• No results found

Vraag nr. 57 van 23 mei 2001 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 57 van 23 mei 2001 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 57 van 23 mei 2001

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Europees Sociaal Fonds – Socialprofitsector Op 14 december 2000 werd 14 miljard frank vrijge-maakt uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) voor de periode 2001-2 0 0 6 , om projecten te ondersteu-nen betreffende onderwijs, opleidingen en werkge-legenheid.

Naast het verbeteren van de inzetbaarheid van en de opleidings- en arbeidskansen voor langdurig w e r k z o e k e n d e n , richt men zich op het onderme-merschap en het aanmoedigen van het aanpas-singsvermogen van bedrijven en werknemers. Wat de private sector betreft, is de socialprofitsec-tor één van de grootste secsocialprofitsec-toren in V l a a n d e r e n . Steun voor ondermemerschap, i n f o r m a t i c a , s o c i a a l b e l e i d , nieuwe vormen van arbeidsorganisatie, g e-lijkekansenbeleid, ... is in deze sectoren belangrijk. De afdeling Europa Werkgelegenheid (AEW) en de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) zijn regisseur en admi-nistratief verantwoordelijk. De minister bevoegd voor Werkgelegenheid is derhalve bevoegd voor deze materie, ook in de socialprofitsector, aldus de minister bevoegd voor Welzijn in haar antwoord op mijn schriftelijke vraag terzake ( s chriftelijke vraag n r. 134 van 15 maart 2001 ; Bulletin van Vragen en A n t w o o rden nr. 12 van 11 mei 2001, b l z . 1585 – red.).

1. Zijn deze middelen nu bruikbaar voor voorzie-ningen die vallen onder de beleidsverantwoor-delijkheid van de minister ?

Zijn ze in de loop van 2001-2006 van toepassing voor deze sectoren ?

2. Hoe ondersteunt de minister concreet deze voorzieningen in verband met hun manage-m e n t , i n f o r manage-m a t i c a , w e r k o r g a n i s a t i e, g e l i j k e k a n-senbeleid, sociaal en gezinsbeleid ?

Welke budgetten gebruiken ze hiervoor ?

Antwoord

1. De middelen van het Europees Sociaal Fo n d s -Doelstelling 3 zijn beschikbaar voor projecten die beantwoorden aan de Vlaamse criteria voor het Europees Sociaal Fo n d s. Dit houdt in dat de projecten een bijdrage leveren aan het

verbete-ren van de inzetbaarheid van werkzoekenden, het bevorderen van ondernemerschap, het ver-sterken van de aanpasbaarheid van onderne-mingen en/of hun werknemers of het bevorde-ren van gelijke kansen voor mannen en vrou-wen op de arbeidsmarkt.

Het ESF-Doelstelling 3-programma, E n k e l v o u-dig Programmeringsdocument of EPD ge-n o e m d , richt zich zodus tot welomschrevege-n d o e l g r o e p e n , niet tot bepaalde sectoren. A c t o-ren uit de socialprofitsector kunnen projecten indienen in het kader van elk van de aangehaal-de aspecten, op voorwaaraangehaal-de dat ze beantwoor-den aan de gelbeantwoor-dende criteria. De middelen zijn beschikbaar voor projecten, niet voor voorzie-ningen als dusdanig.

2. Ik ondersteun bijgevolg niet de voorziening van de socialprofitsector. In de respectieve zwaarte-punten van het EPD van Doelstelling 3 wordt wel expliciet melding gemaakt van de mogelijk-heid tot subsidiëring van projecten die zich rich-ten op werknemers uit de socialprofitsector of tot werkzoekenden die een tewerkstelling in deze sector willen.

Inzetbaarheid

Het verhogen van de inzetbaarheid (regisseur V DAB) voorziet in trajectbegeleiding voor werkzoekenden.

Hiervoor kunnen ook projecten inschrijven die werkzoekenden toeleiden naar een job in de so-cialprofitsector.

Bovendien werd ook een maatregel opgenomen rond nieuwe vormen van werkgelegenheid, waarbij ook de socialprofitsector aan bod kan komen (buurtdiensten, sociale economie). D e z e maatregel is evenwel op dit moment nog niet actief en zal op zijn vroegst in 2003 worden ge-operationaliseerd.

Ondernemerschap

Bij het bevorderen van ondernemerschap (re-gisseur VIZO) werden geen specifieke maatre-gelen voor de socialprofitsector vooropgesteld ( V I Z O : Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen – red.).

(2)

Aanpasbaarheid

Bij het zwaartepunt rond aanpasbaarheid van ondernemingen en hun werknemers (inhoude-lijk regisseur SERV, administratief regisseur AEW) werden geen specifieke maatregelen in het kader van de socialprofitsector opgenomen ( S E RV : S o c i a a l E c o n o m i s che Raad van V l a a n -deren – red.).

Gelijke kansen

Het zwaartepunt ter bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen op de arbeids-markt (regisseur AEW) biedt ruime mogelijk-heden voor projecten die actief zijn in de social-p r o f i t s e c t o r. Er wordt exsocial-pliciet aandacht be-steed aan het opzetten van flexibele vormen van k i n d e r o p v a n g. De ESF-middelen voor gelijke kansen zijn gekoppeld aan de Ve s o c - m i d d e l e n voor gelijke kansen ( Vesoc : Vlaams Econo -misch en Sociaal Overlegcomité – red.).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De samenstelling van deze adviesraad is conform het decreet van 15 juli 1997 houdende invoering van een meer evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in

Hieronder volgt een overzicht van de re- cente milieueffectrapportages met grensover- schrijdende milieugevolgen (sinds ongeveer 1999) waarbij Vlaanderen in kennis werd ge-

Deze stimuli worden omgezet in financiële midde- l e n , enerzijds om de studiekosten te compenseren, en anderzijds – voor langdurig werkzoekenden – om hun extra uitgaven

In het kader van het Europese werkgelegenheids- richtsnoerenbeleid hebben de Vlaamse regering en de Vlaamse sociale partners de idee van mainstrea- ming volledig onderschreven. Aan

Daar het project pas van start gaat op 1 septem- ber 2001 werd er geen bedrag op de begroting van 1999 en 2000 ingeschreven.. Voor 2001 wordt 2,2 miljoen frank uitgetrokken om

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN VDAB-opleiding verpleegkunde – Evaluatie De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding stimuleert – in het kader van

Een doorgedreven gezinsgerichte werking is posi- t i e f, maar een belangrijk onderzoek dat de univer- siteit van Leuven vorig jaar uitvoerde in opdracht van het Vlaams Fonds

Artikel 5, § 3. Dit bedrag kan zowel aangewend worden voor de werkingskosten als voor de kosten van het ondersteunend personeel. De Vlaamse minister bevoegd voor de bij- stand