• No results found

Sport als passie. Pointmaker Volleybal

In document vt2 3 clinic. Van cmv naar senioren. (pagina 44-48)

45

Maart 2014

Francien Huurman vertelt over het leven als topvolleyballer.

Trainingen

De trainingsgroep van Pointmaker traint één maal per week, maar Aafke weet precies wat ze wil bereiken met een trainingsgroep.

Ze weet waar ze naar toe wil en vanuit daar gaat ze bouwen. Ze denkt in hoofdlijnen, ze denkt niet in stap voor stap. Ze kijkt juist naar wat er goed gaat.

Ze laat de hele techniek uitvoeren en kijkt vervolgens naar wat ze kan corrigeren en daar aan gaat ze werken. De correcties worden ook weer getraind in de totale uitvoering.

De hoofdzaken die aan bod komen op een training zijn techniek, taktiek, mentaal en fysiek.

Tijdens de warmingup van de training komen veel vormen van verplaatsing aan bod. Ook verplaatsingen die bij specifieke taken, zoals de veldverdedigingen of de aan-val, worden veelal getraind. Bij dit soort oefeningen maakt ze gebruik van zelf gefa-briceerde oefenmaterialen, bijvoorbeeld flexibele stukken PVC-buis. Ze kijkt naar wat haar spelers moeten leren en bedenkt daar een methode bij. Soms maakt ze gebruik van attributen.

Aafke is steeds op zoek naar nieuwe methodes. Het gaat dan niet om dwingende methodes, maar om stimulerende metho-des. Kinderen moet je juist stimuleren in plaats van ze “druk” op te leggen.

Bij Aafke wordt tijdens de warming-up alles al met een bal gedaan.

Er worden veel verschillende vormen van verplaatsing aangeboden, bijvoorbeeld hup-pelvormen, zijwaarts verplaatsen en loop-vormen, alles inclusief bal. Een andere vorm die veel wordt gedaan is spelen tegen de muur en dan weer terug dribbelen naar een lijn. Ook hanteert ze vormen waarbij de bal over het net wordt gespeeld, waarna achter de bal aan moeten gelopen; soms gebeurt dit met twee ballen tegelijk. Aafke geeft aan dat je bij alle vormen in de warming-up met of zonder bal ook een speedladder kan gebruiken.

Je moet wel eerst letten op de uitvoering van de bewegingen als de speedladder wordt gebruikt, dus eerst rechtop rustig en met een juiste arminzet oefenen en dan pas op de snelheid uitvoeren. Bij gebruik van een speedladder moet je wel variatie in de oefenstof aanbrengen. Dus principes als voorwaarts, achterwaarts en zijwaarts wor-den toegepast.

Vaak combineert Aafke tijdens de trai-ningen het gebruik van de speedladder met een aangegooide bal. Dus de spelers moe-ten door een speedladder heen en dan wordt de bal aangegooid.

Aafke is er geen voorstander van om met tweetallen over te spelen. Ze vindt dat ze zo dicht mogelijk bij het volleybal moet blijven en dat betekent dat er altijd onder een

A l s e r ve r s c h i l l e n z i j n i n h e t a a n l e re n t u s s e n d e ve re n i g i n g

e n j o u w a l s t ra i n e r, ka n j e a l s t ra i n e r ze g g e n : zo ka n h e t o o k , m a a r h i e r d o e j e h e t zo a l s h e t i s

vo o rg e d a a n

>>

Volley Techno 1

46

hoek gespeeld moet worden. Onder een hoek spelen is een basisprincipe in het vol-leybal. Een trainer dient altijd oefeningen te presenteren waarin dit principe aanwezig is. De kinderen die trainen bij Pointmaker zijn gewend aan dit principe. Ook zijn ze gewend aan complexe oefeningen waarin ze veel moeten verplaatsen, onder een hoek moeten spelen en moeten nadenken.

In plaats van het overspelen in tweetallen kan je wel twee met twee spelen. Dit bete-kent dat je twee speelsters aan iedere zijde van het net hebt en dat ze de bal in drie keer over het net moeten spelen.

Je kunt dan ook uiteindelijk twee tegen twee gaan spelen, wel met het principe dat de kinderen de bal in drie keer over het net moeten spelen. Aafke probeert zoveel moge-lijk balcontacten te krijgen in de trainingen.

Vaak zie je tijdens jeugdtrainingen dat de training erg statisch is en dat de kinderen in rijtjes staan, dus weinig balcontacten. Aafke vind juist dat trainingen dynamisch moeten zijn, kinderen moeten uitgedaagd en gesti-muleerd worden en dit kan juist met heel veel balcontacten.

Lussen

Tijdens haar jeugdtrainingen maakt Aafke vaak gebruik van het didactische principe van het lussen. Lussen wil zeggen dat je iets nieuws introduceert en je neemt het al

geleerde onderdeel hierin mee.

Bijvoorbeeld: je hebt de onderhandse techniek aangeleerd en je gaat verder met de verplaatsing. Als je dan de verplaatsing traint dan let je ook op de aangeleerd onderhandse techniek. Of meer in detail: je hebt als trainer het ritme van de aanvals-aanloop aangeleerd en je gaat verder met de laatste rempas van de aanvalsaanloop.

Als je dan deze laatste pas traint dan let je ook weer op het ritme van de aanloop.

Als je zo te werk gaat bij het aanleren van technieken dan gaat het niveau steeds meer omhoog.

Buddytraining

Wat tijdens de Pointmaker trainingen ook is geïntroduceerd zijn buddy trainingen.

Buddy training wil zeggen dat twee spelers samen gaan bespreken van wat er goed is gegaan en wat eventueel anders moet. Dit kan met behulp van opgenomen videobeel-den maar ook mondeling. Aafke is er van overtuigt dat deze vorm van training veel resultaat oplevert.

Allebei de spelers moeten gaan naden-ken over de techniek en ze leren feedback geven. Spelers leren dus feedback te geven aan de andere speler. Tijdens de feedback is belangrijk om openvragen te stellen, bij-voorbeeld: “Je heb dus nu de bal diagonaal geslagen, maar nu wil ik dat je de bal langs de lijn slaat. Hoe ga je dat nu doen?” De spe-lers leren door deze open vraagstelling zelf te zoeken naar oplossingen en oplossing worden niet voorgekauwd.

Dit kan ook niet want ieder lichaam is anders, dus de door de speler gevonden oplossing kan lichaam specifiek zijn. Je ziet dat de kinderen leren van de feedback, ze pakken snel de aangeboden handvaten op.

Natuurlijk komt dit ook omdat de kinderen gemotiveerd zijn. Ze steken er tijd in om naast hun gewone clubtrainingen ook te trainen bij Pointmaker.

Wat Aafke dit seizoen tijdens de buddy trainingen gaat introduceren is dat de kin-deren hun mobiel mee de zaal in nemen en dat ze elkaar gaan filmen tijdens het uitvoe-ren van technieken en bewegingen. Ze kun-nen dan direct na de uitvoering gaan dis-cussiëren over wat er goed gaat en wat er moet worden verbeterd. De kinderen leren

Ze s t e ke n e r t i j d i n o m n a a s t h u n

g e wo n e c l u b t ra i n i n g e n o o k t e t ra i n e n b i j

Po i nt m a ke r.

47

Maart 2014

den van jeugd: spelers tot een veelzijdige volleyballer maken. Een andere doelstelling van Aafke is het jongensvolleybal in de regio, waar Pointmaker traint, goed op de kaart te zetten.

Tijdens de trainingen bij Pointmaker trainen alle spelers op alle posities. Iedere speler gaat spelverdelen, is libero en valt aan.

Tijdens de trainingen komen alle spelers van positie 1 ingelopen voor het spelverde-len. Alle spelers kunnen het 1-5 systeem spe-len in alle functies. Als de bal moet worden overgenomen wordt dat gedaan door de libero.

Als kinderen bij Pointmaker komen trai-nen zoekt Aafke ook contact met de vereni-gingstrainers. De meeste van deze trainers kent ze intussen wel vanuit de regio. Ook worden de verenigingstrainers uitgenodigd om te komen kijken bij de trainingen. Aafke vindt het belangrijk dat er een goed contact is tussen de verenigingstrainers van de kin-deren en haar.

Ook is er een goed contact met de ouders van de kinderen. Ze zijn erg belangrijk, want de ouders moeten de randvoorwaarden invullen zodat de kinderen kunnen komen trainen.

De Haaglanden Talenten Trainingen

Aafke is op zondag actief als trainster bij de Haaglanden Talententrainingen. Dit seizoen trainen er zes groepen onder de vlag van de Stichting HTT Volleybal (www.htt-volleybal.

nl), die als doelstelling heeft het niveau van het jeugdvolleybal in Haaglanden te vergro-ten door het organiseren van talenvergro-tentrai- talententrai-ningen. Aafke traint daar groepen jongens.

door middel van deze buddy training goed om te gaan met feedback.

Zelf wil Aafke ook altijd ook feedback hebben. Ze kijkt kritisch naar haar eigen trainingen. Elke training wordt vooraf voor-bereid en na afloop voorzien van een evalu-atie. Ook is er een kwaliteitszorgenquête gehouden. Zowel de kinderen als de ouders zijn positief over de aangeboden methodie-ken, didactische aanpak en oefenstof.

Pointmaker en de verenigingen

Een vraag die in het interview naar voren kwam was, hoe Aafke omgaat met het feit dat de kinderen bij de vereniging technie-ken wellicht op een andere manier worden aangeleerd dan dat Aafke zelf doet.

Als dit het geval is dan vertelt ze haar speler dat iedere trainer en vereniging hun eigen visie hebben. Ze wil de spelers die komen trainen bij Pointmaker tot veelzijdi-ge volleyballers maken. Ze moeten uiteinde-lijk alles kunnen, want ze wil dat ze met het rechterbeen voor kunnen passen, maar ook met hun linkerbeen voor kunnen passen.

De welbekende (volleybal)rugzak moet vol zitten met technieken, reacties, verplaat-singen, tactieken, oplossingen en

waarne-mingen. Dat is ook haar idee van het oplei- >>

Volley Techno 1 Medisch

48

ss

en inzicht in de lichaamscontrole bij de plank waarbij 1 arm en 1 been van de grond waren. Bij het afspringen van een verhoging werd getest of er sprake was van

knie-inversie

Met het ondergaan van dit soort tests zou het kunnen zijn dat er eventuele kingen naar voren komen. Dit soort afwij-kingen kunnen blessures veroorzaken.

Preventief worden er dan preventie-oefe-ningen mee gegeven zodat de kans op bles-sures wordt verkleind. Mochten er speler toch geblesseerd raken dan kunnen ze terecht bij deze fysiotherapeut. Ook kunnen spelers in een database de benodigde ver-sterkende oefeningen opvragen die speci-fiek voor hun zijn samengesteld.

Aafke wil ook gebruik gaan maken van een app waarin oefeningen staan om je enkels te versterken. Ook het gebruik van oefentollen wil ze standaard gaan invoeren op de Pointmaker trainingen.

Conclusie:

Met de toevoeging van zaken zoals voeding, krachttrainingen en blessurepreventie wor-den de trainingen waardevoller en ontwikkel je jezelf ook als trainer.

Facetten rondom de training

Niet alleen het volleybalspel komt aan de orde bij Pointmaker. Tijdens trainingen wordt er ook aandacht besteed aan kracht-training, blessurepreventie en voeding.

De kracht en stabilisatie training wordt uit-gevoerd met behulp van eigen gewicht.

Oefeningen die aan bod komen zijn bij-voorbeeld de plank: steunen met de handen op een bank en dan trapsgewijs er af en er op, wordt ook vaak uitgevoerd. Je zou dit ook kunnen doen met je handen op een volley-bal. Daar heb je meer stabiliteit voor nodig, zodat er veel spiergroepen moeten worden aangesproken.

Aafke is ook een voorstander om stabili-teitsoefeningen (bijvoorbeeld staan op één been met de andere knie opgetrokken) te laten uitvoeren met de ogen dicht. Je ogen zijn de eerste zintuigen en als deze niet meedoen dan geef je een andere dimensie aan de oefeningen.

Er wordt veel getraind op voetenwerk, in verplaatsingen en met hoge snelheid en veel wendbaarheid. Vormen als traplopen, ladderoefeningen, go for the ball vormen leveren hieraan een grote bijdrage.

Voeding

Afgelopen seizoen is er een workshop gege-ven, door een diëtiste, over voeding en sport.

Ook is Francien Huurman op de trainingen geweest om te vertellen wat er nodig is om een topsporter te worden en een inkijkje te geven in het leven van een topsporter.

Hierbij speelt voeding een grote rol. Door dit soort bijeenkomsten voor haar trai-ningsgroep te organiseren hoopt

Pointmaker bij te dragen aan het besef van spelers en ouders dat ook voeding een zeer belangrijke rol speelt in sport.

Vooral de ouders moeten dit beseffen. Zij moeten ook de kinderen brengen en halen, ze financieel ondersteunen en koken ook vaak voor ze.

Blessure preventie

Aafke vindt dat blessure preventie begint bij een goede warming-up. Dit is de basis van alles. Ze probeert haar trainingsgroepen dit te laten beseffen.

Sinds kort is er een samenwerking met Corpus Activum fysiotherapie. De gehele trainingsgroep heeft hier een algemene fysieke test ondergaan. De fysieke test gaf inzicht in de spronghoogte met 1 en 2 benen

D at i s o o k h a a r i d e e va n h e t o p l e i d e n va n j e u g d : s p e l e r s t o t

e e n ve e l z i j d i g e vo l l ey b a l l e r

m a ke n .

vt

In document vt2 3 clinic. Van cmv naar senioren. (pagina 44-48)