• No results found

Vraag nr. 83 van 8 maart 2000 van de heer ANDRE VAN NIEUWKERKE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 83 van 8 maart 2000 van de heer ANDRE VAN NIEUWKERKE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 83 van 8 maart 2000

van de heer ANDRE VAN NIEUWKERKE Europese Scholen – Inspectie

De Europese Scholen in België en andere landen van de Europese Unie (EU) worden geïnspecteerd door iemand uit het Vlaamse inspectiekorps. In het verleden werd deze opdracht waargenomen door de inspecteur-generaal basisonderwijs. M o m e n t e e l gebeurt dit door iemand anders binnen de admini-stratie.

1. Zijn er terzake aanwervings- of aanstellingscri-teria ? Zo ja, welke ?

2. Is de titel "inspecteur Europese Scholen" een organieke ambtsdefiniëring ? In welke tekst kan ik hiervan een omschrijving vinden ?

3. In het "Statuut van het onderwijzend personeel van de Europese Scholen" (21 oktober 1987), hoofdstuk V, artikel 39, lees ik : "Aan het einde van het tweede trimester van het eerste als prof-jaar beschouwde dienstprof-jaar, wordt door de ad-ministratief bevoegde inspecteur, eventueel in samenwerking met een deskundig inspecteur en de directeur van de school, gezamenlijk een be-oordelingsrapport opgesteld over de wijze waar-op de nieuwe leraar zich van zijn taak heeft ge-kweten …".

Mag ik vernemen wat er wordt bedoeld met "administratief bevoegde" en "deskundig" ? 4. In het akkoord tussen de federale regering en

de raad van bestuur van de Europese Scholen van 12 oktober 1962 (Belgische Staatsblad van 7 februari 1976) lees ik onder hoofdstuk 3, a r t i k e l 6 : "De leden van de Raad van Bestuur en van de Commissies van Inspecteurs genieten gedu-rende de uitoefening van hun functie en op hun reizen naar en van de plaats van bijeenkomst, de gebruikelijke faciliteiten."

Graag had ik geweten wat "gebruikelijke facili-teiten" kunnen zijn ?

5. Zijn er aan deze opdracht bijzondere werkings-kosten verbonden die worden gedragen door de Vlaamse Gemeenschap ?

6. Indien de opdracht wordt uitgevoerd door een inspecteur die werkzaam is in het organieke k a d e r, wordt er dan voorzien in zijn tijdelijke vervanging ?

Gezien de veelheid en spreiding van de Europe-se Scholen kan men zich de vraag stellen of beide functies wel verenigbaar zijn.

7. Welke functie heeft er voorrang bij het uitvoe-ren van opdrachten : deze van inspecteur van de Vlaamse Gemeenschap, of deze van inspecteur Europese Scholen ?

8. Het lijkt aangewezen binnen het kader van het decreet op inspectie en pedagogische begelei-ding deze opdracht te definiëren en eventueel bij mandaat en in deelopdrachten op te splitsen. Zijn er initiatieven genomen teneinde de conti-nuïteit binnen de basisopdracht te bewaren ?

Antwoord

Het statuut van de inspectie van de Europese Scholen is geregeld door de artikelen 7 en 15 tot en met 19 van het oud Verdrag van 12 april 1957 be-treffende het Statuut van de Europese Scholen en aanvullend de artikelen 15 tot 18 van een nieuw Verdrag houdende het Statuut van de Europese Scholen (ondertekend door alle lidstaten op 2 juni 1 9 9 4 , maar nog niet door de lidstaten geratifi-ceerd).

De inspectie van de Europese Scholen is toever-trouwd aan twee inspecteurs per lidstaat van de E U. Het betreft inspecteurs respectievelijk voor het primair onderwijs (kleuter- en lager onderwijs) en het secundair onderwijs. Zij inspecteren de leer-krachten gedetacheerd door hun lidstaat en soms mede met inspectieleden van andere lidstaten de algemene onderwijskundige aanpak in de taalafde-ling waarvan zij de onderwijstaal spreken.

In het meertalige België is sinds jaren een compro-mis gangbaar waardoor de inspecteur voor kleuter-en lager onderwijs Nederlandssprekkleuter-end is, die voor het secundair onderwijs Fr a n s s p r e k e n d . Zij beheer-sen liefst allebei de beide landstalen, zodat weder-zijds de Vlaamse inspecteur in de Franstalige taal-secties en de Waalse inspecteur in de Nederlands-talige taalsecties van de Europese Scholen alle door België gedetacheerde leerkrachten kunnen inspecteren.

(2)

De voorganger van de huidige Vlaamse inspecteur van de Europese Scholen was een hoofdinspecteur (oude naam van inspecteur-coördinator) van de o n d e r w i j s i n s p e c t i e. Het gegeven dat deze opdracht in het verleden werd waargenomen door de inspec-t e u r-generaal basisonderwijs, is dus ook onjuisinspec-t, a l-hoewel moet worden toegegeven dat in het verle-den veelal inspecteurs-generaal de functie hebben ingevuld.

Ik antwoord nu op de precieze vragen.

1. Er zijn nergens, noch in internationale noch in nationale teksten, aanwijzingen over aanwer-vings- of aanstellingscriteria van bedoelde in-spectie.

De voor de hand liggende en ook in de Europe-se Scholen toegepaste methode is dat de kandi-daat die door de lidstaat wordt voorgesteld, i n het bezit is van de bevoegdheidsbewijzen voor het ambt en het ambt ook uitoefent. De Hoge Raad (raad van bestuur van de Europese Scho-len) neemt akte van het voorstel van de lidstaat. De Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs bevestigt de aanstelling met een ministerieel be-sluit.

2. Met "administratief bevoegd inspecteur" is be-doeld de inspecteur zoals in punt 1 is omschre-v e n . De eomschre-ventualiteit omschre-van samenwerking met een ander "deskundig inspecteur" kan beteke-nen dat men de hulp inroept van een inspecteur van een andere lidstaat, die hetzelfde vak in-specteert.

3. De inspecteurs genieten voor hun dienstreizen een vergoeding voor reis- en verblijfskosten. Deze vergoeding wordt door het budget van de Europese Scholen gedragen.

4. Er zijn aan de opdracht van inspecteur Europe-se Scholen verder geen bijzondere werkingskos-ten voor de Vlaamse Gemeenschap verbonden. 5. De bedoeling van de inspectie van de Europese

Scholen is ook de link te leggen tussen de on-derwijskundige evolutie in de lidstaten en de aanpak en inhoud van het onderwijs in de Euro-pese Scholen. Het is dus gewenst – en dit ge-beurt ook in de meeste lidstaten – dat de inspec-teur zijn/haar taak in de reguliere inspectie van de lidstaat blijft vervullen. Er wordt in de lidsta-ten wel een werkverdeling uitgewerkt, w a a r-door de inspecteur zijn/haar dubbele taak kan vervullen.

Er wordt dus vanuit de Europese Scholen met nadruk gewenst dat beide functies verenigbaar zijn en blijven. Er moet voor worden gezorgd dat beide functies naast elkaar kunnen worden u i t g e o e f e n d . De aangestelde inspecteur moet daarvoor – eventueel samen met de collega's – de nodige schikkingen treffen.

Er wordt ook niet voorzien in de tijdelijke ver-vanging van de inspecteur tijdens zijn/haar op-dracht voor de Europese Scholen.

6. Het lijkt mij echt niet nodig de opdracht van in-specteur Europese Scholen – geregeld door een internationaal verdrag – binnen het kader van de Vlaamse wetgeving te definiëren. Het is ook helemaal niet aangewezen die opdracht op te s p l i t s e n . De regels die gelden voor alle lidstaten moeten in deze worden gerespecteerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Rekening houdende met de bestemming volgens het gewestplan en met de vergunde verkaveling, acht de afdeling Monumenten en Landschappen het niet opportuun tot de voorgestelde

ruilverkaveling ’s Heerwillemskapelle, d a t werd toebedeeld bij het openbaar domein van een waterloop van tweede categorie en dat wordt beheerd door het

Deze aanstellingen zijn niet onopgemerkt gebleven bij andere kleuterleid(st)ers, zodat voor volgend schooljaar de zekerheid bestaat dat heel wat kleu- terleidsters hun kandidatuur

Voor haar vraag aangaande de beleidsvisie en maatregelen ter voorkoming van hinder bij schrap- ping van de N73 wil ik de Vlaamse volksvertegen- woordiger verwijzen naar

Provincie (officieel gesubsidieerd onderwijs) De verplichtingen inzake reaffectatie en weder- tewerkstelling zijn per schoolbestuur en per fu- siegemeente gemiddeld beperkt tot

In het kader van de bestaande gelijkwaardig- heidsprocedure kan een persoon in het bezit van een buitenlands studiebewijs, de gelijkwaar- digheid van dit studiebewijs met

Met als basis de veebezetting volgens de Mest- bankaangifte 1996 en rekenend met "gemiddel- de geactualiseerde uitscheidingsnormen" op basis van de Technische Werkgroep

Er bestaat een groot risico dat bepaalde voor de commerciële uitbating van het Zwin ongunstige e v o l u t i e s, zoals de verzanding van het geulen- stelsel en de veroudering van