Vraag nr. 275 van 2 februari 2005
van de heer JAN VERFAILLIE
Mestuitvoer grensboeren – Stand van zaken Heel wat landbouwers in de grensstreek met Frankrijk en West-Vlaanderen hebben, naast de hoofdzetel van hun bedrijf in Vlaanderen, gronden (in totaal +/- 1.200 ha) in Frankrijk. Voor het uit-rijden van varkens- en koeienmest geeft de Franse overheid geen toelating om met deze mest naar de bedrijfseigen Franse gronden te rijden (kippenmest en paardenmest vormen echter geen probleem). De jaarlijkse toelating moet worden gevraagd met een aanvraagdossier via de plaatselijke autoriteiten in Rijsel (Département du Nord). De opmaak van dergelijk aanvraagdossier bezorgt de landbouwers dagen werk, terwijl ze vooraf het antwoord kennen : "l'importation de lisier dans le Nord de France est interdite pour les transfrontaliers, par l'arrête préfectoral du Nord du 25 juin 1990".
Rijsel wil thans geen dossiers meer behandelen en stuurt de landbouwers door naar Parijs (ondanks het akkoord dat afgesloten werd in juni 2004 met gouverneur Breyne). Parijs geeft te kennen dat het voor hen geen probleem vormt, maar dat men moet overeenkomen met de plaatselijke autoritei-ten. Zo komt men natuurlijk in een vicieuze cirkel terecht, die de landbouwers dwingt om in de sche-merzone te werken.
Aansluitend op mijn vraag om uitleg van 3 novem-ber 2004 (Handelingen Commissievergadering nr. 49 van 18 november 2004, blz. 9-10) zou ik dan ook volgende vragen willen stellen.
Hebben het Département du Nord en de overkoe-pelende dienst in Parijs al gereageerd op de uitno-diging tot overleg van de Mestbank ?
Zo ja, heeft het overleg al plaatsgevonden ? Wat was het resultaat ? Of zo het nog niet heeft plaats-gevonden : voor wanneer is het gepland ?
Zo neen, is er al een rappel gestuurd ? Antwoord
Vanuit de bevoegde diensten in het Département du Nord is positief gereageerd op de vraag tot
over-leg. Dit overleg tussen de VLM-Mestbank ener-zijds en de vertegenwoordigers van de "Direction Départementale des Services Vétérinaires du Nord" (DDSV) anderzijds, heeft plaatsgevonden op woensdag 16 december in de kantoren van de Mestbank in Brussel.
Dergelijk overleg is reeds geregeld gevoerd in het verleden (minstens jaarlijks) en vindt afwisselend plaats in Rijsel of Brussel.
Het opzet van deze vergadering was om de knel-punten/aandachtspunten van 2004 in verband met de uitwisseling van zuivere mest en verwerkte mest tussen Vlaanderen en Frankrijk te bespreken. Naast een uitgebreid debat over de toe te passen procedures in het kader van de implementatie van de Europese verordening 1774/2002 werden de mogelijkheden voor bemesting van bedrijfseigen gronden in Frankrijk besproken.
Het standpunt van de DDSV was eenduidig: Vlaamse grensboeren kunnen hun bedrijfseigen gronden in Frankrijk bemesten met pluimveemest en paardenmest. Deze regeling kan in principe niet aanvaard worden voor varkens- en rundermest op grond van een Frans ministerieel besluit van 25 september 1995 en van een prefectoraal verbod van 25 juni 1990.
Het bewuste ministerieel besluit van 25 september 1995 stelt dat enkel pluimvee- en paardenmest kun-nen uitgewisseld worden en het prefectoraal verbod van 25 juni 1990 stelt dat de invoer en spreiding van mest in het "Deépartement du Nord" vanuit derde landen verboden is.
Momenteel is op dit principe één uitzondering gelaten; met name vier grensboeren hebben de toe-lating gekregen om runderstalmest op hun Franse gronden te spreiden. Grensregelingen betreffende varkensmest en rundermengmest worden niet toe-gestaan.