• No results found

Acht-stappenplan Techniekvorming

In document vt2 3 clinic. Van cmv naar senioren. (pagina 39-42)

Als theoretisch kader schetste Leenders een plan dat bestaat uit de volgende stappen:

1 Algemene balvaardigheid :

Balgevoel, balbaanherkenning en timing.

2 Sportspeci eke balvaardigheid:

Grove basisbewegingen voor de technieken.

3 Onderdelen van een techniek trainen:

Finetunen met keywords.

4 Volledige techniek:

Trainen met het accent op een onderdeel.

5 Herhalen:

Inslijpen/automatiseren/perfecte uitvoering.

6 Weerstand verhogen:

Oefeningen moeilijker te maken.

7 Game-like:

Onderdeel van een wedstrijdsituatie.

8 Play-like:

Toepassen in wedstrijdsituatie.

Tekening 1 Tekening 3

Tekening 2

Voorbereiding op onderarms: balbaan herkenning.

7.

Idem 6, maar nu op linkerschouder spelen.

Altijd alles links en rechts oefenen!

>>

Volley Techno 1

40

13.

Drietal met drie ballen.

A start met twee ballen.

A gooit eerste bal naar P en deze passt naar B; B gooit bijna gelijk-tijdig bal naar P en P passt naar A; A gooit gelijktijdig zijn tweede bal naar P. P passt naar B enzovoort.

In welk tempo lukt het nog?

(tekening 7)

14.

Drietal. Twee spelers met bal.

A en B slaan beurtelings een bal met topspin die door P onder-arms terug gespeeld wordt.

(tekening 8)

Tekening 7

Tekening 8

Tekening 9

Tekening 10

12.

Idem als 11, maar nu de bal die vanaf het net gespeeld wordt, diagonaal spelen.

11.

Met een drietal in een vierkant spelen. Aan het net bovenhands en de bal lood-recht op net spelen; in achter-veld bal onderarms diagonaal weer naar net spelen. Loop naar de lege plek.

Variant: als je naar achteren loopt, dan halverwege draaien.

Tekening 6: boven zijn de looplij-nen en onder de balbalooplij-nen aangegeven.

Variant: bal vanaf het net nu diagonaal spelen en in achter-veld recht naar het net.

Tekening 6

8.

Met tweetallen boven-hands spelen in een vier-kant. Na het spelen van de bal verplaatst de speler zich zijwaarts.

Voor de oefeningen 8 en 9 zie tekening 4.

9.

Idem 8, maar A speelt bovenhands en B buiten het lichaam onderarms terug. B verplaatst laag met kleine zij-waartse passen.

10.

Drietallen. Bal onder-arms naar de overkant, achter de bal aan lopen en hal-verwege draaien en achter-waarts verder. Bal mag zowel links als rechts van het lichaam gespeeld worden. (tekening 5)

Tekening 4

Tekening 5

41

Maart 2014

15.

Drietal. Twee spelers met B slaat bal met topspin naar P en bal.

ongeveer gelijktijdig gooit A zijn bal naar B.

P passt naar A. A speelt bal bovenhands halverwege naar P. P verplaatst zich snel en speelt bovenhands terug. Daarna ver-plaatst P zich snel terug om de volgende bal van B weer onder-arms te kunnen spelen.

(Moment dat P naar achteren gaat, is moment waarop B de bal voor zichzelf opgooit)

(tekening 9)

16.

Aanloop smash.

Drietal met één bal. Er ligt een matje gedeeltelijk op de driemeterlijn (zie tekening 10).

Bij A twee spelers. A toetst voor zichzelf en slaat dan bal met topspin naar B. B speelt onder-arms terug naar A2 (A1 is al rich-ting positie B).

Nadat B de bal onder-arms naar A heeft gespeeld, maakt B een aanloop en maakt de aanvalspas over de mat (rechtshandigen dus rechts links) en maakt aanvalssprong bij het net en loopt daarna door naar positie A.

Variant: mat eventueel in lengte leggen).

17.

Drietallen met één bal. A1 slaat bal naar B; B onder-arms tot halverwege; A1 geeft set-up naar B en B slaat bal naar A2. B geeft set-up aan A2.

Enzovoort.

Tekening 11 laat links de balba-nen zien en rechts de looplijbalba-nen.

18.

Drietallen met één bal.

Ritme

is: aanval – pass- set-up.

A slaat bal op B; ene B passt en de niet passende B steekt over en wordt dus een A. Een van beide A speelsters geeft set-up; B valt aan op een van beide A speelsters; niet passende A steekt over. Enzovoort.

Tekening 12.

19.

VijftalIn één hoek van het veld twee speel-sters waarvan de voor-ste de bal heeft en in de overige hoeken van het veld één speelster.

Speelsters aan het net slaan de bal diagonaal.

De speelster in de ande-re hoek komt tot halver-wege het veld inlopen (soort penetrant) om de verdedigde bal naar het net te spelen.

Als je vanaf het net komt, loop je naar de plek die door de pene-trant is verlaten.

Als je set-up hebt gege-ven, loop je naar de plek waar je de set-up hebt gespeeld.

In tekening 13 boven de balbanen en onder de looplijnen.

13.

Drietal met drie ballen.

A start met twee ballen.

A gooit eerste bal naar P en deze passt naar B; B gooit bijna gelijk-tijdig bal naar P en P passt naar A; A gooit gelijktijdig zijn tweede bal naar P. P passt naar B enzovoort.

In welk tempo lukt het nog?

(tekening 7)

14.

Drietal. Twee spelers met bal.

A en B slaan beurtelings een bal met topspin die door P onder-arms terug gespeeld wordt.

(tekening 8) gespeeld wordt, diagonaal spelen.

11.

Met een drietal in een vierkant spelen. Aan het net bovenhands en de bal lood-recht op net spelen; in achter-veld bal onderarms diagonaal weer naar net spelen. Loop naar de lege plek.

Variant: als je naar achteren loopt, dan halverwege draaien.

Tekening 6: boven zijn de looplij-nen en onder de balbalooplij-nen aangegeven.

Variant: bal vanaf het net nu diagonaal spelen en in achter-veld recht naar het net.

>>

Volley Techno 1 Medisch

42

In de regio Oost ver-zorgen Roy Wassen en Henk Goor de vt2 en de vt3 cursus-sen. Op dit moment staan de maanden mei en juni in de regio Oost in het teken van beachvolleybal.

Met de Train de Beachtrainer (TBT)

oplei-ding bieden we trainers de mogelijkheid zich te ontwikkelen als beachvol-leybaltrainer. Hieronder vind je de data, tijden en locaties waar de TBT oplei-dingen in 2015

plaatsvinden.

Aanmelden en meer infor-matie via de website www.scope-volleybal.nl of www.goactivesports.nl.

Opleidingsaanbod Regio Oost

OPLEIDINGEN IN DE REGIO

In document vt2 3 clinic. Van cmv naar senioren. (pagina 39-42)