• No results found

Geldermalsens dialect

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Geldermalsens dialect"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Geldermalsens dialect

Dit woordenboek Geldermalsens bevat 83 gezegden, 204 woorden en 0 opmerkingen.

83 gezegden

∙ Als ik hem / haar aai dan bijt hij / zij - Ak em aai bet ie

∙ Als je het niet meer weet gebruik je kit - Aggut nie mir wit vatte kit

∙ als je niet maakt dat je weg bent - agge nie moak dagge weg bin

∙ als jij je mond houd - as gij oewe kop mar houw

∙ bijt die als ik hem aai - bet tie ak em aai, bèttie ak em ai, bet tie ak um aai

∙ Bijt hij / zij als ik hem aai - Bet ie ak em aai

∙ Daar had jij het over! - Doar haddegij ut over!

∙ Dat ding is niet goed / in orde - Het is een sleg houtje wa van legge brek

∙ Dat is onzin / gezeur - Das zèk (zeik) op de rik

∙ dat weet je niet - da witte nie

∙ de bromfiets - dun brommert

∙ de deel - dun deil

∙ de dijk - den daik

∙ de kinderen - de jong

∙ de meester - den mister

∙ de viezerik - d'n onterik

∙ de volgende dag - sanderdaags

∙ deel van de lingedijk - dun kiepsedijk

∙ door hem - deur hum

∙ doosje pakken - duske vatte

∙ een pakje boter - un pakske botter

∙ een schop - un schup

∙ een tijdje - een hortje

∙ eerste kerstdag - dun erste korstdag

∙ groen en zwart - grunes en swartes

∙ groene bonen - gruune bonne

∙ grote mond - waaimoel

∙ heb je dat gehoord - hedde da gehurt, hedde da geheurd?

∙ Heb je het al gehoord? - Heddet al geheurd?

∙ helemaal over de toeren - kas overstuur

∙ het vriest dat het kraakt - ut fries dat ut krok

∙ Het weer - Ut wear

∙ hoe heet jij - hoe hiette gij

∙ Hoe heet jij met je achternaam - Hoe hiette gij van achtere

∙ houd je mond dicht - hauw oew bakkes dich

∙ houd je vast - houw oe vast

∙ in de aanval gaan - naar veure bestuur mee

∙ Is hij thuis - is sie tois

∙ je lijkt op je vader - Ge lek op oewen ouwe

∙ Je moet - Ge mut

∙ Jij maakt mij niet overstuur - Gij mok mijn de zeik nie lauw

∙ kersen geplukt - korse geplokke

∙ kersen keren - korse kere

∙ kijk naar jezelf - kek naor oe ege

∙ kijk uit! - kik ut!

(2)

∙ koude handen - kauwe hand

∙ naar voren spelen - naar veure speule

∙ nederlandse spelling - geldermalsense spelling

∙ nee jij - neeje gij

∙ Nee, deze wil ik niet - Nee, zukke muk nie

∙ nieuwe laarzen - naie lèrze

∙ omhoog gehouden - hief ut omhoog

∙ Ondeugend, onbeleefd zijn - Ontstrand zijn

∙ Onkruid wieden - bocht trekke

∙ op de markt - op dun mart

∙ op het erf - op dun hof

∙ oprit bij huis - op dun dam

∙ pak hem - bèttum in de koit

∙ pakje boter - hij schup nog gin deuk in un pakske botter

∙ precies wat ik wilde - krek wak wau

∙ rode en witte - rooius en wittus

∙ snijbonen met witte bonen - gruun mit witte

∙ sterk werk - stark wark

∙ stoep bij kapper Nout - stoep van Baajes

∙ vaak genoeg - duk zat

∙ van de rode buurt - vande rooie burt

∙ wat heb je gezegd - wa hedde gij gezeed

∙ wat is je achternaam? - van wie zeide gij der een?

∙ wat jij - wa gij

∙ Wat voor één wil je - Hunne mutte

∙ Wat weet jij daar nu van? - Wa witte gij daar nou van?

∙ wat wil je nog meer - mutte nog peultjes

∙ wat zeg je - wa zedde gij

∙ weet je wat - witte wa

∙ weet je wel - witte nie

∙ weet jij de weg - witte gij de weg

∙ welke wil je - hukke mutte

∙ welke wil je hebben - hukke wilde hebbeh

∙ Welke wil je hebben? Wil je deze? - Hukke mutte? Mutte zukke?

∙ wie heeft dat gedaan - wie hedda gedoan

∙ wil je deze? - mutte zukke?

∙ wil je een kopje koffie - mutte gij un bakske koffie

∙ willem de zwijgerweg - dun Rooieweg

204 woorden

∙ aardappels - errepels

∙ aks - oks

∙ als - as

∙ andijvie - andievie

∙ bagagedrager - begasiedraoger

∙ bagagedrager op fiets - dun pakkedrager

∙ ballen gehakt - gehakballe

∙ Balzak - Gemag

∙ benzine - bezine

∙ berg - barg

∙ bieten - kroten

(3)

∙ big - keue

∙ bijna - bekant

∙ binden - beinden

∙ boodschappen - butschappe

∙ boter - botter

∙ broer - bruur

∙ buitegewoon - boitegewoon

∙ burg. Verweylaan - rooie burt of rooie panne buurt

∙ burgemeester - burgemister

∙ buurt - burt

∙ chamotte fabriek - Desjumot

∙ chocolade - sjokula

∙ dadelijk - daluk

∙ dertien - dartien

∙ dertig - dartug

∙ deukje - dukske

∙ die - den dieje

∙ die - zukke

∙ dijkopgang - stoep

∙ dinsdag - deinsdag

∙ direct - drek

∙ Dood - Kapot

∙ door - deur

∙ doorduwen - deurdauwe

∙ doos - deus

∙ dorp - darp

∙ drogen - dreugen

∙ ei - aai

∙ eieren - aaier

∙ eierkist - aaierkiest

∙ eindelijk - aindeluk

∙ erg - arrug

∙ even - efkes

∙ gaat het - lukket

∙ gedacht - gedocht

∙ gehoord - gehurt

∙ geit - gèt

∙ Geldermalsen - Gellemalse

∙ gepakt - viet

∙ gereformeerde - feine

∙ germ - garm

∙ geweest - gewiest

∙ gezegd - gezeed

∙ gisteren - giesteren

∙ gistermorgen - giesteremarge

∙ groen - gruun

∙ groentetuin - kulluf

∙ haar - hur

∙ haast - hust

∙ hard roepen - bulleku

∙ hark - raif of reif

∙ heb je hem - heddenum

∙ heining - hèning

(4)

∙ helling - huch

∙ hen - hullie

∙ hengst - hingst

∙ hoofd / kop - knar

∙ hoofdpijn - pain in de kop

∙ hooiberg - hooibarg

∙ huis - hois

∙ hutspot - wortel mit juin

∙ jij - gij

∙ jongetje - klen manneke

∙ kaas - kees

∙ kaas - kès

∙ kaasschaaf - késschéf

∙ karbonade - karbunaaie

∙ kereltje - keltje

∙ kerstboom - korseboom

∙ kerstmis - korstmus

∙ kijken - kaiken

∙ kinderen - keinder

∙ kinderwagen - keinderwaoge

∙ kip - kiep

∙ kippenren - kiepehok

∙ kist - kiest

∙ kistje - kiesje

∙ klaar - kloar

∙ knoeien - knooien

∙ knoop - kneup

∙ koe - koei

∙ konijn - knijn

∙ kuit - koit

∙ kussen - kuuse

∙ laarzen - lerszen

∙ laatste - lutste

∙ laden - laoie

∙ lantaarnpaal - lanternpaol

∙ madeliefjes - meizoentjes

∙ mannelijk varken - beer

∙ meisje - meske, vrouwke

∙ met - mit

∙ moeten - mutte

∙ mogelijk - meugelik

∙ molen - meulen

∙ morgen - marge

∙ mussen - muusse

∙ naast - nust

∙ neusje - nuske

∙ onhandig iemand - knoes

∙ onkruid - bocht

∙ opbinden - opbeinden

∙ paard - perd

∙ pakje shag - sjekbuil

∙ pakken - vatte

∙ pasen - paose

(5)

∙ patat - putat

∙ penalty - pinaltie

∙ petroleum - peterolie

∙ politie - pliesie

∙ poosje - pooske

∙ precies - krek

∙ Propje - Propske

∙ Pruim - Prumpke

∙ raad eens - raai us

∙ restaurant - resturant

∙ rijstepap - restepap

∙ roepen - blèren

∙ roze - raas

∙ salmiak - sammiak

∙ schaar - scheer

∙ schaatsen - schutsse

∙ schep - bats

∙ schreeuwer - skrekur

∙ sinaasappel - appulesien

∙ sla - sloai

∙ sla - slaai

∙ slavink - slaaivink

∙ smerig - smerrug

∙ Snaaks - Snoks

∙ Snelbinders - Sellebijnders

∙ spade - spaai

∙ spelen - speule

∙ spitten - spaaien

∙ sterk - stark

∙ stoffer en blik - stofvarken

∙ straks - temee

∙ stro - strooi

∙ Stuntelen - Braoie

∙ tachtig - tachuntug

∙ tafel - toffel

∙ tankststation - dun pomp

∙ televisie - tillefiesie

∙ tuin - kulluf

∙ tweede kerstdag - dun twedde korsdag

∙ twintig - twentug

∙ ui - juin

∙ uiterwaard - uiterwerd

∙ vaak - duk

∙ vaker - ducker

∙ vanochtend - vanmarrege

∙ vanzelf - van eigus

∙ vanzelf - vaneiges

∙ vastknopen - vastkneupen

∙ veel - veul

∙ veertien - vertien

∙ veertig - fertug

∙ Veger - Stofverreku, stofvarreke

∙ Verder (op) - Wijer

(6)

∙ vers - vors

∙ vies - ont

∙ viezerik - voilak

∙ vinden - vainde, veinde

∙ vlees - vlès

∙ vloeken - vluuken

∙ Vloer vegen - Bèzemu

∙ voelen - vuule

∙ voetballen - voeballe

∙ vooruit - veurut

∙ vorige - veurige

∙ vork - vurik

∙ vreten - vrètu

∙ waarde - werde

∙ waardeloos - werdeloas

∙ wasknijper - waspin

∙ weekkrantje - koetjong

∙ wei - waai

∙ welke - hukke

∙ werken - warke

∙ wethouder - wethouwer

∙ wind - weind

∙ winter - weinter

∙ zak - buil

∙ zakdoek - snotlap

∙ zeiken - zèkke

∙ zeug - zoeg

∙ zeuren - mauwe

∙ zeurpiet - mauerd

∙ zeventig - zeufentug

∙ zij - zullie

∙ Zodadelijk - Temee

∙ zoeken - zuuken, schumen

∙ zoom - zeum

Dit woordenboek 'Geldermalsens' is samengesteld door bezoekers van www.mijnwoordenboek.nl. Heeft u zelf ook woorden of ziet u fouten? U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een handige kennis.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een

U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een

U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een

U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een

U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een

U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een

U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een

U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een