• No results found

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname · dbnl"

Copied!
170
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

van Zuriname

Thomas Pistorius

bron

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname. Theodorus Crajenschot, Amsterdam 1763

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/pist002kort01_01/colofon.htm

© 2007 dbnl

i.s.m.

(2)

*2r

Voorreede aan den goedgunstigen leezer.

IK onderneeme iets, gunstige Leezer, 't welke, myn's weetens, tot nog toe, door geen van myne Landgenooten is verrigt geworden; te weeten, ik brenge u eene

Beschryvinge onder 't oog van de Kust of Colonie van Zuriname, in dier voegen, gelyk gy dezelve thans voor u ziet. Geen Schryflust, nog veel minder Lofzugt, heeft my bewoogen tot het ter Waereld brengen van dit Papiere Kind; maar oom de Buitenlanders, die veel-al met een verkeerd Denkbeeld, aangaande verscheidene byzonderheden van deeze Colonie, zyn ingenoomen, gansch andere gedagten in te boezemen, die alle de Waarheid en de Ondervindinge tot hun grondslag hebben. In een Tyd-reeks van meer dan vyftig Jaaren, meen ik, kan een Oplettende nog al iets ondervinden en aanmerken, inzonderheid, wan-

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(3)

neer 't hem niet gemankeert heeft aan middelen, nog ook aan gelegendheden om alles te kunnen onderzoeken, en vooral dan nog te meer en beter, wanneer hy zelf in al zulke Posten is gesteld geworden, daar het zyne eigene Interesse vorderde, meer door Zig Zelf te verrigten, dan op den dienst van anderen te betrouwen, of in derzelver rapporten te berusten. In zulk eene geruime Tyd-stip nu, en onder verscheide Staatverwisselingen, heeft het de Goede Voorzienigheid behaagt, om my niet alleen Geleegenheid, maar ook Tyd en Lust te vergunnen, om genoegzaam alles, wat op deeze Colonie Merkwaardig is, te onderzoeken, aan te teekenen en 'er op gepaste tyden, tot myn voordeel, gebruik van te maaken; waar by ik my thans nog zeer wel bevinde. En juist is dit wel de grootste reede, waarom ik, op het verzoek van veele myner Vrienden, ben overgegaan tot het doen Drukken van deeze myne

Aanteekeningen, op dat dezelve ook teffens tot nut en voordeel van myn Even-Naasten strekken moogen.

Het zal niet noodig zyn veel van deszelfs Inhound te zeggen; den Leezer kan zulks aanstonds uit de hier op volgende Opschriften van ieder Hoofdstuk in 't byzonder, naa zyn genoegen zien.

En, om aan dit Werkje te meerder sieraat by te zetten, en aan den Leezer te beeter Denkbeeld van het een en ander te geeven, hebben wy eenige Afteekeningen gemaakt, zoo van Boomen, Aard-

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(4)

*3R

gewassen, als Gebouwen, die in het Koper gegraveerd, en in de Beschryvinge op zyn plaats te vinden zyn.

Ik bekenne gaarne, terwyl myne Aanteekeningen buiten eenige ordre geschied zyn, 't my thans zeer veel moeite veroorzaakt heeft, om ze in deezer voegen, gelyk dezelve nu zyn, te schikken; te meer, nadien ik, wegens de zwakheid van myn Gezicht, my daar toe buiten staat bevond, zoo dat ik genoodzaakt was, gebruik te maaken van een Jongeling, aan wien ik alles mondeling voor dicteerde; waarom dan ook deeze Beschryvinge niet zoo volkomen zyn zal, gelyk het wel behoorde; dat dezelve met geen meerdere Omstandigheden verzelt gaat, en dat zig hier en daar Taal- en Spelfouten zullen opdoen, die ik verzoek dat den Leezer gunstig zal gelieven over het hoofd te zien.

Gebruik dan, waarde Leezer, deeze onze poogingen, hoe gebrekkelyk ook, tot uw vermaak en voordeel; intusschen wy u wenschen, voor Tyd en Ewigheid wel te vaaren.

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(5)

Aan den edelen achtbaaren heere Thomas Pistorius, op zyne korte beschryvinge van Suriname.

Het Wester Wingewest langs Surinamens boorden, Zo ryk van vruchtbaarheid gezegend door gods hand, Verdiende wel te regt aan andre waereld oorden,

Met roem bekend te zyn, voor al aan Nederland.

Dat reeds byna eene Eeuw, met ryk beladen scheepen Den Voor en Najaar oogst in 't Vry Gemeenebest, Tot heil van duizenden heeft mogen binnen sleepen:

Ontbrak lang 't echt berigt van dit haar Wingewest.

Wat wondren der Natuur, de oplettende daar vinden, In 't heir der schepslen, in plantzoenen, grond en lucht;

Of wat Gods voorzorg wilde aan 's menschen arbeid binden, Des land-aarts levenswyze, opvoeding, weelde en tucht.

Dit eischt Surnamen nu, van U, haar' ingebooren, Wel Achtbre Colonier, van U, PI S T O R I U S! Zy heeft van jongs af U tot deezen dienst verkooren,

Bewyst die hulde aan haar gewillig..! Maar hoe dus,

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(6)

**1v

Wat hinderd uwe drift, om aan haare ingezeten'

't Verwachten te voldoen, 't geen haar uw werk belooft?

Den yver heeft te verre uw leven afgesleten;

De naderende Ouderdom uw oog van kracht beroofd.

Gelukkig noch, gy geeft het algemeen ten beste, 't Geen gy van tyd tot tyd hier toe verzameld hebt:

Zo krygt de weetlust, met verwondering ten lesten Bericht, waarvan voorheên noch niemand heeft gerept.

Hebt dank! den Naneefhoude uw' Achtbre Naam in waarde;

Ja, als de dood in 't einde uw's levens dagtoorts blus, En 't zwakke lichaam breng met rouwe en eer ter aarde,

Roemt Surinamen steeds, noch haar PI S T O R I U S! PRETIUM QUE ET CAUSA LABORIS

.

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(7)

Korte en zakelyke beschryvinge van de colonie Zuriname.

I. Hoofdstuk.

Behelzende eene befchryvinge van de gelegenheid deezer Colonie, derzelver Steeden, Forten, Rivieren, Kreeken, Bergen, &c.

+Gelegenheid van de Colonie Zuriname

DE Colonie of Volkplanting Zuriname, legt ten

+

Noorde de vaste Kust van het Zuidelyk America, benede Guajana, ten Westen de Marawyne en boven of Oostwaarts Barbiesie en Sarameca. De grond is doorgaans Moerassig en

Kleiachtig, hoewel ook op sommige plaatzen Zandig, dog vrugtbaar. De geheele Colonie word doorsneeden van een groote meenigte Rivieren en Kreeken, waar van wel de voornaamste zyn, de Rivieren Zuriname, Commewyne, Cottica en Marweine:

boven dien vind men aldaar verscheide Bosschagien, tusschen dewelke zig hier en daar eenige opene Velden opdoen, die, wanneer men de moeite en kosten doen wilde, ligtelyk

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(8)

2

konde bekwaam gemaakt worden, tot Weilanden, Boomgaarden, Moestuinen, of andere nuttige Plantagien.

Wat de Rivieren aanbelangt, dezelve zullen wy nu kortelyk gaan beschouwen, en wel voor eerst gewagen van die, na welke deeze Volkplantinge haaren naam bekomen heeft, te weeten de Zurinaamstroom.

+De Rivier Zuriname

+

Deeze Rivier, die omtrent een half uur breed is, heeft benede zyne uitwateringe Noord-west in de Zee, en boven Zuid-oost. Dezelve verdeelt zig, ongeveer drie en een half uur van de Zee, aan de Oostkant, in tweën, wordende deeze Stroom genaamt Commewyne, die zyne cours naar her Zuid-oosten zet, daar de Rivier Zuriname de zyne naar het Zuid-westen rigt. Op de Punt, alwaar zig deeze Rivier in tweën splist, legt een Schans, waar aan men in 't jaar 1734. begon te bouwen, doch eerst A

o

. 1747. voltooid werd; dezelve is van de nodige Wallen en Gragten wel voorzien: nog leggen aan beide zyden, in het afvaaren, twee Redouten, met Batteryen en zwaare Stukken Kanon beplant, van dewelke men, zoo wel als van de Fortresse, de inkomende Scheepen bestryken kan. De Zurinaamstroom kan meer dan 30 mylen bevaaren worden; en zoo verre deszelfs Boorden Moerassig of laag Land zyn, ziet men dezelve met. Geboomte geboord, die van de Europianen Duizend Beenen, maar van de Inboorelingen Mangro, genaamd worden; dezelve verschaffen aan de voorbyvarende een aangenaam gezigt. Doch alvoorens wy deeze Rivier verder afzakken, stevenen wy wederom opwaarts, en beschouwen als dan niet alleen een meenigte Coffy-Plantagien, die aan weerzyde gelegen zyn, maar ook de zeer voordeelige en sterke Fortresse Zeelandia, leggende in het Noord-oosten, een uur van de Schans, even boven Paramaribo

+De Fortresse Zee-landia..

+

Deeze Fortresse, is allereerst door de Portugeezen gebouwt, door de Engelschen hen ontweldigd; doch van de Zeeuwen, in 't jaar 1667., wederom hernomen, onder het beleid van den dapperen Admiraal K

R Y N Z E N

en den

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(9)

Vice-Admiraal C

U L E W A A R D

, slegts met een Vlootje van 3 Oorlogscheepen en eenige kleine Barkassen, doch van alles wel voorzien, en met zig voerende 300 Soldaten, waar over den Generaal L

I G T E N B E R G

het opperbestier had, die ook, na de herovering, de gemelde Fotresse en Colonie als Gouverneur geregeerd heeft.

Wat de Fortresse aanbelangt, dezelve is van Klip- en Schelp-steen gebouwt, met breede Gragten en Aarde Buiten-werken omcingeld, en van binnen met een sterk Guarnisoen, de nodige Magazynen, Kruit-kelders, Wapenkamers, en voorts van alles dat tot een lange verdeediging nodig is, wel voorzien, en dekt niet alleen voor alle onverhoedze aanval de Stad Paramaribo, maar ook de geheele Rivier Zuriname. Het geweld der Stroom, die zelfs deeze Vesting bespoelt, verspilt haare kragten te vergeefs op de hinderpaalen, die voor haare woede aldaar, wyselyk, gemaakt zyn. Uit de Geschiedenisse blykt, dat dit Fort in 't jaar 1683. door de Hollanders is bezet geworden, waar toe hen, in de maand May en Juny van dat zelve jaar, gunstig Octrooy verleend werd. 's Jaars daar aan, werd deeze Vesting en Colonie als Gouverneur geregeerd, door den Heer F

R A N ç O I S VA N A A R S S E N

, Heer van Sommelsdyk, dewelke vyf jaar daar naa, te weeten A

o

. 1688. den 19 July, door de Militie, wreedelyk is vermoord geworden; welk bloedig Schouwspel wy den Leezer in 't vervolg zullen voorstellen. In het jaar 1715, in het begin van Augustus, is op het Plyn van dit Fort met veel staatsie begraven den Heer

D E G O Y E R

, Gouverneur van de geheele Colonie.

+De Stad Parimaribo.

Belangende de Stad Parimaribo, zynde de Hoofd-stad

+

van deeze Volkplantinge;

dezelve legt digt by de Rivier Zuriname, ruim 10 uuren van de Zee. Zy heeft haare naam bekomen van de Karïbische Indiaanen, waar van ze voor deeze een Dorp geweest is, dat door hen bewoond werd. De Stad is op een Rotz- en Schulpachtige grond gebouwt, en vervat tegenwoordig, beneffens verscheide

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(10)

4

aanzienlyke Straaten en Gragten, zeven a agthondert Huizen, die egter meest al, luchtigheids halve, van Hout getimmert zyn. De Rivier voor de Stad, welkers wallen met Oranje-Boomen beplant zyn, kan meer dan veertig groote Scheepen omvatten.

Ook pronkt de Stad met een aanzienlyk Stadhuis en Kerk, enkel van Klipsteen gebouwt, waar van het bovenste gedeelte ter Godsdienstoeffening gebezigt word, terwyl het onderste gedeelte ter vergader plaatze verstrekt van de hooge Regeeringe der Stad en Colonie. Niet verre van dit Gebouw, als ook voor het zelve, zyn, onder de schaduwe der Oranje-Boomen, de Rust- of Begraafplaatzen der aanzienlyke; daar de ontzielde Lyken der andere Ingezeetenen een weinig verder, den Dag der

algemeene Opstandinge verbeiden. Het Huis van den Gouverneur, dat zeer groot is, verdiend niet minder de opmerking van een aandagtige Beschouwer; als ook mede dat van den Commandeur van het Fort, schoon zoo groot niet als het laatst gemelde.

+De Para-Kreek.

+

Dus verre deeze Rivier van de Zeekant af, beschouwt hebbende, zoo wenden wy ons wederom opwaarts, en zullen, na het voorby vaaren van een meenigte

aanzienlyke Coffyplantagien en Suikerwerk-Huizen, meerendeels van Water-Molens verzeld, ons een weinig by de Para-Kreek ophouden; doch alvoorens met een woord zeggen, dat men byna in de bogt van deeze Rivier aan de Oostkant een Kreek ontmoet, de Pauwels-Kreek genaamd, die eenige mylen hooger, door een Dwars-kreek, die wederom in de Rivier Zuriname schiet, het Eiland Surino formeerd. De Para-Kreek ontslaat in tegendeel aan de Westzyde, even boven de bogt, uit dezelve Stroom, en zet haar cours naar het Zuiden, tot dat zy, even boven de Buurt Couwel, na eene andere kleine Dwars-Kreek geschooten te hebben, haaren loop stuit. Aan den aanvang deezer Kreek legt een Redoet, die wel eer gediend heeft ter af keeringe der

Karaïbanen, wanneer dezelve tegens de Zurinamers muitende waren; doch zedert hunne

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(11)

bevrediging is ook deeze Redoet in onbruik geraakt. Wederom een andere bogt van de Zuriname omgevaren hebbende, ontmoeten wy eenige uuren opwaarts, Westzyde, een Dwars-Kreek, Banister-Kreek genaamt; nadien nu dezelve zig wederom in de Para-Kreek ontlast, ontstaat daar door het Eiland Tuinhuizen. Verder opvarende, na nog een andere Kreek van weinig belang ontmoet te hebben, komt men aan het Steedje Torarica, aan de Westzyde van de Rivier Zuriname gelegen; het zelve is mede van gering aanzien; wordende meerendeels bewoond van Arbeidslieden, Planters en Joden. Nog agt uuren opwaarts, ontmoet men een Joodsch Dorp; voorzien van een ruime Synagoge, ter verrigtinge hunner Godsdienst. Van daar twee uuren hooger ontstaat wederom aan dezelve zyde een Kreek, de Cassepoure-Kreek genaamt; deeze verdeelt zig, landwaards in, in twee Takken, loopende de eene ten Zuide en de andere ten Noorden. Omtrent zeven uuren daar van daan, zynde 21 uuren van de Zee, Westzyde, legt de Paramhil, dus van de Engelsche, doch van de Nederlanders de Blaauwe Berg genaamt: op dezelve is een Wagthuis gebouwt, waar in eenige weinige Perzoonen een wakend oog houden moeten op de Karaïbanen, om niet onverhoeds van dezelve overvallen te worden. Van daar heeft men Hoogland, tot dat men verder op by Bergen komt; tusschen dewelke, als ook tusschen blaauwe Steenklippen en Water-vallen, die haar oorsprongk uit de Bergen en Rotzen hebben, deeze Rivier haare loop vervordert, en zig mogelyk uitstrekt tot aan het Topeinde der Rivier Sarameca; by het welke de weggelopene Negers hunne Dorpen en schuilplaatzen hebben, die byna ontoegankelyk zyn, wegens de meenigvuldige Bergen, Rotzen, Watervallen en den moeijelyke verre weg, die dezelve landwaarts in geleegen zyn;

want men rekend van Auka, zynde een Joodsche Plantagie, even beneden den Blaauwen Berg gelegen, wel 14 dagen, over Bergen, Kreeken en Daalen te moeten reizen, eer men derzelver Dorpen

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(12)

6

genaakt. In 't jaar 1759. den 15 October, werd aldaar eene Vredens-onderhandeling aangegaan, ter bevordering van dewelke den 15 September 1760., door een

Commando, de Presenten zyn overgebragt, met dat gewenscht gevolg, dat den 21 October van dat zelve jaar, op voornoemde Auke, door zes Raden en een Secretaris, van wegens de Regeering, en 16 Opperhoofden, van de zyde der Bos Negers, de Vrede geslooten werd; zynde vyf van de laatstgemelde, in 't gezelschap der Raden en Secretaris, mede na de Stad gegaan; van waar dezelve, na eenige dagen vertoevens, wederom naar hunne Makkers zyn te rug gekeert, met toezegginge, van over eenige weeken, met derzelver Vrouwen en Kinderen, hun verblyf in de Stad te komen neemen. Wat de Bergen, hier omstreeks gelegen, aangaat, daar van kunnen wy niets met zeekerheid zeggen, egter geloven wy, dat 'er onder dezelve zeekerlyk zullen gevonden worden, die met verscheidene zoorten van Mineralen bezwangerd zyn, te meer, nadien het de Kust van de Spaansche Westindiën is.

+De Rivier Commewyne.

+

Belangende nu de eerst aan de Zuriname volgende Rivier, deeze word de Commewyne of Commowini genaamt; dezelve heeft omtrent vyf uuren van de Zee, by het Tygers Hol, twee uuren van de Fortresse Amsterdam, aan de Oostzyde, uit de Rivier Zuriname haare oorspronk, en dirigeerd haare cours Zuid en Zuid-oost opwaards. Van de gemelde Fortresse af aan, leggen aan deszelfs beide zyden verscheide groote Coffy-Plantagien, meestendeel naar de voltooijinge der Fortresse nieuw aangelegt. Alvoorens de Commewyne zig by het Fort Cottica verdeelt, heeft dezelve aan beide zyden een Kreek, omtrent anderhalf uur van malkanderen, waar by meer dan tagentig Plantagien geleegen zyn. Ruim zes uuren gaans van haaren oorspronk, by het Fort Cottica of Sommelsdyk, splist zy in tweën, alwaar de Cottica Stroom aan de Noord-zyde haar begin neemt; gelyk zy ook eenige uuren opwaarts, door een Kreek aan dezelve zyde, die zig wederom met de Cot-

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(13)

tica vereenigt, het Eiland van die naam formeerd; doch alvoorens heeft zy aan de Zuidzyde, vlak voor het gemelde Eiland, nog twee Kreeken, een groot uur van malkanderen geleegen, die nog vyf Plantagien, tusschen beiden leggende, bespoelen.

Na nog twee Kreeken, te weeten de Crammeca en Cassewineca Kreek, aan de Zuid-Westzyde geschooten te hebben, ontmoet men 'er ook een aan de Zuid-Oostzyde, die zig omtrent de Bogt met de Cottica verëenigd. Hooger op, komen nog de volgende Kreeken in aanmerking; als aan de Zuid-Westzyde de Curewassebo en de Mapany Kreeken, uit dewelke wederom de Saruwa Kreek ontstaat; en aan de Z.O. zyde de Penineca en de Pariaca, waar van de laatste Kreek zig in verscheide bogten slingert;

om en by dewelke een zeer groote meenigte zoo Koffy-Plantagien, als Zuikerwerken geleegen zyn; waar by men, door middel van deeze Rivier en Kreeken, zeer

gemakkelyk komen kan. Na men de Commewyne omtrent 30 uuren heeft opgevaaren, geraakt men aan deszelfs Top-einde, die wederom door de Gebergtens Z.W. cours zet na de Dorpen, alwaar de Wegloopers zig ophouden; doch alvoorens ontmoet men nog een Kreek, de Tempatie Kreek genaamt, dezelve is tamelyk breed; doch dewyl deszelfs stroom wel vyf a zes dagen reizens tusschen de Gebergtens en Watervallen heen rold, is dezelve voor het grootste gedeelte onbevaarbaar. In het jaar 1733. deed ik, als commandeerende Officier, een togt derwaarts, onder my hebbende 19 Blanke en 104 Negers, waar onder zig 31 Schutters bevonden. Wy moesten meer dan 60 Kreeken en wel 40 Bergen passeeren; sommige derzelve waren van Steen, en eenige van Kleiagtige Aarde, op dewelke zeer zwaare Boomen groeiden. Ongeveer een halve dag reizens van een der Wegloopers Dorpen, naar hun Opperhoofd, Bongo genaamt, campeerde ik des nagts aan den voet van een grooten Berg, zonder dat wy Huisjes of Tenten opregtteden, ons voor die tyd behelpende, zoo om op te leggen, als om 'er ons mede te dekken, met Stroô, of Piene.

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(14)

8

Onder het genot van de Nagtrust droomde ik het volgende: My dagt, dat ik met verscheide gevangene Wegloopers de terug reize hadde aangenomen, en met dezelve aan de Rivierkant van de Stad aankwam; terwyl ik nu beezig was de Wal op te treeden, presenteerde men my twee Vaandels, daar ik egter niet veel lust toe scheen te hebben;

doch, my dagt verder, dat ze my als met geweld opgedrongen werden; maar ik zeide:

Als ik 'er dan een neemen moet, zoo geeft my de ligtste. Daar op marcheerde ik met de Gevangenen tot voor het Raadhuis, als wanneer ik ontwaakte.

Wanneer ik nu des anderen daags 's namiddags met myn volk op het voornoemde Dorp aankwam, zond ik terstond een Patrouille uit, die my by haare terugkomst drie gevangene Wegloopers bragten, waar van 'er twee doodgeschooten waren. Geduurende de drie weeken, die ik aldaar op myn Post vertoefde, zond ik dagelyks Patrouilles uit, die egter niets opdeeden: eindelyk gaf ik ordre tot eene verdere togt, die meer gelukkig was; want in dezelve bekwaamen wy negen gevangenen, doch twee daar van waren dood geschooten. Nu wel ziende, dat ik niet veel meer zou kunnen opdoen, terwyl de overige Wegloopers zig op ontoegankelyke plaatzen schuil hielden, zoo resolveerde ik tot de terug marsch, en kwam, volgens myn Droom, met al myn Volk en 12 Gevangenen, waar onder 4 dooden, wederom aan de Stad, alwaer ik het geluk had, blyken van vergenoegen te bespeuren over deeze myne uitgevoerde Commissie.

+Brandende Berg.

+

Ik kan niet voorby hier ter plaatze aantemerken, dat ik, geduurende myn verblyf op het gemelde Dorp Bongo, van verre, en wel zoo ver als myne oogen bereiken konden, eene zeer zwaare Rookdamp zag opgaan; terwyl ik nu niet kon bevroeden waar uit dezelve ontstaan mogt, zoo vraagde ik naar deszelfs oorzaak aan den Neger, die my voor een Tolk verstrekte; deezen zeide my, dat zulks voortkwam uit eenen brandenden Berg, ten Oosten

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(15)

van het voorn. Dorp gelegen; doch wanneer ik hem te kennen gaf, voorneemens te zyn denzelven van naby te bezigtigen, raade hy my zulks af, zeggende, dat deezen Berg meer dan zes dagen reizens van onzen Post geleegen was; doch zulks zou my niet hebben afgeschrikt, de reize derwaarts aan te neemen, zoo niet de ziekte van myn Volk, tot myn leedweezen, het zelve belet had. Nog moet ik aanmerken, dat dit de laatste togt naar de Gebergtens geweest is, die op ordre van den Heer Gouverneur C.H.E.

D E S C H E U S S E S

geschiede.

+De Rivier Cottica.

Dus verre van de Rivier Commewyne gesproken hebben-

+

de, zoo keeren wy ons tot den eersten Tak, die zyne oorsprongk uit dezelve heeft, en Cottica genaamt word. Op de Punt, ruim zeven mylen van de Zee, alwaar zig deeze Rivier van de Commewyne afzonderd, legt op een Moerassige Grond, het Fort Cottica of

Sommelsdyk; het zelve is van binnen van alle nodige Krygs-Amunitie en Mondkost, en van buiten met hooge Aarde Wallen en breede Gragten, ter defensie, wel voorzien.

Terstond na het bezit neemen van deeze Colonie, werd het door den Heer F

R A N ç O I S VA N A A R S S E N

, Heere van Sommelsdyk, aldaar aangelegt, en t'zeedert is het van tyd tot tyd verbeeterd, en onverwinnelyker gemaakt; zoo dat dit Fort, beneffens de Vesting Zeelandia, de voornaamste Sterktens geächt worden, die op de geheele Colonie te vinden zyn. Ruim een uur gaans van het gem. Fort, heeft men een Kreek, de Kruis-Kreek genaamt, die zig met de Commewyne verëenigt, gelyk wy reeds hebben aangemerkt. Alhier vertoond zig deeze Rivier als in driën verdeeld, en verschaft daar door een aangenaam gezigt; want opwaarts beschouwt men de Cottica ter linker zyde Pierica of Cottera, en ter regter zyde de Kruis-Kreek; by alle deeze Stroomen zyn verscheide aanzienlyke Koffy-Plantagien en Suiker-werk-Huizen met hunne Molens gelegen, die, door derzelver uitneemende situatie, het gezigt

veraangenaamen; gelyk men dezelve ook in een groote meenigte in

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(16)

10

het opvaaren van deeze Rivier, aan beide derzelver zyden ontmoet, waar by gevoegd zyn verscheide Waterwerken, ten dienste der voorn. Plantagien aangelegt. Wanneer men eindelyk deeze Stroom eenige mylen heeft opgevaaren, komt men aan een Moeras of Swamp, Perica genaamt. Hier van bespeurde ik allereerst deszelfs begin, wanneer ik uit Pierica, met den Sergeant J

A N VA N S A N D E N B E R G

en eenige Manschap, Cottica opvaarde, om te onderzoeken, of het Topeinde der Kreek zig met de Marrewyne, of wel met de Cottera, kwam te vereenigen; maar niet verder kunnende voortvaaren, waaren wy genoodzaakt aldaar aan land te stappen. Na dat wy omtrent anderhalf uur Zuidwaarts hadden op gemarcheerd, kwamen wy aan het Dorp Pennenburg, alwaar de Burgers van boven Commewyne, de Weglopers geattaqueerd en een groot gedeelte van dezelve gedood en gevangen genomen hadden. Toen wy aldaar aankwamen, vonden wy de voorn. Burgers nog in hunne volle posteeringe, en ontdekten teffens de oorzaak waarom dit Dorp Pennenburg genaamt werd; zynde dit de reden daar van: Rontsom het Dorp hadden zy gemaakt eene dubbele Ruit, Kruiswys over malkanderen, met vierkante gaaten, op de wyze van een Dambord, waar in scherpe Pennen gestoken waaren, die in eene behoorlyke verdeelinge, gelyk een Heining van Palisaden, het Dorp inslooten, dat te gemakkelyker konde geschieden, nadien het Land rontsom het zelve, zeer Moerassig is.

+De Pierica of Cottera-stroom.

+

Thans wenden wy ons ter beschouwinge van de Pierica of Cottera-stroom, geleegen ten Oosten van de Cottica, en ontspruitende, omtrent twee en een half uur boven de Kruis-Kreek, by de Lange Laise, uit dezelve. Wanneer men van daar ruim een uur ter zyde opvaart, komt men aan een Kreek, de Mot-Kreek genaamt, die, na ruim drie uuren, aan weerzyde de Oevers van Moerassig Land bespoeld te hebben, zig in den Noord-Oceaan, by de Zurinaamsche Bank, die week en modderig is, ontlast. Al-

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(17)

+Brandwagt aan de Mot-Kreek.

hier aan de mond van deeze Kreek, by de Zee, ruim 12

+

uuren gaans langs het Strand, van de mond der Rivier Zuriname, legt een Battery of Schans, voorzien met een ruim Wagthuis, het nodige Geschut, Amunitie en Manschap, als ter Brandwagt, geschikt om op alle Scheepen, die onder 't bereik van hun oog opdagen, 't zy dezelve na Isequebo, Barbiesie, Curasou, of zelfs na de Rivier Zuriname cours zetten, een wakend oog te houden; gelyk deeze Brandwagt zulks dan ook, zoo ras 'er een Schip onder het bereik van hun gezigt te voorschyn komt, het zelve, door 't lossen van 't Kanon, te kennen geeft, welk gebulder men genoegzaam over de geheele Colonie hooren kan, met oogmerk om door deeze Syn-schooten een ieder ter handneeminge van alle noodige voorbehoedzelen, op te wekken. Wat de Cottera zelf belangt, deeze Rivier of Stroom is wel de diepste van de geheele Colonie, en heeft by de zestig, zoo Koffy Plantagien, als Zuikerwerken, ter zyde haar, die nog wel met eens zoo veel zouden kunnen vermeerderd worden, wanneer men goed vond dezelve hoger op, aan te leggen. Voor het overige loopt deeze Stroom met verscheide kronkelige bogten, doch is wel 20 uuren ver vaarbaar; zy heeft, alvoorens men aan deszelfs Topeinde geraakt, slegts twee voornaame Takken, de eerste ten Noorden, de Cassepoure, en de andere ten Zuiden, de Cottica-Kreek genaamt. Eindelyk verdeeld zy zig aan haar Topeinde, even boven het Tyger-Rak, in twee groote Kreeken, waar van de eene, ter linkerzyde, drie byzondere naamen heeft, als in deszelfs begin de Wanka Kreek, omtrent in het midden, by de bogt, de Leeuwaarder Vaart, en aan het uiteinde de Lange Delft; en de andere ter regterzyde, de Couroumouloubo Kreek genaamd word.

Het Topeinde van de eerste strekt zig uit tot omtrent een half uur van de

Wiawia-stroom, en dat van de andere tot maar ruim een uur van de Mercioux-Kreek, die uit de Marrawyne ontstaat.

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(18)

12

+Soramine Stroom.

+

Agt uuren gaans langs het Strand van de Mot-Kreek, heeft men by den Schildpad Bay, de Soramine Stroom, die, na een loop van ruim 6 uuren, tusschen Santbergen en Moeras, stuit, zonder de minste Tak of Kreek te veroorzaaken.

+Wia Wia Stroom.

+

Hier op volgd, na een tusschenruimte van 5 uuren, vlak voor de Modder Bank, de Wia Wia Stroom. By den mond van dezelve, aan de Westzyde, legt de Paragotos of Paracotes Buurt; boven dewelke een Kreek ontstaat, die even eens genoemt word.

Voor het overige loopt dezelve eenige Mylen Landwaarts in, zonder dat men 'er een éénige Plantagie by ontmoet; dezelve heeft ook maar eene Kreek aan de Oostzyde, tegens over de voornoemde Buurt.

+De Rivier Marrawyne.

+

Op deeze volgd, nog 9 uuren verder, de Rivier Marawyne, die men voor de grootste en breedste acht van de geheele Colonie, als loopende meer dan 40 dagen reizens Landwaarts in, en zynde aan deszelfs mond, by de Zee, alwaar verscheide harde Zant-Banken leggen, buiten gemeen breed. Aanstonds, en wel daar dezelve op het breedste is, heest men aan de Oostzyde de Amanib Stroom: deeze strekt zig zeer verre Landwaarts in, uit, en kan, met eene redelyke lading, veilig bevaaren worden.

Daar-en-tegen is de Marawyne, schoon men deszelfs breedte, van de eene wal tot de andere, naauwlyks be oogen kan, en wel 6 uuren vaarens vereischt, geheel ondiep, boven dien met Zand-Banken, Steenrotzen, Klippen en Eilanden als doorzaaid, zoo dat men dezelve met geen groot Vaartuig bevaaren kan, en dit is ook de reden, dat men van derzelver Topeinde niet veel weet te zeggen; alleen weet men dit, volgens de verklaringe der Indianen, dat men aldaar niet komen kan, wegens de meenigvuldige Rotzen, Bergen en Klippen. Wat 'er nog van, in vervolg van tyd, door de Lief hebbers zal ontdekt worden, moeten wy afwag-

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(19)

ten. Voor het overige is deeze Rivier mede rykelyk van Kreeken voorzien, waar van de voornaamste zyn, de Supayes, Araracas, Mereioux, die zig in vier Takken verspreid, de Cussowini, die de breedte van een aanzienlyke Rivier heeft, de Pirios, Acoquas, Aramisas en Moroux-Kreek. By meest alle deeze Kreeken ontmoet men Volkryke Indiaansche Dorpen; doch geen barbaarscher nog wraakgieriger, dan by de laatstgenoemde Kreek.

Wat de overige Rivieren, Stroomen, Vlieten of Kreeken aangaat, zoo wel die aan de Oostzyde van de Marawyne, als aan de Westzyde van de Zuriname gelegen zyn;

deeze gaan wy al willens voorby, om dat men van dezelve, of niet veel met zeekerheid zeggen kan, of om dat ze van te weinig belang zyn, dan dat wy den Leezer met een verdrietig verhaal daar van, lastig vallen, en zyne aandagt tot het geene nog te volgen staat, stremmen zouden.

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(20)

14

II. Hoofdstuk.

Behelzende den Aart en Hoedanigheid der Amerikaansche Inwoonderen van deeze Colonie, zoo Mannen als Vrouwen; hunne manier van Leven, gewoonelyke Beezigheid, Godsdienst, Huwelyken, Geboorte, Opvoeding der Kinderen, Dood, Begraffenis, Geneesmiddelen en Inlandsche Oorlogen.

+Inwoonderen der Colonie van Zuriname.

+

BElangende de Inboorelingen of natuurlyke Erfgenaamen deezer Colonie, zoo wel die tusschen de twee Rivieren Zuriname en Marawyne, als aan de West- en Oostzyde van dezelve, by de Kajane, Sarameca, Koppenama, Corontyn, Barbicie, Isequebo enz. woonen, zyn gezamentlyk Indianen, en vermoedelyk Afstammelingen van den in de H. Bladeren bekende J

A P H E T

, Zoon van N

O A C H

. Men kan dezelve wederom onderscheiden in zes byzondere Natien, gelyk ook hun Spraak hen in zoo veelerlei zoorten van elkanderen doet onderkennen. Die by de Kajane, Marrawyne en Zuriname zig ophouden, worden doorgaans Carïbie, of, zo andere willen, Karïbanen genaamt; de andere, by de overige Rivieren, hebben de volgende benamingen, als Arroewakken, Sappayen, Parra Wakotten, Meipoerissen; en die landwaards in, by de Topeinden der Rivieren, als mede by de Spaansche Kust, hun

+Levenswys der Warrouwen.

+

verblyf hebben, noemd men Warrouwen; doch van welkers leevenswyze en Godsdienst men, wegens onkunde daar van, niet veel zeggen kan; alleen heb ik 'er dit van in acht genomen, dat ze zeer ongeregelt van levenswyze en onverschillig in alle zaaken zyn, zig met alles vergenoegende, hoe nietswaardig de Voorwerpen ook zyn mogen; waar uit ik besluite, dat zy niet veel kennisse moe-

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(21)

ten bezitten, en de Beesten daar in evenaren, die, wanneer zy slegts hun voedzel maar hebben, voor het overige voort leven, zonder de minste betragtinge van eenige der Natuurlyke oorzaaken daar over te maaken, en nog veel minder eenige Godsdienstige.

Boven dien heb ik aangemerkt, dat ze zeer veranderlyk van naturel zyn, reizende en trekkende geduuriglyk van de eene plaats na de andere; als by voorbeeld, van de Rivier Marrawyne na de Kajane, van daar weder na de Zuriname, van daar na Sarameca, en wederom van daar na Isequebo, te weeten aan derzelver Topeindens, enz., laatende hunne Dorpen, want Steeden hebben zy niet, zomwylen geheel leedig.

Daar zy komen en voor een wyle denken te vertoeven, maaken zy kleine ronde Huisjes van Hout en Takken, die zy alsdan overdekken met Stroo of Tas, zynde breede Blaaderen, welken zy subtiel aan stokken weeten vast te hegten. Men ziet aan deeze Huisjes nog Deur nog Venster, hebbende slegts een opening, waar door zy uit en ingaan. Het zonderlingste daar van is, dat zy dezelve weeten te maaken, zonder daar toe een éénige Spyker te gebruiken; beezigende in derzelver plaatze een zoort van Touw of Rank, dat in het Bosch groeit, waar mede zy hunne Bouwstoffen zodanig weeten vast te maaken, als of het met Spykers aan malkanderen geklonken was. Zy maaken ook nog een ander zoort van Huisjes, die meer lugtig zyn; dezelve bestaan in een omheininge van eenige Posten of zwaare Takken van Boomen, aan welkers boveneinde dwarsstokken zyn vast gemaakt, die zy met Bladeren overdekken;

doorgaans neemen ze in dezelve over dag hun verblyf, leggende of zittende aldaar in Hangmatten, die door hunne Vrouwen, van Catoen, langwerpig vierkant geweeven worden; deze Matten hebben aan de vier uiterste hoeken ronde gaten, door dewelken zy Touwen steeken, waar mede zy dezelve aan de Dwarsstokken vast maaken.

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(22)

16

+Gemeene beezigheid der Inboorelingen, en wel die der Mannen.

+

Wat de overige Inboorelingen deezer Kust aangaat, zoo zyn, zoo wel Mannen als Vrouwen, zeer ieverig en werkzaam; de Mannen zyn doorgaans groote Lief hebbers van Vissen en Jagen, waar toe zy Pyl en Boog gebruiken, daar zy zeer behendig mede weeten om te gaan. Deeze Instrumenten worden van hen op meer dan

eenderlei wyze gemaakt; doch de Pyl is slegts van een dun stokje, aan welkers boven einde een plat spits yzertje vast gemaakt is, waar mede zy, genoegzaam onfeilbaar, 't zy op Vissen, Wild of Vogelen weeten te mikken. Ook ontbreekt hen geen bekwaamheid om met den Angel om te gaan, nog ook aan middelen om de Vissen in groote meenigte by malkanderen te lokken, 't geene zy voornaamentlyk weeten te doen door middel van zeeker gestampt Hout, dat zy in het water werpen, op 't welke geheele drommen van Vissen komen afswemmen, zoo dat ze dezelve met armen vol scheppen kunnen.

Wanneer zy niet Vissen of Jagen, werken ze in de Bosschen, vellen 'er Boomen, 't zy door middel van vuur, omvergraven, of af kappen, en maken alsdan de grond schoon, waar in de Wyven, Jammes, Nappie, Patatters, en Pisang, of Cassave planten, van welkers vrugt of wortel, ryp zynde, zy hun Brood bakken: of zy weeven Bedden van Catoen, door hen Amakken genaamt: ook makenze Drinkschaaltjes van Cabassen, die zy doorzagen, en op haar manier met verscheiden Couleuren en Figuuren beschilderen, of, eindelyk, zy maken op een zonderlinge wyze Korven van fyn gespleeten Riet, die zy Pagaalen noemen, en zoo net en digt zyn gevlogten dat ze eenigen tyd het water kunnen teegenhouden, en hen van zeer groten dienst zyn.

Behalven deeze, vervaardigen ze ook nog een ander zoort van Vlegtwerk, op de wyze als een lange Zak, dat ze van onderen met een strik toebinden, doch aan het

boveneinde, dat open blyft, maaken ze twee oogen, door dewelke, wanneer deeze Machine met gerasp-

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(23)

+Waar van en hoe zy hun Brood bakken.

te Manioc Wortel gevuld is, zy een zwaare stok steeken,

+

waar mede zy het Sap uit dezelve wringen. Deeze Wortel heeft de gedaante van een Rammelas en groeit aan struiken die omtrent 6 a 7 voeten boven den grond uitkomen. Het Sap van deeze Wortel is een allersterktst vergift. Wanneer zy nu deeze Manioc van zyn Sap, dat zy zorgvuldig bewaaren, beroofd hebben, leggenze de dikke Substantie op een zeer digt van Hout gevlogten Roosterwerk, dat ongeveer 2 a 3 voeten boven het Vuur staat, om gedroogt te worden; waarna zy dezelve, gelyk men de Tarwe doet, ziften en mengen, van welk mengzel zy omtrent een halve Calbas vol op een steene of yzere Plaat leggen, waar onder Vuur gestookt word; wanneer het nu aan de eene zyde gaar is, keeren zy het zelve om en bakken het ook aldaar. Deeze Koeken zyn omtrent een pink dik, en kunnen, hard gedroogd zynde, langen tyd goed blyven, zynde zeer aangenaam van smaak. Van dit Cassave of Brood, makenze ook een

+En hunne gewoonelyke Drank toebereiden.

Drank, op deeze manier:

+

wanneer het zelve nog vers, doch wat bruin gebakken is, weekenze eenige Koeken in een groote Pot met water, en vermengen het zelve met fyn geraspte Pataten, waar door het aan 't gesten gaat, en wanneer het uitgegest is, gietenze zulks door een Teems of Doek, dat alsdan, na eenige tyd gestaan te hebben, voor hen een aangenaame Drank is, en Wooko genaamd word. Behalven deeze, hebbenze nog twee andere zoorten van Drank, die byna op dezelve manier worden toebereid, en die zy Parnouw en Pajarware noemen.

+Hunne Vaartuigen.

Niet minder behendig zyn de Mannen in het toestellen

+

van Vaartuigen, zo kleine, die zy Kanos, als groote, die zy Piraugen noemen, waar mede zy niet alleen de Rivieren, maar ook zelfs een geheel eindweegs de Zee bevaaren, want in 't volle van dezelve durven zy zig niet wagen, om datze nog geen kennis van 't Compas hebben.

Deeze Vaartuigen makenze van groote en zwaare Bomen, die zy van buiten met Bylen, Distels en Schaven fatsoen.

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(24)

18

neeren, en van binnen met vuur uitbranden. Doorgaans zyn dezelve lang en smal, van voren en van agteren spits toeloopende, en van ondere rond: de grootste zoort zyn van agteren rond, met een Spiegelwerk, en van binnen, omtrent halfwegen met een Tent overdekt, op en onder de welken men gevoegelyk zitten kan. Wy hebben om den Leezer te beeter denkbeeld van deeze Vaartuigen te geven, daar van een aftekening in de Plaat No. 4 voor oogen gestelt. In deeze Vaartuigen kunnen wel 20 a 30 perzoonen met hunne Wapentuigen zitten en in Zee langs het strand varen. De Riemen waar mede zy roeijen en van hen Parlen genaamt worden, zyn ongeveer 3 Voeten lang voor de kleine, doch voor de groote zyn dezelve langer: Het Stuur of Roer, dat gemeenlyk door 't Opperhoofd van 't Vaartuig bestiert word, die men ligtelyk, terwyl zyn hoofd altoos met een Bonet gedekt is, van de andere onderkennen kan, is aan het agtereinde van het Vaartuig, met touwen vast gemaakt, zonder daar toe een éènigen spyker, nog eenig ander yzerwerk, te gebruiken.

+De gewoone beezigheid der Vrouwen.

+

Wat hunne Vrouwen betreft, die doorgaans, zo wel als de Mannen, of geheel nakend gaan, of slegts hunne Vrouwelykheid met een klein Schortje, van eenige groente gevlogten, of van 't een of ander ruig Diere-Vel sierlyk toegemaakt, eenigzints bedekken. Bestaat hunne voornaamste beezigheid niet alleen in de Huishoudinge waar te neemen, maar ook boven dien nog andere noodwendigheden

+Zy maken en bakken Potten enz.

te verrigten; als onder anderen allerhande

+

zoort van Potten, Kommen, Schotels, Borden en diergelyke nuttige Intsrumenten voor het Huishouden te maken en te bakken; waaromtrent zy dus te werk gaan: hunne Specie daar toe is wel principalyk den bast van een Boom die zy Kweepie noemen; dezelve word eerst hard gedroogd, en als dan tot Koolen en Asch verbrand zynde, in een houte Mortier fyn gestooten, door een Zift gedaan, en met goede Klei vermengt; van welk mengzel, na dat het alvorens door lang kneeden en rollen, leenig en

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(25)

bekwaam gemaakt is, zy hunne Potten, Kommen, enz. fatzoeneeren; na dat dezelve in den Wind eerst hard gedroogd zyn, bakkenze die byna op dezelve wyze, gelyk als in Holland en elders geschied. Onder het bakken schrapenze den Bast van zeekere Boom in een Calbas, en mengen het schraapzel met wat water; deeze compositie sprengen zy met een struik van Beesemkruit tegens het Aardewerk, waar door het eenige couleur verkrygt. Ook hebbenze een zoort van Verglazel, dat zy maken van de Gom Simirie, die zeer wel naar den Harst gelykt en een vrucht is van den Lokus Boom, waarmede zy het zelve verglazen.

+Als ook Drinkschalen.

Wy hebben reeds met een woord gezegt, dat zy hunne

+

Drinkbeekers en Schaalen maaken van Calbassen, zynde de vrucht van een Boom, die, hoewel zeer kort van stam, nogtans zwaar van Takken is. Deeze vrucht is, ter deege ryp zynde, zeer hard van Bast; doch dezelve word met een Mes, waarin eenige kleine tandjes gekapt of geveild zyn, doormidden gezaagt; het binnenste word weggegooit, maar de Bast word van haar gebruikt om water te scheppen, te dragen, of om uit te drinken. Ook zyn 'er nog twee a drie andere zoort van diergelyke vruchten, doch kleinder en langwerpiger, van dewelke zy Kruithoorntjes en meer andere lief hebberyen maken.

+De voornaamste Spys, die zy op reis zynde, gebruiken.

Wanneer zy op reis gaan, is, behalven Cassave of Brood,

+

de voornaamste spyze die zy mede neemen, Vis of Vleesch, 't geen zy wel 3 a 4 weeken weeten goed te houden, met Peper of Piment, in meer dan eenderlei zoort bestaande, van deeze specerye, die ook haare voornaamste is, doen ze een zekere kwantiteit in groote Potten, van hen Peeper Potten genaamt, en vermengen dezelve met het water 't geene uit de Manioc-Wortel geperst, doch van zyn gift beroofd is, dat hun Vis en Vleesch dus lange goed bewaart.

+Godsdienst der Karïeben.

Om ook iets te zeggen van den Godsdienst, of liever

+

Afgodsdienst van deeze Natie, want de bygelovigheid van hen is zo groot, dat 'er byna niets zonderlings is, nog aan

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(26)

20

den Hemel, nog op Aarde, nog in de Zee, dat op zyn best aan iemand, die zulks nooit meer gezien heeft, eenige verwondering zoude kunnen veroorzaaken, of zy bidden zulks aan, 't eene, om 'er 't goede van te erlangen, en 't andere, op dat 't haar geen kwaad zal doen: Dus aanbiddenze, ja offeren zelfs aan de Zon, de Starren, de Regenboog; Wilde Dieren, Boomen, Planten; de Zee, groote of monstereuze Vissen en Gediertens die dezelve opgeeft; ja zelfs den Duivel, aan wienze meenigmaal op 't aanraaden van haare Pejes of Priesters, offerhande brengen. Indien ik alles wilde opnoemen, 't geen ze hare aanbidding waardig achten, en derzelver plechtigheeden daar by aanteekende, ik hadde een ruim Veld voor my; doch dewyl myn voorneemen is, om alles zo kort't mogelyk is voortestellen, zoo stap ik daar van af, en laat zulks aan anderen over.

+Hunne Huwelyken.

+

Wat hunne Huwelyken aangaat, zoo'er al eenige plegtigheid omtrent dezelve word in acht genomen, bestaat dezelve enkel in te zeggen tegens die geene die zy tot hunne Vrouwen verkiezen, dat zy dezelve tot hunne Vrouwen verkiezen, en ze mede neemen na haare Huizen, alwaar zy dan voor ieder Vrouw, want zy neemen 'er zo veel zy willen, of voeden kunnen, een byzondere Hut of Celletje maken, daar zy de geene die haar 't beste aanstaat, het meeste komen bezoeken, zonder dat daar door by de andere, de minste jaloezye verwekt word. Zy verkiezen doorgaans hunne naastbestaande Nigten voor hunne Vrouwen; doch de eerste liefde duurt zomtyds niet heel lang, want zy verlaaten dezelve wederom wanneer 't haar goeddunkt. Men vind 'er ook op deeze Colonie die zoo wild en woest zyn, dat ze nog niet eens van deeze plegtigheid, indien men het zoo noemen mag, weeten, maar gelyk de Beesten, zig met ieder een vermengen.

+Het Kinderbaaren.

Zeldzame gewoonte daar omtrent.

+

De Vrouwen brengen haare Kinderen, doorgaans zonder veel moeiten ter waereld, en zoo 'er al iets aan haperen mogt, weeten zy zulks te hulp te komen met het Sap

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(27)

van Bieze-Wortel, dat van een zeer goede uitwerkinge bevonden word. Doch het zeldzaamste hier by is, dat niet zelden de Kraam-Vrouw, kort na dat zy verlost is, zig met haare Vrucht, in de naastby gelegen Rivier, Kreek of Beek, gaat afwassen, en zig wederom aan haar gewoonelyke Huiswerk begeeft; terwyl den Man, zoo ras hy Vader geworden is, zig in het Kraambed neerlegt, alwaar hy, geduurende den tyd van 40 dagen, als of hy weezentlyk zelfs eene zwakke Kraam Vrouw ware, met een Zieke-Mans Kostje, zoberlyk gespeent word. Hoewel de Moeders zeer teerhartig en zorglyk over haare Kinderen zyn, en dezelve, hoe vermogende dat ze ook zyn mogen, zelfs met haare Borsten voeden, makenze nogtans weinig werk, met deeze teere Wigten hun behoorlyk gemak te geeven; want zy leggen dezelve veeltyds geheel nakend op den grond neer, en laatenze al nuttigen 't geen ze in den mond steeken, hoe onrein het zelve ook zyn mag. Zoo ras de Kinderen nu beginnen kragten te krygen, is 't haare voornaamste zorge, dezelve te leeren met Pyl en Boog om te gaan, te vissen, te zwemmen, en andere beezigheden meer.

+Kinderlyke tederheid by de Ziekte van haare Ouders.

Niet minder dan wreet zyn ook de Kinderen tegens

+

hunne Ouders, wanneer deeze den last des Ouderdoms komen te gevoelen, en buiten staat gestelt zyn, hunne gewoonelyke beezigheeden meer te kunnen verrigten; in tegendeel toonen zy daar over aan dezelve de allerteerhartigste gevoeligheid, niet alleen met uitterlyke gebaarden, maar ook met dadelyke tehulpkominge in haaren zwakken toestant, met dezelve te onderhouden, te vertroosten, te verkwikken, en alle blyken van liefde en eerbied te bewyzen; ja verdragen zelfs met de grootste lankmoedigheid de gebreeken, die met den ouderdom gepaart gaan. Wanneer egter, onaangezien alle zorgvuldigheid die de Kinderen aanwenden, om het leven hunner Ouderen, waare 't mogelyk, te verlengen, dezelve komen te overlyden, dan is 't erbarmelyk te zien en te hooren, het

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(28)

22

+Zeldzaame Begraffenis.

misbaar en gehuil, dat zy om het doode Lighaam maken,

+

en dat niet ophoud voor en aleer dezelve reeds eenige dagen ter Aarde besteld zyn, dat mede zeldzaam in zyn werk gaat; want zy buigen en drukken het doode Lighaam, wanneer zy het eerst gewasschen en 't Hoofd met Olie bestreeken en gewreeven hebben, genoegzaam tot malkanderen, met de Elleboogen tusschen de Kniën en het Hoofd op de Handen, en zoo winden en binden zy het in een nieuwe Sak en begraven het zelve, onder een vreezelyk gehuil en misbaar, verzeld met teedere Lyk-klagten in een Kuil, ten dien einde gegraven in de Hut, daar den Overledene gewoond heeft.

+Medikamenten ter

herstelling van onge makken.

+

Zoo aanstonds spraken wy van Zieke en Stervende Lieden, des zal 't, ons eragtens, niet onvoegelyk zyn, daar op te laten volgen eenige heelzaame Middelen, ter herstellinge, zoo wel van uit als inwendige ziektens en ongesteldheden van het

+Meriaan Olie.

Lighaam. Dus komt ons in de eer-

+

ste plaats voor de Meriaan Olie, die gebruikt word, niet alleen om uitwendige Wonden, maar ook om inwendige ongemakken te

+Balzem Rakasiere

geneezen; zynde deeze Olie in Europa

+

mede zeer wel bekend. Hier op volgd de Balzem Rakasiere, die zeer kostelyk bevonden word ter geneezinge van Wonden en Lammigheden. Verder beezigen ze, zoo wel ter herstellinge van de Huit, als om

+Kroppa Olie.

de Luizen te ver-

+

dryven, Kroppa Olie, dragende den naam na den Boom, die even zoo genaamt word; deeze Olie schuilt in de Pitten, die wat grooter zyn als die in de Cacao Nooten gevonden worden, en opgesloten leggen in groote Kookers, welke aan de Kroppa Boom groeijen. Deeze Pitten worden gestampt tot een dikke Brei, en op Basten van Boomen in de Zon gelegt om te disteleeren, druipende de Olie allengskens daar uit, die zy opvangen in Calbassen of Bottels. Met deeze Olie smeeren ze haar Huit en Hair, om de Luizen en de Ziekte, die dezelve veroorzaken, aftekeeren, waar toe deze Olie altoos onfeilbaar gevonden word. Ook gebruiken ze wel tot het zelve oogmerk, een

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(29)

+Cosowee-Zaat.

zoort van Verf, van haar Cosowee, doch van de Blanken,

+

Roôkoe genaamt, groeijende in langwerpige Kookertjes, die, open gedaan zynde, Rood Verf-Zaad uitleveren,

+Hoep-Olie.

waar mede zy haar Huid smeeren. Den Hoep-Boom levert

+

mede een zeer welriekende Olie uit, na dezelve Hoep-Olie genaamt. Deeze Olie bekomt men met het kappen van een gat in den Stam, wanneer dezelve daar uit zypert, en zeer kostelyk bevonden word voor Gezwellen en Strammigheid der Leden. De Schorsche van de Chipiou

+De Schors van de Chipiou Boom.

Boom,

+

die heel bitter is, in het water geweekt en met geraspte Kinkhooren gemengt, gebruiken zy als Medicyn voor Bloedzweeren, Gezwellen en Vuurigheid. De Gom

+De Gom Simirie.

of Hars Simirie, die met heele Kluiten aan den Lokus Boom

+

groeit, en zoo klaar is als Glas, en, in het vuur komende, niet alleen brand als Lak, maar ook een reuk van zig geeft als Mirrhe, is byna onfeilbaar voor de Loop. De Domkeen, zynde een

+Domkeen Struiken.

Gewas dat Struiksche wyze, van drie

+

a drie en een half voet hoog, in de Bosschen en op de Weidens groeit, zonder Takken, hebbende slegts lange, breede en dikke Bladeren: Wanneer deeze Struiken, die niet heel hard zyn, teffens met de Bladeren aan kleine stukjes gekapt en helder gekookt worden, is het een uitneemende Zalf, wiens wergaâ my niet bekend is, voor alle gebrande Wonden; men wast en bet de Wonden tweemaal daags met het water, waar in de Struik en Bladeren gekookt zyn, en legt op dezelve, gelyk een Pleister, een gekookt Blad, 't geene ik zelfs, by ondervindinge, bevonden heb, alle andere Brandzalve te overtreffen. Voor het overige zyn 'er nog ontelbaare andere zoorten van Gommen, Harsten, Olien, Struiken, Ranken, Wortelen en Planten, die voor Medicyn verstrekken en gebeezigt worden, te veel om ze alle te melden.

+Inlandsche Oorlogen.

Dat deeze Colonie, in den beginne, toen de Europia

+

nen dezelve in 't bezit namen, zoo gemakkelyk, zonder bloedvergieten, den Indianen niet is ontwrongen

geworden, is ligtelyk te denken; althans de Portugeezen en En-

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(30)

24

gelschen, zoo wel als de Zeeuwen hebben zulks te wel ondervonden; ja zelfs myn eige Oom, T

HOMAS CORGNART

, heeft 'er, in 't Jaar 1680 zyn leven by ingeschoten, (volgens de aantekening van myn Vader P

I E T E R P I S T O R I U S

:) want deeze, procuratie hebbende over de Plantagie Acaribo, was naauwlyks van de Stad

Paramaribo op dezelve aangekomen; of het Huis by deeze Plantagie behorende, en waar in reeds de Bediendens gevlugt waren, werd door de Karïbische Indianen omcingelt, terwyl myn Oom beezig was in den Thuin, eenig zaad, ten dien einde van de Stad mede genomen, in den Grond te werken: Myn Oom, ziende de geweldadigheid die aan het Huis gepleegd werd, meende nog de moorddadige klaauwen van deeze Gewelddoenders, met een Boot over de Rivier te ontvlugten, maar hy werd agterhaald, zoo als hy in dezelve treden wilde, en door een vergifte Pyl dusdanig gewond, dat hy voor over in het water stortte en jammerlyk verdronk, zynde na drie dagen wederom opgevischt en op de voorn. Plantagie begraven geworden. Dus overvielen ze telkens met heele drommen, wanneer men 'er 't minste op verdagt was, dan deeze, dan die Plantagie, 't geene ook oorzaak geweest is, dat men in den beginne, met het aanleggen van nieuwe Plantagien, zoo weinig heeft kunnen vorderen; nadien zulks niet anders geschieden konde, als in de uitterste vreeze van dezelve wederom eerlang, niet alleen geruineert en verwoest te zien, maar ook de Bewoonders en Werklieden van dezelve, deerlyk om hals gebragt: Buiten dit alles, gaf ook zulks occasie aan de Slaven, zig hun 's Meesters dienst en gehoorzaamheid, met de vlugt te onttrekken, en op ongenaakbare plaatzen zig zoo lang schuil te houden, tot dat zy, even als de Karïbische Indianen, kans zagen, met plunderen, branden en moorden, hunne schelmze roofzugt te voldoen, zynde ook hun getal van tyd tot tyd meer en meer aangegroeid; waar door hunne Dorpen ook hoe langs hoe meer vermeerdert zyn geworden, zoo dat men nog heden-

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(31)

daags voor derzelver Stroop-partyen, in geduurige vreeze is. Zelfs heugt my, nog een Kind zynde, de gerugten van een Inlandsche Oorlog te hebben beleefd, dat voorviel in 't Jaar 1697; doch dewyl den schelmsche toeleg nog tydig ontdekt werd, en de Colonie als toen ook Volkryker dan te vooren wezende, werd dezelve door goede maatregelen, nog tydig voorgekomen.

+Den Commandant DU CASS

land met een Esquader Oorlogschepen voor de Colonie.

Onaangezien nu na dien tyd de Inlandsche Oorlogen

+

schynen opgehouden te zyn;

zoo heeft men nogtans deeze Colonie en derzelver Ingezeetenen verscheide malen geprangt gezien, zoo wel van Buiten- als Binnenlandsche Vyanden; waar van een blyk is aan den Franschen Commandant D

U C A S S

, onder de regeering van den Heer Gouverneur van S

C H E R P E N H U Y S E N

voorgevallen, die met een Esquader Oorlogschepen voor deeze Colonie aanlande, doch die, door Gods goedheid, zonder eenig voordeel behaalt te hebben, wederom te rug moest deynzen.

+Insgelyks den Commandant CASSART.

In 't Jaar 1712. in de maand Juny, zond den Franschen

+

Koning andermaal een Esquader van 8 Oorlogschepen, 7 Barken en eenige Barkassen, onder den Commandant C

ASSART

, wederom op deeze Colonie af; doch het lukte hem alstoen zoo min als D

U C A S S

, hier voet aan land te zetten; alleen veroverde hy twee Vaartuigen, die van 't boven einde der Cottica gekomen en van 's Vyands aannadering onbewust waaren; in dezelve bevonden zig onder anderen M

A T T H Y S J A N S VA N S E V E N H U I S E N

en de Vrouw van J

A N G O D Y N

, Planters aan de gemelde Rivier, doch die ras wederom gerantzoeneert werden. Maar den Commandant dreigde aan deeze Gevangenen, dat hy over drie maanden de Colonie met een nieuw bezoek zou komen vereeren, waar in hy ook, tot gevoelig leedwezen der Colonisten, al te wel woord hield: want den 10 October van 't zelve jaar, verscheen hy met 8

Oorlogschepen, die gemonteert waren met 336 Stukken Kanon, 7 Barken en verscheide kleindere Vaartuigen, voor deeze

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(32)

26

Kust, en wierp den 15, in den vroegen morgenstond, al eenige Bommen op het Fort Zeelandia. Den 16, voor den dag, passeerde hy met eenige Vaartuigen voorby de Fortresse, en maakte zig meester van de Rivieren Zuriname, Para en Suranauw. Den 27 van dezelve maand, kwam men met den Franschen Commandant tot een accoord, en men boete dit bezoek met een Brandschattinge van 742,3,59 Guldens. By die gelegenheid, dat ik een Pont met Zuiker, mede onder de Brandschattinge begreepen, aan het Schip bragt, zag ik dien gevreesden Commandant van naby. Ik zou hier meer omstandigheden hebben kunnen byvoegen, ten waare zulks reeds in 't breede, door andere, voor my, geschied ware, waar na toe ik den Lezer verzende.

+Getal der Plantagien

+

Tot slot van dit Hoofdstuk zal ik hier nog byvoegen, dat men in deeze Colonie, in 't Jaar 1761. telde 116 Zuiker-Plantagien, voorzien zoo met Water-werken als Beeste-Molens; en aan alle Rivieren en Kreeken, te zamen 280 Koffy-Plantagien, benevens 10 a 12 Houtzageryen.

+en Gouverneurs.

+

Op deeze Colonie hebben, t'zedert dezelve in 't bezit der Hollanderen geweest is, tot het Jaar 1761., als Gouverneurs geregeert 16 Perzonen, waar onder den Heer

VA N S O M M E L S D Y K

mede gereekend word.

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(33)

III. Hoofdstuk.

Handelende van de Vrugt-Boomen en Aardgewassen.

+Inleiding.

WY zullen den Leezer in dit Hoofdstuk mededeelen

+

een korte Beschryvinge van de Vrugt-Boomen en Aardgewassen, die op deeze Colonie gevonden worden, en daar by melden, voor zoo verre ons zulks bewust is, tot wat einde de Stammen, zoo wel als de Vrugten, die dezelve opleveren, gebruikbaar zyn, als mede de geaardheid van beide. Dus zyn

+Pompelmoes-Boomen.

De Pompelmoes-Boomen, zeer willig in 't voortbrengen

+

der Vrugten, die tweederlei zyn, zoo van couleur, rood en wit, als van smaak, zoet en zuur; dezelve heeft de groote van een Kokos-Noot, doch de Schil en smaak is gelyk de Oranje-Appels.

+Cinaas-Boomen.

De Cinaas-Boomen, die hier zoo dik en groot zyn als in

+

Europa de Eyken, zyn mede zeer mild in 't uitleveren van Vrugten, die zeer dun van schil en aangenaam van smaak zyn.

+Oranje-Boomen.

De Oranje-Boomen, die haar kruin nog wel zoo hoog

+

opheffen als de

Cinaas-Boomen, schenken aan deszelfs Eigenaars een ryken oogst van twederlei zoort van Appels, zoo zuure als zoete.

+Citroen-Boomen.

De Citroen-Boomen leveren mede uit, zoo zoete als zuu

+

re Vrugten; de Stammen zyn doorgaans zoo hoog niet als de twee voorgaande, 't welk men toeschryft aan de weelderigheid in 't uitschieten der Takken, zelfs van de grond af aan.

+Lemmetjes-Boomen.

De Lemmetjes-Boomen overtreffen nog de voorgaande

+

in meenigte van Vrugten, die veel kleinder en dunder van schil, doch ryker, maar zuurder van vogt zyn dan de Citroen: wanneer het Vogt daar uit geparst word, ver-

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(34)

28

strekt het tot een aangenaame Azyn; men kan dezelve langen tyd goed bewaaren met inzouten en confyten, en dus worden 'er Tonnen en Potten vol gezonden na Europa.

+Suursakken.

+

De Suursakken zyn een Vrugt iets langwerpiger als de Pompelmoeszen en groender van schil; dezelve worden tot verkwikkinge en ververschinge gebruikt.

+Goyavis-Boomen.

+

De Goyavis-Boomen zyn niet heel dik van Stam, ook niet zeer meenigvuldig; de Vrugt gelykt na een Persik; men kookt dezelve tot een Pap, of men stooft ze gelyk Appelen en Peeren: wanneer men ze ryp eet, dienen ze om te laxeeren; doch groen, om te verstoppen.

+Bananas-Boomen.

+

De Bananas- of Pisang-Boomen, of liever Planten, (want men mag dezelven wel onder beide zoorten tellen; onder de eerste, van wegens hun groote en dikte; en onder de tweede, om dat de Stammen zeer week zyn, en nog Hout nog Bast hebben,) zyn elkanderen zodanig eens-gelykende, dat ze niet wel anders als aan de Vrugten kunnen onderkent worden; den Leezer ziet 'er op de Plaat No. 1. vyf byzondere soorten van afgebeeld, gemerkt met de Letters A. B. C. D. E., die genoegzaam eens zyn van Stam en Blad, doch in de Vrugten zeer verschillende; waar van wy de twee voornaamste zoorten kortelyk beschryven zullen; doch alvoorens met een woord zeggen, dat de Boom of Plant, in 't gemeen 10 of 12 voeten hoog word, en wanneer dezelve eens Vrugten gedragen heeft, van zelfs verdort, zoo hy niet word afgekapt;

dat zeer gemakkelyk met een scherp Mes geschieden kan. De Wortel, dat een dikke, ronde, witte Bol is, schiet ras andere Loten uit, die in 't eerst na een Struik gelyken, (zoo als op de Plaat by Letter F. te zien is,) doch binnen de 12 of 14 Maanden, heeft dezelve niet alleen zyne volkomene groey, maar brengt zelfs Vrugten voort. Zyne Bladeren zyn, behalven redelyk dik, ook extra lang, wanneer zy haaren vollen wasdom verkreegen hebben; by Letter G. kan men 'er een af beeldinge van zien; het bin-

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(35)

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(36)

29

nenste van dezelve is zeer fraay Groen, doch het buitenste wat bleeker en als verzilvert. Wat nu de Vrugten aanbelangt, dezelve zyn, gelyk wy gezegt hebben, grootelyks verschillende van malkanderen; van de twee voornaamste zoorten zullen wy kortelyk melding maaken. De eene zoort is doorgaans lang 12 a 13 duim, na de uiteindens wat krom en dunder toelopende, maar in 't midden heel dik, gelyk dezelve op de Plaat by Letter H. vertoond word; het Vleesch van deeze Vrugt is digt en vast, en smaakt byna gelyk de Quee-Peeren; men braad dezelve onder de Asch, in een Pot, of in een Oven, of men stooft ze by Spek of Vleesch; en om dezelve op den duur te bewaaren, zo wordenze geconfyt, of in de Zon of Oven gedroogd; niemand is te raden 'er veel raauw van te eeten, terwyl zy zeer wind verwekkende en verkoelende zyn. De andere zoort van Bananassen, gelyk de Spanjaards, of Vygen gelyk de Franschen die noemen, dezelve verscheelen in groote, smaak en hoedanigheid zeer veel van de eerste zoort, onaangezien de Plant of Boom, die deeze Vrugt voortbrengt, genoegzaam van Stam en Blad met de andere een en dezelve is, zoo als uit de vergelykinge van de Afbeeldinge by Letter D., met de neffens staande, op de Plaat kan worden gezien. Deeze Vrugt is vry kleinder en ronder als de voorgaande weshalven derzelver Trossen ook talryker Vygen voortbrengen. Het Vleesch van deeze is ook niet alleen witter en aangenamer van smaak, maar ook gezonder, voornamentlyk voor de Borst. Wy hebben 'er op de Plaat, by Letter I., een Tros van afgebeeld.

+Kokos-Boom.

Ik geloof niet dat in gansch Indien een vrugtbaarder en

+

nutter Boom gevonden word dan de Kokos-Boom; dezelve draagt niet alleen alle maanden nieuwe Vrugten, maar levert ook byna alles op, dat tot nooddruft van den Mensch verstrekt: De Stam dient tot Timmerhout, zoo van Huizen als Schepen; de Takken tot Brandhout; de Bladeren niet alleen tot Matten, Tenten, Pannen op de

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(37)

Huizen, Zeilen op de Schepen en Papier om op te schryven, maar ook, wanneer men dezelve uitzuigt tot, voedzel, ter lessinge van honger en dorst: de ruwe of buitenste Bast om de Neut, verschaft Touw, Bind- en Naay-Garen; uit de gladde en harde of binnenste Bast, die onder de ruwe schuilt, maakt men veelerhande noodwendigheden, en 't geene deeze omvat, dient tot Spys en Drank, tot verkwikking en versterking;

met een woord, men vind 'er aan Melk, Olie, Zuiker, Azyn, en ik weet niet wat al meer. De Afbeelding van dezelve kan men zien op de Plaat N

o

. 1. Letter K.

+Comoe-Boom.

+

Wat de Comoe-Boom belangt, waar van mede een Afbeelding op de Plaat N

o

. 1. by Letter L. te zien is; dezelve is redelyk lang, doch dun en doorgaans bogtig van Stam; zyne Takken, die versiert zyn met lange, smalle en spitze Bladeren, spreiden zig zeer verre uit. Deeze Boom is zeer langzaam en spaarzaam in het voortbrengen van zyn Vrugten. die mede zeer klein, doch niet onaangenaam van smaak zyn, maar men moet 'er op eens niet te veel van gebruiken, op dat men geen nadeel aan de gezondheid lyd.

+Vygen-Boom.

+

't Is iets zonderlings, 't geen men omtrent den Vygen-Boom heeft op te merken, te weeten, dat die bestaan in een Mannelyke en een Vrouwelyke Stam; de

Vrouwelyke levert 't geheele Jaar door overvloed van rype Vrugten, die, groen gegeten wordende, zeer smakelyk zyn; doch de Vrugten van de Mannelyke Boom, schoon dezelve mede in een groote meenigte op de Stam gevonden worden, rypen nooit, ten zy men de voorzigtigheid gehad heeft, dezelve zoo digt als beider groei veelen kan, by de Vrouwelyke te planten, wanneer door een verborgene Simpatie, deszelfs Vrugten mede de volkome rypheid erlangen.

+Karsse-Boomen.

+

De Karsse-Boomen hebben hier dezelve gedaante als in Europa, doch de Vrugt is van dezelve onderscheiden; want hier zyn de Karssen agtkant geribt, en met even

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(38)

31

zoo veel Steentjes voorzien. De Stam draagt om de twee maanden nieuwe Vrugten, die zeer aangenaam van smaak zyn. Men vind hier ook wel ronde Karssen, doch niet zoo overvloedig als de agtkanten.

+Acajou-Boom.

De Acajou-Boom groeit zeer hoog van Stam, lang van

+

Takken en breed van Bladeren; dezelve brengt een balronde Vrugt voort, die een trekkend zoet vogt by zig heeft, dat zeer goed voor den dorst is.

+Mandyba-Boom.

De Mandyba-Boom heeft een dunne Stam, doch dik-

+

ke Wortel. De Stam levert een Sap uit als Melk, maar de Wortel een doodelyk Vergif.

+Mispel-Boomen.

De Mispel-Boom alhier heeft een heel ander zoort van

+

Vrugt als in Europa; hier zyn de Mispels zonder Steenen, en zoo rood als Karssen, of zoo wit als geele Pruimen, en zoet van smaak.

+Cacaos-Boom.

Geheele Bosschen heeft men van Cacaos-Boomen; der-

+

zelver Stammen zyn nog dik nog hoog, maar zeer aangenaam van Blad en Bloem.

+Katoen-Boomen.

De Katoen-Boomen bestaan in drie zoorten; van de eer-

+

ste zyn de Pitten langwerpig en aan malkanderen groeijende, die met Katoen omzet zyn. Van de tweede soort verspreit zig het Zaat hier en daar door het Katoen. De laatste zoort groeit even als de Komkommers, die langs de Aarde kruipen, doch leveren het meestgeagtste en fynste Katoen uit; het Zaad daar van verspreit zig ook wel als in de even voorgaande;

maar het Pit is met een groenagtige Wolle omwonden. De twee eerste zoorten, die men eigentlyk Boomen noemen kan, zyn niet heel lang van Stam, zelfs zoo groot niet als een Karsse-Boom, doch sierlyk wanneer zy met Bloemen bezet zyn, die omtrent de groote hebben als Roozen, en even als dezelve door eenige steekelige groene Bladeren van onderen ondersteunt worden. Deeze Bloemen veranderen in een ovaal-ronde Vrugt, die in een Bast legt opgeslooten gelyk de Neuten, doch ryp zynde, barst deeze zwarte Schors, op meer dan eene plaats, van een, en vertoont door de spleeten

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

(39)

het witte Katoen, dat onder dezelve verborgen is.

+Mandepore-Boom.

+

De Mandepore-Boom heeft groote breede Bladeren, die met een opstaande rand omzet zyn, waar in het Regenwater staan blyft en niet verteert. De Vrugt van deeze Boom is onbruikbaar; doch uit de Wortel word een aangenaam Vogt gestampt, dat de smaak van Wyn evenaard.

+Palm-Boom.

+

De Palm-Boomen hebben lange en dikke Stammen, doch brengen geen gebruikbaare Vrugten voort. Wanneer den Stam om ver gekapt word, haalt men het Pit, dat 'er midden in zit, uit, en snyd het aan riemen omtrent een halve voet lang;

dit word toebereid gelyk Aspergie, en laat zig nog al eeten.

+Marmelade-Boom.

+

De Marmelade-Boom heeft een middelmatige Stam; deszelfs Vrugt groeit in een langwerpige Schil, gelyk Tuin-Boonen; dezelve is van buiten geel en van binnen rood, en zeer aangenaam van smaak.

+Gannaperida-Boom.

+

De Gannaperida-Boom levert ons dat voortreffelyk Medikament ter stuitinge der Koortzen, in Europa China genaamt: het zelve verkrygt men van den roestagtigen Bast, die om den Stam zit, en bitter van smaak is.

+Mancenillie-Boom.

+

De Mancenillie-Boom brengt een Vergiften Appel ter waereld, niet ongelyk een Kannetjes Appel. Deeze Vrugt vergift niet alleen het geheele Lighaam, wanneer men dezelve nuttigt, maar zelfs die Lecematen, met dewelke men ze slegts aanraakt.

De Wilden gebruiken het Sap van Stam en Vrugt, om haare Pylen te vergiftigen.

+Paco-Aire-Boom.

+

De Paco-Aire-Boom is middelmatig van lengte en dun van Stam; doch zyne Bladeren zyn wel 5 a 6 voeten lang, en omtrent 2 voeten breed. Deeze Boom brengt eenen langwerpigen Appel voort, die niet onaangenaam van smaak is.

+Wandelende Citroen-Boom.

+

De Wandelende Citroen-Boom heeft een boven-natuurlyke hoedanigheid aan zig, hier in bestaande, dat deszelfs Bladeren, wanneer ze van de Stam worden

afgebroken, in eene geduurige beweeging zyn.

Thomas Pistorius, Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Build is een partij die beoogt deze 2 groepen, de vastgoedinvesteerder in huurwoningen in het middensegment en de institutionele belegger, bij elkaar te brengen met als doel

Deze deelgebieden zijn: woonomgeving (alleen vermeld in enquêtes voor de cliënten van somatiek), leefklimaat, dienstverlening, verzorging, behandeling, begeleiding,

Door het ministerie van Verkeer en Waterstaat wordt jaarlijks aan de provincie Flevoland een Doeluitkering Verkeersveiligheid van ƒ800.000,= beschikbaar gesteld.. Voor het laatst

BADKAMER 1 op vloertegels dubbele wastafel op badkamermeubel, douche, jacuzzi en toilet (3,50 x 2.90 m) BUREAU op vloertegels (4,75 x 2,95 m). GARAGE op betonvloervoor 2 wagens (6.00

Ze ging hem voor door het huis naar een werkkamer waar haar partner, die Bosch wel kende en van wie hij wist dat hij Edgewood heette, in gesprek was met een man met wit haar, die

Ze gaat op zoek naar antwoorden in Gods Woord en verbindt deze Bijbelse waarheid aan het dagelijks leven van ons als moeders. In het boek tref je bij elk hoofdstuk vragen aan die

door middel van electriciteit in Nederlandsch-Indië. Binnen bet gebied van Ned.-Indië worden geen geleidingen voor eleetriscbe verlichting of voor het overbrengen van kracht door

Handleiding voor je belangrijkste interview Informatief Om te weten waar je bent en waar je naartoe gaat moet je weten waar je vandaan komt. Denk eens aan je vader of moeder