma" of een "galblaas"; in de biechtstoel een penitent; in zijn bedrijf een nummer, en voor de maatschappelijke werkster een geval.

In zijn dagelijkse arbeid meent of weet hij zich gekneveld door de dictatuur van de machine, van de continu-arbeid of de

"glijdende" werkweek. Hij moet er onder- door, al wil hij nog zo graag door zijn huisdokter, zijn baas, zijn biechtvader en zijn verenigingsleiders benaderd worden als van mens tot mens."

Verder heet het in genoemd verslag:

"De ruim 180 deelnemers aan deze studieconferentie zijn gestoten op het zo al niet wonderlijke, dan toch wel bijzon- dere feit, dat de eenzamen naast elkaar leven, terwijl zij zich wel bewust zijn van de eigen verlatenheid, maar niet van die van de ander.

· Dit gevoel van verlatenheid spruit voort uit een zekere levensangst, maar niet uit een vrees voor materiële of sociale onze-

·kerheden.

APOLLO PAVILJOEN

APOLLOLAAN 2 - AMSTERDAM - TELEF. 712il0

Restaurant: iets aparts .,Franse Zaat' voor partijen uniek Terras: een dorado aan het water

Eerder schijnt het tegendeel waar. In landen als Zweden en Zwitserland, waar voor de mensen alles tot in de perfectie is geregeld en geen kwade kansen in 's le- vens loterij schijnen te bestaan, is het aantal zelfmoorden het hoogst.

Neemt men daarentegen sociaal-achter- lijke landen ten voorbeeld - zoals Italië en Spanje - dan blijken er de mensen meer levensvreugde te

g~nieten,

elkander beter te verstaan en minder geneigd tot een vlucht uit het leven.

Zoals pater H. Hoekstra OFM in een con- clusie stelde, zou men in Nederland de eenzaamheid van de mens moeten zien in verband met de sociale vooruitgang; zijn perfectie en specialismen.

Met behoud van het goede, dat uit de maatschappelijke ontwikkeling is voort- gesproten, zullen er maatregelen en mid- delen moeten worden gezocht, die de ver- eenzaming bestrijden.

Maar die kwaal, · waaraan de moderne maatschappij leidt, is eerder ontdekt, dan het aangewezen geneesmiddel gevonden."

Ziedaar, enige belangrijke conclusies, die de moeite van 't overdenlulo

~

bespreken zeker waard zijn, ternee)'

~r

de J.O.V.D. zich op haar a.s. col'l.gn\': na-

der op het sociale vraagstuk gaat bezin- nen.

De waarde van de bovengenoemde con- clusies is gelegen in de constatermg van

het feit, dat het sociale vraagstuk niet alleen een economische, doch ook een sterk psychologische kant heeft en dat men er zich voor moet hoeden ook het sociale )Probleem te overtrekken in het slop van de "van de wieg tot het graf"- leuze.

Hij, die het in onze tijd waagt de beden- kelijke zijden van het sociale probleem, zoals zich dat thans ontwikkelt, te belich- ten, wordt al gauw voor "conservatief"

gehouden.

Nogmaals, daarom verheugt het ons, dat wij het bovenstaande konden citeren, dat werd uitgesproken in de kring van een belangrijk onderdeel der Nederlandse vakbeweging, die zo nauw met het sociale vraagstuk is verbonden.

Het zijn ongetwijfeld opmerkelijke stem- men, die hier zijn opgegaan. Zij houden een waarschuwing in voor de "eigen kring", die het gevaar loopt zonder derge- lijke waarschuwingen de dupe te worden van een verkeerd gerichte sociale bewo- genheid.

Dit doet geenszins af aan het feit, dat die sociale bewogenheid er moet zijn, doch eenzijdigheid is hierbij een gevaarlijke leidsman.

Mogen de argumenten in de kring der K.A.B. geuit in een eerlijke beoordeling van het sociale vraagstuk de zo noodzake- lijke aandacht verkrijgen, die zij onge- twijfeld verdienen. G. St.

Onze gelukwense~ aan prof. mr. P.J. Oud 0 p

28

juni j.l. was het veertig jaar

geleden, dat de aanvoerder van de V.V.D., prof. mr. P. J. Oud zijn intrede deed in de Tweede Kamer.

Ter herdenking van dit feit werd prof.

Oud in het gebouw van de Tweede Kamer gehuldigd en werd hem mededeling ge- daan, dat de Koningin het had behaagd prof. Oud het Grootkruis in de Orde van Oranje Nassau te verlenen.

E'en zeer hoge en we mogen wel zeggen, welverdiende onderscheiding, waarin de jonge liberalen zich oprecht verheugen.

Na alle uitvoerige publicaties, die men hieromtrent in het weekblad van de V.V.D. en in de dagbladen heeft kunnen lezen, zullen wij hier niet in herhaling treden.

Wij willen slechts getuigen van onze vreugde over deze hoge onderscheiding en het diepe respect, dat wij hebben voor de heer Oud, die na de tweede wereldoor log de liberale activiteiten in ons land wist te bundelen en te bezielen tot een pQlitieke formatie, die welhaast een tiende deel van het Nederlandse volk vertegenwoordigt.

Hij heeft onze natie en de liberale zaak onschatbare diensten bewezen en doet dit nog steeds op onnavolgbare wijze.

Met de voorzitter van de Tweede Kamer, dr. L. G. Kortenhorst, kunnen wij zeggen:

"Wij bewonderen uw constructieve geest, uw kritische aard. Zonder u zou het poli- tieke leven verkruimelen en verarmen.

Wij wensen u nog vele goede jaren."

G.St.

(2)

Nogmaals: dienstplicht voor heide seksen?

Reacties op de beschouwing van de heer C. A. Franken, die niet van een onverdeelde instemming getuigen

In de Driemaster van juni 1957 trof ik een artikel aan va.n onze geestver- want de beer C. A. Franken over de dienstplicht voor beide seksen. Deze gedachte is bij mij ook wel eens opgekomen. Daarom zou ik bierover graag een korte discussie willen voeren.

Als bij de liberale jongeren zich één bevindt die uitgaat van gelijke rechten, maar dan ook gelijke plichten voor de vrouw, kan ik me daar volkomen bij aansluiten. Het verwondert me echter wel, dat deze gedachte tot nu toe nog niet door de emanciperende dames naar voren is gebracht.

Anders wordt het echter wanneer er wordt gesteld, dat beide seksen ook de zelfde geaardheid zouden hebben. Ik ben ·het daarom dan ook gedeeltelijk met de redactie eens, wanneer deze in baar naschrift zegt: "Vernietiging

is

baar, (de vrouw), gelukkig, van nature vreemd."

Toch raakt ook de redactie bier een punt, dat nog niet pleit tegen dienst- plicht voor beide seksen.

In het artikel van de heer Franken worden enkele punten aangehaald, die de vronw als gevechtspartoer van de man doen voorkomen. Dit

is

mijns inziens volkomen fout.

Er blijven echter zeer vele takken, de z.g. hulpdiensten, over, die zeer zeker even goed of beter door de vrouw kunnen worden verricht. Waar deze taken dan wel liggen?

Voorop stel ik dan de geneeskun- dige troepen. Tot ver teruggaande tijden is het verpleegwerk een bij uitstek vrouwelijk beroep. Ik kan me voorstellen dat hiervoor even- goed, ja zelfs beter, vrouwen kun- nen worden ingezet in het leger.

Ook technisch zou dit zeker verant- woord zijn. De betreffende hospi- taalsoldaten (c.q. geneeskundige troepen) kunnen dan als gevechts- soldaat worden ingezet.

De intendance, het bureauwerk, de telefoondienst (verbindingsdienst) zijn ook reeds in het burgerleven specifieke vrouwelijke werkzaam- heden. Deze kunnen dus zonder be- zwaar ook in het leger door vrou- wen worden uitgevoerd. Dit kan ook gelden voor radio-radar-dienst en andere speciale diensten, waar- voor natuurlijk aparte opleidingen nodig zijn. Voor frontsoldaat komt de vrouw echter in geen geval

In

aanmerking. Ook niet als gewon- dendraagster.

De heer Franken stelt daarnaast enkele andere punten als b.v. de voorsprong in het maatschappelijk leven. Dit zou mijns inziens zeer ze- ker door een algemene dienstplicht (dus ook voor vrouwen) zijn te on- dervangen. Een nadeel zou echter zijn, dat de toch al zeer krappe ar- beidsmarkt nog meer krachten zou moeten afstaan.

De meisjes en vrouwen werken toch al veel korter, daar de overgrote meerderheid na haar huwelijk niet in het bedrijfsleven werkzaam blijft.

De heer Franken gewaagt hier ech- ter ook van een groter potentieel, dus meer devisies in de NATO. Dit zou dan kunnen leiden tot ongeveer een halvering van de diensttijd voor beide seksen. Hieruit volgt echter ook een grotere mogelijkheid tot het verlenen van uitstel voor studie, zaakwaarneming e.d.

De daling van de gemiddelde leef- tijd voor het sluiten van een huwe- lijk, eveneens gesteld door de heer Franken, zou opgevangen kunnen worden door bepalingen, welke hu- welijken, voor of tijdens de dienst- tijd, zoveel mogelijk beperken.

Ik geloof echter niet, dat dit grote bezwaren zal opleveren, daar de be- treffende gemiddelde leeftijd mo- menteel toch reeds hoger ligt dan die voor de dienstplicht. Dit mede door de duurte der goederen, de hoge belastingen en het enorme huizen tekort.

De heer Franken ziet als een voor- deel het bevorderen van grotere ge- meenschapszin door samenwerking.

Verder waardering voor elkander en een nauwer met elkaar in aan-

raking komen van verschillende be- volkingsgroepen. Dit is echter maar een zeer bijkomstig voordeel, hoe- wel vele oud-militairen met mij zullen beamen, dat ze in de militai- re dienst een andere kijk op kun naaste en zijn problemen hebben gekregen en dat er vriendschappen zijn ontstaan, die in het normale burgerleven nooit tot stand waren gekomen.

Wat betreft een éénhoofdig opper- bevel kan ik alleen maar zeggen, dat waar de vrouw werkzaamhe- de~ zou verrichten naast haar man- nelijke mede-militairen, dit geen enkel bezwaar oplevert. Wel zou aan de sociale dienst van het leger een aparte afdeling moeten komen ter behartiging van de vrouwelijke belangen.

De vrouw zal dan ook na haar diensttijd anders staan tegenover burgerdiensten als b.v. de Bescher- ming Bevolking. Want eventueel zou men deze burgerdiensten kun- nen aanvullen met de vrouwen, die door hun huwelijk, niet meer in aanmerking komen voor militaire dienst.

Ik ben daarom ook van mening, dat, hoewel in onderdelen verschillend met de heer Franken, toch een dienstplicht voor beide seksen niet uitgesloten en mogelijk wel wense- lijk is. Dit dient echter in opzet be- perkt te blijven tot de ongehuwde vrouwen, daar de gehuwde vrouw, met een gezin en kinderen, een eigen specifieke taak bezit.

BERT

A.

VELTHUIZEN

NEEN, ER IS AL TE VEEL VERPLICHT

Geachte Redactie,

Naar aanleiding van het artikel van A. C. Franken, over "de wenselijk- heid van dienstplicht voor beide seksèn" in het juni-nummer van de Driemaster deel ik U mee, dat ik het beslist niet met de schrijver van het artikel eens ben.

Is het al niet erg genoeg, dat het mannelijk deel van de bevolking onder de wapenen moet? Hier is geen andere mogelijkheid want zon- der een leger kunnen we jammer genoeg niet. Moeten we daarom ook de dames verplichten dienst te ne- men?

Mijns inziens is er al veel te veel verplicht. Zijn wij geen leden der J.O.V.D. Dit is iets waarin we vrij moeten blijven.

Enige weken geleden discussieerde ik met enige Duitse jongeren over dit onderwerp. Zij vonden, dat wij tegenover de mannen verplicht wa-

Het artikel van de heer C. A. Franken over de wenselijkheid van een militaire dienstplicht voor beide seksen, opgenomen in het juni-nummer van de Driemaster, heeft gelukkig nogal veel stof doen opwaaien.

Wij zijn hierover ver- heugd, omdat er uit blijkt, dat er voor het door de heer Franken aangesne- den probleem een grote belangstelling bestaat.

De meeste reacties getui- gen dan ook van een die- per doordenken op de zaak en er worden argu- menten aangevoerd, die een nadere bezinning ze- ker rechtvaardigen . . Veel mede-standers heeft de heer Franken tot dus- verre niet achter zich kunnen scharen. Dit neemt niet weg, dat wij hem erkentelijk blijven voor het feit, dat hij als eerste de kat de bel heeft aangebonden.

Wij achten het probleem dermate interessant, dat wij de discussie voorlopig nog niet willen sluiten.

Daarom, wie volgt? Red.

\.._ )

ren eenzelfde lot te dragen. De da- mes moest men niet voortrekken.

Als door een brand één helft van een stad verwoest wordt, zeggen we toch ook niet: "Nu moet de an- dere helft ook verwoest worden.

Dan hebben de bewoners éénzelfde lot."

Een vrouwelijk J.O.V.D. lid.

Drouwenermond.

DE VROUW HEEFT EEN ANDERE TAAK

Geachte Redactie,

Gaarne geef ik gehoor aan Uw op- roep, enig commentaar te leveren op het ingezonden stuk van de heer C. A. Franken in De Driemaster van juni 1957 omtrent de gewenstheid van dienstplicht voor beide seksen.

De heer Franken stelt dienstplicht voor de vrouw als gewenst, ja, als noodzakelijk. Ik ben het met de schrijver volkomen eens, dat, nu de vrouw in zovele opzichten de gelijke is van de man en daarmee gelijke rechten heeft verworven, zij ook de plichten· van dit gelijkzijn op zich dient te nemen. Maar is het nood- zakelijk, dat de vrouw verplicht moet worden, in tijd van oorlog naar het front te trekken?

Wanneer in een gezin de vader wordt opgeroepen, zijn plichten te- genover het Vaderland te vervullen, blijft de moeder achter met de kin- deren. Wat moet er gebeuren met die kinderen, wanneer ook de moe- der wordt weggehaald? Niet altijd zijn er grootouders, die bereid en in staat zijn, de zorg voor hun klein- kinderen op zich te nemen!

In geval van oorlog wordt iedere man opgeroepen, hieronder valt o.m.

al het mannelijk onderwijzend per- soneel; het onderwijs wordt nu ont- wricht. Dient het onderwijs nog meer te worden bemoeilijkt, ja, on- mogelijk te worden gemaakt door ook de onderwijzeressen haar aan- deel te laten hebben in het moor- dend geheel, dat oorlog heet?

Het is gelukkig, dat vele meisjes en vrouwen bereid zijn, haar krachten te geven aan Marva en Luva; onge- twijfeld kunnen zij hiermee ons land uitstekende diensten bewijzen, zo- wel in vredes- als in oorlogstijd.

Maar of in dit verband mag worden gesproken van een typisch vrouwe- lijke taak, valt m.i. te betwijfelen.

Volgens mij blijkt wel uit het feit, dat de U.S.S.R. bij de strijd om Moskou zijn vrouwenbrigades snel terugtrok, dat de vrouw niet ge- schikt is voor de oorlogvoering.

In Israël met zijn kleine bevolking is vrouwendienstplicht bittere noodzaak, maar wie garandeert, dat de vrouwen, wier opleiding soort- gelijk is aan die van de mannen, daarvan geen lichamelijke en gees- telijke nadelen ondervinden?

Mijns inzien is dienstplicht voor de vrouw met alles wat daaraan vast- zit. uit den boze. De heer Franken schrijft, dat, zo er een leger nodig is, zowel in vredes- als in ·oorlogs- tijd, man en vrouw daarin een gelijk aandeel moeten hebben; tevens schrijft de heer Franken, dat daar- aan voor de vrouw geen nadelen zijn verbonden, doch wel enige bij- komstige voordelen, als het bijbren- gen van hygiënisch besef en klasse- overbrugging.

Ik ben het met de schrijver oneens.

Er zijn m.i. waarachtig wel betere en meer vrouwelijke middelen om hygiënisch besef bij te brengen dan oorlog voeren en klasse-overbrug- ging moet groeien; dit laatste ver- krijgt men niet in een oorlogssitua- tie, die tenslotte niet normaal te noemen is. Klasse-overbrugging kan m.i. alleen groeien in een normale, gezonde maatschappij.

Tenslotte wil ik opmerken, dat de taak van de vrouw is, moeder en opvoedster te zijn van de volgende generatie. Wat moet er van die ge- neratie terecht komen, als ook de moeders gaan oorlog voeren?

JOKE E. HAAG Hengelo (0.)

Aannemersbedrijf

Fa. W. VAN HATTUM

& Zonen

Bagger-,

Grond-,

Rijs- en

Glooiing

werken

ZALTBOMMEL

TELEFOON 594

(3)

DE DRIEMASTER 3

MARGINALIA Voor wat hoort wat

~e

Indonesische regering

;.LJ wil als nieuwe uiting van haar spreekwoordelijke wijsheid een speciale belasting invoeren. Deze belasting waarvan de opbrengst op 900 miljoen roepiah geschat wordt - zal betaald worden door in het land verblijvende vreem- delingen, als compensatie voor de bescherming van hun bezit en veiligheid door de Indonesi- sche regering.

Begrijpelijk is deze maatregel zeer zeker, omdat de kortlo:- pende schulden van de ge- meenten - tegen een hoge rente - nu opgelopen zijn tot 1.5 miljard.

De "Spit"

e en ere-escorte van straal- jagers begeleidde deze maand de laatste drie Spitfires naar Biggin Hill in Zuid-Enge- land, waar zij zullen worden opgeborgen om bij herdenkin- gen nog dienst te kunnen doen.

Er zit een zekere sentimentali- teit in dit eerbewijs aan de machine. Dezelfde sentimenta- liteit, die het volk van de stiff upper-lip er vorig jaar toe bracht bij de

buitendiensts~l­

ling van de laatste actieve Spit- fire een complete drumband aan te laten rukken, door welke band het volkslied gespeeld werd.

In deze sentimentaliteit zit ook iets hartsverwarmends. De

"Spit" is niet zo maar een vliegtuig. Het is het wapen ge- weest waarmede het beroemde handjevol jonge mannen nu bijna zeventien jaar geleden het laatste bolwerk der vrijheid voor een invasie wist te behoe- den.

In feite werden alle eerbewij- zen gebracht aan het overgrote deel van hen, dat de strijd niet overleefde. Van de meesten is niet veel overgebleven om nog eer aan te bewijzen. Het waren deze long-haired boys, die in de strijd om Engeland de balans deden doorslaan. In het voor- deel van de vrijheid.

Hun gold het eerbewijs in wer- kelijkheid en het was goed in deze tijd van haast en razend snelle ontwikkelingen toch weer even stil te staan bij de herinnering aan dat kleine groepje hyper-individualisten, die zielsalleen in hun kleine cockpit iedere dag weer moes- ten vechten, tegen de vijand en zichzelf.

•st mfi ~fin boo•

0 """'iorig jaar schreven wij na

-v de opstand in Hongarije over de merkwaardige roerse- len in de boezem van het Pen- centrum. Inmiddels heeft het Pen-centrum er weer eens blijk van gegeven op een wel merk- waardige wijze met beide voe- ten in deze wereld te staan.

Na de bekende terdoodveroor- deling van twee Hongaarse schrijvers, die een rol in de op- stand hadden gespeeld, kwa- men uit alle delen der wereld felle protesten. Het IJzeren Gordijn is meer door corrosie aangetast dan men over het al- gemeen wel denkt en het von- nis is niet uitgevoerd.

De Hongaarse regering heeft het niet aangedurfd de wereld- opinie al te veel geweld aan te doen.

Ook ons fameus Pen-centrum heeft een protesttelegram aan de regering-Kadar gestuurd.

Men heeft geen bekendheid ge-

geven aan dit telegram, inte- gendeel, men heeft er naar ge- streefd om het zo veel mogelijk uit de krant te houden.

Nu is het in de eerste plaats dienstig zich te realiseren, dat de over de gehele wereld aan- gewakkerde publiciteit niet overdreven, maar wel bijzon- der is.

Het bijzondere element is, dat er regelmatig doodvonnissen in Hongarije geveld worden, zón- der dat er een grote publiciteit ontstaat. Nu het om enige schrijvers gaat worden allerlei auteurs wakker en slaan zij een zeer hoge toon aan.

In feite was deze terdoodver- oordeling even erg als alle andere en iedere consequentie is in deze protesten zoek. Als men iemand in het water ziet liggen informeert men ook niet eerst welk beroep de drenkeling uitoefent en of hij wel op de- zelfde politieke partij stemt.

In de tweede plaats heeft het Pen-centrum een fraaie blik in haar vuile keuken gegund. Bij de interne strubbelingen in no- vember van het vorig jaar is deze club door de vele uittre- dingen sterk "verlinkst". Waar- schijnlijk is dit de reden, dat het bestuur de protestwoorden maar niet verder verbreid heeft, want zij zou dan critiek van de eigen leden te duchten hebben.

De waarde van een protest staat of valt echter met de pu- bliciteit, die er aan gegeven wordt en de weerklank die het bij het hele volk vindt.

Zelfs de communisten zijn hier- voor gevoeliger dan men denkt.

Door de geheimzinnigdoenerij heeft het Pen-centrum weer eens een allerbelabberdste in-

druk gemaakt. Kruidenierspo- litiek van de bovenste plank in

plaats 'Van heldere principiële taal.

De jongens van de ivoren to- rens moesten eindelijk eens be- sluiten om of het laatste deur- tje nu maar definitief dicht te doen of het hele vermolmde bouwwerk een harde trap te geven.

Nu zijn er weinig landen op de wereld waar zo naar hartelust geroofd en geplunderd wordt als in Indonesië. Ook komt de stevige hand van de regering in een vreemd daglicht te staan als men ziet hoe hele gebieds- delen zich afscheiden en de discipline van het leger verge- leken kan worden met de orde- lijkheid in een vlooiennest.

Wanneer er bij de discipelen van onze bloedeigen Schermer- horn, de bouwer van deze nieuwe wereld, nog twijfelin- gen mochten bestaan aan de ware toestand in Indonesië, dan kunnen zij voor een beter in- zicht altijd nog kennisnemen van de woorden van Hatta, de vroegere vice-president. Hatta, die niet moe wordt keer op keer zijn waarschuwende stem te laten horen.

Doch de hoofdzaak is, dat door deze maatregel in de eerste plaats weer de Nederlanders getroffen worden. Steeds klei- ner wordt het getal landgeno- ten, dat alle gevaren en plage- rijen nog langer wenst te ac- cepteren. Zij nemen de boot naar Patria en weer moet In- donesië deskundigen missen, deskundigen die het land zo broodnodig heeft.

Wij kunnen niet veel meer doen dan met Shakespeare zeg- gen, dat de nacht het donkerst is voor de morgen aanbreekt.

Als er nog een_ morgen komt voor het ongelukkige Indone- sische volk.

Re•ultaat

~

e regering heeft medege-

;.LJ deeld, dat financiering van de woningbouw met kort geld niet langer is toegestaan.

Géén vervlakking

Deze situatie is dermate onge- zond, dat zeer ernstige verwik- kelingen er het gevolg van kunnen zijn. Hoe deze schulden afgelost moeten worden is een raadsel, want de wethouder van financiën die er in slaagt onder de huidige omstandigheden n(!g een langlopende lening tegen de toegestane lage rentevoet te sluiten moet tot de klasse der genieën gerekend worden. En genieën zijn helaas niet dik ge- zaaid_ ...

De wedren met de woningnood lijkt nu wel definitief verloren.

Door de algemene kapitaal- schaarste zal de woningbouw zwaar moeten worden afge- remd, immers, tot dusver heb- ben de gemeenten de woning- bouw goeddeels met "kort geld" gefinancierd.

Het socialistische planmatig ge- knoei met huizen en huren heeft geleid tot het uiteindelijk bankroet. Na de oorlog is prin- cipieel het particuliere initia- tief in de woningbouw uitge- schakeld en nu zitten we met het sombere resultaat.

Alle holle leuzen van de P.v.d.A.-verkiezingsdeskundi- gen, kunnen niet verdoezelen, dat de successievelijke regerin- gen er niet in geslaagd zijn de woningnood ook maar eniger- mate doeltreffend te bestrijden.

Integendeel, de nood wordt nu meer gevoeld dan ooit tevoren, or11dat er geen uitzicht meer is.

Nog steeds zitten wij met een woningtekort van enige hon- derdduizenden en afgezien van bouwtechnische problemen staat de zaak nu ook financiëel op dood spoor.

Uit een onuitroeibare haat te- gen "de bezitter" heeft men er naar gestreefd huizenbezit zo impopttlair

mog.:.l~jk

te maken.

Men is daar volkomen in ge- slaagd. Wij plukken er nu de vruchten van.

G.D.

Ea. dagblad, dat o n b eI a n g rij k e gebeurteniaaen met op effect jagende opschriften in het midden van de belangstet.- ling plaatst, dat met uitvoerige, sentimentele verslagen en interviews met foto's appelleert aan de meest primitieve gevoelens, zulk een dagblad wordt helaas vlotter verkocht dan een goede courant.

afhankelijk zijn van politieke of kerkelijke groepering oefenen dagelijko op hun lezen Invloed uit la een bepaalde richting.

Zo'n dagblad is oppervlakkig en nivellerend, dus in zekere mate ontbindend.

Sommige bladen zijn weliswaar minder verderfelijk, maar hun culturele waarde wordt beperkt door concessies aan de ge- middelde smaak, dus aan vervlakking. Bladen, die min of meer

Een courant, behoeft noc:b ea.zijdlg, noch oppervlakkig te we•

zen om onderhoudend te: zijn. U kunt een "g oe d" dagblad kiezea, dat zeer onderboudend kan zijn en haar maatacbappe ...

lijke functie van nieuwsvoorziening en voorlichting verricht op hoog niveau, niet neutraal, wel volkomen onafhankelijk en otrevende naar de grootot mogelijke objectiviteit.

Een dagblad met onopgesmukte, betrouwbare berichtgeving, instructieve en opbouwende artikelen, die de intellectuele be- langotelllng opwekken en bevredigen.

NIEUWE ROTTERDAMSE COURANT *

Vraagt U de NRC eens 14 dagen op proef.

(4)

Ons d ••

on erwys in alle sectoren in een impasse

Minister Cals pakt zoveel te gelijk aan, dat de urgente zaken blijven liggen, aldus Mevrouw. A. Fortanier-de Wit

In januari 1955 stelde minister Cals een commissie in, die tot taak had advies uit te brengen over maatregelen nodig in verband met de uitbreiding van het voo>rbereidend hoger en middelbaar onderwijs (vhmo), vooral met het oog op de behoefte aan leraren bij deze tak van onderwijs.

Twee vragen moest de commissie in het bijzonder bestuderen, t.w. de om- vang van het vhmo in de toekomst berekenen (het aantal leerlingen en klassen) en het aantal Jeraren, dat in de toekomst nodig zal zijn. ' De commissie kwam in juni '55 met haar rapport, waarin zij concludeerde, dat de aanwas van leerlingen sterk zou stijgen en dat er te enenmale on- voldoende leraren waren om in de snel groeiende behoefte te voorzien.

"De behoefte aan leraren zal over enige jaren zo bijzonder groot zijn, dat ieder jaar verlies over enige tijd een catastrofe kan veroorzaken", zo schreef de commissie in haar rapport.

De "enige jaren" zijn nu verstreken en wij zitten nu bijna midden in de cata- strofe. Bij het ·Jager onderwijs zitten kinderen van

de

geboortepiek van 1946 en volgende jaren op de lagere school. In 1958 zal een groot deel van deze piek voor het eerst naar het vhmo komen.

Gezien het grote aantal onbevoegde leraren, dat nu reeds les geeft, kan nu reeds van een noodtoestand gesproken worden.

Om over de netelige problemen bij het onderwijs een gefundeerde mening te horen zijn

wij

naar het liberale Tweede Kamerlid mevrouw

A.

Fortanier de Wit gegaan.

Op onze vraag waaraan het tekort aan docenten hoofdzakelijk te wij- ten is, antwoordde mevrouw For- tanier de Wit, dat het tekort aan onderwijzers en leraren ondermeer voortvloeit uit een te lage sala- riëring gedurende een lange periode.

"Wanneer men hoge eisen wil stel- len aan mensen, zal men ze ook overeenkomstig moeten belonen.

Daarom is het zo belangrijk, dat enkele maanden geleden de Rege- ring eindelijk en ten lange leste heeft besloten de onderwijzerssala- rissen te verbeteren. Daarom is het zo kortzichtig de leraarssalarissen uit te sluiten van de verhoging, die de hogere rijksambten kort geleden hebben ontvangen.

In 1955 heeft de minister de com-

mies!~ lfi~l:lsMà h~r ~tuà~t'lng

wm de problemen bij het vhmo. Dit was te laat. Toen kon er bijna geen op- lossing meer worden gevonden. Een universitaire studie duurt nu een- maal ongeveer zes jaar. In 1952 had men dus klaar moeten zijn met maatregelen, die eerst eind 1955 voor een deel zijn genomen.

Na de rapportering van de com- missie een half jaar later, is de mi- nister er toe overgegaan het aantal studiebeurzen uit te breiden voor jongelui, die later bij het vhmo leraar willen worden. Doch ook hiermee is men weer te krenterig geweest.

Wanneer de ouders het maar even kunhen betalen wordt geen beurs verstrekt. Hiermee brengt men het geheel niet tot een oplossing.

Het gevolg van de tot nu toe ge- voerde politiek is, dat ongeveer 200fo van het aantal leraren onbevoegd is.

Dit aantal zal echter oplopen tot 40 à 500fo!

Van de 644 in het afgelopen jaar aangestelde onbevoegde leraren waren er 192 in het bezit van een candidaatsexamen, 232 in het bezit van een M.O.-A-akte en 220 hadden nog geen candidaatsexamen of hadden slechts een lagere akte.

Deze toestand is hoogst ernstig als men bij dit alles bedenkt, dat ons gehele onderwijssysteem dringend om hervormingen vraagt.

Geen keus Over de aanpak van het onderwijs kan men op twee manieren denken.

Men kan het uiterste doen om het . zo goed mogelijk te doen zijn. Of men kan zeggen: ik zorg, dat er on- derwijs is en daarmee is alles ge- zegd.

Nederland heeft echter geen keus.

Ons land kan zich niet de luxe per- mitteren om half-half onderwijs te hebben. Wij moeten het beste geven.

En dan rijst de vraag: is ons hui- dige onderwijs wel goed en doel- treffend ingericht?

Er wordt de laatste jaren veel over hervormingen gesproken, maar op grote schaal gebeurt er niet veel.

Bij de onderwijsvernieuwing zal men er van uit moeten gaan, dat het kind met de leerstof anders ben a- derd moet worden dan thans veelal · gebeurt. Er moeten ten dele geen lagere, maar andere eisen worden gesteld."

"Kunnen er op korte termijn ver- nieuwingen tot stand worden ge- bracht?",

lO

luiddft

onz~ VI'QQJI,

"Zeer zeker. Hiervoor is echter een eerste eis: de mogelijkheid om de scholen, die vernieuwingen in

wU-

Ien voeren ook de gelegenheid te geven. Dit zullen experimenten moeten worden met waarborgen van deugdelijkheid omgeven. Maar dàn met het recht gedifferentieerde di- ploma's uit te reiken, die toegang geven tot het hoger onderwijs.

Daarvoor moet echter de wet op het M.O. en voor het gymnasium de wet op het H.O. worden "opengebroken".

Mijn bezwaar tegen de politiek van minister Cals is, dat hij zo veel tegelijk aanpakt, dat een urgente zaak als deze blijft liggen.

Minister Cals heeft één wet voor alle takken van voortgezet onder- wijs voor ogen. Dat is een zo veel- omvattend project, dat ik vrees, dat de totstandkoming, indien ooit!, jaren op zich zal laten wachten.

Kem- en keuzevakken Persoonlijk gaan mijn gedachten in de richting van een school voor vhmo van 6 leerjaren, met voor be- gaafde leerlingen de mogelijkheid de stof in 5 jaar te verwerken.

Naast een algemeen fundament, dat voor ieder hetzelfde dient te zijn, moet meer rekening worden gehou- den met de speciale aanleg van de leerlingen.

De mogelijkheid van kern- keuze- vakken opent belangrijke perspec- tieven.

De keuze, die natuurlijk verant- woord moet zijn, geeft de leerling gelegenheid die vakken te kiezen waar hij of zij de meeste aanleg voor heeft .

Het is dan ook nodig, dat aan die gekozen vakken hoge eisen worden gesteld. Maar aan de vakken waar

Mevr Fortanier · de Wit ... toestand steediJ nijpender . ..

de jongen of het meisje geen aanleg voor heeft kunnen dan iets lagere eisen worden gesteld.

Het algemeen fundament moet ge- legd worden in de eerste vier jaar.

Deze indeling van de scholen voor vhmo brengt m.i. twee grote voor- delen met zich mee:

1.

de jongelui bestuderen en doen examen in vakken, die voor een groot deel hun belangstelling hebben;

2.

de leerlingen hebben zich al enigszins gespecialiseerd en kunnen dan na twee jaar weten of zij voor een bepaald vak be- langstelling genoeg hebben om verder te studeren.

Daardoor zullen er bij het hoger onderwijs wellicht minder afvallers komen. Ook het aantal studiewisse- lingen zal daardoor meer beperkt kunnen worden en het niveau van de eerste jaars komt hoger te liggen.

Dit betreft dus de inwendige ver- nieuwing. Het is niet noodzakelijk, dat iedere school op deze wijze werkt, maar in ieder geval moeten de mogelijkheden in de wet worden aangebracht. Ik ben van mening, dat dit zo snel mogelijk moet ge- beuren. Er mislukken te veel jonge- lui.

De eisen zijn afgesteld op de ge- middelde leerling.

De eisen moeten afgesteld worden op: wat zit er in die jongen of dat meisje.

Ieder generatie behoeft een andere aanpak. Daarom mag men een on- derwijssysteem niet laten veroude- ren.

Technisch onderwijs Hoewel Nederland een schreeuwen-·

de behoefte heeft aan goede vaklie- den zijn er veel te weinig techni- sche scholen. De leerlingen staan op grote wachtlijsten bij veel scho- len, ook al zijn er vele scholen na de oorlog gebouwd.

Er is te weinig nijverheidsonderwijs.

Er is te weinig lager technisch on- derwijs."

"Er is te weinig, er is te weinig. Wat moet dat worden in 1958?"

"De vooruitzichten zijn niet roos- kleurig. Daarbij komt nog, dat de scholenbouw wordt afgeremd door alle mogelijke geperfectioneerde waarborgen waaraan eerst moet

worden voldaan. Het gevolg is, dat er te weinig scholen bij komen en dat terwijl de toestand steeds nij- pender wordt.

Bij dit alles moet ook aan de meis- jes worden gedacht. Daarvoor zul- len meer huishoudscholen en lagere industriescholen moeten worden ge- bouwd.

Het is van groot belang, dat veel meisJes op deze scholen komen, waar zij tevens de nodige algemene vorming kunnen opdoen. Zij zullen veelal de spil van een later huisge- zin worden en een bescheiden goed fundament van kennis is een pri- maire eis.

Mulo onderwijs Het merkwaardige is, dat de mulo- scheol, door zijn veel soepeler in- richting, blijk heeft gegeven aan een grote behoefte te voldoen. Gediffe- rentieerde diploma's bestaan hier al jaren.

Een veel groter probleem vormen de jongelui, die van de lagere school afkomen en niet naar een mulo of ander voorgezet onderwijs kunnen gaan. Ook zij moeten later nuttige leden van de maatschappij kunnen worden. Het bedrijfsleven kan tot deze vorming door middel van part- time onderwijs het zijne bijdragen.

Ook de lagere school zal een revisie moeten ondergaan. De moderne psychologie heeft uitgewezen, dat het onderricht vooral in de eerste klassen meer gegeven moet worden in de geest van het kleuteronder- wijs.

Voorlopig zitten we bij het lager on- derwijs met het probleem van te grote klassen. Ook hier heeft de na- oorlogse politiek gefaald. Ook dit had men aan kunnen zien komen.

Er is geen profetische geest voor nodig om te weten, dat als er veel kinderen in 1946 en volgende jaren geboren worden, deze zes jaar later naar school gaan! ·

De nieuwe wet op het kleuteronder- wijs is een stap in de goede richting.

Hoger onderwijs Bij het hoger onderwijs steekt één probleem met kop en schouders bo- ven alles uit: te weinig weten- schappelijke medewerkers en te weinig moderne outillage.

Wanneer· niet spoedig in de salaris- voorziening van de wetenschappe- lijke medewerkers verbeteringen worden aangebracht zal het aantal in de toekomst nog verder teruglo- pen.

Wanneer niet op grote schaal de vernieuwing van de inrichting van laboratoria en ander instrumenta- rium wordt aangepakt zal Neder- land bij landen als Engeland, Duits- land en de Skandinavische landen ten achter raken. Een achterstand, die dan niet meer gemakkelijk zal zijn in te halen. Ook hier kan van een noodtoestand gesproken wor- den!"

Uit het gesprek met mevrouw For- tanier de Wit blijkt wel, dat voor vele sectoren van het Nederlandse onderwijs van een noodtoestand ge- sproken kan worden.

De Regering vindt het echter nodig bij de bestedingsbeperking ver- schillende delen van bijvoorbeeld het hoger onderwijs zwaar te tref- fen door bepaalde vernieuwingen niet door te voeren.

Op het eerste gezicht valt de ver- keerde lijn van deze politiek niet op.

Men kan lang ongestraft een ver- keerd beleid voeren. Doch eens zul- len de fouten des te sterker naar voren komen. Dit tijdstip begint

n~

voor het onderwijs te naderen.

FERRY HOOGENDIJK

(5)

DE DRIEMASTER 5

Politieke jongeren uit Europa in Duitsland bijeen

Betekenis van Duitsland in de internationale politiek, belangrijk onderwerp van bespreking

De RING Politiscber Jugend, het overkoepelend orgaan van de drie grote politieke jongerenorganisaties in Duitsland, is op het goede idee gekomen alle, aan één van de drie organisaties verwante groepen in Europa uit te nodigen voor een bijeenkomst ter informatie van de huidige situatie in Duitsland.

Dit initiatief mag zeker als bijzonder geslaagd beschouwd worden, zowel in organisatorisch opzicht als wat betreft de internationale contacten.

Na op dinsdag 25 juni 's avonds ontvangen te zijn in Jugendhaus "Steineck", een prachtig aan de Rijn en tegenover de Drachenfels gelegen landhuis, dat eigendom van de Ring is, was er gelegenheid, uiteraard onder het genot van een glas goede wijn, zich te internationaliseren.

Vertoevend aan de bar of genietend van het Rijngezicht op bet terras wer- den al snel contacten gelegd tussen de verste uithoeken van Europa: volge- lingen van de Valera en van Costello uit Ierand, jonge IJslanders, Finnen, Italianen, vele Skandinaviërs, Nederlanders en anderen vonden elkaar in gesprekken over politieke en "buiten het bestek van dit maandblad liggen- de" problemen.

Na. een duik in de snelstromende Rijn begon de volgende morgen om 10 uur het eigenlijke programma. Eén van de duitse officieren, Obstlt. Martin, hield 's morgens een referaat over de strategische positie van Europá.

Na betoogd te hebben, dat Duitsland in de strategische situatie slechts een aspect is van de grens tussen twee blokken, zette hij de betekenis van de militaire dreiging uit het Oosten uiteen.

Met een uitvoerige analyse van de sterkte van land-, zee-, en lucht- strijdkrachten, van kern-, en ver- dragende wapens en van het econo- misch potentieel aan beide zijden, toonde spr. de noodzakelijkheid van een duitse bewapening aan. Ligt het Westen misschien op verschillende genoemde punten achter, haar to- tale kracht is sterker.

Daarbij komt dat de bevolkingsaan- was in de Sovjet Unie laat zien, dat na 1957 minder mensen beschikbaar zulen zijn voor het leger, terwijl de industrialisatie, mede in verband tnet de stl"ijd om de

otiderontwlk~

k~tde

gebieden, een hoger arbeids- potentieel zal vragen.

Gezien deze en an<iere factoren moet aan de onderhandelingpo- sitie van de Sovjet-Unie in Londen grote aandacht worden besteed. Een gematigd optimisme is gerechtvaar- digd.

Duitsland mag echter militair ge- zien niet neutraal zijn, omdat dit de kracht van de NATO, die gericht is op het voorkomen van aggressie, zal verzwakken. Vergelijkingen met Zweden, Zwitserland en Oostenrijk gaan in dit verband volgens spr.

niet op.

Dr ADE~AUER

. . . ovaties ...

Het zal de lezer duidelijk zijn, dat hier iemand namens de Bondsrege- ring sprak. Als tegenwicht sprak 's middags Heinz Pöhler, lid van de Bondsdag voor de S.P.D., over blok- politiek of collectieve zekerheid.

Hij begon met de internationale po- litieke ontwikkeling van 1945 tot 1957 uiteen te zetten. Hij zag van Genève tot Londen een gunstige ontwikkeling. Toch hebben al deze conferenties de vicieuze cirkel van

Belangrijk nieuws over intern. contacten

Het J.E.L.-comité Nederland maakt bekend, dat aan het eind van 1957 de heer Weber, algemeen secretaris van de Deutsche Jung- demokraten, een bezoek zal brengen aan Nederland en graag bereid is voor enkele districten en/of afdelingen te spreken.

De heer Weber is bijzonder goed ingevoerd in de duitse gemeente- politiek en kan verder vele aspecten van de binnen- en buitenlandse politiek van zijn land, deskundig belichten.

Verder vestigt bet Comité er de aandacht op, dat er voor belangstel- lenden gelegenheid is de tweede bijeenkomst van de Ring Politischer Jugend, het overkoepelend orgaan van de drie duitse politieke jonge- renorganisaties, bij te wonen. (Een verslag van de eerste bijeenkomst vindt men in deze Driemaster). Zij zal gehouden worden van 31 augustus tot 5 september te Mehlem-Bad Godesberg en het thema is "The politica) and ideological situation of Western Europe between America and the Sovjet-Union". Kosten, incl. reiskosten: 40 D.M.

Het Twee-jaarlijkse congres van de Jeunesses Europeennes Libérales zal op 27, 28 en 29 september gehouden worden in de omgeving van Parijs.

Tenslotte deelt het Comité mee, dat zij graag bereid is informaties en contactadressen van buitenlandse organisaties te verstrekken.

Inlichtingen en informaties in verband met het bovenstaande bij de secretaris, Laanstraat 61, Baarn.

de koude oorlog niet doorbroken, omdat niet uitgegaan werd van het nulpunt nl. Hirosjima.

Hier ligt volgens spr. de volledige ommekeer van de politieke ontwik- keling. In Londen ligt de kans dit punt te vinden; dit is noodzakelijk omdat A- en H-bom even onmoge- lijke doctrines zijn geworden als de wereldrevolutie van Lenin.

Ontwapening, veiligheidssystemen en neutralisering van Duitsland zijn de lijnen waarlangs hereniging en ontspanning verkregen kunnen worden.

Woensdagavond was een receptie georganiseerd waar welhaast alle Europese landen met diplomatieke vertegenwoordigers vertegenwoor- digd waren.

Voor Nederland was aanwezig mr Venekamp, politiek attaché aan de ambassade in Bonn. De cosmopoli- sche sfeer die hier heerste was teke- nend voor het geheel. Behalve de nog steeds overvloedig stromende wijn leste deze uitwisseling menige dorst, zij het van andere aard.

De volgende morgen hield de heer Stender, functionaris bij de F.D.P., een referaat over de problematiek van de bewapende neutraliteit. Was de vorige spreker al vaag geweest, de heer Stender wekte sterk de in- druk neutraliteit te willen combine- ren met de NATO, anderzijds atoomwapens buiten Duitsland te houden zonder ze evenwel af te schaffen. De hierbij tussen de regels door beluisterde aggressieve op- merkingen t.a.v. de huidige Oost- grens waren soms ietwat veront- rustend.

Al met al gaven deze referaten ge- noeg stof tot discussie. Nadat de vertegenwoordigers van NATO- landen en neutralisten enige princi- piële noten gekraakt hadden, brak een verkiezingsdebat uit tussen de drie duitse groepen dat bepaald ver- helderend werkte voor de Europese betekenis van de op handen zijnde verkiezingen in Duitsland.

Het programma bracht ons 'smid- dags op bezoek bij een eenheid van de Bundeswehr in Rheinbach. Hoe men over het nieuwe duitse leger moge denken, het is er en kan van belang zijn voor de veiligheid van ons land.

Met deze gedachten begonnen we dan ook ons bezoek. Wandelend met een Noor en enkele Denen trachten we ons in de omringende sfeer te verplaatsen, hetgeen met enige goede wil lukte tot. . . . de gehele eenheid in beweging kwam en on- der voortreffelijk gezang op de ijzeren hakken dreunend de beton- nen paradeplaats verliet.

Toen keken we elkaar aan en was het gevoel toch wel iets sterker dan de politieke ratio. Een troost zij het, dat de publieke opinie in Duitsland minstens even kritisch tegenover deze bewapening staat. Wel hebben we onze gasten gezegd, dat deze pu- blieke opinie nu niet zo betrouw- baar gebleken was. Dat er echter, vooral onder de jongeren, de wil en de instelling is er het beste van te maken is verheugend.

De laatste dag van het gezamenlijk programma werd o.a. gevuld met een bijzonder goed en weloverwo- gen referaat over de hereniging ván Duitsland als probleem van buiten- landse politiek.

De referent, dr Fechter, legatieraad

bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, zette uiteen, dat het genoem- de probleem alleen op internationaal niveau opgelost kan worden, maar dat er nog geen gemeenschappelijk niveau is.

Hij zag echter kansen in Londen.

Ook in Genève had de Sovjet-Unie nog de eenheid van Duitsland er- kend, maar op basis van onderhan- delingen tussen de beide republie- ken. Dit is onaanvaardbaar. Het Westen wil een democratische her- eniging om daarna volkomen vrij een eigen binnen- en buitenlandse politiek te bepalen.

De Sovjet-Unie tracht echter op vele manieren een eenzijdige aan- passing aan het Oosten en opzeg- ging vooraf van de banden met het Westen te forceren. Zij weet zeer goed, dat de hereniging van 70 en 18 miljoen duitsers een democrati- sche staat zal worden.

Alleen een nauwkeurige afweging van alle politieke achtergronden van dit probleem kan voorkomen, dat Duitsland bedrogen uitkomt, zo besloot deze spreker.

Het gezamenlijk programma werd besloten met een bezoek aan het Bundeshaus, waar gelegenheid was de Regeringsgebouwen te bezichti- gen en een zitting van de Bondsdag bij te wonen. Na afloop gaf de vice- president van de Bondsdag, dr Jae- ger een receptie ter ere van zijn jonge gasten.

De 29e juni waren liberalen, chris- ten-democraten en socialisten af- zonderlijk de gast van de duitse or- ganisaties. 's Morgens hadden wij als liberalen een ontmoeting met dr Reinhold Maier en de heer Steffan resp. voorzitter en algemeen secre~

taris van de F.D.P. 's Middags rees het kwik boven de 100°, zodat slechts verkoeling in de Rijn of in de bar werd gezocht.

De laatste dag werd aan de buiten- landers de gelegenheid gegeven op het congrel;l van de Junge Union (jonge christen-democraten) vele prominenten te zien en te horen.

Hieronder waren dr Audenauer en de ministers von Brentano, Erhard, Schäfer, Lubke en verder dr Arnold, oud minister-president van Rijn- land-Westphalen en dr Krone, frac- tievoorzitter van de C.D.U.

Dertigduizend jongeren en ouderen brachten hier een ovationele hulde aan de groten van Duitsland, een hulde die voor ons nuchtere Neder- landers alle perken van het nor- male te buiten ging.

Een enkele maal kreeg men het idee, dat de machtige Dortmunder W estphalenhalle zou instorten als Adenauer opstond om de ovaties in ontvangst te nemen. Ook tijdens de verkiezingsrede van hem, die men inmiddels reeds lang uit de pers heeft kunnen vernemen, werden diverse ovaties aan hem en zijn mi- nisters gebracht.

Wil men een conclusie, dan kan men enerzijds wel verwachten, dat sommige ervaringen ietwat kriti- scher stemmen. Anderzijds rrioet men enorme waardering hebben voor het positieve en opbouwende werk, dat de jongeren daar verrich- ten. De werkzaamheden van hun organisaties op het terrein van de voorlichting en ter opbouw van een gezonde democratie zijn onze aan- dacht en belangstelling zeker waard.

JOOP SCHUYFF

(6)

In memoriam Lucas Uljée

In de loop van maandag 24 juni bereikte ons het ontstellende bericht: Lucas Uljée overleden.

Reeds voor Pasen was hij ziek, een lichte ongesteldheid naar ook hij dacht. Later bleek opname in een ziekenhuis noodzakelijk;

niemand kon echter vrezen, dat hij daaruit niet zou terugkeren.

Na wat ups and downs knapte hij op, wij verwachtten hem reeds in ons midden terug. En toen plotseling het bericht, dat het niet zo goed met hem was, dat een operatie nodig bleek.

Nog dacht niemand aan het ergste. En dan ineens de tijding van zijn dood. In de vroege ochtend van zaterdag 22 juni zijn aan dit jc,nge leven de aardse werktuigen ontvallen. Lucas Uljée zal in onze kring niet terugkeren.

Lucas' karakter is in enkele woorden te kenschetsen: een man van de daad. De daad ging hem boven het woord, het gebaar prevaleer- de bij hem boven de frase.

Ook in onze kring, waar spreken onvermijdelijk is, voerde hij zelden het woord. Zijn woord won daardoor aan gezag. En .het gezag van zijn woord lag niet alleen in de weloverwogenbeid ervan, maar veel meer in de diepe menselijkheid, die er uit naar voren sprong.

Lucas werd voor zijn doen breedsprakig wanneer hij zich opwierp als bestrijder van onrecht. En dan werd er naar hem geluisterd, dan werd zijn advies opgevolgd. Dat heeft onze organisatie voor veel pijnlijke situaties gespaard, dat heeft soms ook, laten we dat erkennen, geïntrigeer verijdeld. Wij hebben reden hem daarvoor dankbaar te zijn.

Wij hebben ook reden hem dankbaar te zijn voor de vele werk- zaamheden, die hij voor ons verrichtte. Speciaal de afdeling Am- sterdam heeft van zijn voortreffelijke technische capaciteiten ge- profiteerd. Reeds in zijn Zwolse tijd was hij een trouw en actief lid.

Ir. Amsterdam heeft hij eerst in de propaganda-commissie geze- ten. In de eerste vergadering zei hij niet veel, in de tweede moge- liJk nog minder. De commissie hield zich bezig met het probleem, hoe propaganda te maken. Bij de rondvraag van die tweede verga- dering kwam Lucas met de namen van enkele door hem geworven

Europese

(Ingezonden)

Nu de verdragen op

25

maart

1957

in Rome, inzake de Euromarkt en het Euratom, zijn getekend, blijft aan de parlementen nog de bekrach- tiging over.

Naar het zich laat aanzien, zal het niet zo gaan als bij de ED .. G, w.elke door het Franse parlement werd afgestemd. Duitsland is de andere landen dit keer voorgegaan en heeft de verdragen nog juist voor het zo- mer-reces goedgekeurd.

Op het moment dat dit geschreven wordt, moeten ook onze Kamers hun mening nog kenbaar maken. In brede kringen is men het er nu wel over eens, dat de enkele Europese staat zijn economie niet meer alleen kan voeren zonder een nauwe sa- menwerking met de andere haar omringende landen. Er moest dan ook gezocht worden naar een gro- tere Gemeenschap dan nu tot stand is gekomen.

Dit brengt allerlei problemen met zich. De aangesloten landen zullen zich op elkaar moeten instellen. Ta- rieven moeten worden aangepast en efficiency toegepast. Hiervoor heeft men dan ook een ruime tijd geno- men, nl.

15

jaar. Dit alles is vrij duidelijk en aanvaardbaar.

Maar ook gewaagt men al van een politieke eenwording van de Euro- pese landen, die zich aaneengeslo- ten hebben. Dit zal dan nog wel verre toekomst zijn, want hierover valt nog wel het een en ander te zeggen.

In de verschillende aangesloten lan- den hebben we zeer uiteenlopende politieke verhoudingen, die niet voorbijgezien kunnen worden.

We vinden in de aangesloten landen twee wezenlijk verschillende rege- ringsvormen, de monarchie en de

gemeenschap

republiek. Deze twee regerings- vormen steunen op Grondwetten die voor elk der landen verschillen vertonen.

Voor het gemak blijven we bij ons eigen land. We zien dan, dat we hier dus te maken hebben met een con- stitutionele monarchie met aan het hoofd een vorstenhuis, waarmee elke rechtgeaarde Nederlander zich ten nauwste verbonden voelt.

Met deze regeringsvorm hangt ons parlementaire stelsel ten nauwste samen. Zien we even terug op onze schooljaren, dan kunnen we ons herinneren, en om ons heen horen we het dagelijks, dat de Rijkswet- gever is: Kroon + Staten Generaal.

Een wetsontwerp door de beide Ka- mers, al of niet voorzien van amen- dementen, wordt pas van kracht na bekendmaking in het Staatsblad.

Het gevaar bestaat echter, dat straks ook wetten en bepalingen zullen worden gemaakt door Euro- pese lichamen, zoals dit nu reeds geschiedt in de E.K.S.G.

Op de duur zal ons parlementair stelsel en dus ook de plaats van de Kroon in het gedrang kunnen ko- men bij de verdere uitbreiding van de Europese samenwerking. Men spreekt reeds over een Europees parlement, dat door de Europese burgers zal moeten worden gekozen.

Ook wordt al gesproken over een Hooggerechtshof voor de rechten van de Europese burger.

De plaats van de Kroon en met name van de Koning, historisch in onze Nederlandse samenlevip.g ge- groeid en vastgelegd in de Grond- wet, kan en mag niet worden opge- offerd aan een Groot-Europese- Gedachte, hoe idealistisch en be- langrijk dit ook mag voorkomen.

Wij dienen er op toe te zien, dat een

leden op de proppen. Zijn gezag was gevestigd.

Later in het bestuur van de afdeling ging het precies zo. Hij was o.a. een jaar penningmeester. Toen het bekende en min of meer beruchte probleem van de achterstallige contributies ter sprake kwam, bleek Lucas het probleem grotendeels te hebben opgelost.

En het is helemaal in orde gekomen, al heeft het hem heel wat avonden op zijn scooter door Amsterdam doen zwerven.

Lucas kende de grenzen van zijn bekwaamheid, nimmer heeft hij functies willen aanvaarden, die naar zijn oordeel boven zijn macht gingen. Hij zocht het spectaculaire niet.

Men kreeg het gevoel, dat hij doelbewust beneden de grens van zijn capaciteiten werkte, niet om het risico van een blunder te ontkomen, maar om de zaak niet te schaden. Hij was een beschei- den mens.

Nooit is te vergeefs een beroep op hem gedaan tijd en aandacht beschikbaar te stellen, wel heeft het vaak moeite gekost hem er van te overtuigen dat hij de juiste man voor een bepaalde functie was.

Helaas is het hem niet gegund geweest zijn functie penningmees- ter van 1"\et district Noord-Holland te vervullen. Op de dag van zijn benoeming werd hij

~iek.

En ten slotte hebben wij vooral reden hem dankbaar te zijn voor de wijze waarop hij ons tegemoet trad. Lucas zocht naar het posi- tieve in zijn medemens. En daardoor laat hij een leegte achter. Een functionaris is vervangbaar, een man met eigenschappen van geest en gemoed als hij bezat, is dat niet.

Wij hebben niet te oordelen over het hoe en waarom van zijn, naar menselijke maatstaf gemeten, te vroeg verscheiden. Wij kunnen slechts dankbaar zijn de mens Lucas Uljée te hebben gekend. En wij hebben de plicht de werktuigen die hem ontvallen zijn op te nemen en te hanteren.

Voor Lucas Uljée was liberaal zijn geen zaak van louter politieke aard, het was voor hem een levenshouding.

Wij eren hem het best in die geest zijn werk voort te zetten. Zo handelend steunen wij ook zijn verloofde, zijn ouders, zijn familie- leden, naar wie onze gedachten van oprecht medeleven uitgaan.

waarheen?

europese samenwerking ontstaat in economische zin met inachtneming van de respectievelijke politieke constellaties in de deelnemende landen.

Dit kan zeer goed, indien men geen Europeer parlement, maar slechts Europese controle-lichamen in het leven roept, die de, door de regerin- gen gezamenlijk genomen, besluiten controleren.

De Europese Gemeenschap is nu eenmaal· een statengemeenschap, waarin elk land met eigen nationale tradities en geschiedenis staat. Wij zijn nog niet toe aan een Europa zonder nationale grenzen. De histo-

BOTE DE BOER Lzn.

rie van Europa brengt met zich mee, dat geen Europese mens is ontstaan, maar dat we ook in de naaste toe- komst Belg, Duitser, Fransman, Italiaan, Luxemburger en Neder- lander zullen blijven.

Vaak kijken we naar Amerika. Dit is ook een Staten-federatie, hoewel anders dan de Europese Gemeen- schap. Daar· kan men echter tot op zekere hoogte spreken van een Amerikaans burger, immers daar zijn vele volken tot op zekere hoog- te met elkaar versmolten. Dat is hier in Europa nog niet het geval en zal voorlopig ook nog niet ge- beuren.

Het is daarom gewenst, dat onze Nederlandse regering steeds voor ogen houdt, dat het de vertegen-

(vervolg pag.

7)

LOES VAII SMAALEli t

Na het ontstellende bericht van het overlijden van Lucas Uljée bereikte ons de niet minder verpletterende tijding, dat ons mede-lid Loes van Smaalen plotseling uit het leven werd weggerukt.

Loes van Smaalen werd het slachtoffer van een motoron- gevaL Enige weken heeft men in hoop en vrees geleefd of zij mocht blijven behouden, totdat ons op

4

juli de vrees- lijke tijding bereikte, dat zij de ernstige gevolgen van haar ongeval niet had overleefd.

Op

9

juli j.l. werd zij op de Algemene Begraafplaats te Zwijndrecht ter aarde besteld.

Wij kunnen het nauwelijks verwerken, dat aan dit zo spontane en actieve leven van Loes een zo plotseling einde is gekomen.

Velen kennen haar activiteit, een activiteit, die zij later manifesteerde als secretaresse

van de afdeling Dordrecht.

Zij was voor de J.O.V.D. een motorische kracht met een eigen karakter en een eigen sfeer, die wij node zullen missen.

Wij zijn dankbaar voor al hetgeen zij voor onze orgáni- satie heeft gedaan en wij zul- len steeds de herinnering aan haar sprankelende persoon- lijkheid bewaren.

Moge zij rusten in vrede en moge het haar ouders, broer en zuster gegeven zijn de kracht op te brengen dit grote verlies te dragen en te aan- vaarden.

Moge het voor hen een troost zijn, dat de fakkel, die zij in de JO.V.D. heeft gedragen door anderen wordt overge- nomen indachtig haar inspi- rerend voorbeeld, dat wij nimmer zullen vergeten.

G.St.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het initiatief voor het werken vanuit het begrip Eigen Kracht, zo geven de provincies aan, wordt in de meeste gevallen (vier maal) op lokaal niveau genomen

Op wijkniveau naar de kinderen Balanceren tussen waakzame zorg en nieuwe

 Een beroep doen op eigen kracht is niet ‘regel het zelf maar’, maar samen met de cliënt in kaart brengen wat zijn moge- lijkheden en die van zijn netwerk zijn.. Daarna volgt

‘benutten’, de burger ‘in zijn kracht zetten’ of ‘beroep doen op eigen verantwoordelijkheid’… lang niet altijd is uitgewerkt wat men precies onder ‘eigen kracht’

Een enkele professional benoemt expliciet dat het om hulp uit het sociale netwerk zou moeten gaan; een andere professional benoemt dat deze hulp of ondersteuning ook professioneel

Bovendien zijn er verschillende algemene websites waar veel informatie te vinden is over Nederland (inclusief onze omgangsvormen) en gericht op diverse doelgroepen, zoals

In een vitale wijk wonen en werken mensen plezierig en leven in goede onderlinge verhoudingen, kunnen langer zelfstandig thuis wonen. 8 wijkwerkers in 5 wijken: Ewijk, Winssen,

De groei van VDBH leidde er ook toe dat Heierman de samenwerking is aangegaan met Wilco Boender, die vanuit Stolwijk een vestiging leidt voor werkzaamheden in