Vraag nr. 266
van 28 augustus 2002
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Rusthuizen – Inspectie
Geregeld ontvangen rusthuizen inspectie in het kader van een verlenging of verlening van een er-kenning en van klachtenonderzoeken voor vergun-n i vergun-n g e vergun-n , voor bouwdossiers of voor opvolgivergun-ngsovergun-n- opvolgingson-derzoeken.
In het kader van de begeleiding om de kwalitatieve normen te halen, zijn deze inspectiebezoeken zeer w a a r d e v o l : deze visitatie is vaak een stimulans om aanpassingen te doen.
Afwijkingen van de opgelegde regels worden al-leen beperkt in tijd toegestaan wanneer vervangen-de maatregelen worvervangen-den voorgesteld of wanneer het leefcomfort van de ouderen niet in het gedrang komt.
1. Hoeveel inspecties werden er in 2001 en 2002 gedaan in het kader van het verlenen/verlengen van een erkenning ? Hoeveel naar aanleiding van concrete klachten, al dan niet gemeld via de Rusthuisinfofoon ?
2. Bij hoeveel rusthuizen werden, naar aanleiding van deze inspectie, tijdelijke afwijkingen op de reglementeringen toegestaan ?
3. Welke rusthuizen in Limburg kregen sinds 1999 een tijdelijke afwijking ? Om welke redenen ? Voor welke termijn ?
Antwoord
1. In 2001 en van januari tot juni 2002 werden in rusthuizen de volgende inspecties uitgevoerd door de afdeling Inspectie en Toezicht van de administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn :
2001 Januari-juni 2002 Erkenning 237 144 Opvolging 329 79 Klachten 170 72 Andere (bouwdossiers, voorafgaande vergun-ning, ...) 217 111 Totaal 953 406
2. In antwoord op de vraag van de Vlaamse volks-vertegenwoordiger naar het aantal rusthuizen dat naar aanleiding van een inspectie een tijde-lijke afwijking op de reglementering kreeg, k a n ik meedelen dat hiervan geen lijsten worden bij-gehouden.
Het lijkt mij dan ook zowel om materiële als in-houdelijke redenen weinig zinvol om over te gaan tot een individuele controle van alle rust-huisdossiers om de gevraagde informatie te ver-z a m e l e n . Bovendien ver-zegt een naakt cijfer ook weinig met betrekking tot de achterliggende ad-ministratieve praktijk en het gevoerde beleid in-zake het verlenen van afwijkingen op de regel-geving.
Artikel 5 van het besluit van de Vlaamse rege-ring van 17 juli 1985 tot vaststelling van de nor-men waaraan een serviceflatgebouw, een wo-ningcomplex met dienstverlening of een rust-huis moet voldoen om voor erkenning in aan-merking te komen, bepaalt dat op gemotiveerde aanvraag van de verantwoordelijke beheersin-stantie van deze voorzieningen een afwijking op de erkenningsnormen kan worden toegestaan. De meeste afwijkingen worden toegestaan bij rusthuizen die niet volledig voldoen aan de in-frastructurele normen en waaraan veelal om ar-chitectonische redenen niet (onmiddellijk) kan worden voldaan. De meest voorkomende toege-stane afwijkingen hebben onder andere betrek-king op de hoogte van de raamdorpel in de indi-viduele kamer van de bewoner (bv. bij be-schermde gevels), de verhouding meerpersoons-kamers ten opzichte van de totale huisvestings-c a p a huisvestings-c i t e i t , het ontbreken van (aangepast) sani-tair in de individuele woongelegenheid, ... In deze gevallen wordt een afwijking enkel toe-gestaan wanneer vervangende maatregelen worden voorgesteld en/of wanneer het woon-comfort en de verzorging van de bejaarde be-woners niet in het gedrang komen. Vaak zit de definitieve remediëring van de vastgestelde te-korten vervat in een dossier met betrekking tot verbouwing of vervanging van de huidige infra-s t r u c t u u r, al dan niet met infra-subinfra-sidiëring van de overheid.
erken-ning een evaluatie van de toestand met betrek-king tot de vorderingen der werken.
In een beperkt aantal gevallen worden ook af-wijkingen toegestaan op de normen die betrek-king hebben op de werbetrek-king van de voorziening. Zo wordt de vereiste bewonersraad in een aan-tal voorzieningen, mits het verkrijgen van een a f w i j k i n g, gelet op het zorgprofiel van de bewo-ners aangevuld met of vervangen door een fa-m i l i e r a a d . Daarnaast worden ook afwijkingen verleend op de vastgelegde minimumleeftijd van 60 jaar voor opname in een rusthuis. In der-gelijke gevallen dient een degelijk gemotiveerde aanvraag te worden ingediend waaruit blijkt dat de opname van die persoon in een rusthuis is vereist vanuit zijn specifieke woon- en zorg-vraag en dat het rusthuis de aangewezen op-vangvorm is.