Uitgave van de Nederlandse Vereniging van Volleybal Oefenmeesters - NVVO Maart
1
2015vt2|3 clinic. Van cmv naar senioren.
1
Maart 2015 Inhoud
4
8
16 18
35 38 26
43 30
E n v e r d e r
3 Voorwoord
Oude wijn, nieuwe zakken Han Bulten
7 Wedstrijdleiding
De libero: wat mag, wat moet, vervanging, oponthoud, etcetera Jan Koehorst 13 Column Liberootje Kim 14 Coaching
De Gouden Regels van presteren
Toon Gerbrands 23 Leermoment De omloopbal Abe Meininger 24 Column Crijns kijkt!
Schaken met de passers.
Philippe Crijns.
29Column
Sanne Zag en Zegt Sanne Heusinkveld 35 Clinic. Workshop.
Waarom hebben wij 2 oren en slechts 1 mond?
Philippe Cryns 37 Column
Nog geen inzicht Spelly
42 Opleidingen in de regio Regio Oost
Clinic. Mentaal.
Gido Vermeulen in Leuven:
Train de hersenen tijdens het volleyballen
Door Walter Vereeck.Beachvolleybal.Talentontwikkeling.
Kadijk Beach: innovatie in beachvolleybal
Door Remko Kenter.CMV. Jeugd.
Maak van elk kind een winnaar!
CMV-Vaardigheidstesten in de praktijk gebracht. Door Nick de Wild.
Interview. Vereniging.
Ron Durge: ‘de wereld van het volleybal is soms een wonderlijke wereld’
Trainers aan het werk. Door Nick en Kim de Wild.Basisprincipes. Tactiek | Strategie.
Wie is de mol?
Door Han Bulten.NVVO vt2|3 Clinic. Jeugd.
De leerlijn van cmv naar
senioren
via veel dynamische oefeningen met nadruk op het onderarms spelen. Door Han Bulten.Basisprincipes.
De techniek van het onderhands spelen
Door Cornel Balan en Walter VereeckInterview.. Talentontwikkeling.
Talentontwikkeling bij jeugd en trainers — Pointmaker gaat er voor
Aafke Verbrugge: ‘Ik wil het niveau van de jeugd omhoog brengen’. Door Remko Kenter.Basisprincipes. Jeugd.
Aandacht voor plezier!
Themagericht trainen en coachen van pubers. Door Nick de Wild.
Voorpagina.
In 2015 is ons land het kloppend hart van de beachvolleybalwereld! Van 26 juni tot en met 5 juli worden de WK Beachvolleybal in Nederland georganiseerd. De verwachtingen van de Nederlandse teams zijn hooggespannen. Negen Nederlandse teams zullen deelnemen aan de WK. Vijf teams bij de mannen en vier teams bij de vrouwen strijden om WK-goud op eigen bodem. Voor Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen (foto) wordt het een extra speciaal toernooi, zij verdedigen in eigen land de wereldtitel.
Foto: fivb.
2
Volley Techno 1
Non-Prifit mededeling Colofon
Volley Techno Vaktijdschrift voor leden van de
Nederlandse Vereniging van Volleybal Oefenmeesters, NVVO.
34e Jaargang, nummer 1 ISNN 1384-8968 Volley Techno verschijnt vier maal per jaar en wordt gratis verzonden
aan de leden van de NVVO.
Uitgever
Musical 80, 6836 NB ArnhemNVVO Telefoon (026) 32 33 115
E-mail: secr@nvvo.org Hoofdredacteur
Han Bulten Eindredacteur
André Triep Redactie en kopijadres Redactie Volley Techno
Velserstraat 80 2023 ee, Haarlem E-mail: vt@nvvo.org
Redactie Walter Vereeck
Philippe Cryns Jo Rullens Abe Meininger
Nick de Wild Remko Kenter Vaste medewerkers, adviseurs,
correspondenten Toon Gerbrands
Jo Everaert Peter Murphy Frans Kramer Bert Korteling
Dit nummer kwam mede tot stand door bijdragen van
Cornel Balan Sanne Heusinkveld
Spelly Kim de Wild
Foto’s Richard Uffink
Frits Bleeker Redactie Volley Techno FIVB / CEV / VVB / VTF / ECDV
De redactie kan niet altijd de rechthebbenden van aangeleverd beeldma- teriaal achterhalen. Wie denkt rechten te kunnen ontlenen aan gepubli- ceerd materiaal wordt verzocht contact op te nemen met de redactie.
Ontwerp en productie Studio fL, Haarlem Drukkerij Van der Wiel & Rosmalen: Druk
www.wrdrukkers.nl Eerder verschenen nummers
Voor zover voorradig kunt u eerdere uitgaven van Volley Techno opvragen door een e-mail te sturen naar de distributeur van de NVVO:
secr@nvvo.org. U dient er rekening mee te houden dat aan een nabestelling kosten zijn verbonden.
Copyright
Overname van artikelen uit Volley Techno is alleen toegestaan, met bronvermelding, na schriftelijke toestemming van de uitgever. Citeren uit artikelen is, met bronvermelding, toegestaan. Eén exemplaar van de publicatie dient naar de redactie van Volley Techno
gezonden te worden.
Van 26 juni t/m 5 juli vindt het WK
Beachvolleybal plaats in stadions in het cen- trum van Den Haag, Amsterdam, Apeldoorn en Rotterdam. Kom de Nederlandse top- teams aanmoedigen en beleef de unieke beachvolleybalsfeer! Tickets zijn te bestellen via wkbeachvolleybal2015.nl/tickets
WERELDTOPPERS IN HARTJE STAD
Het WK Beachvolleybal belooft een geweldig sportfeest te worden! Bij de mannen verde- digen Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen in eigen land de wereldtitel.
Madelein Meppelink en Marleen van Iersel zijn regerend Europees kampioen bij de vrouwen.
BESTEL NU TICKETS
Tickets voor het WK Beachvolleybal zijn snel en veilig te bestellen in de online ticketshop op wkbeachvolleybal2015.nl/tickets. Maak een keuze uit de speelstad en het dagdeel en selecteer het aantal tickets. Nadat de bestelling is afgerond ontvang je de e-tic- kets per mail. In alle speelsteden zijn er al tickets beschikbaar vanaf 10,-. Het advies is om op tijd tickets te bestellen want op=op.
Meer info en tickets:
www.wkbeachvolleybal2015.nl/tickets Facebook.com/WKBeach2015
Twitter.com/WKBeach2015 Instagram.com/WKBeach2015
Vrijwilligers gevraagd voor het WK Beachvolleybal!
Een groot sportevenement zoals het WK beachvolleybal kan niet worden georganiseerd zonder de inzet van vele vrijwilligers.
Vrijwilliger worden op het WK Beachvolleybal is misschien wel de beste manier om dit topevenement te beleven. Dit is je kans om bij dit geweldige toernooi betrokken te zijn. Meld je nu aan als vrijwilliger!
Als vrijwilliger ontvang je:
Maaltijden en drankjes tijdens je dienst.
Toegang tot de wedstrijden.
Onschatbare werkervaring.
De kans om internationale atleten en officials te ontmoeten.
De kans om nieuwe ervaringen op te doen en daarbij vrienden voor het leven te maken.
De kans om veel plezier te maken terwijl je meewerkt aan een gewel- dig evenement.
Een cool uniform.
Ben jij er klaar voor om ons team te komen versterken?
In elk van de vier steden worden ongeveer tweehonderd mensen gezocht voor allerlei taken. Denk aan court crew, suppoosten, infor- matiedesk bemanning, pers-assistenten, photo marshalls, gasthe- ren, gastvrouwen, chauffeurs en vele andere functies.
Ervaring bij de organisatie van grote sportevenementen en beach- volleybaltoernooien is een pre, maar geen voorwaarde. Er wordt gezocht naar mensen:
Met een passie voor sport Enthousiast en gemotiveerd
Gastvrij, communicatief en sociaal vaardig Stressbestendig en flexibel
Echte teamplayers
Voor meer informatie en vragen:
vrijwilligers@nevobo.nl.
Bestel nú tickets voor
het WK Beachvolleybal
3
Maart 2015
Voorwoord Colofon
Volley Techno Vaktijdschrift voor leden van de
Nederlandse Vereniging van Volleybal Oefenmeesters, NVVO.
34e Jaargang, nummer 1 ISNN 1384-8968 Volley Techno verschijnt vier maal per jaar en wordt gratis verzonden
aan de leden van de NVVO.
Uitgever
Musical 80, 6836 NB ArnhemNVVO Telefoon (026) 32 33 115
E-mail: secr@nvvo.org Hoofdredacteur
Han Bulten Eindredacteur
André Triep Redactie en kopijadres Redactie Volley Techno
Velserstraat 80 2023 ee, Haarlem E-mail: vt@nvvo.org
Redactie Walter Vereeck
Philippe Cryns Jo Rullens Abe Meininger
Nick de Wild Remko Kenter Vaste medewerkers, adviseurs,
correspondenten Toon Gerbrands
Jo Everaert Peter Murphy Frans Kramer Bert Korteling
Dit nummer kwam mede tot stand door bijdragen van
Cornel Balan Sanne Heusinkveld
Spelly Kim de Wild
Foto’s Richard Uffink
Frits Bleeker Redactie Volley Techno FIVB / CEV / VVB / VTF / ECDV
De redactie kan niet altijd de rechthebbenden van aangeleverd beeldma- teriaal achterhalen. Wie denkt rechten te kunnen ontlenen aan gepubli- ceerd materiaal wordt verzocht contact op te nemen met de redactie.
Ontwerp en productie Studio fL, Haarlem Drukkerij Van der Wiel & Rosmalen: Druk
www.wrdrukkers.nl Eerder verschenen nummers
Voor zover voorradig kunt u eerdere uitgaven van Volley Techno opvragen door een e-mail te sturen naar de distributeur van de NVVO:
secr@nvvo.org. U dient er rekening mee te houden dat aan een nabestelling kosten zijn verbonden.
Copyright
Overname van artikelen uit Volley Techno is alleen toegestaan, met bronvermelding, na schriftelijke toestemming van de uitgever. Citeren uit artikelen is, met bronvermelding, toegestaan. Eén exemplaar van de publicatie dient naar de redactie van Volley Techno
gezonden te worden.
Oude wijn, nieuwe zakken
Van
26 juni tot en met 5 juli 2015 wordt hetwereldkampioenschap beach op zeer unieke locaties in Apeldoorn, Amsterdam, Den Haag en Rotterdam gehouden.
Het Europees kampioenschap in de zaal vindt plaats van 26 september tot en met 4 oktober.
Twee geweldige evenementen die nu al volop in de belangstelling staan, mede omdat de Nevobo de public relations prima verzorgt.
Langzaam maar zeker begint Nederland al oranje te kleuren omdat er steeds meer spelers en speelsters zijn, die we op de trainingen in oranje shirts zien rondlopen.
Ongetwijfeld gaan heel veel trainers naar een of beide evenementen en keren hopelijk heel enthousiast huiswaarts.
Enthousiast en gestimuleerd om met heel veel energie weer met hun team(s) aan de slag te gaan. Dat zou al heel mooi zijn!
Maar is er niet meer te behalen?
Als ik om me heen kijk, zie ik het trainersbestand steeds meer vergrijzen. De vraag naar goed opgeleide trainers wordt steeds groter. Het gaat dan om trainers die een goede training kunnen geven. Het lijkt wel of alle nevenzaken in de trainerscursussen hoofdzaken beginnen te worden. Aandacht voor doping, sportief gedrag, het kunnen organiseren van activiteiten, het begeleiden van andere trainers in de vereniging. Het zijn slechts een paar voorbeelden. Het komt allemaal aan de orde in de huidige opleiding. Ongetwijfeld belangrijk, maar de eerste hoofdtaak van een trainer is een goede training kunnen geven. Simpel een training waarin geleerd wordt, veel balcontacten zijn en veel plezier is. Daarop wordt een trainer ‘afgerekend’. Dit eerst, de rest later.
Zou het nu niet mogelijk zijn om aan de twee eerder genoemde evenementen interessante clinics te verbinden. Bijvoorbeeld gericht op jongeren die overwegen trainer te worden, een aanwezige toptrainer te vragen een bijscholing te verzorgen of korte demonstratietrainingen door ervaren trainers afgestemd op verschillend niveau.
Ik hoor velen van u al denken: ‘Dit komt me niet nieuw voor. Dit is oude wijn in nieuwe zakken.’ Klopt, ik heb er al vaker aandacht voor gevraagd. Maar ik blijf het zeggen en schrijven, omdat hier mijns inziens een geweldige kans ligt. Na 4 oktober gaan we weer over tot de orde van de dag. Zijn er dan meer volleyballers en volleybalsters?
Zijn er dan meer (jonge) trainers of jongeren die een trainerscursus willen gaan volgen?
Andere kans: breng Volley Techno eens onder de aandacht van een trainer die nog geen lid is van de NVVO. Viermaal per jaar zo’n prachtig blad en met ingang van dit nummer ook nog volledig in kleur!
Han Bulten, hoofdredacteur Van 26 juni t/m 5 juli vindt het WK
Beachvolleybal plaats in stadions in het cen- trum van Den Haag, Amsterdam, Apeldoorn en Rotterdam. Kom de Nederlandse top- teams aanmoedigen en beleef de unieke beachvolleybalsfeer! Tickets zijn te bestellen via wkbeachvolleybal2015.nl/tickets
WERELDTOPPERS IN HARTJE STAD
Het WK Beachvolleybal belooft een geweldig sportfeest te worden! Bij de mannen verde- digen Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen in eigen land de wereldtitel.
Madelein Meppelink en Marleen van Iersel zijn regerend Europees kampioen bij de vrouwen.
BESTEL NU TICKETS
Tickets voor het WK Beachvolleybal zijn snel en veilig te bestellen in de online ticketshop op wkbeachvolleybal2015.nl/tickets. Maak een keuze uit de speelstad en het dagdeel en selecteer het aantal tickets. Nadat de bestelling is afgerond ontvang je de e-tic- kets per mail. In alle speelsteden zijn er al tickets beschikbaar vanaf 10,-. Het advies is om op tijd tickets te bestellen want op=op.
Meer info en tickets:
www.wkbeachvolleybal2015.nl/tickets Facebook.com/WKBeach2015
Twitter.com/WKBeach2015 Instagram.com/WKBeach2015
Bestel nú tickets voor
het WK Beachvolleybal
Volley Techno 1
4
Clinic Mentaal TrainingsleerOp de trainers bijeenkomst die op 8 februari 2015 plaats vond bij Volley Haasrode Leuven (VHL) gaf Gido Vermeulen, net voor hij de overstap maakte van de Oranje dames naar de Lange Mannen van Nederland, een uiteenzetting waarbij hij oefenstof en voorbeelden gaf om de hersenen te stimuleren tijdens het volleyballen. Hoe meer impulsen de hersens ontvangen, hoe beter. Hij vroeg zich af hoeveel delen van de hersenen we gebruiken als we bewegen ? Het uitgangspunt van de nieuwe bondstrainer bij de Hollandse heren is: “hoe meer actie ik kan oproepen in mijn hersenen, hoe beter ik een beweging kan uitvoeren”.
Z
ijn aanpak is zo opgebouwd dat hij – als iemand een beweging kan – zo snel mogelijk nieuwe impulsen geeft zodat de hersenen nog beter de transfert van die nieuwe prikkels naar de motorische banen kunnen doorsturen.Niet alleen inslijpen en bewegingen automatiseren, maar vooral nieuwe banen in het brein creëren zodat het potentieel en de input van de volleyballer/ster de hoogte ingaat. Daardoor kunnen nieuwe oplossingen in probleemsituaties gemakkelijker verwerkt worden.
De prikkels zoeken zich een weg in de bewegingsbanen omdat Gido de nodige impulsen tijdens de demonstra- tietraining aanbiedt.
De oefenstof was gevarieerd en stelde de demonstratie- groep telkens opnieuw voor nieuwe problemen. Door gerichte tips te geven, kwamen de oplossingen vanzelf.
Het brein was geactiveerd.
I
ndividueel.De spelers staan verspreid op het volleybalveld.
1. Twee pitzakjes met één hand opgooien en telkens weer opvan- gen met dezelfde hand.
2. Idem, maar telkens verplaat- sen, eerst wandelen, daarna: wie kan dit in looppas ?
1.
Twee spelers tegenover elkaar.1. Elke speler heeft één volleybal in elke hand. De vier volleyballen moeten naar elkaar geworpen worden, uiteraard zonder dat er eentje valt.
2. Welk tweetal kan dit met vijf volleyballen, zonder balverlies ? Tip: stabiel staan, het hoofd beweegt niet en blijft rechtop (dus niet naar beneden kijken, of zijwaarts). De ogen volgen de ballen voor je, niet naast je. Want als je naar de bal blijft kijken die in je hand valt, ben je het over- zicht kwijt voor de volgende bal.
Bovenhands toetsen naar elkaar.
1. Het ritme is: spelen, klaarstaan met de rechtervoet vast op de grond in een kleine spreidstand voorwaarts. Spanning in het lichaam, de handen zijn op voor- hand al klaar boven het hoofd.
2. Idem, de spelers staan nu op één meter afstand van elkaar en spelen de bal bovenhands met één hand naar elkaar. Blijf het ritme vasthouden: spelen – klaarstaan – rechtervoet voor –
Gido Vermeulen in Leuven:
Train de hersenen
tijdens het volleyballen
Door Walter Vereeck
De oefeningen
5
Maart 2014
spanning in het lichaam – zachte
“touch” door een polsbeweging.
3. Idem, met twee handen toet- sen, accent op het licht buiten- waarts draaien van de polsen tijdens het spelen van de bal.
Vergeet het klaarstaan met opgebouwde spanning niet.
4. Idem, beide spelers hebben een bal. De ene bal wordt steeds over en weer getoetst. De andere bal wordt door middel van een botsbal (stuiten) naar elkaar gespeeld. Uiteraard zonder balverlies.
5. Idem, de ene bal wordt recht- door getoetst. De andere bal wordt door een stuit links en rechts van de partner aan de overkant gespeeld. Dus steeds verplaatsen: de botsende bal na een verplaatsing terug stuiten naar de partner (links of rechts) en dan snel verplaatsen om op tijd de getoetste bal rechtdoor naar de partner te spelen.
Lichtvoetigheid, beweeglijkheid en verwerking van de gegevens en de impulsen door de herse- nen staan centraal.
De oefeningen
2.
Vier spelers staan in een vierkant opgesteld.Twee spelers die diagonaal tegenover elkaar staan, starten met een bal in de handen.
1. Telkens rechtsom, in uurwij- zerzin de twee ballen naar elkaar doortoetsen. Indraaien en spe- len, die neus staat in de richting waarheen de bal moet gespeeld worden.
Tip : niet met de ogen naar de bal blijven kijken. De vorige bal is weg, daar kan je niets meer aan doen. De volgende bal (of de vol- gende actie) is belangrijk. Blijven kijken waarheen je de bal hebt gespeeld is verloren tijd. Door snel op de volgende bal te focussen, win je tijd en sta je op voorhand al klaar om die bal perfect te spelen.
2. Idem, maar nu met vier bal- len. Telkens een nieuwe impuls.
Bal 1 wordt wordt bovenhands naar elkaar gespeeld in één rich- ting, bal 2 wordt onderhands naar elkaar toegeworpen in de andere richting. Denk aan de ogen, die niet de vorige bal vol-
3.
De spelers staan met vijf opgesteld in een cirkel.1. Twee volleyballen naar elkaar spelen, in een willekeurige volg- orde. Geen bal mag op de grond vallen.
2. Idem, één volleybal naar elkaar spelen in een vast patroon, in dezelfde volgorde.
3. Idem, een andere volleybal naar elkaar spelen, maar in een ander vast patroon en in een andere volgorde dan daarjuist.
4. Idem, twee volleyballen naar elkaar spelen, maar elk in hun eigen vast patroon zoals daar- juist. Bal 1 in patroon 1, bal 2 in patroon 2. De bal niet met de ogen volgen, maar direct infor- matie voor de volgende actie verzamelen. Dat levert je tijds- winst op om de volgende bal én de volgende speler te observe- ren. Communiceer: roep de naam van de speler naar wie je de bal toespeelt, dat zijn meteen nieu- we impulsen voor je hersenen én die van je partners.
gen, maar direct naar de volgen- de bal kijken. (zie tekening).
3. De braintraining wordt nog opgevoerd. Nog meer impulsen worden aangeboden om de her- senen nog harder te stimuleren.
De onderhands geworpen ballen opvangen en tegelijkertijd de tafels van drie opsommen: speler 1 roept 3, speler 2 roept 6, speler 3 roept 9, en zo verder.
De bovenhandse ballen worden in de andere richting getoetst en tegelijk worden de tafels van vier opgesomd: speler 2 roept 4, spe- ler 3 roept 8, speler 4 roept 12, enzovoort.
4.
Enkele coachingskills.Oefeningen waarin de coach centraal staat. Trainer staat aan de eindlijn en gooit ballen cen- traal in het veld.
1. De spelers vertrekken om beurt vanuit positie 5 en positie 1 en geven een voorwaartse set- up naar de spelers aan het net op positie 4 en positie 2. De spe- lers aan het net geven feedback over de kwaliteit van de set-up.
2. Idem, de spelers aan het net nemen een aanloop en vangen de bal in sprong op en blijven feedback geven.
3. Idem, de spelers in het achter- veld toetsen de bal zijwaarts over de schouder heen naar de
Eén patroon wordt aangeboden:
de bewegingspatro- nen en –banen wor- den eenzijdig aangescherpt.
Twee patronen wor- den aangeboden:
er is een dubbel aan- bod dus de bewe- gingspatronen en -banen worden dikker en kunnen meer informatie verwerken.
Myaline is een stof die rond de zenuwbanen gevormd wordt en de motorische transportsnelheid naar de spieren bevordert.
>>
Volley Techno 1 Medisch
6
5.
Drie spelers verdedigen op positie 5 – 6 – 1.Trainer aan het net.
Trainer speelt in hoog tempo en in een willekeurige volgorde strakke ballen naar de spelers in het achterveld. Later met smash.
1. Spelers verdedigen de bal hoog naar de trainer aan het net.
Zij lopen telkens in en “lopen door de bal heen”. Nooit stilstaan en achteruit leunen. Steeds in beweging naar de bal toe en mikken naar de trainer.
Schouderstand bepaalt de rich- ting van de bal.
2. Idem, diegene die de bal ver- dedigt heeft, wordt snel midachter. De “6” speler switcht snel naar positie 5 of 1.
(zie tekening).
3. Idem, één van de drie verdedi- gers heeft een bal in de handen.
Bal eerst naar een andere speler naast je gooien vooraleer je de bal van de trainer verdedigt.
4. Idem, met pittenzakje.
Diegene die de bal van de trainer verdedigt heeft, krijgt het pitten- zakje toegeworpen. Heb je zelf het pittenzakje vast, moet je die eerst naar een partner werpen, vooraleer je verdedigt. Let op: de regel blijft: nadat je de bal van de trainer verdedigt hebt, word je midachter. Communicatie helpt de spelers beter samenwerken.
5. Idem, met bal én pittenzak.
Eén speler heeft niets in de han- den. Als de trainer naar hem speelt, gebeurt er niets extra.
Indien de bal naar een verdedi- ger met bal of met pittenzak gespeeld wordt, dan werpt die eerst bal of zakje naar de vrije speler die niets in de handen heeft.
6.
Acht spelers in het veld.Twee tegen twee op een halve speelhelft.
1. Bal na drie contacten (verde- diging – setup – overspelen) over het net heen spelen en wisselen van plaats: de net-
speler gaat naar achter en de ach- terspeler gaat vooraan.
(zie tekening).
2. Het overspelen mag ook een gecontroleerde aanval zijn.
3. Idem, de setters aan het net heb- ben een pittenzak- je. Dat zakje wordt naar de passer
gegooid, na het onderhands ver- dedigen en vlak voor de set-up.
De pittenzak wordt naar de set- ter teruggegooid vlak voor het overspelen of de aanval.
4. Kunnen de tweetallen dit ook met plaatswissel
5. Dezelfde oefening, met twee ballen en acht spelers.
Driepasopbouw rechtdoor in de eigen speelhelft. Van het achter- veld loop je rechtdoor naar het net, voor de set-up, na de verde- diging en het over-
spelen (later aan- val), loop je diagonaal naar het achterveld van de andere speelhelft.
(zie tekening).
speler aan het net. Vanuit positie 1 spelen naar positie 2 en vanuit positie 5 naar positie 4.
4. Idem, alle spelers hebben een pittenzakje in de hand. Inlopen, eigen pittenzak opwerpen, set- up geven en pittenzakje terug opvangen. Aansluiten aan het net. Blijft de kwaliteit van de set-up nog goed ?
Twee spelers tegenover elkaar.
1. Zelfde oefening zoals daar- juist bij het bovenhands spelen, maar nu mag er alleen onder- hands gespeeld worden. Terug het ritme opzoeken: spelen – rechtervoet voorwaarts op de grond – klaarstaan en spanning in de spieren opbouwen om snel naar de volgende actie te kun- nen overgaan.
2. Om het raakvlak te optimali- seren: met één arm onderhands naar elkaar spelen. Arm indraai- en zodat de bal op het zachte gedeelte van de arm gespeeld wordt. Tafeltje vormen.
3. Idem, met twee armen.
Accent op de opgetrokken schouders, op de ellebogen gestrekt en op de pols naar beneden. Steeds in een lichte voorwaartse spreidstand op de rechtervoet steunen. In de pas- sing ontvang je op 2/3 van het veld altijd met de rechtervoet vooraan. Alleen op rechtsachter neem je de receptie met linker- voet voor.
4. Idem, met één pittenzak en één bal. De bal precies onder- hands naar elkaar blijven spelen en ondertussen de pittenzak naar elkaar toewerpen. Zonder balverlies natuurlijk.
vo o ra l n i e u we b a n e n i n h e t b re i n c re ë re n zo d at h e t p o t e nt i e e l va n d e i n p u t va n d e
vo l l ey b a l l e r /s t e r d e h o o g t e i n g a at
vt
7
Maart 2014 Coaching
Wedstrijdleiding
Aan
het begin van het seizoen was er de nodige ophef over de eisen waaraan het shirt van een libero moet voldoen. De Nevobo wil dezelfde eisen han- teren als de CEV. Inmiddels is de CEV al weer een stap verder, In de Champions League spelen alle libero’s in een groen shirt dat de CEV verstrekt.De verenigingen hebben dit jaar volgens goed Nevobo-gebruik dispensatie gekregen, maar moeten de bepalingen voor het komend seizoen nog maar eens goed doorlezen.
In het handboek nationale competitie (blz.
8) staat het volgende:
“Het liberoshirt moet als hoofdkleur een kleur hebben die niet voorkomt in de shirts van de rest van het team (bijv. libero shirt rood, rest van het team wit). Het is niet toegestaan om liberoshirts te dragen die dezelfde lay-out als de reguliere shirts hebben, maar waarbij de kleurstelling van de vlakken is omgedraaid. Dit geldt ook bij de shirts waarbij alleen de kleur- stelling van de mouwen is omgedraaid ten opzichte van de rest van het team.”
Maar genoeg over alle bepalingen betreffen- de de afwijkende kleuren. Nu over wat mag een libero wel, wat mag die niet, hoe moet het met twee libero’s, enz.
Een team van twaalf spelers mag twee libe- ro’s hebben, waarvan er een in het veld mag staan. De libero vervangt (we spreken over vervanging en niet over een wissel) een spe- ler die op dat moment in het achterveld staat. Hij/zij mag niet serveren.
Na iedere rally kan er een vervanging plaats vinden. Dat kan zijn de speler die de libero vervangt, maar ook een vervanging door de tweede libero is dan mogelijk. Het kan zo zijn dat de coach kiest voor een passende libero op het moment dat de andere ploeg opslaat en als zijn ploeg aan service is besluit er een “stofzuiger” als libero er in te zetten. In Nederland zien we dat niet veel, maar in Azië komt het meer voor.
Als we over het wisselen van een libero pra- ten dan gaat het om een bijzondere situatie.
We gaan uit van een team dat één libero heeft. Deze libero kampt bijvoorbeeld met een blessure. Die kan zowel lichamelijk als geestelijk zijn. De coach moet dan aangeven aan de tweede scheidsrechter dat hij de libero wil wisselen. De scheidsrechter mag
dat niet weigeren. Op het formulier wordt dat in de ruimte voor de opmerkingen genoteerd. De libero die het veld verlaat, is uitgespeeld. Deze mag niet meer het veld in. De nieuwe libero mag ook niet meer als ‘gewone’
veldspeler terugkomen. Ook de nieuwe libero moet een afwijkend shirt aantrekken.
Als het nummer anders is, dan moet de arbitrage dat toestaan en zorgen dat het op het wedstrijdformulier wordt aangetekend.
Bij het spelen van de bal door de libero zijn twee zaken belangrijk:
1. De libero mag niet aanvallen, als de bal boven de netrand is. Dit geldt zowel in het veld als in de ruimte om het veld heen.
2. Als een libero in de voorzone (het driemetergebied) de bal bovenhands speelt, is het pas fout op het moment dat een andere speler de bal boven de netrand over het net speelt.
Ter verduidelijking het volgende:
Als de libero in de voorzone de bal bovenhands speelt en een aanvaller is zo slim om dat bijtijds te zien, dan kan hij de bal onder de netrand naar de tegenpartij spelen zonder dat het fout is.
De libero mag wel (en dat is goed te trainen) achter de driemeterlijn opspringen, de bal bovenhands spelen en daarna landen in de voorzone. (dit gebeurde bijvoor- beeld in de Olympische finale in Londen aan het einde van deze wedstrijd).
De vervanging door of van de libero is mogelijk na iedere rally.
Op (minimaal) twee momenten staat het team dus met zijn reguliere zes spelers in het veld. Wordt er op dat moment een time-out of een spelerswissel aange- vraagd, dan mag er nog steeds geen vervanging door of van de libero plaatsvinden. Het elektronische formulier heeft dat onmiddellijk in de gaten, maar bij ‘de papieren telling’ valt dat soms niet op.
Op het moment dat de libero zich ten onrechte in het veld bevindt (bijvoorbeeld als hij/zij vergeten is zich te laten vervangen als hij op positie 4 komt), dan moet de rally na de vervanging opnieuw worden gespeeld en krijgt het betreffende team een maatregel wegens spelophouden opgelegd.
De consequentie hiervan kan zijn dat als de scheids- rechter voor de tweede keer spelophouden vaststelt een gele kaart moet volgen.
Tenslotte: het is handig om de scheidsrechter voor de wedstrijd te informeren over wie aanvoerder wordt als de oorspronkelijke captain steeds door een libero wordt vervangen.
Waar botsen scheidsrechter en coach
Er is, en het zal zeker altijd zo blijven, een spanningsveld tussen de scheidsrechter en de speler c.q. coach.
Zeker in de takken van sport waarin de waarneming aan ene kant van de scheidsrechter en aan de andere kant die van de coach die van de scheidsrechter doorslaggevend is.
Door Jan Koehorst
De libero: wat mag, wat moet , vervanging, oponthoud, etcetera
3
vt
Volley Techno 1
8
TalentontwikkelingTeambuilding
Beachvolleybal Basisprincipes
Kadijk Beach timmert hard aan de weg met een vernieuwde methodiek voor het
aanleren van alles wat te maken heeft met beach volleybal.
Kadijk Beach biedt activiteiten aan die verbonden zijn met Beach sport. Twee belangrijke en innovatieve pijlers zijn het Kadijk Beachvolleybal Start
Systeem, een
trainingsmethode voor startende beachvolleyballers, en de Kadijk Beach University, waar spelers worden opgeleid voor de nationale en
internationale top.
Grondlegster van Kadijk Beach is Debora Kadijk.
Trainer/coach Debora werkt nauw samen met René van der Giessen, die manager is van
Kadijk Beach. Samen geven zij ieder vanuit hun eigen kracht en specialiteit vorm en
inhoud aan de diverse beachvolleybal activiteiten bij Kadijk Beach.
KADIJK BEACHVOLLEYBAL START SYSTEEM Hoe laat je jonge kinderen eenvoudig star- ten met beachvolleybal? Hoe kunnen jonge kinderen zonder volleybalervaring laag- drempelig beginnen? Hoe zijn je wensen als trainer te combineren met de wensen van kinderen?
Het is gebleken dat er geen trainingsmetho- de is voor startende beachvolleyballertjes,
die aansluit op het officiële beachvolleybal, waarbij meteen twee tegen twee wordt gespeeld. Veel verder dan ‘CMV op het zand’
komen de tot op heden gepresenteerde trai- ningsmethoden niet.
De Nevobo heeft de methode van Kadijk Beach erkend als officiële trainingsmethode, en ook de wereldvolleybalbond FIVB heeft serieuze interesse voor deze trainings- en spelmethode.
Debora werkte een compleet systeem uit dat gericht is op ontwikkeling en doorgroei op alle beachvolleybal onderdelen.
Beachvolleybal is niet gemakkelijk, maar veel onderdelen, zoals motoriek, looppatro- nen, balbaanbeoordeling en spelinzicht zijn al volledig te trainen op jonge leeftijd. De methode kent de volgende uitgangspunten:
Jeugd
Kadijk Beach: innovatie in beachvolleybal
Kadijk Beach maakt voor haar activiteiten gebruik van de CopaKadijk, de locatie van Beachsport Vereniging Werkendam.
Door Remko Kenter
9
Maart 2014
KADIJK BEACHVOLLEYBAL START SYSTEEM Hoe laat je jonge kinderen eenvoudig star- ten met beachvolleybal? Hoe kunnen jonge kinderen zonder volleybalervaring laag- drempelig beginnen? Hoe zijn je wensen als trainer te combineren met de wensen van kinderen?
Het is gebleken dat er geen trainingsmetho- de is voor startende beachvolleyballertjes,
die aansluit op het officiële beachvolleybal, waarbij meteen twee tegen twee wordt gespeeld. Veel verder dan ‘CMV op het zand’
komen de tot op heden gepresenteerde trai- ningsmethoden niet.
De Nevobo heeft de methode van Kadijk Beach erkend als officiële trainingsmethode, en ook de wereldvolleybalbond FIVB heeft serieuze interesse voor deze trainings- en spelmethode.
Debora werkte een compleet systeem uit dat gericht is op ontwikkeling en doorgroei op alle beachvolleybal onderdelen.
Beachvolleybal is niet gemakkelijk, maar veel onderdelen, zoals motoriek, looppatro- nen, balbaanbeoordeling en spelinzicht zijn al volledig te trainen op jonge leeftijd. De methode kent de volgende uitgangspunten:
• Laagdrempelig, voor zowel kinderen met als kinderen zonder volleybalervaring
• Voorop staat plezier met leeftijdsgenoten in wedstrijdvormen
• Speciale aandacht is er voor techniek en scholing
• Er zijn speciale regels, ‘handicaps’, aanslui- tend bij de ontwikkelde
volleybalkwaliteiten
• Lange rally’s en wedstrijdspanning, ondanks verschil in volleybalkwaliteiten
• Meteen twee tegen twee spelen (aanslui- ting op officieel beachvolleybal en op hogere niveaus)
• Duidelijke doorgroei mogelijk door gebruik van ontwikkelfasen
• Er is sprake van een simpel en eenvoudig te begrijpen systeem
Spelend leren
De oefenstof die Debora in het verleden heeft ontwikkeld en in logboeken heeft vastgelegd voor haar professionele teams, is geïntegreerd in de KBSS-oefenstof. Er wordt veel aandacht besteed aan looppatronen, juiste been voor en goed bewegen. Ook spel- elementen uit de multi-sport worden in de trainingen verwerkt. Kinderen vragen al snel of ze partijtje gaan doen. De opzet van KBSS is dat er veel partijvormen worden gespeeld met daarin de oefenstof en de accenten van de trainer. Op deze manier spelen de kinderen hun partijtje en onge- merkt wordt er ook getraind. Zo hebben de kinderen hun partijtje en heeft de trainer zijn oefenstof en accenten.
De partijvorm is direct twee tegen twee, net zoals het echte beachvolleybal wordt gespeeld. Dit is één van de belangrijke uit- gangspunten van het KBSS, net zoals het spelen van spannende wedstrijden. Trainers willen graag een methode waar ze mee kun- nen beginnen bij startende beachvolleybal- lertjes. Niets is zo frustrerend als ballen die
Kadijk Beach: innovatie in beachvolleybal
constant alle kanten op vliegen of op de grond komen. Op de training is er veel her- haling, zodat bewegingen, technieken en tactiek ingeslepen worden. Lange rally’s, dus veel balcontact. Specifieke accenten, gericht op doorgroei. Werken aan onderdelen die kinderen wel kunnen op jonge leeftijd, zoals motoriek, looppatronen en tactiek. Nog niet teveel aandacht voor lastige onderdelen zoals de techniek, dit komt vanzelf als ze ouder worden.
Tijdens deze partijvormen kwam al snel aan het licht dat er niveau verschil ging ont- staan en hierdoor de partijtjes en wedstrij- den niet meer leuk werden.
Men had in de tijd dan kunnen kiezen om te gaan selecteren op niveau, maar dat is op deze jonge leeftijd niet de bedoeling. De meesten trainingsgroepjes bestaan uit vriendinnen en vrienden en het is niet goed om deze op die leeftijd al te scheiden. Plezier moet op nummer één blijven staan!
Toen er voor het eerst niveauverschil ont- stond werden de kinderen tijdens de partij- vormen zo ingedeeld dat er één sterke speelster en één minder sterke speelster in één team zaten. Dit werd al snel niet geac- cepteerd door de kinderen want tijdens het partijen spel hadden ze als heel snel door wie de sterkste en de zwakste waren.
Kadijk Beach maakt voor haar activiteiten gebruik van de CopaKadijk, de locatie van Beachsport Vereniging Werkendam.
D e b o ra :
‘ D e t ra i n e r s h e b b e n h u n t ra i n i n g e n , d e k i n d e re n h u n s p e l ’.
DEBORA KADIJK
werd als beachvolley-balster zeven maal Nederlands kampioen en ze won diverse Europese medailles. Ook nam ze deel aan de Olympische spelen van Atlanta en Sydney. Na haar carrière als speelster, die ze na de Spelen van 2000 afsloot, was ze trainer/
coach van diverse jeugdteams die ze naar EK’s en WK’s begeleidde.
Op de Olympische spelen in Peking was ze actief als trainer/coach van het team Rebekka Kadijk en Merel Mooren.
>>
Volley Techno 1
10
Ontwikkelfasen in het KBSS
Het KBSS is opgebouwd in vijf logische stap- pen, ontwikkelfasen genoemd. Deze ontwik- kelfasen zijn vastgelegd op handzame spel- kaarten. Ontwikkelfase 0 begint met gooien en vangen, bij ontwikkelfase 1 is de eerste actie compleet, namelijk de service. Per vol- gende ontwikkelfase wordt er een actie toe- gevoegd, om zo via pass, set en slag bij ont- wikkelfase 4 terecht te komen. In
ontwikkelfase 4 wordt het volledige beach- volleybal gespeeld. Visueel worden deze ontwikkelfasen tot uitdrukking gebracht in de kleuren rood, wit, blauw, oranje, vlag en wimpel.
Voor specifieke trainingsaccenten zijn er een aantal tussenstappen toegevoegd. Door
bijvoorbeeld ergens een vangmoment in te bouwen (een split) kan de nadruk worden gelegd op het spelen, en dus trainen van een specifieke actie. Een voorbeeld is kaart 2 split. Hierbij zijn de eerste twee acties (ser- vice en pass) compleet. Dan mag de bal wor- den gevangen. Hierdoor ontstaat altijd een mooie set en een krachtige aanval.
Bewustwording
Door te spelen met een gericht doel krijgen de kinderen de mogelijkheid zich bewust te worden van de mogelijkheden per spelsitu- atie. Als er een goede pass komt, die ont- staat vanuit een 1 kaart, dan kan er gekozen worden voor een set up achterover of naar de antenne, waardoor een bepaalde spelsi- tuatie ontstaat. Als je speelt op een ontwik- kelfase 2 kaart, waarbij de pass vaak onre- gelmatig is, oefen je bewust op een set up uit hectiek. Uit deze spelsituaties leren kin- deren al op jonge leeftijd om de best moge- lijke oplossing te bedenken.
Verdieping
Over de ontwikkelfasen is nadrukkelijk nagedacht. De basis voor het werken met ontwikkelfasen is gelegd door trainingsvor- men die Debora ook bij de (wereld-)top
heeft gebruikt. Met deze trainingsvormen bracht ze meerdere teams naar de Olympische Spelen.
Hiermee is er een nadrukkelijk verband tus- sen het KBSS en trainingen voor senioren en topteams. Met behulp van de ontwikkelfa- sen van het KBSS kunnen ook bij deze doel- groep de afzonderlijke acties intensief getraind en fijn geslepen worden. De trai- ningsvormen van de spelkaarten brachten en brengen spelers naar de nationale en internationale top. De spelkaarten zijn ont- leend aan trainingsvormen bij de (wereld-) top
De praktijk
Kinderen vragen om partijtjes, de trainers willen scholing, herhaling, veel balcontact.
Kinderen komen met elkaar naar trainingen en toernooitjes. De praktijk is dat het ene kind zich sneller ontwikkelt als het andere kind. Toch is het met KBSS niet nodig om de groep dan uit elkaar te halen. Door teams te laten spelen en trainen op verschillende spelkaarten kunnen ze gewoon tegen elkaar spelen. Door de verschillende doelen (spel- kaarten) krijgt het ‘sterkere’ team meer uit- daging, en voelt het ‘zwakkere’ team dat het toch ook kans heeft om te winnen.
Aanpassen van veld en net
Een vraag die vaak wordt gesteld is: “moet je het veld niet kleiner maken voor de jonge kinderen”?
Debora: “het veld wordt juist niet kleiner gemaakt, want dan gaat er juist meer fout”.
Ook kunnen bepaalde looppatronen dan niet meer worden getraind. Ook het net moet niet omlaag, omdat anders de bal sneller op de grond ligt. Beweeglijkheid is bij jonge volleyballers belangrijk. De praktijk is dat juist de looppatronen bij kinderen
K B S S : b e w u s t wo rd e n va n d e m o g e l i j k h e d e n p e r s p e l s i t u at i e .
De trainingsvormen van de spelkaarten brachten en brengen spelers naar de nationale en internationale top.
De spelkaarten zijn ontleend aan trainingsvormen bij de (wereld-) top
De kinderen zijn zeer snel gewend aan het spelen op spelkaarten en weten precies wat wel en niet mag. Met een goede, korte uitleg aan ouders en publiek voorafgaand aan het toernooi begrijpt iedereen het systeem erg snel. Bij de toernooien fluiten en tellen de kinderen zoveel mogelijk zelf als ze niet hoeven te spelen, en ook hierdoor leren ze weer.
11
Maart 2014
zich sneller ontwikkelen dan de daadwerke- lijke balcontrole. Het “grote” veld dichtlopen, leren ze dus al op jonge leeftijd. Het leren gebruiken van het positiespel van het veld, is juist de winst die geboekt kan worden op jonge leeftijd.
KBSS Toernooien
Kinderen kunnen direct meedoen aan toer- nooitjes, ook als ze geen ervaring hebben.
Natuurlijk is er op deze toernooien sprake van niveauverschil. Met behulp van de spel- kaarten kunnen teams van verschillende niveaus toch tegen elkaar spelen. De inde- ling wordt gemaakt aan de hand van het stellen van een aantal vragen, zoals kan je serveren vanaf de achterlijn, waar speel je eventueel in de zaal. Het liefst worden alle leeftijdsgenootjes ingedeeld in dezelfde poule. Als dat niet kan zitten er verschillen- de leeftijden in een poule, maar wel met dezelfde speelkaarten. Als ook dit niet kan, omdat er weinig teams zijn, worden alle teams opgedeeld in de poules. Dus dan spe- len team met verschillende kaarten en leef- tijden tegen elkaar.
In Zuid Nederland wordt al jarenlang de Jeugd Beach Circuit georganiseerd, waarin het KBSS inmiddels geïntegreerd is.
Ook in Belgie wordt het KBSS inmiddels op een aantal plaatsen getraind en gespeeld.
In 2014 organiseerde de Stichting Promotie
Beachvolleybal Zeeland op Walcheren 7 KBBS-toernooien voor kinderen van 9 tot 12 jaar.
Documentatie en opleidingen
Over het KBSS is door Debora een boek geschreven met de titel “Beachvolleybal, dat doe je zó!”. Ook is er een tweetalige instruc- tie DVD met dezelfde titel. Er zijn beach- boxen met daarin de spelkaarten en onder- steunende materialen.
Daarnaast zijn er een tweetal opleidingen ontwikkeld, de KBSS themabijeenkomst en de KBSS verdiepingscursus. De themabij- eenkomst gaat in op de uitgangspunten en speelwijze van de methode, aangevuld met een stuk praktijk. Bij de verdiepingscursus
wordt ingegaan op alle facetten die van invloed zijn op de actie, en worden tips en aanwijzingen gegeven waarmee de actie kan worden geoptimaliseerd en ver- strekt. Daarnaast wordt er ook ingegaan op de samenhang tussen de verschillende acties.
Debora over bepalen en creëren
Debora is heel duidelijk als het gaat om haar benadering van trainingen en wed- strijden. Dit is in twee woorden samen te vatten: ‘Ik bepaal’.
Vanuit het KBSS, het spelend leren, worden kinderen zich bewust van tactiek. Ze leren zelf spelsituaties te creëren, en leren ze bijna intuïtief te denken in oorzaak en gevolg. De titel van het boek
“Beachvolleybal, dat doe je zó!” heeft een dubbele lading in zich. Het lijkt makkelijk, zo ziet het er ook uit, maar je moet het wel zó doen. Het ‘Ik bepaal’ dus.
De methode bewijst haar werking, spelers op iets oudere leeftijd presteren al snel goed. Twee piepjonge speelsters uit de opleiding van Debora, 12 en 15 jaar, kwalifi- ceerden zich voor het senioren NK, waarna ze in de voorronden veel sterker geachte
K B S S : c re ë re n va n b a l a n s e n u i t d a g i n g t u s s e n t e a m s
De trainingsvormen van de spelkaarten brachten en brengen spelers naar de nationale en internationale top.
De spelkaarten zijn ontleend aan trainingsvormen bij de (wereld-) top
De kinderen zijn zeer snel gewend aan het spelen op spelkaarten en weten precies wat wel en niet mag. Met een goede, korte uitleg aan ouders en publiek voorafgaand aan het toernooi begrijpt iedereen het systeem erg snel. Bij de toernooien fluiten en tellen de kinderen zoveel mogelijk zelf als ze niet hoeven te spelen, en ook hierdoor leren ze weer.
>>
Volley Techno 1
12
teams wisten te verslaan. Niet op lengte of fysieke kracht, maar op tactiek, het zelf creë- ren van spelsituaties.
Bij Debora ligt de nadruk niet op fysieke eigenschappen. Lengte lijkt leuk, maar kijk eens rond in de internationale beachvolley- balwereld, waar zeker niet altijd de langste spelers de grootste successen boekten.
K A D I J K B EAC H U N I V E R S IT Y ( K B U )
Naast de KBSS voor startende beachvolley- ballertjes is er ook de Kadijk Beach University (KBU). De KBU stelt zich ten doel jonge beachvolleyballers op te leiden voor de nationale en internationale top. Volgens René wordt er vooral gekeken naar inzet en motivatie van spelers, want die zijn door- slaggevend. Spelers wordt geleerd het maxi- male uit zichzelf te halen. Een speelster moet er volledig met volle overgave voor willen gaan. Motivatie en inzet worden nog meer dan de fysieke of motorische eigen- schappen van een speelster bepalend geacht.
Het is mooi om te zien dat de speelsters elkaar aanvullen en elkaar stimuleren om het uiterste uit zich zelf te halen.
De spelers die in de KBU zitten draaien een intensief trainingsprogramma. Er waren afgelopen jaar 5 teams, allemaal meisjes, actief. De Kadijk Beach University is een top- sportopleiding en biedt een volledig trai- ningsschema voor het zomerprogramma en een aanvullend winterprogramma.
Daarnaast is er veel aandacht voor zaken als voeding, sportmedische begeleiding, men-
tale begeleiding, organisatie, ouders, het zoeken van sponsoren etc.
Atletiektrainingen en krachttrainingen Naast de volleybaltrainingen krijgen de spe- lers ook atletiektrainingen en krachttrainin- gen aangeboden binnen het Kadijk Beach University programma. De atletiektrainin- gen worden gegeven door de bekende atle- tiektrainer Martin Delleman. Er is aandacht voor snelheid, bewegelijkheid, voetenwerk en core stability. Ook wordt er in de winter doorgetraind met looptrainingen, dit om de algehele lichamelijke techniek en conditie te verbeteren, wat bij de start van het zomerseizoen een groot voordeel is. De resultaten zijn zo dat de speelsters sneller en wendbaarder zijn geworden. Ook wor- den op een gestructureerde en gedoseerde manier krachttrainingen aangeboden.
Resultaat van deze trainingen is sterkere, wendbaardere spelers, die hierdoor boven- dien minder blessuregevoelig zijn.
Uitzending naar internationale toernooien Op dit moment zijn de meeste spelers in de KBU nog erg jong, en komen ze om deze reden, ondanks hun mooie prestaties, nog niet direct in aanmerking voor uitzending naar internationale toernooien. Toch houdt René nu al een pleidooi voor, zoals hij dat noemt ‘fair play, fair competition’. In de hui- dige situatie is het noodzakelijk om deel uit te maken van Beachvolleybalteam
Nederland, dat traint in Den Haag, om voor uitzending in aanmerking te komen. Dat betekent veel reistijd, die beter geïnvesteerd kan worden in trainingstijd, als je tenmin- ste in je eigen regio ook de mogelijkheid
Spelend leren
W
etenschappers, zoals de Canadees Jean Coté, stellen dat het opdoen van ervaring in spelsituaties waarbij het hebben van ple- zier centraal staat, net zo belangrijk is als gestructu- reerd oefenen. Deze ervarin- gen kunnen, vooral als ze worden opgedaan in de leef- tijd van 6 tot 13 jaar, belang- rijk zijn voor een verdere (top-)sportcarrière.Dit door hem zo genoemde
‘deliberate play’, als tegen- hanger van ‘deliberate practi- ce’, zorgt ervoor dat kinderen flexibiliteit en creativiteit ontwikkelen. Bovendien vin- den ze spelen leuk, en door deze intrinsieke motivatie wordt ervoor gezorgd dat spelers als ze wat ouder wor- den ook bereid zijn om inten- sieve trainingsvormen te ondergaan, de zogenaamde
deliberate
practice. Debora is een voor- stander van gestructureerde oefenvormen, herhaling en vastigheid. Gestructureerd trainen is bij kinderen echter niet makkelijk, ze vragen om spel. Door te gaan spelen met een gericht doel wordt vol- daan aan de wens van de trainer en de kinderen.
hebt om op hoog niveau te trai- nen zoals bij de KBU.
De beste teams zouden dan in onderlinge duels, mogelijk deel uitmakend van de nationale competitie, kunnen uitmaken wie er uiteindelijk voor uitzen- ding in aanmerking komt.
Hoewel er binnen de Nevobo een luisterend oor is voor deze argumenten, wordt er tot op heden gezegd dat uitzenden op deze manier onmogelijk is. Er zal dus nog het nodige moeten gebeuren om te komen tot een meer ‘open’ uitzendbeleid.
Beach versus zaal
Naast de beachtrainingen die Debora geeft, traint ze ook meerdere teams in de zaal, o.a.
bij Voltena in Nieuwendijk.
Daarnaast haalt ze ook veel ken- nis bij andere sporten. Dit bij elkaar versterkt de ontwikkeling van de spelers, maar ook haar ontwikkeling als trainer. Juist het training geven aan top- en breedtesport vergroot je vizier op de vele facetten van de vol- leybalsport. Beach- en zaaltrai- ningen kunnen elkaar prima aanvullen, mits de programma’s goed op elkaar afgestemd worden.
Conclusie
Het KBSS biedt kinderen al op jonge leeftijd de kans om ook voor beachvolleybal te kiezen.
Het is een speciale methode, die ruimte geeft aan de belevings- wereld van kinderen, en die trai- ners de ruimte geeft om hun leerdoelen en trainingsaccenten spelenderwijs aan de kinderen te leren. Hierbij wordt er vooral uit gegaan van wat kinderen wel kunnen, en niet wat ze nog niet kunnen. Het is mooi dat er meteen twee tegen twee gespeeld kan worden.
De resultaten van dit systeem zijn inmiddels zichtbaar in de mooie prestaties die jonge kin- deren in voor hen hogere leef- tijdscategorieën neerzetten.
Tevens is er veel plezier tijdens de trainingen en wedstrijden.
13
Maart 2014 Column
bowlen is voor mij geen gezelli- ge vrijetijdsbesteding. Ik wil de meeste strikes gooien en aan het einde van de dag bovenaan de – voor de meeste mensen totaal irrelevante – ranglijst staan. Alleen dan spreek ik van een geslaagd familiedagje.
De ‘altijd willen winnen menta- liteit’ moge duidelijk zijn. Aan de andere kant heeft een beetje sporter ook een bloedhekel aan verliezen. Dit lijkt op hetzelfde neer te komen, maar zoals een wiskundige zou zeggen: niet willen verliezen ≠ willen win- nen. Waar het willen winnen draait om intrinsieke motivatie (“Ik wil de beste zijn!”), is het niet willen verliezen een vorm van het ontlopen van een straf.
Een straf van de buitenwacht.
Negatieve reacties all over the place. In de krant, op social media en misschien zelfs wel op straat. Mensen die in de kantine na afl oop aan me vragen: “Hoe is het mogelijk dat je van VC Weert verliest?” en waar ik dan geen raad mee weet. Je zou het zelfs als een kleine vorm van gezichtsverlies kunnen beschou- wen. En dat doet pijn.
Het boek ‘In the winning mood’
van Robin Joostens geeft een andere omschrijving van deze zelfde drijfveren. Enerzijds erva- ren we de noodzaak om pijn te vermijden; anderzijds ervaren we de wens om plezier te erva- ren. Doorgaans zijn we volgens Joostens het best in staat om krachtige stappen te zetten in tijden van wanhoop en tijdens heel inspirerende momenten.
Falen heeft dus wel degelijk voordelen, mits je er de voorde- len van deze ervaring inziet. Het echte gevoel van winnen kun je pas ervaren als je weet wat ver- liezen is. Wat doet meer pijn?
Een keer fl ink je neus stoten of jezelf altijd blijven afvragen: viel er meer te juichen als ik wat meer lef had getoond?
Wordt vervolgd…
Kim de Wild studeert sport en economie in Tilburg en is in haar vrije tijd libero van beroep. Bij Peelpush Dames 1 verdedigt ze in de Eredivisie het Limburgse Blauw-geel en werpt vanuit de ogen van een libero een blik op de volleybalwereld.
“Jaaaaaa!”
Ik slaak een kreet, bal mijn vuis- ten en zak door mijn knieën op de grond. Mijn teamgenoten springen een gat in de lucht en we vieren het gewonnen match- point alsof we zojuist Europees Kampioen zijn geworden. In werkelijkheid heb ik net een volleybalwedstrijd in de Eredivisie gewonnen, weliswaar het hoogste niveau vanNederland, maar totaal niet te vergelijken met een EK.
Hoewel… Juichen doen we alle- maal. Het jongetje in de mini’s geeft zijn ploeggenoten een enthousiaste high-fi ve, de spits uit het Nederlands Elftal maakt een achterwaartse salto. Juichen is typisch iets uit de sportwe- reld. Althans, ik heb nog nooit iemand in de klas zijn shirt uit zien trekken na het ‘scoren’ van een voldoende. En bij een drie wordt de docent gelukkig ook niet verrot gescholden en knock- out geslagen.
Waarom juich ik eigenlijk zo uitbundig? Is het een vorm van groepsdruk, omdat mijn hele team jubelt? Is het omdat ik de trainer wil bewijzen dat ik gre- tig ben en dus in het veld thuis- hoor? Nee, niets van dit alles.
Juichen is het tonen van emotie in haar puurste vorm. Het is een mengeling van blijdschap en opluchting. Blijdschap vanwege het winnen van de wedstrijd, opluchting vanwege het niet verliezen van de wedstrijd.
Klinkt als een vat vol tegenstrij- digheden, nietwaar?
Dit alles is verklaarbaar door de pure kenmerken van sport.
Sporters, en vooral topsporters, staan bekend om hun win- naarsmentaliteit. Deze bewijs- drang voert zich in het alledaag- se leven door, waardoor niets zo belangrijk is als… you name it.
Een potje ganzenbord, een sim- pel woordspelletje als galgje…
Alles is voer voor volle inzet bij de meeste sporterst. Ik herken het ook bij mezelf: een middagje
Liberootje
Kim
hebt om op hoog niveau te trai- nen zoals bij de KBU.
De beste teams zouden dan in onderlinge duels, mogelijk deel uitmakend van de nationale competitie, kunnen uitmaken wie er uiteindelijk voor uitzen- ding in aanmerking komt.
Hoewel er binnen de Nevobo een luisterend oor is voor deze argumenten, wordt er tot op heden gezegd dat uitzenden op deze manier onmogelijk is. Er zal dus nog het nodige moeten gebeuren om te komen tot een meer ‘open’ uitzendbeleid.
Beach versus zaal
Naast de beachtrainingen die Debora geeft, traint ze ook meerdere teams in de zaal, o.a.
bij Voltena in Nieuwendijk.
Daarnaast haalt ze ook veel ken- nis bij andere sporten. Dit bij elkaar versterkt de ontwikkeling van de spelers, maar ook haar ontwikkeling als trainer. Juist het training geven aan top- en breedtesport vergroot je vizier op de vele facetten van de vol- leybalsport. Beach- en zaaltrai- ningen kunnen elkaar prima aanvullen, mits de programma’s goed op elkaar afgestemd worden.
Conclusie
Het KBSS biedt kinderen al op jonge leeftijd de kans om ook voor beachvolleybal te kiezen.
Het is een speciale methode, die ruimte geeft aan de belevings- wereld van kinderen, en die trai- ners de ruimte geeft om hun leerdoelen en trainingsaccenten spelenderwijs aan de kinderen te leren. Hierbij wordt er vooral uit gegaan van wat kinderen wel kunnen, en niet wat ze nog niet kunnen. Het is mooi dat er meteen twee tegen twee gespeeld kan worden.
De resultaten van dit systeem zijn inmiddels zichtbaar in de mooie prestaties die jonge kin- deren in voor hen hogere leef- tijdscategorieën neerzetten.
Tevens is er veel plezier tijdens de trainingen en wedstrijden.
vt
14
D
e gouden aanpak en wellicht een paar gouden tips hebben allemaal te maken met het proces, dat je als coach met de spelers doorloopt. Succes is voor een groot deel maakbaar. Het is een soort fundament dat je bouwt door heel veel zaken goed te doen. Daardoor neemt de kans op succes toe.Het blijft een kans, omdat het nooit hon- derd procent zekerheid biedt. Een aantal zaken heb je als coach niet onder controle, zoals bijvoorbeeld: de tegenstander, de scheidsrechter, blessures en ook toeval en geluk. Dit zijn de laatste paar procent waar- door succes nooit honderd procent maak- baar is.
De redactie vroeg aan Peter Murphy, of hij zijn “gouden regels” met de lezers van Volley Techno wilde delen.
Zijn voorgangers Alberda en Berendsen beperk- ten zich tot respec- tievelijk vijf en drie regels. Zo niet Peter.
Hij liet zich niet in het keurslijf van een a4tje persen en de redactie wil haar lezers zijn inzichten niet onthouden.
Gouden regels bij aansturing van topsporters
Toon Gerbrands
HET FUNDAMENT OM SUCCES TE
BEREIKEN, IS GEBASEERD OP DRIE PIJLERS:
• de principes om te presteren
• een prestatiegerichte manier van denken
• het selecteren van de juiste mensen Elke pijler heeft zijn eigen Gouden Tips.
DE 7 GOUDEN TIPS VAN DE EERSTE PIJLER:
DE PRINCIPES OM TE PRESTEREN 1 Zoek mensen met commitment.
Niet de beste spelers winnen, maar het beste team met spelers, die voor 100 pro- cent onvoorwaardelijk hun best doen.
2 Creëer een veilige omgeving.
Maak daarbij een onderscheid tussen de binnenwereld en de buitenwereld. De bui- tenwereld heeft invloed op het gedrag van de mensen in de binnenwereld. Deze druk neemt toe, onder andere door twitter en sociale media. De buitenwereld hanteert zijn eigen waarden en normen, met meer emotie, meningen en korte-termijn-denken.
Het verschil is dat de buitenwereld oordeelt op basis van beperkte informatie en geen verantwoordelijkheid hoeft te nemen.
3 Werk gestructureerd en stel grenzen.
De werkwijze en de daarbij behorende regels en normen moeten altijd gekoppeld zijn aan doel en visie. Stel je grenzen en bewaak ze. Je krijgt, wat je accepteert.
Volley Techno 1 Basisprincipes Mentaal
De Gouden Regels van presteren
Wat zou het toch mooi en gemakkelijk zijn als er een paar gouden regels
zouden bestaan die de garantie zouden geven op succes. Je past de regels
toe en de uitkomst is: succes. Dat is een soort rare paradox. Want dat zou
automatisch betekenen, dat iedereen succesvol kan zijn en dan is nu
juist onmogelijk. Verliezers en winnaars horen bij elkaar in hetzelfde
systeem. Of zoals iemand een keer heel mooi formuleerde: “zonder
contrast is er niets”.
15
Maart 2014
Regels geven duidelijkheid, waarbij de leider altijd het goede voorbeeld moet geven;
4 Het organisatie doel is altijd belangrijker dan het persoonlijk doel.
De volgorde is club, team, coach, speler. Blijf altijd de eisende in plaats van de vragende partij. Hanteer het principe ‘allemaal wel, of allemaal niet’. Bepaal de verantwoordelijk- heden van iedereen en geef ook
verantwoordelijkheid.
5 Blijf altijd veranderen, doorselecteren, innoveren, grenzen verleggen.
Ga er vanuit dat elk nieuwe generatie beter is dan de vorige. Werk constant aan vernieu- wing. Alleen op deze manier kun je de con- currentie achter je laten.
6 Wat je doet, doe je goed.
Probeer een ‘oergevoel’ te creëren waarbij je handelen in dienst staat van het doel; vol- harding en vastberadenheid winnen het van genialiteit en talent – doorzettingsver- mogen is de crux.
7 Het is je eigen keuze waar je energie in steekt.
Het is niet belangrijk wat je overkomt, maar hoe je reageert. Leer van je ervaringen.
Beproef alles en behoud het goede.
DE 6 GOUDEN TIPS VAN DE TWEEDE PIJLER:
EEN PRESTATIEGERICHTE MANIER VAN DENKEN
Bij topsport is de concurrentie scherp, de druk hoog en de marge smal. Het vraagt daarom om een op prestaties gerichte omgeving en een op prestatie gerichte manier van denken
Een prestatie gerichte manier van denken heeft de volgende belangrijke kernpunten.
1 Iedereen weet altijd wie verantwoorde- lijk is.
Dit is de basisvraag, die altijd als eerste moet worden gesteld. Wie krijgt de compli- menten en wie krijgt de feedback. Bij wie moet ik zijn.
2 Het draait om eerlijke evaluaties.
Geef feedback op topniveau aan iedereen (zowel positief als negatief).
3 Excuses zijn zinloos en werken vertragend.
Als je excuses gebruikt, dan hoef je geen evaluatie meer te houden. De reden van de prestatie is dan namelijk het gehanteerde excuus.
4 De leiding van een team of een organisa- tie gaat altijd voorop en laat voorbeeldge- drag zien.
5 Bepaal de prijs (inzet, keuze, tol) die betaald moet worden om te presteren.
Ben je bereid en volhardend genoeg om ten koste van deze prijs het succes te bereiken.
6 De verwachtingen moeten hoog zijn.
Volledig commitment is een vereiste.
Commitment betekent elke dag het maxi- male doen: onvoorwaardelijk (= zonder voorwaarden).
DE 10 GOUDEN TIPS VAN DE DERDE PIJLER:
HET SELECTEREN VAN DE JUISTE MENSEN
Alle talenten zijn goed in hun vaardigheden (voetbal, volleybal, muziek enz.). De scouting richt zich meestal uitsluitend hier op.
Of je uiteindelijk succesvol gaat worden, hangt van andere talenten af:
1 met tegenslagen kunnen omgaan 2 de gekozen koers en keuzes kunnen vasthouden
3 de consequenties van de keuze accepteren
4 discipline hebben
5 tot het uiterste kunnen gaan
6 jezelf kunnen ontwikkelen en naar een hoger niveau brengen
7 altijd gemotiveerd zijn & 100% je best doen
8 afleidingen kunnen weerstaan 9 kunnen samenwerken
10 gedrag positief kunnen veranderen na coaching en aanwijzingen.
Toppers hebben sportieve vaardigheden in combinatie met de top 10 andere talenten.
Gouden regels bij aansturing van topsporters De kans op succes neemt toe door het realiseren van steeds meer gouden tips
Toon Gerbrands
heeft als clubcoach in het volleybal meerdere landskampioenschap- pen en de Europacup gewonnen met Piet Zoomers. Met het Nederlands mannen volleybalteam werd hij in 1997 Europees Kampioen.
Tegenwoordig is hij algemeen directeur bij voetbalclub PSV. In de tijd als directeur van AZ behaalde de Alkmaarse club aan- sprekende resultaten:
het landskampioen- schap in het seizoen 2008 – 2009 en de bekerwinst in 2013.
