Vraag nr. 104 van 16 januari 1998
van de heer BART VANDENDRIESSCHE Personeelsformatie PMS-centra – Omrekenings-coëfficiënt kleuters
Overeenkomstig de vigerende reglementering in de vrije PMS-sector (psycho-medisch-sociale cen-tra) zoals verwoord in omzendbrieven, kunnen de centra afhankelijk van het aantal te begeleiden leerlingen een beroep doen op een aantal ambten. Voor de telling van kleuters als te begeleiden leer-lingen wordt een omrekeningscoëfficiënt toegepast : een kleuter wordt maar voor ± 0,8 verrekend in de telling.
1. Op welke regelgeving is deze bepaling ten aan-zien van kleuters gebaseerd ?
2. Wat is de ratio legis van het gebruik van een omrekeningscoëfficiënt voor kleuters ?
3. Heeft de minister reeds de mogelijkheid onder-zocht om de omrekeningscoëfficiënt voor kleu-ters te annuleren en de kleukleu-ters als volwaardige leerlingen te beschouwen in de begeleiding ? Zo neen, waarom niet ?
Antwoord
Voor alle PMS-centra, ongeacht het net, worden de leerlingenaantallen en het omrekeningspercentage t o e g e p a s t , op basis waarvan de scholen hun perso-neelsformatie krijgen (artikel 2, § 1, 5° van de wet van 1 april 1960 betreffende de psycho-medisch-sociale centra). Deze toepassing van het omreke-ningspercentage is door het decreet van 15 decem-ber 1993 aan de PMS-wet toegevoegd.
Het omrekeningspercentage is alleen van toepas-sing op het kleuteronderwijs en werd tot vóór het decreet "basisonderwijs" van 25 februari 1997 jaar-lijks door de Vlaamse regering vastgelegd. Het was sinds 1993 telkens vastgelegd op 88,48 %.
Het omrekeningspercentage werd in het kleuteron-derwijs ingevoerd omdat de telling werd gewijzigd. Voordien werd de personeelsformatie berekend op de gemiddelde aanwezigheid van de kleuters in s e p t e m b e r, nu wordt het aantal i n s c h r i j v i n g e n op 1 februari geteld. Het aantal inschrijvingen van de niet-leerplichtige kleuters is echter geen goede weergave van de werklast, omdat de kleuters niet altijd allemaal aanwezig zijn op school. D a a r o m
werd als correctie een omrekeningspercentage toe-gepast.
Om dezelfde reden werd het omrekeningspercen-tage ook toegepast voor de berekening van de PMS-personeelsformatie.
Na de invoering van het decreet "basisonderwijs" verdween de jaarlijkse vastlegging van het omreke-n i omreke-n g s p e r c e omreke-n t a g e. Om de berekeomreke-niomreke-ng vaomreke-n de lestij-den voor het kleuteronderwijs te vereenvoudigen, zit het omrekeningspercentage verwerkt in de schalen van de lestijden.
Het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs legt deze schalen vast. D e z e schalen zijn nog 88,48 % van die van het jaar ervoor.
Dat besluit was nog niet in werking getreden of gepubliceerd tijdens de voorbereiding van het ont-werp van onderwijsdecreet, zodat een aanpassing van de PMS-wet aan de nieuwe berekeningsmetho-de nog niet kon worberekeningsmetho-den opgenomen.
Het is wel de bedoeling om zo snel als mogelijk het omrekeningspercentage zelf in de PMS-wet op te nemen, zodat de huidige situatie wordt bestendigd.