Vraag nr. 23
van 23 oktober 1998
van de heer BART VANDENDRIESSCHE Gehandicaptenvervoer – Financiële middelen De Vlaamse vervoerdiensten voor fysiek gehandi-capten vervoeren jaarlijks duizenden personen met een handicap van en naar het werk en naar vrij-etijdsbestedingen.
In maart jongstleden beloofde de minister een een-malig overbruggingskrediet van 4,5 miljoen frank voor 1998 en een structurele oplossing tegen juli 1998.
Bij gebrek aan middelen kondigden een aantal minder mobiele organisaties aan vanaf oktober 1998 geen personen met een handicap meer te kunnen vervoeren.
1. Welke plaats en welke prioriteit krijgt het ver-voer van personen met een handicap in het Vlaams welzijnsbeleid ? Welke alternatieven worden door de minister uitgebouwd voor deze vorm van integratie ?
2. Werden de overbruggingskredieten voor deze non-profitorganisaties inmiddels uitgekeerd ? Zo neen, waarom niet ? Welke bijkomende voorwaarden worden eventueel gesteld ? 3. In welke structurele oplossing voorziet de
minister voor het gehandicaptenvervoer ?
Antwoord
Op voorstel van de Vlaamse minister Eddy Balde-wijns, toen bevoegd voor Vervoer, Brigitte Grou-wels, bevoegd voor het Gelijkekansenbeleid, en mijzelf heeft de Vlaamse regering het licht op groen gezet voor het opstarten in Vlaanderen van proefprojecten voor aangepast vervoer van perso-nen met een ernstige handicap. Hiervoor wordt een bedrag van 50 miljoen frank ingeschreven in de ontwerpbegroting 1999 van de Vlaamse regering. Voor heel wat personen met een ernstige handicap is het reguliere openbare vervoer onvoldoende toegankelijk. Daardoor worden zij ernstig belem-merd in hun kansen op sociale integratie, bijvoor-beeld op vlak van mobiliteit naar en van het werk. Met dit initiatief willen de drie bevoegde ministers in het kader van de mobiliteitsconvenants regiona-le samenwerkingsverbanden op gang brengen die de exploitatie van een aangepaste vervoerdienst voor deze doelgroep zal realiseren.
De Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn (VVM) en het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH) zullen instaan voor de coördinatie en begeleiding van deze projecten. Aan de reizigers met een ernstige handicap die tot het systeem worden toegelaten, wordt een klantvriendelijke en veilige vervoersser-vice van deur tot deur aangeboden. Daarom zal worden gebruikgemaakt van de telefonische con-tactpunten van De Lijn die reeds bestaan voor de zogenaamde belbussen. Afhankelijk van de regio zullen één of meerdere minibussen worden ingezet die volledig toegankelijk zijn voor gebruikers van rolwagens.
Met de provinciebesturen, de gemeentebesturen en de reeds bestaande lokale initiatieven voor min-dermobielenvervoer zullen op korte termijn besprekingen worden gevoerd met het oog op het afsluiten van contracten in het kader van dit pro-ject.
De pilootprojecten starten begin 1999 voor een periode van twee jaar. De opgedane ervaringen zullen een structurele oplossing voor de langere termijn mogelijk maken.
