Vraag nr. 299 van 24 mei 2002
van de heer JAN PENRIS
Alternatieve energie – Getijdenwerking
In het debat omtrent duurzame energie werd tot op heden niet veel gesproken over het winnen van energie uit getijdenverschillen. Het moet immers mogelijk zijn om op onze getijgevoelige stromen turbines te plaatsen die meerdere malen per dag (bij eb en vloed) en bijna constant kunnen draaien en energie opwekken.
Werd hieromtrent door de bevoegde diensten, d e elektriciteitsproducenten of het Wa t e r b o u w k u n d i g Laboratorium in Borgerhout reeds onderzoek ver-richt ?
Zo ja, wat was het resultaat van dit onderzoek ? Zo neen, wordt dergelijk onderzoek in het vooruit-zicht gesteld ?
Antwoord
Voor het winnen van getijdenenergie met behulp van turbines of molens is het noodzakelijk dat er een behoorlijk verschil in waterstand is tussen de opwaartse en afwaartse zijde van de installatie. I n Vlaanderen zou dit in theorie kunnen aan de kust en de volledige Zeeschelde, waar een getij optreedt van normaal 4 à 5 meter.
Daarnaast kan ook een kunstmatig verschil in wa-terstand worden gecreëerd. Als men namelijk in een aangesloten opvangbekken langs de kust of de Schelde het hoogste waterpeil blokkeert door de ingang van het opvangbekken op het juiste ogen-blik af te sluiten, krijgt men bij eb een kunstmatig verschil in waterstand dat gedurende enige tijd toe-laat een turbine aan te drijven voor het opwekken van energie. Het verschil in waterstand dient ook hier echter voldoende groot te zijn en voldoende lang op te treden om rendabele energie te kunnen c r e ë r e n . Een dergelijke installatie werd totnogtoe alleen in Frankrijk gebouwd, op een kustplaats waar men langs de kust 19 meter verschil in water-stand per getij heeft.
Voor de gebieden onderhevig aan getij is aan de spuikom in Oostende gedacht, met als mogelijke fi-naliteit de bouw van een turbine in de uitwate-r i n g s c o n s t uitwate-r u c t i e. De uitwate-rendabiliteit van deuitwate-rgelijk puitwate-ro- pro-ject lag onvoldoende hoog. Mede gezien de andere
bestemmingen van de spuikom, werd het project opgeschort.
In het kader van de opmaak van de conceptnota "Hernieuwbare energie: energie uit waterkracht" van 24 februari 2000 van de administratie Wa t e r-wegen en Zeewezen, de Dienst voor de Scheep-vaart en de NV Zeekanaal en Wa t e r g e b o n d e n Grondbeheer V l a a n d e r e n , werden acties gepland voor de energiewinning op de niet-g e t i j d e n r i v i e-r e n . Hiee-rvooe-r zijn gunstige locaties geselecteee-rd en in een concessie aangeboden aan de energieprodu-centen.
Een andere manier om energie op te wekken met water is door gebruik te maken van de wrijvings-weerstand die een stroming uitoefent op een vast l i c h a a m . Indien dit lichaam een soort van schoe-p e n r a d- of windmolenachtig schoe-profiel heeft, dan kan dit rond zijn as draaien en op die manier energie o p w e k k e n . Hiervoor is het voldoende dit lichaam in een snelstromend gedeelte van een rivier of zee op te stellen, zonder dat daarbij een kunstmatig waterstandsverschil moet worden geschapen. Een tiental jaar geleden werd in de vakpers bericht dat met een dergelijk rad, met een diameter van 20 m e t e r, proeven gedaan werden in het Engels Ka-naal, waar sterke zeestromingen optreden.
In 1997 werd aan het Waterbouwkundig Laborato-rium door de Nederlandse Machinefabriek A a r-ding BV gevraagd een gelijkaardig, maar veel klei-ner schoepenrad op basis van het octrooi van de heer L. Worms te onderzoeken. De resultaten wer-den gerapporteerd in "Model 555-Ve r m o g e n s o p-brengst Schoepenrad". Hieruit blijkt dat het maxi-maal rendement 14 à 17 procent is, wat bijzonder laag is.
Sinds 1997 is bij het Waterbouwkundig Laboratori-um geen verder onderzoek in dat verband meer verricht.