• No results found

Vraag nr. 295 van 28 augustus 2002 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 295 van 28 augustus 2002 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 295

van 28 augustus 2002

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Jeker – Waterkwaliteit

De waterkwaliteit van de Jeker blijft slecht. Vo o r a l na het meetpunt in Lauw is de biologische kwali-teit zeer slecht.

Rivierverdragen tussen Vlaanderen en Wa l l o n i ë hebben immers alleen betrekking op de kwaliteit van de hoofdstromen Maas en Schelde. Een forme-le opvolgingsstructuur voor grensoverschrijdende bekkens bestaat blijkbaar niet tussen het Waals en Vlaams Gewest. Hierdoor wordt te weinig aan-dacht besteed aan de kwaliteit van de zijwaterlo-p e n , die nochtans de kwaliteit van de hoofdstro-men beïnvloeden.

De Vlaamse overheid heeft hier dus een rol te spe-len en kan hiervoor samenwerken met alle mogelij-ke partners, zoals gemeenten, p r o v i n c i e s, V l a a m s e Milieumaatschappij (VMM), administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (Aminal), ... 1. Werden er, in het kader van de interministeriële

c o n f e r e n t i e, afspraken gemaakt met Wa l l o n i ë om het probleem van de Jekervervuiling op Waals grondgebied (o. a . door de suikerfabriek in Oreye) te verhelpen ? Welke ?

2. Hebben de infrastructuurwerken in Lauw een invloed op de waterkwaliteit van de Jeker ? 3. Zijn er meetresultaten die wijzen op vervuiling

door de landbouw ? Waar ?

Antwoord

De metingen van de Vlaamse Milieumaatschappij tonen aan dat de biologische waterkwaliteit van de Jeker in het jaar 2000 matig was en dat de kwaliteit ter hoogte van Lauw in dat jaar zelfs zeer slecht was.

Wellicht hebben de infrastructuurwerken hier een negatieve invloed gehad op de invertebratenfauna, met een lage Belgische Biotische Index (BBI) als gevolg (BBI = 2). In 2001 echter behaalde de Je k e r voor het eerst op alle bemonsterde meetplaatsen (in Lauw, Tongeren en Kanne) een matige biologi-sche kwaliteit (BBI = 5). De Prati-index voor zuur-stofverzadiging (PIO) wijst vooral aan de gewest-grens in Lauw op een langzame verbetering van de waterkwaliteit ; hij daalde van een waarde van 6,28

in 1997 naar een waarde van 4,16 in 2001 (hoe lager het cijfer, hoe beter de zuurstofhuishouding). De PIO behoort echter nog steeds tot de klasse " v e r o n t r e i n i g i n g " , behalve in Kanne waar de ver-ontreiniging slechts matig is.

De Jeker beantwoordt dan ook geenszins aan de basiskwaliteitsnormen.

Op alle meetplaatsen zijn er overschrijdingen voor het chemisch zuurstofverbruik (CZV), a m m o n i u m , z u u r s t o f, fosfor en zwevende stoffen. In Lauw, M a l en Kanne zijn er daarenboven ook normoverschrij-dingen vastgesteld voor het biochemisch zuurstof-verbruik (BZV). Na een spectaculaire daling in 2000 zijn de concentraties aan ammonium, k j e l-dahlstikstof en fosfor en het chemisch zuurstofver-bruik in 2001 weer gestegen (verdrievoudiging) : i n Lauw wordt bijvoorbeeld een gemiddeld BZV van 2 5 mg/l en een gemiddelde ammoniumconcentratie van 4,1 mg/l gemeten. Dit hoge gemiddelde wordt echter verklaard door eenmalige extreem hoge waarden die opgetekend werden op 30 j a n u a r i 2001 (BZV = 233 mg/l, CZV = 660 mg/l, a m m o n i-um = 33,9 mg n/l) (N : stikstof – red.) Deze veront-reiniging was afkomstig uit Wa l l o n i ë . R e k e n i n g houdende met het feit dat op die datum ook duide-lijk verhoogde concentraties gemeten werden aan b o o r, koper en zink, kan worden gesteld dat het een ongeoorloofde industriële lozing betrof.

De verontreiniging van de Jeker op Waals grondge-bied wordt inderdaad ten dele veroorzaakt door de s u i k e r n i j v e r h e i d . Dit blijkt uit een slechtere water-kwaliteit tijdens de bietenoogstcampagne (periode s e p t e m b e r- d e c e m b e r ) . Het is onduidelijk of de ver-ontreiniging van de suikerfabriek van Oreye komt, of van een verder stroomopwaarts gelegen suiker-fabriek.

(2)

(grensoverschrijdend oppervlakte-, grond- en kustwater) de coördinatie plaats zal vinden in een passend regionaal kader. " ) (ICBM/ICBS : Internationale Commissie ter Bescherming van de Maas/Schelde – red.).

Tot op heden bestaat er nog geen formele over-legstructuur tussen Vlaanderen en Wa l l o n i ë voor de grensoverschrijdende bekkens. H e t voorontwerp van decreet "integraal waterbe-leid" voorziet voor de bekkens in de oprichting van bekkenoverlegstructuren (bestuur, s e c r e t a-riaat en raad) en, voor deelbekkens als dat van de Je k e r, in waterschappen waarin de samen-werking tussen de verschillende waterbeheren-de instanties beoogd wordt. Het is eviwaterbeheren-dent dat voor grensoverschrijdende bekkens of deelbek-kens vervolgens gestreefd zal worden naar sa-menwerking met de instanties die in het Wa a l s e gedeelte van deze (deel)bekkens bevoegd zijn voor het waterbeheer.

Voorlopig kunnen knelpunten inzake gewest-grensoverschrijdende waterlopen aangekaart worden in de Interministeriële Conferentie voor Leefmilieu.

Op 3 april 2003 zal er in Tongeren een symposi-um over de Jeker plaatsvinden. Het is de bedoe-ling dat elke partij (Vlaanderen, Nederland en Wallonië) een korte bespreking zal geven om-trent het beheer van de Jeker op haar grondge-b i e d . Het definitief programma is echter nog niet vastgelegd, maar uiteraard zal hier ook de waterkwaliteit uitgebreid aan bod komen en dienen afspraken gemaakt te worden rond op-lossingen voor het probleem van de Je k e r v e r-vuiling op Waals grondgebied.

2. De infrastructuurwerken in Lauw, die plaats-vonden tussen mei 1999 en juli 2002, h e b b e n geen meetbare invloed op de fysisch-chemische kwaliteit van de Jeker.

Het bestaande biotoop werd echter wel ver-s t o o r d , waardoor de BBI in 2000 lager waver-s in vergelijking met de jaren voordien. De biologi-sche monsterneming in 1999 werd weinig of niet beïnvloed door de werken, omdat de staalname gebeurde onmiddellijk na de start van de wer-ken.

3. De vervuiling vanuit de landbouw wordt onder andere gemeten via het MAP-meetnet (MAP : Mestactieplan – red.). Deze meetpunten liggen nooit op grote waterlopen, omdat op deze wa-terlopen niet éénduidig de hoofdvervuiling aan-geduid kan worden. Men heeft er immers een

combinatie van verontreiniging door ongezui-verde huishoudelijke lozingen, r e s t v e r v u i l i n g door rioolwaterzuiveringsinstallaties, v e r o n t r e i-niging door de industrie en diffuse verontreini-ging afkomstig van de landbouw. De MAP-meetpunten bevinden zich dus op kleine water-lopen in landelijke gebieden, waar de mogelijk slechte waterkwaliteit bijna hoofdzakelijk aan de landbouw toegewezen kan worden.

In het Jekerbekken bevinden zich twee MAP-m e e t p u n t e n . Het betreft een MAP-monsternaMAP-me- monstername-plaats op de Afvoersloot en één op een zijbeek van de Ezelsbeek. Op beide plaatsen werd ge-durende de volledige winterperiode 2000-2001 een nitraatconcentratie gemeten van minder dan 50 mg/l (= norm). Deze punten zijn dus niet problematisch en voor de zijbeek van de Ezels-beek ging de toestand er in 2001 zelfs op voor-uit.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als minister bevoegd voor de bijstand aan per- sonen organiseer ik de juridische voorwaarden en het administratief toezicht op centra voor dagverzorging in de thuiszorg,

Onder impuls van ICEM (Interdepartementale Commissie voor Etnisch-Culturele Minderheden) werd in april 1998 een dossier inzake het opstarten van een telefonische tolkendienst

De conclusies van deze studie bevesti- gen dat, teneinde de veiligheidsrisico's die inhe- rent zijn aan de exploitatie van een LPG-station tot een voor de omgeving aanvaardbaar

– textielinzameling aan huis : in bijna alle ge- meenten wordt dit afval door organisaties voor het goede doel huis-aan-huis opgehaald ; – KGA-inzameling aan huis : dit gebeurt

Naast de tegemoetkomingen die het Vlaams Fo n d s onder bepaalde voorwaarden biedt in de kosten die personen met een handicap maken voor de ver- plaatsing van en naar het werk,

Gebeurt de informatie-uitwisseling zowel voor we- genwerken als voor incidenten en ongevallen voor wegen die over verschillende gewesten lopen, r e e d s systematisch?. Zo ja, waarom

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Specialisatiejaren SO – Europese ontwikkelingen De specialisatiejaren van de derde graad en de leerjaren van de vierde graad

D a a r- naast hebben de dertien centra voor slachtoffer- hulp een belangrijke taak in de opvang van slacht- offers van partnergeweld, enerzijds door ze een eerste opvang