• No results found

De werkloosheid, en zeker de jeugdwerkloosheid is in Antwerpen alarmerend hoog.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De werkloosheid, en zeker de jeugdwerkloosheid is in Antwerpen alarmerend hoog."

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

JongerenAanBod

INLEIDING

De werkloosheid, en zeker de jeugdwerkloosheid is in Antwerpen alarmerend hoog.

De economische crisis stelt de Antwerpse jongeren die hun eerste professionele stappen zetten voor grote uitdagingen. Wie een goede onderwijskwalificatie heeft kunnen behalen, vindt vaker zelf zijn weg naar een job.

Laag- of ongekwalificeerde jongeren komen veel moeilijker aan de bak. Werkloosheid hangt boven hun hoofd, of is al realiteit. Voor jongeren die nog een lange professionele carrière voor de boeg hebben, is dit een serieuze valse start. Dit heeft langdurige negatieve gevolgen op hun welvaartsniveau en hun welzijn. Deze jongeren hebben nood aan extra ondersteuning.

Stad Antwerpen, OCMW Antwerpen en VDAB maken binnen hun bevoegdheidsdomein een beleidsprioriteit van de aanpak van jeugdwerkloosheid. Ze liggen daarmee in lijn van Vlaamse, Federale en Europese initiatieven.

Om effectiever te kunnen zijn is het van groot belang samen te werken. Samen willen OCMW, stad en VDAB meer en beter doen in de strijd tegen de jeugdwerkloosheid in de Stad Antwerpen.

Stad Antwerpen wil inzetten op het ondersteunen van de leerloopbaanbegeleiding van jongeren door ouders en school, zodat jongeren de competenties ontwikkelen en de kwalificaties behalen die toegang geven tot het hoger onderwijs en/of de arbeidsmarkt. Daarnaast worden zoveel mogelijk de drempels en mechanismen weggewerkt die maken dat nog te veel jongeren een problematische schoolloopbaan ontwikkelen, schoolse achterstand oplopen en de schoolbanken uiteindelijk verlaten zonder of met onvoldoende kwalificaties.

Het hoge aantal ongekwalificeerde jongeren versterkt de arbeidsmarktparadox in Antwerpen. Het gegeven van veel tewerkstellingsplaatsen en vacatures met voornamelijk vraag naar hogeropgeleiden en veel eerder laaggeschoolden werkzoekenden in één stad. Om werkzoekende jongeren aan het werk te krijgen is samenwerken om hen tot kwalificatie te brengen een belangrijke uitdaging.

Samen werken VDAB, Stad Antwerpen en OCMW Antwerpen aan een sluitend en passend aanbod voor alle jongeren tot en met 25 jaar, waardoor jongeren hun weg naar of hun plek op de arbeidsmarkt vinden.

KADER

Dit actieplan staat niet op zich, maar koppelt zich aan andere beleidskaders rond de problematiek van de aanpak van jeugdwerkloosheid:

 Europese aanpak rond jeugdwerkloosheid

 Vlaams loopbaanakkoord in kader van strijd tegen ongekwalificeerde uitstroom en jeugdwerkloosheid

 Antwerps bestuursakkoord 2013-2018

 VDAB provinciaal actieplan tegen jeugdwerkloosheid

Dit jeugdwerkplan benadrukt de specifieke werking richting jongeren tot en met 25 jaar. Dit beperkt geenszins de werking gefocust op andere kansengroepen of maatregelen tegen werkloosheid in het algemeen.

(2)

PRINCIPES

1. JongerenAanBod vertrekt vanuit de behoeften die Antwerpse jongeren hebben om hun weg te vinden op de arbeidsmarkt. Als belangrijkste stakeholder organiseren we een permanent overleg met hen.

2. We engageren ons voor een sluitend aanbod op maat. Elke Antwerpse jongere tot en met 25 jaar moet toegang krijgen tot een traject dat hem/haar versterkt op de (weg naar de) arbeidsmarkt. We werken met en voor deze jongeren in een correct evenwicht van rechten en plichten. Om de sluitendheid te bewaken, monitoren we de doelgroep op regelmatige tijdstippen.

3. We hebben één convenant, met daaronder verschillende acties. Het geheel van de acties staat voor een aanpak over alle zones van de jeugdproblematiek. We hebben aandacht voor preventie, remediëring en nazorg.

4. In het actieplan is er naast de versterkte basisdienstverlening van de partnersorganisaties met een specifieke focus op de doelgroep tot en met 25 jaar ruimte voor experimenten over organisaties heen. Het onderwijs spitst zich vooral toe op het leerplicht onderwijs.

5. Middelen (Antwerps, Vlaams, federaal, Europees) zetten we complementair en versterkend in en we benutten opportuniteiten om extra middelen aan te trekken.

6. De partnerorganisaties in JongerenAanBod streven naar een klantgerichte dienstverlening waarbij ze zich engageren tot ‘warme overdracht’.

KORTE SCHETS VAN DE PROBLEMATIEK

Werkloosheidsgraad jongeren in Antwerpen, Vlaanderen en het verschil tussen deze twee

(3)

Aantal niet-werkende werkzoekende jongeren in Antwerpen

Werkloosheid per opleidingsniveau bij jongeren

(4)

Percentage spijbelaars in Antwerpen

Vroege schoolverlaters in Antwerpen en Vlaanderen

(5)

WAT DOEN WE

1. DOELGROEP IN BEELD

1.1 Oprichting van een stakeholdersforum van jongeren

Samen met partners uit het middenveld brengen we 4 maal per jaar een representatieve groep van jongeren bij elkaar om feedback te geven op onze voorstellen en onze resultaten.

1.2 De cijferanalyse

OCMW, stad en VDAB Antwerpen maken een zo volledig mogelijk beeld van alle jongeren tot en met 25 jaar uit de stad en gaan na of ze:

 nog in het onderwijs zitten;

 hun plek op de arbeidsmarkt hebben gevonden;

 zoekende zijn en in welk traject ze dan zitten;

 buiten elk gekend traject vallen.

Deze gegevens zorgen voor de (bij)sturing van JongerenAanBod.

Om de jeugdwerkloosheid in beeld te brengen binnen de klantengroep van het OCMW wordt er zowel gekeken naar de jongeren die zelf een uitkering genieten als naar de inwonende jongeren. Hierbij brengen we de verschillende activeringsmogelijkheden in beeld waarvan jongeren op dat ogenblik gebruik maken. We detecteren ook die jongeren waarvoor nog geen traject gekend is.

2. SECTORALE BENADERING

Om de mismatch tussen vraag en aanbod op de Antwerpse arbeidsmarkt effectiever aan te pakken wordt er sectoraal gewerkt. De stad en VDAB werken per sector samen met de sectororganisaties, de sociale partners en onderwijs om de arbeidsvraag in te vullen. Er zijn job- en opleidingspunten voor de bouwsector (Talentenwerf), de industrie (Talentenfabriek), haven en logistiek (Talentenstroom) en onderwijs (Onderwijstalent).

Binnen deze samenwerking worden acties opgezet naar scholen/leerkrachten/leerlingen, naar werkzoekenden en naar werkgevers. De al lopende acties gericht op het stimuleren van arbeidsmarktgerichte studie-en beroepskeuzes van jongeren en de acties rond een adequaat opleidingsaanbod bereiken zeker de doelgroep van jongeren.

Naar aanleiding van dit plan zal elk Talentenhuis in zijn volgende jaaractieplannen duidelijke acties benoemen ter bestrijding van jeugdwerkloosheid en zullen bijkomende specifieke acties naar jongeren opgenomen worden.

3. PREVENTIEF – VOORKOMEN VAN ONGEKWALIFICEERDE UITSTROOM

Een juist georiënteerde en succesvolle schoolcarrière is bepalend voor toekomstige tewerkstellingskansen. De partners van JongerenAanBod engageren en organiseren zich tot een maximale ondersteuning en flankering van onderwijspartners in de stad waar mogelijk en gevraagd.

3.1 Terugdringen van afhakers in het voltijds beroepsonderwijs

(6)

We willen 17-jarigen in BSO met 2 jaar schoolvertraging bij startend spijbelen aanspreken voor de opmaak van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en verdere extra preventieve begeleiding. We willen daardoor tijdig ingrijpen en bijsturen om wel tot een kwalificatie te komen.

Dit project is een samenwerking tussen de dienst algemeen onderwijsbeleid van de stad, de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB), het OCMW, de VDAB, het Vlaamse departement onderwijs en een aantal BSO scholen uit Antwerpen.

3.2 Brugprojecten binnen het stelsel Leren en Werken

Leerlingen in het deeltijds onderwijs combineren idealiter leren met werken. Maar niet alle leerlingen zijn klaar om tewerkgesteld worden binnen de reguliere economie. Voor leerlingen die werkervaring missen en

onvoldoende arbeidsrijp zijn, worden brugprojecten opgezet. Deze leerlingen worden intensief begeleid om hun arbeidsattitude en -competenties te verhogen. De stad ondersteunt de organisatie van brugtrajecten financieel om zoveel mogelijk brugtrajecten op maat mogelijk te maken. Deze worden georganiseerd door vzw WELA en vzw De Ploeg. De bedoeling is dat de brugprojecten aanleunen bij de reguliere arbeidsmarkt en bijgevolg kansen geven op duurzame doorstroom naar een job.

3.3 Trajectbegeleiders +18 jarigen in CDO’s

De doorstroom van leerlingen uit het deeltijds onderwijs naar tewerkstelling is te laag. Voor leerlingen die een brugtraject hebben gevolgd, is de duurzame doorstroom (minstens contract van 1 jaar) amper 32% een jaar na het verlaten van het centrum deeltijds onderwijs.

Veel staat of valt met een goede trajectbegeleiding. Enerzijds moeten de jongeren binnen het deeltijds onderwijs juist gescreend en georiënteerd worden naar de juiste studierichting. Anderzijds moeten ze begeleid worden naar een traject of een job. De effectiviteit van de tewerkstellingscellen en de trajectbegeleiders in de CDO’s moet hoger. Daarnaast is bijkomende capaciteit aan trajectbegeleiders, in het bijzonder jobhunters, nodig. Met een degelijke trajectbegeleiding kan de doorstroom in de verschillende scholen omhoog.

3.4 Individuele beroepsopleiding binnen het deeltijds onderwijs (IBODO)

VDAB voorzag een uitbreiding van de toepassing voor de maatregel individuele beroepsopleiding (IBO) voor jongeren in het deeltijds onderwijs. Zolang deze uitbreiding van kracht blijft, volgen we ze actief. Voor jongeren is dit een interessante opleidingsmaatregel. Zij kunnen werkgevers op de werkvloer overtuigen van hun capaciteiten.

Bij een aanwerving in een IBO-contract hoort de werkgever in een eerste periode van 1 tot 6 maanden de werknemer een opleiding aan te bieden, en nadien in een tweede periode een contract. De werkgever ontvangt hiervoor een financiële stimulans, omdat hij tijdens de opleiding geen loon of RSZ, enkel een productiviteitspremie hoeft te betalen.

3.5 Samenwerking VDAB – CLB’s – CMP

Voor de tewerkstellingskansen van laatstejaars leerlingen is het van belang dat begeleiders en leerkrachten in secundaire scholen voldoende kennis hebben over de werking van de arbeidsmarkt en de mogelijkheden voor hun jongeren hierin. Zij kunnen deze kennis doorgeven. Een samenwerking tussen VDAB, de centra voor leerlingenbegeleiding en het centraal meldpunt risicojongeren is daarom aangewezen. Dit bevordert ook een warme overdracht van jongeren van onderwijs naar de VDAB.

3.6 Warme overdracht

Bij schoolverlaters bestaat het risico dat jongeren die niet meer studeren, geen job hebben en ook geen andere vorm van begeleiding krijgen, van de radar verdwijnen en niet (actief) gekend zijn bij VDAB. Dit noemt men NEET-jongeren (Not in Education, Employment or Training). Om dit te vermijden zullen we alle scholen met een beroepsgericht aanbod actief aansporen om hierover afspraken te maken. We streven naar een warme overdracht van afhakers en van jongeren die hun school verlaten met diploma/kwalificatie maar zonder contract.

(7)

VDAB engageert zich om inschrijvingen vlot te laten verlopen. De dienst algemeen onderwijsbeleid van de stad sensibiliseert scholen om hun leerlingen op deze inschrijving voor te bereiden.

De stad informeert en engageert alle partners uit het forum uitvalpreventie zodat ook voor jongeren in coaching- of opvangtrajecten die niet terug instromen in het onderwijs een warme overdracht wordt verzekerd. Dit engagement wordt vanaf januari 2014 ook opgenomen in alle convenanten met de projectpartners.

Ook de kennis die jeugdverenigingen hebben, kan nuttig zijn voor andere partners. We maken hierover met hen afspraken.

3.7 Laagdrempelige centra voor kennismaking met werk

Jongeren hebben nood aan een verbreding van hun leefwereld en toegankelijke informatie over beroepen, solliciteren, opleidingen, vakantiejobs, enz. Die informatie moet laagdrempelig toegankelijk zijn in hun buurt.

De JongerenCompetentieCentra en ook andere jeugdhuizen kunnen hierin een rol spelen.

Deze laagdrempelige centra vormen een schakel tussen jongeren en de VDAB. Jongeren die nog niet ingeschreven zijn bij de VDAB kunnen daar terecht met allerhande vragen omtrent werk. Bij nood aan professionele ondersteuning, wordt doorverwezen naar de VDAB.

3.8 Ongekwalificeerde uitstroom voorkomen binnen het OCMW

Om ongekwalificeerde uitstroom van (kinderen van) OCMW-klanten te voorkomen, wordt de schoolloopbaan van alle jongeren nauwlettend gevolgd. Dit wordt een vast onderwerp in de maandelijkse gesprekken met de maatschappelijk werker. Ouders hebben hierbij de verplichting om moeilijkheden, verzuim of het afhaken van de school te melden aan de maatschappelijk werker. Het OCMW neemt een actieve rol op om hierop in te grijpen door zijn begeleiding van de jongere en de ouders en door contacten met de school en

partnerorganisaties.

De mogelijkheid tot data-uitwisseling tussen onderwijs en het OCMW wordt onderzocht.

3.9 Zoekconferentie DOORSTART

Volwassenonderwijs Antwerpen, de VDAB, AG Stedelijk Onderwijs en de stad brengen interne én externe experts (beleidsmakers, werkgevers, arbeidsbemiddelaars, onderzoekers, leerkrachten… ) en jongeren bijeen om via een zoekconferentie een antwoord te vinden op volgende vraag: ‘Hoe kunnen we samenwerken om elke ongekwalificeerde 18 tot 26-jarige een passend leertraject te kunnen aanbieden dat leidt tot een kwalificatie van het secundair onderwijs?’

De resultaten van uit deze zoekconferentie kunnen inspireren voor nieuwe acties in dit plan JongerenAanBod.

4. REMEDIERING – VERSTERKEN VAN JONGEREN IN HUN PAD NAAR DE ARBEIDSMARKT

4.1 Aanpak jeugdwerkplan VDAB

Elke Antwerpse werkwinkel heeft een actieve en dynamische werking om jongeren tot en met 25 jaar in te schrijven, te informeren en in begeleiding te nemen. In deze eerste kennismaking met de jongeren wordt maximaal gewerkt aan intake, begeleiding bij het opmaken van hun volledig dossier in Mijn VDAB zodat een goede matching kan starten. Jongeren worden binnen de 4 maanden bereikt en naar een voor hen passende begeleiding geleid.

De Jeugdwerkplanaanpak van VDAB blijft voor de meeste Antwerpse werkzoekende jongeren het begin van ondersteuning in hun zoektocht naar werk en zal daarom de nodige aandacht krijgen.

(8)

We streven een sluitend bereik na, maar beseffen dat in de grootstad een aantal jongeren zich niet laat begeleiden via deze kanalen. Deze jongeren worden door OCMW, Stad en VDAB, en de jeugdsector maximaal mee in kaart gebracht en opgepikt.

4.2 Werkinleving voor jongeren (WIJ)

VDAB leidt ongekwalificeerde werkzoekende jongeren toe naar de partners die instaan voor de uitvoering van WIJ-trajecten. Op dit moment zijn voor Antwerpen 1700 projecten in een periode van twee jaar voorzien. In co-regie volgen VDAB en Stad de werking van Werkinleving voor Jongeren op.

De Werkinleving voor Jongeren (WIJ) moet ertoe leiden dat de jongere uitstroomt naar werk of beter technisch/praktisch gekwalificeerd is om de arbeidsmarkt te kunnen betreden. Dit kan via:

 intake en oriëntering, individueel trajectplan, begeleiding en projectdagen, jobhunting en bemiddeling;

 stage(s);

 nazorg;

 kwalificerende opleiding- of begeleidingsacties;

 attestering competenties.

We volgen de werking op en versterken waar nodig.

4.3 Versterking aanbod VDAB-opleidingen voor doelgroep

VDAB tracht in alle sectoren een opleiding op te zetten die meer dan het gemiddelde aanbod aansluit bij de leefwereld van jongeren en met een methodische aanpak die jongeren meer kan motiveren.

Deze opleidingen zetten versterkt in op doorstroom naar werk, met extra begeleiding en nazorg na aanwerving wanneer nodig.

4.4 Versterking in stappen naar werkgevers

Het stimuleren en informeren van werkgevers omtrent tewerkstelling van jongeren is een algemeen aandachtspunt voor alle partners. De talentenhuizen (Talentenstroom, Talentenwerf, Talentenfabriek en Onderwijstalent) doen dit reeds voor hun sector. Ook in de andere sectoren moet elke partner in zijn contacten met werkgevers hier de nodige aandacht aan besteden. Kennis van de bestaande tewerkstellingsmaatregelen voor jongeren is cruciaal.

Competentieversterking (generieke arbeidscompetenties, vakkennis en vaktechniek) gebeurt bij voorkeur op de werkvloer. Stages en werkplekleren worden in zoveel mogelijk sectoren gestimuleerd of mee

georganiseerd.

 VDAB maakt een overzicht van alle maatregelen ten voordele van de tewerkstelling van jongeren tot en met 25 jaar en verspreidt deze ter sensibilisering van werkgevers. De VDAB engageert zich ertoe het overzicht te actualiseren wanneer nodig.

 De stad zal het Engage-project uitbreiden, waarbij bedrijfsbezoeken worden georganiseerd voor jongeren uit JongerenCompetentieCentra om hen bedrijven en beroepen beter te leren kennen. Deze uitbreiding gebeurt zowel in de diepte (intensiever contact tussen werkgevers en jongeren) als in de breedte (meer bedrijven en jongeren). Deze ontmoetingen zijn verrijkend voor de jongeren, maar ook voor de

werkgevers. Ze worden gesensibiliseerd om hun vooroordelen opzij te zetten en voor jongeren te kiezen.

 Najaar 2013 lanceert VDAB een magazine gemaakt door jongeren en voor werkgevers. De doelstelling is dat werkgevers kennis maken met de kijk van jongeren op de arbeidsmarkt: wat hebben jongeren te bieden, wat verwachten jongeren, hoe en waar kunnen werkgevers ze vinden om ze aan te werven.

(9)

4.5 Sollicitatieruimte voor midden- en hooggeschoolden: jobbar

Bevraging van jongeren leert ons dat midden- en hooggeschoolden vaak ‘verloren lopen’ bij het solliciteren. Ze starten gemotiveerd aan solliciteren, krijgen vaak negatief of geen antwoord en vinden het heel moeilijk om dit te plaatsen. Hierdoor verliezen ze hun focus bij het solliciteren en hun motivatie. Deze jongeren hebben vaak geen aanspreekpunt om ‘al lerende te solliciteren’. VDAB voorziet in een experiment een ruimte en methodiek voor sollicitatiebegeleiding aangepast aan de doelgroep. In contacten met werkgevers roepen de partners op om correct met sollicitanten om te gaan.

4.6 Erkenning van zachte competenties

Niet alleen schoolse competenties, maar ook sociale competenties zijn belangrijk bij het zoeken naar een job.

De stad dient een EU-projectaanvraag in (COMPAS - Skills that work) voor het certificeren van (elders)

verworven competenties buiten de schoolse context. Het gaat over sociale competenties zoals initiatief nemen en ondernemend zijn, die men bijvoorbeeld via vrijetijdsactiviteiten verwerft. Een certificering van die

competenties leidt tot een competentiepaspoort gevalideerd door werkgevers. Dit versterkt het portfolio voor de werkzoekende jongere. Om de professionele en vrijwillige jeugdwerking hierbij te betrekken wordt dit in de convenanten met jeugdverenigingen ingeschreven.

4.7 Betere begeleiding van het studietraject voor jongeren met een startbaanovereenkomst.

De stad begeleidt al geruime tijd met succes de studieloopbaan van jongeren in startbaan-contracten. De jongeren verhogen hierdoor hun kansen op reguliere tewerkstelling bij afloop van het startbaancontract en kiezen vaak voor een vervolgopleiding. De stad zal deze knowhow delen met partners uit het netwerk .

5. REMEDIERING – VERSTERKEN VAN TEWERKSTELLING VOOR JONGEREN

5.1 Tewerkstellingsmaatregelen ten voordele van jongeren benutten

Alle partners van JongerenAanBod engageren zich om werkgevers maximaal te sensibiliseren tot het creëren van ruimte in hun bedrijf voor instapstages.

Een instapstage is een betaalde stage van drie maanden die een jongere kan volgen in een bedrijf, een vzw of een overheidsdienst. De stage kan voltijds zijn of halftijds. Is ze halftijds dan wordt de andere helft aangevuld met competentieversterkende acties bij VDAB of een partner. Hierdoor werkt de jongere aan het ontwikkelen van competenties en doet hij ervaring op de werkvloer op.

Op een instapstage kan ook een individuele beroepsopleiding volgen. Maar een IBO-contract kan ook op zichzelf aangegaan worden. De partners engageren zich om zoveel mogelijk jongeren via een IBO-contract aan de slag te krijgen en hiervoor werkgevers warm te maken. We promoten ook de opportuniteit van IBO-

contracten voor jonge ondernemers.

Intern nemen de betrokken organisaties ook als werkgever zelf waar de regelgeving en de financiële middelen dit toelaten hun verantwoordelijkheid voor het vast of tijdelijk (stage, werkplekleren, sociale

tewerkstellingsmaatregel, BIO-banen, …) tewerkstellen van jongeren.

5.2 Ruimte voor jongeren in sociale economie

Stad Antwerpen heeft een regiefunctie ten aanzien van de sociale economie in Antwerpen. In het kader daarvan zal de stad de sociale economie organisaties op verschillende domeinen ondersteunen: innovatie, betere samenwerking met private bedrijven, doorstroom, meer opdrachten, …

De Stad Antwerpen maakt met de sociale economie bedrijven afspraken omtrent meer tewerkstelling van jongeren binnen de sociale economie. De voorkeur gaat naar competentieversterkende trajecten die effectief doorstroom genereren.

(10)

5.3 Jongeren en uitzendwerk

Bedrijven uit diverse sectoren maken steeds meer gebruik van de uitzendsector om hun vacatures in te vullen.

43 % van het totaal aan vacatures verloopt via de uitzendsector. Daarom is het belangrijk om ook via de uitzendsector te solliciteren naar vast werk. Uitzendwerk stelt jongeren in staat professionele ervaring op te doen en kan een opstap betekenen naar vast werk.

Uit studies blijkt dat jongeren terughoudend zijn ten opzichte van uitzendarbeid. Ze zijn ook onvoldoende geïnformeerd. VDAB, Stad Antwerpen en Vooruitzenden organiseren een kennismakings- en sollicitatie- initiatief tussen werkzoekende middengeschoolde jongeren en de uitzendsector.

Die dag worden jongeren uitgenodigd en kunnen zij zich aanbieden voor specifieke vacatures. Zij krijgen ter plaatse de nodige informatie over solliciteren en werken via uitzendkantoren.

5.4 Jongeren en ondernemerschap

Jongeren met de ambitie en de competenties om zelfstandig te ondernemen moeten hierin gestimuleerd en begeleid worden. VDAB voorziet begeleidingen tot ondernemerschap op maat van jongeren jonger dan 30 jaar.

De projecten inzake ondernemerschap van de VDAB sluiten aan op de dienstverlening van het ondernemersloket.

Het bedrijvenloket van Stad Antwerpen zal een focus op jongeren leggen. Naast deze basisdienstverlening zal Stad Antwerpen als Startup City een extra service voorzien zoals het starterscontract en business events met advies van experten. Voor de innovatieve startups, spinoffs en pilootbedrijven zal een ecosysteem worden uitgebouwd waarbij incubatoren zullen worden opgezet.

Voor jonge ondernemers worden de nodige informatie en begeleiding voorzien. Daarnaast hebben we aandacht voor ondernemerschap in andere projecten die gericht zijn op jongeren, zoals de TRANSIT schoolverlatersdagen.

We ontwikkelen een traject waarbij ondernemerschap gestimuleerd wordt, jongeren kennis maken met ondernemerschap, enz. Een aantal jongeren zal hierin verder gaan en kan dan verder ondersteund worden met het bovenstaand traject. Andere jongeren doen veel competenties op en kunnen ze dan als werknemer inzetten op de arbeidsmarkt. Ondernemerschap dient in deze ook breder te worden geïnterpreteerd dan het pure ondernemen. Het moet hier voornamelijk gaan om de handen uit de mouwen steken, zelf op zoek gaan naar een job en desnoods die zelf creëren. Ondernemingszin en -talent moeten gestimuleerd worden.

6. REMEDIERING – JONGEREN ZONDER AANBOD

6.1 NEET jongeren tot en met 25 jaar in beeld brengen

NEET-jongeren zijn jongeren die werkloos zijn, het onderwijs verlaten hebben, niet (actief) ingeschreven zijn bij VDAB en ook niet bij een andere organisatie in een traject zitten of begeleid worden (Not in Education, Employment of Training). Omdat deze jongeren niet gekend zijn, hebben we ook geen duidelijk zicht op hun behoeften richting arbeidsmarkt. Stad, OCMW en VDAB gaan samen op zoek naar de beste manier om deze jongeren te vinden en te leren kennen. Indien nodig wordt hiervoor studiewerk ingekocht.

Professionele of vrijwillige jeugdverenigingen hebben vaak wel contact met deze jongeren. Met hen worden afspraken gemaakt om deze info te delen.

Op basis van de hiermee verworven inzichten wordt de verdere aanpak vastgelegd. De doelstelling is alle jongeren tot en met 25 jaar in Antwerpen te kennen en een versterkend aanbod aanreiken, ook de moeilijk bereikbare jongeren.

(11)

6.2 Vindplaatsgericht werken

Zonder alle NEET-jongeren al te kennen blijven we verder werken op reeds ingeslagen wegen en trachten we deze waar mogelijk te verbeteren. We werken daarvoor vindplaatsgericht, wat wil zeggen dat we de jongeren zelf opzoeken in de buurten waar zij wonen en hen van daaruit ondersteunen.

Stad Antwerpen en VDAB ondersteunen momenteel twee initiatieven vindplaatsgericht werken. De VDAB heeft een lopende uitbestede opdracht ‘vindplaatsgericht werken’ en de stad ondersteunt de drie ArbeidsCompetentieBegeleiders (ACB) in de JongerenCompetentieCentra (JCC). Vanaf 2015 zal de stad het aantal ArbeidsCompetentieBegeleiders verhogen van 3 naar 5.

De stad koppelt in dit kader de territoriale jongerencoaches (vanuit onderwijsbeleid) aan de

arbeidscompetentiebegeleiders. Daarnaast informeren en sensibiliseren we de doorverwijzers om bij hun cliënten te toetsen of terug-leiding naar (volwassenen)onderwijs een optie is. We voorzien een loketfunctie voor de jongeren die deze opties willen verkennen.

6.3 Arbeidsbegeleiding in het OCMW en activering

Jongerenwerkloosheid gaat vaak gepaard gaan met een welzijnsprobleem. Het OCMW heeft

arbeidsbegeleiders toegevoegd aan de sociale centra om in ondersteuning van de wijkmaatschappelijk werker met klanten op maat te werken richting arbeid. In de weg daarheen kunnen voortrajecten, opleidingen, stages, ed. ingeschakeld worden als hefboom voor de klant. Een snelle diagnose is belangrijk en de screening van deze groep dient binnen de maand na detectie van het ontbreken van een traject te gebeuren. Na de screening is het duidelijk welk traject gevolgd wordt en welke partner dit uitvoert. Deze trajecten, beschreven in een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie, worden in de meest brede zin van activering bekeken en hulpverlening kan hier ook een aanzienlijk deel van uitmaken. Bijvoorbeeld ontwenning, psychiatrische ondersteuning, etc…

Alle jongeren tussen 15 en 18 jaar worden gecontracteerd voor hun begeleiding.

Verder zal het OCMW binnen bestaande maatregelen waaronder tewerkstelling binnen artikel 60 voorrang geven aan jongeren en gezinnen met kinderen.

OPVOLGING

Stad Antwerpen, VDAB en OCMW Antwerpen lanceren samen dit plan, en roepen alle lokale partners en actoren op om samen mee aan de slag te gaan. Ieder op zijn kerndomein, maar in onderlinge afstemming, zodat we tot maximum resultaat komen. Dit plan is daarom geen eindpunt of afgewerkt product, maar een startschot. Onze acties zullen we verder uitrollen, aanpassen of aanvullen aan nieuwe economische

ontwikkelingen, de evolutie van de arbeidsmarkt, bovenlokale initiatieven en bijdragen van de lokale partners, in het bijzonder de jongeren zelf. We evalueren regelmatig de doeltreffendheid van de projecten en de efficiënte inzet van de middelen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Geografisch gezien zijn jongeren sterk geconcentreerd in de 19e-eeuwse gordel: Antwerpen Noord en Borgerhout Intra Muros.. Daarnaast zijn ze ook sterk vertegenwoordigd op het

Hierbij is expertise van het grootste belang en wordt intensief samengewerkt met partners binnen Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport, binnen

Om een goed en gericht beleid te kunnen voeren inzake werkgelegenheid, economie, armoede, welzijn, diversiteit e.a.,.., is het belangrijk om binnen

De stad kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de schade die geleden wordt naar aanleiding van de verbreking van de

Beleidsdoelstelling 2LWS09 Sociale economie 2HMS05 Armoedebestrijding 2BRS01 Cultuur 2BRS01 Cultuur 2BRS01 Cultuur 2LWS02 Onderwijs 2BRS01 Cultuur 2VGS01 Veiligheid 2HMS04 Sociale

(c) Behoudens in geval van nalatgheid van OCMW Antwerpen, verbindt ZNA er zich toe om in te staan voor alle gevolgen die gepaard gaan met het verder zeten van de

In de samenwerking tussen de dienst gezondheid van de stad Antwerpen en Logo gaat er heel wat aandacht naar de doelgroep “kinderen” van 2,5 tot 18 jaar.. Hierbij streven we

Van Avermaet kon in de Ronde van Vlaanderen al enkele ereplaatsen op zijn naam schrijven met vorig jaar nog een mooie derde plaats.. De Roparun is een estafetteloop van meer dan 500