Vraag nr. 82
van 23 augustus 2001
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Overheidsdiensten – Correct taalgebruik
Terecht stelde de minister-president een tijd gele-den dat alle Belgen in hun eigen landstaal moeten kunnen worden geholpen in de buitenlandse am-b a s s a d e s. Toch stelt men vast dat vooral de "veren-gelsing" van termen en begrippen, ook vanuit de Vlaamse overheidsdiensten, t o e n e e m t . Ook op ver-keersborden komen wel eens onterecht termen voor als "kiss-a n d-r i d e " , zoals minister vice-p r e s i-dent Stevaert onlangs bevestigde in het parlement. Allicht begrijpen niet alle Vlamingen wat hiermee bedoeld wordt : dit verhoogt de ontoegankelijkheid van het beleid.
Vooraleer we een Nederlandstalige service vragen van ambassades, moeten dus eerst en vooral de eigen federale en Vlaamse diensten die zich richten tot de burgers, zelf de Nederlandse taal respecteren om verstaanbaar te blijven.
De resolutie van Chris Vandenbroeke (Stuk 149 ( 1 9 9 5-1996) – Nr. 1 ) betreffende "het hanteren van een correct taalgebruik zonder overlast aan vertaalwoorden" bepleitte dit trouwens ook. Blijft de resolutie "betreffende het hanteren van een correct taalgebruik zonder overlast aan ver-taalwoorden" van kracht voor de minister ?
Zo neen, hoe wordt correct taalgebruik door de Vlaamse overheidsdiensten bevorderd ?
Zo ja, hoe wordt ze tot nu toe concreet uitgevoerd ? N.B. Deze vraag werd eveneens gesteld aan de
heer Patrick Dewael, m i n i s t e r-president van de Vlaamse regering en de heer Paul Van Gr-e m b Gr-e r g Gr-e n , Vlaams ministGr-er van BinnGr-enlandsGr-e A a n g e l e g e n h e d e n , Ambtenarenzaken en Bui-tenlands Beleid.
Gecoördineerd antwoord
De resolutie betreffende het hanteren van een cor-rect taalgebruik zonder overlast aan "vertaalwoor-den" is nog altijd van kracht. Een oordeelkundig gebruik van leenwoorden is immers een noodzake-lijke voorwaarde om op een duidenoodzake-lijke en verzorg-de manier met verzorg-de burger te kunnen communice-r e n . De communice-resolutie is in de pcommunice-raktijk van kcommunice-racht voocommunice-r zowel officiële en niet-officiële publicaties en
tek-s t e n , altek-s aankondigingen van activiteiten die door de Vlaamse overheid georganiseerd worden. Voor de officiële publicaties gelden de aanwijzin-gen in de omzendbrief VR 2000/4 betreffende de w e t g e v i n g s t e c h n i e k . Volgens deze omzendbrief moeten alle leden van de Vlaamse regering elk voorontwerp van decreet en elk ontwerp van be-sluit voorleggen aan de afdeling Kanselarij van het departement Coördinatie. Het advies van deze af-deling betreft zowel de leesbaarheid en de taalzui-verheid van de ontwerpen, als de juridische consis-tentie en de toepassing van de regels die in de om-zendbrief zijn opgenomen.
Voor het taalkundige advies is de cel Ta a l a d v i e s van de afdeling Kanselarij verantwoordelijk. In de omzendbrief betreffende de wetgevingstechniek is in het eerste hoofdstuk een hele paragraaf (aanwij-zing 9 tot en met 34) gewijd aan het taalgebruik. Voor de cel Taaladvies functioneren deze aanwij-zingen als uitgangspunt en controlelijst bij de taal-kundige advisering over voorontwerpen van de-creet en ontwerpen van besluit.
De omzendbrief bevat over het gebruik van leen-woorden een specifieke aanwijzing (nummer 16), die als volgt luidt: "Leenwoorden uit andere talen gebruikt u alleen als ze in het Nederlands ingang hebben gevonden. Als er (ook) een gangbare Ne-derlandse naam voor het begrip bestaat, geeft u de voorkeur aan de Nederlandse naam." Leenwoor-den hoeven volgens deze aanwijzing dus niet ge-bannen te worden uit het Nederlands, maar als ze worden gebruikt, moeten ze tot het algemeen gangbare Nederlands behoren. Het is dus niet ge-oorloofd leenwoorden onoordeelkundig of over-matig te gebruiken.