1
Response van KPN op de vragen gesteld in het consultatiedocument, ‘Tariefregulering huurlijnen’, door de OPTA uitgebracht op 25 juli 2001.
1. Graag verneemt het college de zienswijze van geïnteresseerden ten aanzien van de overweging om voor huurlijnen over te gaan naar price-cap regulering.
KPN is van mening dat het tarieftoezicht op retail huurlijnen, gezien het tempo waarmee daadwerkelijke concurrentie op gang is gekomen en komt,
grotendeels beëindigd moet worden. Verschillende marktpartijen hebben tijdens de hoorzitting op 5 september jongstleden aangegeven dat het beter is helemaal geen tariefregulering toe te passen op de markt voor retail
huurlijnen. In Groot-Brittannië heeft OFTEL het tarieftoezicht op retail huurlijnen vrijwel beëindigd; alleen voor analoge huurlijnen geldt nog een safety-cap van CPI-0%.
Indien toch voor gedeeltelijke regulering wordt gekozen, is KPN van mening dat een meerjarig pricecap model voor tariefregulering in principe de voorkeur moet hebben boven de huidige jaarlijkse rate of return regulering. Een
effectief ingericht pricecap model biedt een aantal voordelen.
De aanbieder heeft meer flexibiliteit om op de marktbehoefte in te spelen. De tariefvoorstellen zijn voor KPN èn OPTA eenvoudiger en met minder werk te beoordelen; KPN kan sneller tariefvoorstellen doen en OPTA kan deze sneller beoordelen. Bovendien verhoogt een price-cap model de voorspelbaarheid met betrekking tot tariefontwikkelingen in de markt. Tenslotte stimuleert een pricecap model kosten reductie meer dan onder de huidige
rendementsregulering.
Of deze principiële voordelen van een price-cap model boven een rate of return regulering ook daadwerkelijk zullen optreden, hangt in sterke mate af van de inrichting van het price-cap model zelf en de afwezigheid van andere, niet van te voren gespecificeerde toetsingsgronden. In dit opzicht vereist een price-cap model, willen de genoemde voordelen optreden, een zekere
terughoudendheid van de toezichthouder en de discipline zich aan de spelregels te houden.
Bovenstaande vraagt om een zorgvuldige uitwerking van het price-cap model waarbij ten minste aan de volgende voorwaarde moet zijn voldaan.
De complexiteit van het price-cap model wordt beperkt. De X-factor wordt zorgvuldig bepaald en wordt in redelijkheid vastgesteld. Bovenop de price-cap
regulering bestaat geen aanvullende regelgeving m.b.t. de tarieven. Tenslotte
moeten de spelregels voorafgaande aan de introductie van een price-cap
model helder zijn voor alle partijen.
Een onredelijk invulling van een price-cap model, door bijvoorbeeld een te hoge X-factor, zet de kwaliteit van de dienstverlening onder druk. Bovendien ontmoedigt het markttoetreding.
2
marktomstandigheden kunnen aanbieders met een uitgerold netwerk die in een financieel benarde situatie verkeren ertoe overgaan prijzen te vragen die de marginale kosten van extra netwerkvulling nog juist goed maken teneinde de cash-flow te verbeteren. Dat zou een – tijdelijke - prijsdruk kunnen
opleveren, die verdere financiering van investeringen in infrastructuur ontmoedigt. Ook een hergroepering van het aanbod kan het gevolg zijn van de huidige marktomstandigheden met mogelijk een sterke afname van het aanbod of aantal aanbieders van huurlijnen in de markt door faillissementen of fusies.
Dit maakt sterke prijsbewegingen, zowel opwaarts als neerwaarts, niet ondenkbeeldig.
2. Graag verneemt het college de zienswijze van geïnteresseerden ten aanzien van het al dan niet opnemen van huurlijntypen in de pricecap. Huurlijnen-typen waarvoor de markt concurrerend is of naar verwachting binnenkort effectief concurrerend zal zijn, dienen niet in de price-cap te worden opgenomen.
De 2 Mbit/s huurlijnen markt is in toenemende mate sterk concurrerend (nationaal en internationaal) en rechtvaardigt daarom geen tarieftoezicht. Bij een opsplitsing van de 2 Mbit/s markt in geografische gebieden of
productdeelmarkten verwacht KPN nu reeds geen aanmerkelijk marktmacht meer te hebben op een aantal van deze deelmarkten.
Indien 2 Mbit/s huurlijnen toch in een pricecap model zouden worden opgenomen wordt ook de druk op de tarieven van de concurrentie groter. Zowel voor KPN als haar concurrenten is voldoende flexibiliteit in tariefstelling nodig om adequaat op marktontwikkelingen in te spelen. Gezien de grote verschillen tussen concurrentie in stedelijke gebieden versus die in landelijke gebieden, moet dit onderscheid in het pricecap model worden onderkend. KPN is van mening dat PVC’s in het algemeen geen huurlijnen zijn, maar opties voor gebruikers in het kader van een geschakelde
datacommunicatiediensten. Alleen huurlijnen, die technisch als PVC’s
worden uitgevoerd, èn die een zelfstandige dienst zijn (d.w.z. geen onderdeel van de datacommunicatiedienst) en die vallen onder de huurlijn definitie, kunnen worden meegenomen in een pricecap model.
Digiline moet niet worden opgenomen in de pricecap wegens uitfasering van deze dienst op korte termijn.
Huurlijnen kleiner dan 2 Mbit/s, zowel digitaal als analoog komen eventueel in aanmerking voor een price-cap, voorzover tariefregulering van retail
huurlijnen nodig is..
3
buiten het pricecap model moeten vallen. Het verwijderen van huurlijnen uit een mandje met verschillende huurlijnen heeft effecten op de redelijkheid van de X-factor en betekent dat de X-factor opnieuw berekend zou moeten
worden. Dit neemt de voordelen van de price-cap regulering boven de rate of return regulering weg, het neemt de efficiency prikkel weg, het veroorzaakt extra werk en vermindert de voorspelbaarheid van de tariefontwikkeling in de markt.
3. Graag verneemt het college de zienswijze van geïnteresseerden ten aanzien van het uit het price cap-systeem verwijderen van huurlijntypen bij het vervallen van de kostenoriëntatieplicht.
Indien de kostenorientatieplicht vervalt moeten huurlijnen uit het pricecap
model worden verwijderd. Bij concrete verwachting dat dit zal gebeuren
zouden huurlijnen nu al niet opgenomen moeten worden in de pricecap ten einde de complexiteit te verminderen.
4. Graag verneemt het college de zienswijze van geïnteresseerden ten aanzien van welke submandjes gebruikt zouden moeten worden.
Een pricecap model bereikt alleen zijn beoogde doel indien de complexiteit tot een minimum wordt beperkt. Eén mandje voor alle nog te reguleren
huurlijnen, dus zowel nationaal als internationale huurlijnen bij elkaar, zou volstaan. “Kruissubsidie” tussen de verschillende huurlijnen is
onwaarschijnlijk omdat dit wordt gecorrigeerd door marktwerking.
Een aparte sub-cap op korte huurlijnen, zoals in het consultatie document van OPTA als mogelijke sub-cap wordt genoemd, ontneemt KPN de flexibiliteit in tariefstelling die door het invoeren van een price-cap regulering wordt
nagestreefd.
5. Graag verneemt het college de zienswijze van geïnteresseerden ten aanzien van het definiëren van separate mandjes uit het oogpunt van sterk verschillende kostenontwikkelingen.
KPN is van mening dat producten met sterk uiteenlopende kostenontwikkeling in principe in verschillende mandjes kunnen worden opgenomen. Er moet evenwel in ieder geval een uitzondering worden gemaakt indien substitutie mogelijk is tussen twee of meer producten. In het geval van opvolgende producten is het voor de hand liggend dat deze onder dezelfde pricecap. Een aanzienlijk deel van de kostenontwikkelingen wordt bepaald door de levenscyclus waar een product zich in bevindt. Indien er een apart mandje zou worden gemaakt voor analoge huurlijnen, zou er terdege rekening moeten worden gehouden met de bedrijfseconomische noodzaak voor KPN om het product juist te kunnen positioneren aan het einde van de
4
6. Graag verneemt het college de zienswijze van geïnteresseerden ten aanzien van de lengte van de pricecap-periode.
Een pricecap periode van 3 jaar heeft de voorkeur gezien de snelle
ontwikkelingen op de markt voor huurlijnen en de telecommunicatie markt in algemene zin.
7. Graag verneemt het college de zienswijze van geïnteresseerden ten aanzien van de noodzaak voor samenhang tussen regulering van ‘gewone’ en interconnecterende huurlijnen en de wijze waarop die eventueel zou dienen te worden gecreëerd.
