Vraag nr. 58 van 14 januari 2005
van de heer JAN VERFAILLIE
Beschermde landschappen – Landbouw – Zuien-kerke
Steeds meer agrarische gebieden worden de laatste jaren afgebakend en beschermd als een bijzonder landschap via een beschermingsbesluit. Dergelijke besluiten bevatten verschillende randvoorwaarden waarbij de landbouwbedrijvigheid wordt beperkt en die vaak nefast zijn voor de landbouwbe-drijfsvoe-ring.
Onlangs werden 24 sites in Zuienkerke beschermd, waarvan zestien boerderijen. Met de vele bez-waarschriften werd geen rekening gehouden. Als een bedrijfszetel geheel of gedeeltelijk in een bes-chermd gebied ligt, moet elke vergunning gedra-gen worden door een ambtenaar van Monumen-ten en Landschappen. Het bindend advies is in de praktijk ofwel vernietigend ofwel onpraktisch en niet betaalbaar.
1. Hoeveel bezwaarschriften zijn er ingediend met betrekking tot de bescherming van de 24 sites in Zuienkerke ?
2. Hoe komt het dat er geen rekening werd gehou-den met de ingediende bezwaarschriften in voor-meld dossier ?
3. Wat zijn de precieze randvoorwaarden met be-trekking tot de bescherming van de 16 boerde-rijen in Zuienkerke ?
4. Ziet de minister een mogelijkheid om de op-richting van een beheerscommissie voor alle beschermde landschappen te verplichten ? Hoe worden de beheerscommissies precies sa-mengesteld ?
Hoe komt het dat er geen evenredige samenstel-ling is met de aanwezigen op het terrein : land-bouwsector, bewoners, milieu, beheerders waterlopen, lokale besturen, … ?
Wordt eraan gedacht een beheerscommissie al-tijd evenredig samen te stellen volgens de aan-wezi-ge spelers op het terrein ?
5. Door de bescherming kan elke modernisering, innovatie, … (die vaak levensnoodzakelijk zijn voor het voortbestaan van het landbouwbe-drijf) tegengehouden worden.
Meent de minister niet dat binnen dergelijke dos-siers rekening moet worden gehouden met de rechtszekerheid van betrokken landbouwers ?
Antwoord
1. Er werden zeven bezwaarschriften ingediend. 2. Er wordt steeds rekening gehouden met
ge-gronde bezwaren. Zo vormden een negatiefad-vies van- de- provincie en drie- bezwaren- in-dit specifieke dossier aanleiding totbijkomend onderzoek omtrent hoeve de Friese Bergschuur, Nieuwe Steenweg 97 inHouthave, die uiteinde-lijk uit het definitieve beschermingsbesluit werd geschrapt.
Adviezen en bezwaarschriften worden steeds behandeld in een verslag beëindigd onderzoek, dat deel uitmaakt van het beschermingsdossier, waartoe na beëindiging van de procedure, con-form de wetgeving inzake openbaarheid van bestuur, inzage kan worden verleend.
3. De randvoorwaarden zijn dezelfde voor alle beschermde monumenten, conform hetdecreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monu-menten en stads- en dorpsgezichten,artikel 11. 4. Het landschapsdecreet van 16 april 1996
ver-plichtte inderdaad de oprichting van eenbe-heerscommissie- voor elk- beschermd- land-schap.-- Dit- stelde- echter zodanig- groteprak-tische problemen dat bij de decreetswijziging van 21 december 2001 de verplichtingin een mogelijkheid werd omgezet.
be-trokken is bij onderhoud, instandhouding, her-stel of verbetering van een beschermd land-schap.
De samenstelling van de beheerscommissie wordt geregeld in artikel 3 van aangehaald be-sluit, de procedure tot samenstellling en de op-roep tot kandidaten in artikels 7 tot en met 11. De vaste samenstelling van een beheerscom-missie laat evenwel toe dat er rekening wordt gehouden met de specifieke situatie van het bes-chermde landschap. Volgens deze bepalingen kan de beheerscommissie voor elk beschermd landschap te allen tijde samengesteld worden op een evenredige manier en kunnen alle leden op een evenwaardige manier betrokken zijn. Aangehaalde decreetswijziging verbreedde tot slot ook de rol van een beheerscommissie, voordien louter bedoeld om een landschapsbe-heersplan op te maken, nu ook in bredere zin een overlegplatform tussen de verschillende ac-toren.