Vraag nr. 126
van 21 december 1999
van de heer ANDRE VAN NIEUWKERKE Bomen langs gewestwegen – Beleid
Langs de N9 (oude baan Brugge-Gent) tussen Sij-sele en Maldegem staan sinds tientallen jaren mooie hoogstammige zomereiken (We s t-V l a a n d e-ren) en beuken (Oost-V l a a n d e r e n ) . Destijds wer-den er nog 1.660 bomen geteld. De voorbije jaren verdwenen er enkele honderdtallen (vellen, r o o i e n , v e r k e e r s o n g e v a l l e n , z i e k t e, w o r t e l v e r m i n k i n g, storm) die niet altijd werden heraangeplant. M o-menteel zouden er nog maar 417 (eiken en beu-ken) overblijven.
Lijnbeplantingen worden maar uitgevoerd wan-neer ze een paar honderd meter omvatten. Vo o r losse aanplantingen, wat niet zo duur uitvalt, w o r d t bijna nooit geopteerd.
Verschillende gemeenten In V l a a n d e r e n , z o a l s Oostkamp en Knokke-H e i s t , nemen soms zelf het initiatief om losse aanplantingen langs de gewest-wegen uit te voeren.
1. Werden reeds initiatieven genomen met het oog op het stimuleren van losse aanplantingen, v e e l-eer dan te wachten tot men kan overgaan tot lijnbeplanting ?
2. Onder welke voorwaarden wordt het plantrecht overgedragen aan de gemeenten, die dan zelf losse aanplantingen kunnen uitvoeren ?
3. Werden er initiatieven genomen om de lokale besturen meer te betrekken bij de aanplantin-gen en het onderhoud van de bomen en het groen langs de gewestwegen en zo ja, welke ?
Antwoord
1. De aanpak varieert van provincie tot provincie volgens de eigen accenten en prioriteiten die men legt.
Algemeen kan wel worden gesteld dat geregeld de dode bomen worden vervangen langs ge-westwegen waar lijnbeplanting bestaat.
Dit is echter niet vanzelfsprekend, r e k e n i n g houdende met volgende elementen :
– het jonge plantgoed slaat moeilijk aan onder de bestaande, grotere bomen ;
– kenmerkend voor lijnbeplantingen langs wegen is de uniformiteit van de bomen in leeftijd en grootte ;
– losse invullingen zijn niet altijd aangewezen vanwege het discontinu karakter dat de lijn-beplanting op termijn krijgt door de verschil-lende afmetingen van de bomen ;
– het hier en daar invullen met enkele jonge (dus kleine) bomen is esthetisch minder ge-slaagd ;
– de jaarlijkse budgetten waarover de admini-stratie Wegen en Verkeer beschikt, w o r d e n verdeeld over nieuwe en te herstellen aan-planten en omgevingswerken langs gewest-w e g e n , gewest-waaronder lijnbeplantingen maar ook losse beplantingen (bosgoed- en hees-t e r b e p l a n hees-t i n g ) , volgens een ruimhees-telijk-land- ruimtelijk-land-schappelijke invulling.
Wat de beuken langs de gewestweg N9 op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen b e t r e f t , werden in 1990 plaatselijk aanplantin-gen gedaan met jarige beukenspillen. Nu blijkt evenwel dat het planten van jonge beuken tus-sen de oude beuken niet lukt langs de gewest-weg N9.
2. Volgens het eigendomsstatuut behoort het plantrecht toe aan de grondeigenaar ; in het geval van openbare wegen hoort dit plantrecht dus toe aan de feitelijke wegbeheerder (admini-stratie Wegen en Verkeer, provincie, gemeente). Na overleg is het mogelijk en zelfs gebruikelijk dat er rekening wordt gehouden met de beplan-tingsvoorstellen of -wensen van de betrokken g e m e e n t e, of dat ze in de uitvoering worden geïntegreerd.
Gemeenten en steden kunnen beplantingen overnemen en zelf uitvoeren volgens de soort bijakte van het mobiliteitsconvenant (zie ook antwoord op deelvraag 3).
De recente lijnaanplantingen door de gemeen-ten Knokke-Heist en Oostkamp langs de ge-westwegen N49 en N50 werden door hen uitge-voerd nadat toestemming werd verleend, o n d e r strikte voorwaarden, door de administratie Wegen en Verkeer (afdeling Wegen We s t -Vlaanderen).
doch alleen als onderdeel van een wederzijdse verbintenis passend in het convenantenbeleid. Vermelde mogelijkheden zijn vooropgesteld bij het afsluiten van volgende bijakten :
– bijakte 3 : herinrichting van doortochten, – bijakte 6 : bevorderen van netheid op de
wegen,
– bijakte 16 : herinrichting van wegvakken die niet als doortocht kunnen worden be-schouwd,
– bijakte 16 : herinrichting van singuliere kruispunten en oversteekplaatsen buiten de bebouwde kom.