Vraag nr. 1 van 27 juli 1999
van de heer ANDRE VAN NIEUWKERKE Vlaamse Kust – Benaming
Tijdens de zomervakantie wordt door onze V l a a m-se openbare instellingen (VRT, Toerisme V l a a n d e-ren) geregeld de benaming "Vlaamse Kust" ge-b r u i k t . Waalse en ge-buitenlandse toeristen zijn niet altijd even gelukkig met deze benaming.
Ook de term "Vlaamse Kust" klopt niet helemaal. In verschillende historische en wetenschappelijke publicaties wordt met de term "Vlaamse Kust" na-melijk een geografisch veel ruimere zone bedoeld, die zich ongeveer uitstrekt van Boulogne in Noord-Frankrijk (Frans-Vlaanderen) tot Breskens in Ne-derland (Zeeuws-Vlaanderen).
De benamingen (Belgische Kust" of "We s t - V l a a m-se Kust" zijn dus niet alleen commerciëler, m a a r ook correcter.
Graag had ik van de Vlaamse minister vernomen of hij de benaming "Vlaamse Kust" onderschrijft. Zo ja, welke inspanningen heeft hij reeds overwo-gen om het probleem van de zones in Noord-Frankrijk en Nederland op te lossen ?
Antwoord
De termen "Belgische Kust" en "Vlaamse Ku s t " zijn allebei geografisch correct. Men kan zich ech-ter de vraag stellen of het uitsluitend gebruik van de ene of de andere term vanuit marketing-oog-punt opportuun is voor alle markten.
Toerisme Vlaanderen gebruikt consequent de term "Vlaamse Ku s t " , ook ten opzichte van het Wa a l s e en buitenlandse publiek. De provinciale vereniging We s t t o e r i s m e, die de promotie van de badplaatsen v e r z o r g t , spreekt daarentegen van "Vlaamse Ku s t " in haar Nederlandstalige communicatie en van "La côte Belge" in Franstalige publicaties. Vanuit een commercieel oogpunt is dit waarschijnlijk te ver-k i e z e n . Algemeen zien Franstalige Belgen de ver-kust als een nationaal vakantiegebied waar alle Belgen zich thuis voelen.
Wat het buitenland betreft, zijn in toeristische mid-dens de meningen over het gebruik van de naam "Vlaanderen" en "Vlaamse Kust" sterk uiteenlo-pend naargelang de markt.
In Duitsland zijn er geen problemen voor het ge-bruik van "Flandern" en "Die Flämische Küste",
die een duidelijke en positieve binding hebben met het toeristisch product V l a a n d e r e n . In Groot-Brit-tannië daarentegen blijkt uit onderzoek van het West-Vlaams Economisch Studiebureau dat de term "Flanders" nogal eenzijdige associaties op-roept met de slagvelden van de Eerste We r e l d o o r-log en de streek van Ieper. In Frankrijk rijst het probleem dat de Fransen de naam "Flandre" auto-matisch koppelen aan "Fr a n s - V l a a n d e r e n " , en dat men verplicht is de toch wel eigenaardige bena-ming "La Flandre Belge" te gebruiken om alle ver-warring te voorkomen. Ook in Nederland zijn re-clame- en communicatiebureaus nogal terughou-dend over het gebruik van de benaming "Vlaamse Kust" en wordt vanuit marketing-oogpunt gedacht dat de "Belgische Kust" een valabel alternatief is. De meerduidigheid van de term "Vlaams" lijkt me op zich geen probleem te vormen. Het is immers bekend dat deze benaming zeer verschillende reali-teiten kan dekken. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de uitdrukkingen "Vlaamse Primitieven" en "Vlaam-se Po l y f o n i e " . In beide gevallen gaat het om kun-stenaars die niet alleen uit het huidige V l a a n d e r e n k w a m e n , maar ook om Wa l e n , Fransen en Hollan-d e r s. Ook Hollan-de term "Vlaams erfgoeHollan-d", waarmee on-dermeer de honderden beschermde en niet-be-schermde historische en archeologische monumen-ten worden bedoeld, maakt meer en meer opgang. Dit zal nog worden benadrukt door de recente er-kenning als werelderfgoed door de Unesco van de Vlaamse begijnhoven en – eerlang – van de Vlaamse belforten.