• No results found

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN vrijdag, 19 april 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN vrijdag, 19 april 2019"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GEMEENTEBESTUUR KNOKKE-HEIST

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

VERGADERING VAN vrijdag, 19 april 2019

Dienst 11 Secretarie DC : 172.8

Aanwezig : Graaf Leopold Lippens, Burgemeester;

Piet De Groote, Kris Demeyere, Jan Morbee, Anthony Wittesaele, Annie Vandenbussche, Philippe Vlietinck, Kathleen van der Hooft, Schepenen;

Miet Gobert, Algemeen directeur Afwezig :

Verontschuldigd :

Stedenbouw - Aanvraag uitgaande van de heer Simon Eric tot bekomen van omgevingsvergunning tot verbouwen en uitbreiden van een halfopen eengezinswoning

gelegen Kragendijk 118.

Dossiernummer: 2019/68

OMV-nummer: OMV_2019013324

BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN TOT VERLENING VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING

De aanvraag ingediend door de heer Simon Eric werd per beveiligde zending verzonden op 31 januari 2019.

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 28 februari 2019.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kragendijk 118, 8300 Knokke-Heist;

met als kadastrale omschrijving

Afdeling KNOKKE-HEIST 10 AFD (WESTKAPELLE), sectie A, 0171 T ; .

Het betreft een aanvraag tot verbouwen en uitbreiden van een halfopen eengezinswoning

De aanvraag omvat:

- stedenbouwkundige handelingen

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Volgens het Gewestplan Brugge-Oostkust van 7 april 1977 gelegen in agrarisch gebied en binnen het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Zwinpolders van 30 januari 2015.

2. Historiek

Bouwvergunning 1968W/430 op naam van Strubbe André tot bouwen van een garage.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag Beschrijving van de plaats

Het perceel is gelegen langs de Kragendijk. Het betreft een halfopen bebouwing die deel uitmaakt van een rij gesloten bebouwing bestaande uit 3 gebouwen. De woningen bestaan uit 1 en 2 bouwlagen met hellende bedaking. De woning ligt in agrarisch gebied en grenst achteraan aan een stuk bouwland.

(2)

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Het betreft een aanvraag tot verbouwen en uitbreiden van een halfopen eengezinswoning.

De aanvraag omvat:

 Thv het gelijkvloers:

o Het ontwerp voorziet een uitbreiding en herindeling van het gelijkvloers. Tegenaan de achtergevel wordt een uitbreiding voorzien van 18 m². Het toilet wordt verplaatst naar de inkomhal. De eetplaats en keuken worden samengevoegd met de uitbreiding.

 Thv de verdieping:

o Het ontwerp voorziet geen wijzigingen.

 Thv de voorgevel:

o Het ontwerp voorziet dat de gevel wordt wit geschilderd. Het buitenschrijnwerk in hout wit geschilderd wordt vervangen door buitenschrijnwerk in zwart aluminium.

 Thv de linkerzijgevel:

o Het ontwerp voorziet dat de gevel wordt wit geschilderd. Het buitenschrijnwerk in hout wit geschilderd wordt vervangen door buitenschrijnwerk in zwart aluminium.

o Tegenaan de achtergevel wordt een uitbreiding voorzien in zwart aluminium met platte bedaking en een kroonlijsthoogte van 3,24 m.

 Thv de achtergevel:

o Het ontwerp voorziet dat de gevel wordt wit geschilderd. Het buitenschrijnwerk in hout wit geschilderd wordt vervangen door buitenschrijnwerk in zwart aluminium.

o Thv het gelijkvloers wordt een uitbreiding voorzien tot tegen de rechterperceelsgrens.

Deze uitbreiding in zwart aluminium heeft platte bedaking en een kroonlijsthoogte van 3,24 m.

 Thv de tuinzone:

o Het ontwerp voorziet dat de bestaande, niet vergunde, tuinberging wordt gesloopt.

Verder wordt de tuinzone iets kleiner door de nieuwe uitbreiding.

De aanvraag omvat geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanpalende eigenaar werd op 13-03-2019 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

5. Adviezen

Departement Landbouw en Visserij heeft advies uitgebracht binnen de termijn. De eindconclusie van het advies luidt als volgt : voorwaardelijk gunstig.

Riooldienst heeft advies uitgebracht binnen de termijn. De eindconclusie van het advies luidt als volgt : gunstig.

6. Project-MER

De inrichting is niet MER-plichtig.

7. Advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

8. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen Op basis van de hierboven vermelde overwegingen, komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier.

a) Wettelijke basis VCRO:

Titel IV Vergunningenbeleid

Hoofdstuk IV Afwijkingen van stedenbouwkundige voorschriften Afdeling 2 Basisrechten voor zonevreemde constructies

Onderafdeling 1 Toepassingsgebied, draagwijdte en algemene bepalingen

 Artikel 4.4.10. (01/09/2009- ...)

§ 1. Deze afdeling is van toepassing op vergunningsaanvragen die betrekking hebben op hoofdzakelijk vergunde en niet verkrotte zonevreemde constructies, met uitzondering van publiciteitsinrichtingen of uithangborden.

Het voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, wordt beoordeeld op het ogenblik van de

(3)

eerste vergunningsaanvraag tot verbouwen, herbouwen of uitbreiden, of, in de gevallen, vermeld in onderafdeling 3 en 4, op de vooravond van de afbraak, de vernietiging of de beschadiging.

§ 2. De basisrechten van deze afdeling zijn van toepassing in gebieden, geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg.

Een ruimtelijk uitvoeringsplan kan de basisrechten van deze afdeling aanvullen en uitbreiden. Dergelijk plan kan evenwel ook strengere voorwaarden bepalen op het vlak van de maximaal toegelaten volumes bij herbouw.

 Artikel 4.4.11. (25/04/2014- ...)

Bij de afgifte van een vergunning op grond van deze afdeling geldt de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening, vermeld in artikel 4.3.1, § 1, eerste lid, 1°, onverkort.

Onderafdeling 2 Bestaande zonevreemde constructies Sectie 1 Bestaande zonevreemde woningen

Subsectie 1 Verbouwen

 Artikel 4.4.12. (30/12/2017- ...)

In alle bestemmingsgebieden geldt dat de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde woning, op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal. De creatie van een zorgwoning in de zin van artikel 4.1.1, 18°, is wel toegelaten.

Subsectie 4 Uitbreiden

 Artikel 4.4.15. (30/12/2017- ...)

Het uitbreiden van een bestaande zonevreemde woning is vergunbaar, voor zover het bouwvolume beperkt blijft tot ten hoogste 1 000 m³ en op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal. De creatie van een zorgwoning in de zin van artikel 4.1.1, 18°, is wel

toegelaten.

De mogelijkheden, vermeld in het eerste lid, gelden niet in:

1° ruimtelijk kwetsbare gebieden, met uitzondering van parkgebieden;

2° recreatiegebieden, zijnde de als dusdanig door een plan van aanleg aangewezen gebieden, en de gebieden, geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan, die onder de categorie van gebiedsaanduiding « recreatie » sorteren.

Het ontwerp voorziet het uitbreiden en verbouwen van een bestaande, niet-verkrotte zonevreemde ééngezinswoning. Het woonvolume wordt uitgebreid tot 470,59 m³.

Het ontwerp beantwoordt aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening.

b) Planologische toets

Het ontwerp beantwoordt aan GRUP “Zwinpolder”.

c) Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat Kragendijk een voldoende uitgeruste openbare gemeenteweg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

d) Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen

voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

e) Mer-screening Niet van toepassing.

f) Natuurtoets

Eigendom ligt binnen biologisch minder waardevol gebied. Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat door de uitvoering van onderhavige werken geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan.

g) Erfgoed-/archeologietoets

Eigendom is niet opgenomen in de inventaris van het bouwkundig Erfgoed.

h) Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid) Bij de plannen worden geen mobiliteitsproblemen verwacht.

(4)

i) Decreet grond- en pandenbeleid

De aanvraag heeft geen betrekking op een bescheiden woonaanbod.

j) Scheidingsmuren Thv de rechterbuur:

 De gemene muur wordt opgetrokken tot een hoogte van 3,24 m over een diepte van 3 m.

k) Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

l) goede ruimtelijke ordening

Het ontwerp voldoet hiermee aan de verschillende kwaliteitscriteria inzake de stedenbouwkundige voorschriften, het ontwerp bevat tevens geen storende elementen en er wordt geen bijkomende hinder veroorzaakt door de geplande werken. Hierdoor wordt er voldaan aan de principes van ruimtelijke inpasbaarheid en wordt de ruimtelijke draagkracht niet overschreden.

VCRO:

Titel IV Vergunningenbeleid Hoofdstuk III Beoordelingsgronden Afdeling 1 Algemene bepalingen

 Artikel 4.3.1. (01/01/2019-…)

§ 2. De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op:

o de functionele inpasbaarheid:

 Het ontwerp voorziet het uitbreiden van een bestaande ééngezinswoning. Deze woning ligt in een rij gesloten bebouwing bestaande uit ééngezinswoningen.

o de mobiliteitsimpact:

 Het ontwerp voorziet geen wijziging van de functie van gebouw, de mobiliteitsimpact zal bijgevolg ook niet wijzigen.

o de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid:

 Het ontwerp voorziet een bebouwde oppervlakte van 109 m² op een perceel van 400 m²; dit geeft een bezetting van 27,25%.

o visueel-vormelijke elementen:

 Het ontwerp voorziet dat het gebouw wordt wit geschilderd en dat alle

buitenschrijnwerk in het zwart wordt voorzien. Dit geeft een moderne uitstraling aan de woning. De rechterbuur werd reeds in het wit geschilderd (niet vergund) o cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf:

 Het ontwerp voorziet geen reliëfwijzigingen en de woning is ook niet opgenomen op de inventaris van het bouwkundig erfgoed.

o hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen:

 Er wordt geen bijkomende hinder veroorzaakt en het gebruiksgenot van de buren komt niet in het gedrang door de aanvraag. Verder worden door de aanvraag geen wijzigingen verwacht op het vlak van veiligheid of gezondheid.

m) Resultaten openbaar onderzoek Niet van toepassing

n) Bespreking adviezen

Advies van Departement Landbouw en Visserij dd. 15 april 2019, zijnde voorwaardelijk gunstig.

Advies van Riooldienst dd. 05 april 2019, zijnde gunstig.

Besluit

1. De aanvraag ingediend door de heer Simon Eric inzake verbouwen en uitbreiden van een halfopen eengezinswoning, gelegen te Kragendijk 118, 8300 Knokke-Heist te vergunnen.

De aanvraag omvat geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

2. Volgende voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:

- de afvoer van het hemelwater afkomstig van het dak (en/of verharde oppervlakte) wordt in overeenstemming gebracht met de gewestelijke verordening op het afkoppelen van dakoppervlaktes (en/of verharde oppervlaktes);

(5)

- het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders wordt nageleefd;

- de groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;

- Er dient voldaan te worden aan het technisch reglement van AGSO waterbedrijf Knokke-Heist - de voorwaarden gesteld in het advies van Departement Landbouw en Visserij van 15 april 2019

(als bijlage) dienen stipt nageleefd te worden;

- de voorwaarden gesteld in het advies van Riooldienst van 05 april 2019 (als bijlage) dienen stipt nageleefd te worden;

Het college van burgemeester en schepenen legt volgende bijzondere voorwaarden op:

Algemeen:

 Er kunnen geen extra verhardingen worden voorzien.

I.f.v. de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening:

 Vrijblijvende delen van de gemene muren dienen op een volwaardige manier afgewerkt te worden. Hierbij dient ofwel hetzelfde gevelmateriaal gebruikt te worden als bij de voorgevel ofwel façadesteen.

 Het ontwerp voorziet een afwerking in overleg met de gebuur. De gemene muur dient volwaardig afgewerkt te worden.

 Afsluitingen:

o Afsluitingen tussen verschillende eigendommen zijn slechts toegelaten in de volgende materialen en hoogten:

bij gesloten en halfopen bebouwing: baksteen met maximumhoogte van 2,00 meter tussen twee aan elkaar palende woningen;

palen met draad, al of niet met onderplaat van maximum 30 cm boven het hoogste niveau van het maaiveld, met een maximumhoogte van 2,20 meter;

levende haag of groen met een maximum hoogte van 2,20 meter;

bovenvermelde bepalingen zijn niet van toepassing in de voortuinstroken.

 Het ontwerp is onduidelijk hierover en dient hieraan te voldoen.

o Afsluitingen ter hoogte van de rooilijn en in de voortuinstroken zijn slechts toegelaten in volgende materialen en hoogten:

levende haag of groen, ondersteund door palen met draad met een maximale hoogte van 1,50 meter;

baksteen met een maximale hoogte van 0,60 meter, behoudens penanten, brievenbussen en behoudens in specifieke stedelijke verdichtingsprojecten.

o Combinaties van de aangegeven afsluitingsmogelijkheden zijn toegelaten.

 Het ontwerp is onduidelijk hierover en dient hieraan te voldoen.

 De grond die gelegen is tussen de bouwlijn en de rooilijn mag worden verhard mits aan volgende voorwaarden is voldaan:

o minimaal 60% van deze zone moet onverhard blijven en moet aangewend worden voor groenaanplanting ter hoogte van de zijdelingse

perceelsgrenzen en/of tegenaan de bouwlijn; binnen deze 60% norm is de plaatsing van grasdallen wel toegelaten.

o Het gebruik van KWS of betumen voor te verharding is verboden.

 Het ontwerp is onduidelijk hierover en dient hieraan te voldoen.

 Constructies en machines voor technische doeleinden zoals lift, verluchting, koeling, verwarming, afzuiging, airconditionering, enz. mogen niet zichtbaar zijn van buitenaf, moeten in het gebouw zitten of binnen het basisprofiel geplaatst worden, behoudens een schouwvolume.

3. De omgevingsvergunning wordt gegeven op basis van volgende bestanden opgeladen in het omgevingsloket:

Bestandsnaam Beschrijving Hash

BA_Kragendijk

118_T_B_Terreinprofiel bestaand.pdf

B_Terreinprofiel bestaand 6qN43YyVn+u29BCT8HfisQ==

BA_Kragendijk

118_T_N_Terreinprofiel nieuw.pdf

N_Terreinprofiel nieuw QR0KtsNXl/iG8x8qqkWkkg==

(6)

BA_Kragendijk

118_S_B_Doorsnede AA bestaand.pdf

B_Doorsnede AA bestaand YYzheZIOeYBQfjpkAc+7Ww==

BA_Kragendijk

118_S_N_Doorsnede AA nieuw.pdf

N_Doorsnede AA nieuw SyRCOwPhPkJfpR6B4pJRwA==

BA_Kragendijk

118_P_B_01_Gelijkvloers bestaand.pdf

B_01_Gelijkvloers bestaand chci7zL49yfMOLS7XzHKqA==

BA_Kragendijk

118_P_B_02_Rioleringsplan bestaand.pdf

B_02_Rioleringsplan

bestaand F0lT/N4HKE4iiGY3Hho2rQ==

BA_Kragendijk

118_P_N_01_Gelijkvloers nieuw.pdf

N_01_Gelijkvloers nieuw rP6Box1PqHIg/kyyGYpsPw==

BA_Kragendijk

118_P_N_02_Rioleringsplan nieuw.pdf

N_02_Rioleringsplan nieuw 08nejsxaebt3kDU9kS3TPw==

BA_Kragendijk

118_L_Legende.pdf Legende scnCJIcwqkVYevUkffy/4Q==

BA_Kragendijk

118_I_Inplantingsplan.pdf

Inplantingsplan /Leawp9QW4eCzDEvjDoFmg==

BA_Kragendijk

118_G_N_01_Zijgevel links nieuw.pdf

N_01_Zijgevel links nieuw qxvJyMZkczd9kE55QAvH8A==

BA_Kragendijk

118_G_N_02_Achtergevel nieuw.pdf

N_02_Achtergevel nieuw EsaxSTahhbC72SwnwD/szQ==

BA_Kragendijk

118_G_B_01_Zijgevel links bestaand.pdf

B_01_Zijgevel links bestaand LXL2dEWWXbYl8IATmoI+Ww==

BA_Kragendijk

118_G_B_02_Achtergevel bestaand.pdf

B_02_Achtergevel bestaand 3nCY062Fi0JJOvuexzTQlg==

BA_Kragendijk 118_Achtergevel ingekleurd.pdf

Achtergevel ingekleurd 8m3mfXjdC4durhJ8sk+NhQ==

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere

(7)

diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de in kennisstelling van de stopzetting.

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:


1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;


4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;


5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;


6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:


(8)

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;


2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;


3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

(9)

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

Aangenomen met eenparigheid van stemmen.

Algemeen directeur (get.) Miet Gobert

De Voorzitter,

(get) Graaf Leopold Lippens

Voor eensluidend uittreksel :

De gemachtigde ambtenaar,

(Art. 126 van de Nieuwe Gemeentewet)

© 23-4-2019 9:33:00 – Knokke-Heist

Jean-Pierre Vantorre (Authentication)

Digitaal ondertekend door Jean-Pierre Vantorre (Authentication) DN:

SERIALNUMBER=55123134957, G=Jean-Pierre, SN=Vantorre, CN=Jean-Pierre Vantorre (Authentication), C=BE Datum: 2019.04.25 11:38:56+02'00'

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

o Het ontwerp voorziet dat de bestaande tuinmuur tegenaan de linkerzijgevel wordt gesloopt. In plaats daarvan wordt een gelijkvloerse uitbreiding voorzien met platte bedaking en

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001