• No results found

Vraag nr. 269 van 23 augustus 2001 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 269 van 23 augustus 2001 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 269

van 23 augustus 2001

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Dagopvang – Terminologie

Om mensen met problemen overdag op te vangen, worden op het terrein verschillende werknamen g e b r u i k t . Men spreekt van inloopcentra, d i e n s t e n-en ontmoetingscn-entra, d a g c e n t r a , . . . Het zijn veel-gebruikte termen die telkens naar een andere in-h o u d , normen en doelgroep verwijzen. Het kan gaan om ouderen of jongeren, mensen erkend als g e h a n d i c a p t e, opvang in het kader van psychiatrie, j e u g d b e l e i d , algemeen welzijnswerk of andere wel-zijns-/gezondheidsvoorzieningen.

Dit maakt het er noch voor het grote publiek, n o c h voor degenen die om één of andere reden onder-steuning zoeken in de dagopvang, d o o r z i c h t i g e r, laat staan gemakkelijker op.

Inhoudelijk is verscheidenheid in aanbod een goede evolutie, maar de terminologie zorgt voor verwarring en bijgevolg ontoegankelijkheid.

1. Is een betere afstemming van de term "dagop-vang" niet noodzakelijk om het geheel door-zichtiger te maken ?

Werden daartoe reeds initiatieven genomen en zo ja, welke ?

2. Welke vormen van dagopvang worden er geor-ganiseerd door diensten die onder de bevoegd-heid van de minister vallen ?

Welke tegemoetkoming/faciliteiten kan men krijgen ?

Aan welke voorwaarden moet men voldoen om hiervan gebruik te kunnen maken ?

Antwoord

1. Voor het antwoord op vraag 1 verwijs ik naar mijn algemene opmerkingen inzake de vorige vraag, nr. 268 (zie : blz. 564 – red.).

2. Als minister bevoegd voor de bijstand aan per-sonen organiseer ik de juridische voorwaarden en het administratief toezicht op centra voor dagverzorging in de thuiszorg, dagcentra binnen de bijzondere jeugdbijstand, dagcentra voor personen met een handicap en semi-internaten voor al dan niet schoolgaande kinderen met een

h a n d i c a p, dagopvang van jonge kinderen in kin-derdagverblijven en diensten voor opvanggezin-n e opvanggezin-n , eopvanggezin-n buiteopvanggezin-nschoolse opvaopvanggezin-ng voor valide schoolkinderen.

Sommige centra voor algemeen welzijnswerk met een residentiële setting beschikken over een service- en ontmoetingsruimte die niet tot het formele hulpverleningsaanbod behoort en waar achtergestelde groepen terechtkunnen voor een informele toeleiding naar het algeme-ne aanbod binalgeme-nen de thuislozenzorg.

Ik overloop in kort bestek de diverse opvang-vormen.

Kind en Gezin

Bij dagopvang gaat het om de opvang van kin-deren die nog niet naar de school gaan of die in de overgangsperiode tussen kinderopvang en de basisschool (kleuterschool) zitten. Bij buiten-schoolse opvang gaat het om opvang van kinde-ren die naar de basisschool gaan : opvang vóór en na de lesuren, op schoolvrije dagen en gedu-rende de schoolvakanties.

De beschikbare voorzieningen voor dagopvang zijn enerzijds de erkende kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen, anderzijds de particuliere opvanggezinnen en opvanginstellin-g e n . De teopvanginstellin-gemoetkominopvanginstellin-g voor de erkende ini-tiatieven is het resultaat van een enveloppesub-sidiëring per erkende en subsidiabele opvang-p l a a t s. De ouders betalen voor de oopvang-pvang van hun kind(eren) een bijdrage, waarvan de hoogte afhankelijk is van hun inkomen.

In de particuliere opvangvoorzieningen is voor de voorziening zelf niet in een erkenning of sub-sidiëring voorzien. Wel kunnen deze voorzienin-gen een attest van toezicht (attestering van een minimaal aanwezige kwaliteit) verwerven, w a a r-door zij de ouders een fiscaal attest kunnen uit-r e i k e n . In bepaalde gevallen kunnen mini-c r è mini-c h e s, mits ze aan bepaalde kwaliteitsvereis-ten voldoen, een financiële tegemoetkoming ge-n i e t e ge-n . De ouderbijdrage is vrij te bepalege-n ige-n onderlinge overeenkomst tussen ouders en voorziening.

(2)

g e l d e n . Daarnaast hanteren sommige voorzie-ningen die door een gemeentelijke overheid worden uitgebaat, in de praktijk wel de stelregel dat kinderen uit de eigen gemeente voorrang moeten krijgen.

De toegangsregels tot de particuliere opvang worden niet door de overheid opgelegd. I e d e r e zelfstandige opvangvoorziening bepaalt zelf haar doelpubliek en het daarbij gevoerde opna-mebeleid.

Vlaams Fonds Dagcentra

Deze zorgvorm richt zich tot meerderjarige per-sonen van alle doelgroepen die niet bekwaam zijn om tewerkgesteld te worden in een beschut-te werkplaats.

De dagcentra bieden activiteiten, training of therapie op diverse domeinen : b e z i g h e i d s a c t i v i-t e i i-t e n , oni-twikkeling van arbeidsgerichi-te aci-tivi- activi-t e i activi-t e n , z e l f r e d z a a m h e i d s activi-t r a i n i n g, sociale vaar-d i g h e i vaar-d s t r a i n i n g, k i n e, l o g o p e vaar-d i e, e r g o t h e r a p i e, emotionele ondersteuning, ...

Men kan hier tijdens de week voltijds of deel-tijds (al dan niet in combinatie met beschutte tewerkstelling of verblijf in een tehuis voor niet-werkenden) terecht van 8 tot 18 uur. De per-soon met een handicap dient een bijdrage te be-talen.

Semi-internaten voor schoolgaanden

Bedoeld voor kinderen met een handicap die schoolgaand zijn, maar waarbij de ondersteu-ning vanuit het bijzonder onderwijs alleen on-toereikend is.

Gedurende het schooljaar is er voorschoolse en naschoolse opvang en opvang tijdens de vrije m o m e n t e n . Bij sommige doelgroepen wordt het personeel van het semi-internaat in de klas in-geschakeld voor assistentie aan de leerlingen en v e r z o r g i n g. Tijdens de vakantieperiode kunnen de ouders indien gewenst eveneens een beroep doen op het semi-internaat : er wordt dan voor de aanwezigen in een dagvullend programma voorzien.

Semi-internaten voor niet-schoolgaanden Bedoeld voor kinderen met een zware handicap die nog niet schoolgaand zijn of die niet binnen

het onderwijs kunnen worden opgevangen. E r wordt een dagvullend programma aangeboden d a t , gelet op de doelgroep, in belangrijke mate ook gericht is op verzorging en therapie.

Bijzondere jeugdbijstand

Deze dagcentra nemen uitsluitend minderjari-gen op tijdens bepaalde uren van de dag en be-geleiden de gezinnen waartoe ze behoren, a m-bulant.

De opvang van de minderjarige wordt minimaal verzekerd :

– op schooldagen : tijdens de middagpauze en na schooltijd tot 19 uur ;

– op vakantiedagen : van 9 tot 17 uur.

Er worden dagelijks twee maaltijden verstrekt, waarvan één warme maaltijd.

De werking van deze semi-residentiële voorzie-ningen beslaat verscheidene terreinen : g e z i n s-b e g e l e i d i n g, g r o e p s w e r k i n g, studie- en schools-be- schoolbe-geleiding en individuele beschoolbe-geleiding.

De opname van de minderjarige gebeurt steeds op basis van een verwijzing door het comité voor bijzondere jeugdzorg of door de jeugd-r e c h t b a n k . De vejeugd-rwijzing gebeujeugd-rt naajeugd-r aanlei-ding van een problematische opvoeaanlei-dingssituatie of een als misdrijf omschreven feit.

De maximale duur van de opname is één jaar, zij kan evenwel telkens met maximum één jaar worden verlengd.

Thuiszorg

Conform de thuiszorgreglementering staan deze opvangcentra overdag open voor gebruikers die geen intensieve medische behandeling en toe-zicht nodig hebben, maar wel behoefte aan ( r e - ) a c t i v e r i n g, v e r p l e g i n g, v e r z o r g i n g, t o e z i c h t en/of begeleiding in de activiteiten van het da-gelijks leven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het kader van het Europese werkgelegenheids- richtsnoerenbeleid hebben de Vlaamse regering en de Vlaamse sociale partners de idee van mainstrea- ming volledig onderschreven. Aan

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN VDAB-opleiding verpleegkunde – Evaluatie De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding stimuleert – in het kader van

Dit zou in de begroting van alle ministers te zien moeten zijn, "maar overlopen van enthousiasme daarvoor doen de collega's kennelijk niet", aldus minister Anciaux in de

Minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare We r k e n en Energie.

De Vlaamse Instelling voor Technologisch On- derzoek (VITO) heeft voor dit jaar zo'n 4 mil- joen aan projecten van technologische interna- tionale samenwerking lopen in Zuid-Afrika en

Als er (ook) een gangbare Ne- derlandse naam voor het begrip bestaat, geeft u de voorkeur aan de Nederlandse naam." Leenwoor- den hoeven volgens deze aanwijzing dus niet ge-

Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brus- selse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamen- werking.

Ja , het is mij bekend dat verschillende OCMW's dit jaar in ernstige financiële problemen kwa- men door het uitblijven van vergoedingen van de federale overheid voor de uitgaven