Vraag nr. 32
van 2 december 1999
van de heer FRANCIS VERMEIREN
Openstaande salaristerugvorderingen – Kritiek Re-kenhof
In het Boek van het Rekenhof 1999, waarin verslag wordt uitgebracht over de controle van de algeme-ne rekening 1998 van de Vlaamse Gemeenschap, formuleert het Rekenhof voor de derde maal een voorbehoud bij de vastgestelde rechten opgeno-men in de rekening van de ontvangsten. Het kan de beheersrekeningen 1996 tot en met 1998 over de verrichtingen op financiële rekening 0 9 1-2 2 2 3 0 0 3-83 niet afsluiten. Het wijst erop dat in deze beheersrekening eind mei 1998 een bedrag van 264,7 miljoen vastgestelde rechten (vorderin-gen op derden) openstond.
Het Rekenhof merkt op dat de meeste van deze vorderingen reeds jaren openstaan zonder dat een initiatief wordt genomen om tot inning over te g a a n . Bovendien wordt de toestand steeds proble-matischer : van de openstaande vorderingen heeft ongeveer 186 miljoen betrekking op te veel of ten onrechte uitbetaalde wedden en weddetoelagen voor diensten gepresteerd vóór 1 december 1998. Herhaalde brieven aan de toenmalige minister be-voegd voor Onderwijs zijn onbeantwoord geble-ven.
Het Rekenhof waarschuwde reeds dat hetgeen zich zo voordoet bij het bestuur Personeel HOBU (hoger onderwijs buiten de universiteit), a d m i n i-stratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk On-d e r z o e k , On-departement OnOn-derwijs, ook in een twede beheersrekening zou kunnen gebeuren, n a m lijk in de administratie Secundair Onderwijs, d e-partement Onderwijs (Boek van het Rekenhof 1999, blz. 61).
1. Beschikt men over een lijst van personen die te veel of ten onrechte uitbetaalde wedden en weddetoelagen hebben ontvangen ? Kent men ook het bedrag dat zou kunnen teruggevorderd worden ?
2. Waaraan kan deze situatie worden toegeschre-ven ? Is zij het gevolg van een administratieve v e r g i s s i n g, of kwam zij tot stand ingevolge een onrechtmatige beslissing op een of ander ni-v e a u , die tot een sanctie aanleiding zou kunnen geven ?
3. Welk gevolg werd eventueel reeds gegeven aan de nogmaals door het Rekenhof geformuleerde opmerkingen ?
Antwoord