• No results found

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DOMINICUS SAVIO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DOMINICUS SAVIO"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET

ONDERZOEK IN HET KADER VAN

DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DOMINICUS SAVIO

Locatie(s) :Dominicus Savio

Brinnr. :10HB

Plaats :3842 EH Harderwijk

Onderzoeksnummer :16225 Datum onderzoek :12-1-2012 Datum vaststelling rapport :12-3-2012

(2)

1. INLEIDING

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die

onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.

In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken:

 De voorwaarden van VVE

 De ouders

 De kwaliteit van de educatie

 Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden

 Het pedagogisch klimaat

 Het educatief handelen

 De ontwikkeling, zorg en begeleiding

 De kwaliteitszorg

 De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool

 De resultaten van VVE

Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig

Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk

Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen

Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.

Dit rapport is gebaseerd op versie 2.2 van het VVE-toezichtkader (zie de internetsite van de onderwijsinspectie).

Opbouw van het rapport

Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen

(indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4.

Groepsinformatie kleutergroepen

Groepsinformatie kleutergroepen: Aantal kleuters in groep a: 19, waarvan 2 doelgroepkleuters Groepsinformatie kleutergroepen: Aantal kleuters in groep b: 22, waarvan 4 doelgroepkleuters Groepsinformatie kleutergroepen: Aantal kleuters in groep c: 19, waarvan 2 doelgroepkleuters Groepsinformatie kleutergroepen: Aantal kleuters in groep d: 18, waarvan 4 doelgroepkleuters Context

Basisschool Dominicus Savio ressorteert met nog 26 scholen in de Stichting Katholiek Onderwijs Flevoland Veluwe (SKOFV). De school is gevestigd in een wijk waar het aantal meertalige

leerlingen hoger ligt dan elders in Harderwijk. Hierdoor, maar ook doordat peuterspeelzaal Nijntje is gevestigd op dezelfde locatie als die, waar een aantal groepen uit de bovenbouw van de

Dominicus Savio is ondergebracht (H.K. Pootstraat), weten ouders van meertalige leerlingen relatief makkelijk de weg te vinden naar deze school. Basisschool Dominicus Savio onderkent dan ook een groei van deze groep leerlingen maar signaleert tevens dat deze groei in de toekomst mogelijk zal stagneren en wellicht verminderen. De school beschouwt zichzelf niet als een school waar VVE-uitgangspunten leidend of bepalend zijn in de kleutergroepen.

(3)

Omdat de Dominicus Savio geen gericht VVE-beleid heeft gevoerd, is geen onderwijsaanbod vastgelegd dat vorm krijgt met behulp van een integraal VVE-programma.

In het onderwijsleerproces en de schoolorganisatie is echter wel zichtbaar aandacht voor kenmerken die samenhangen met die (instromende) groep leerlingen, die behoort tot de doelgroep. Dit is met name het geval waar het de taalontwikkeling van de leerlingen betreft. De school participeert daarnaast in een aantal maatschappelijke overleggen, bijvoorbeeld in het platform Samen Kansrijk. Ook onderhoudt zij contacten met Stichting Navitas en Welzijn op Maat.

Tijdens het onderzoek is gezien dat de indicatoren die samenhangen met de kwaliteit van de uitvoering van VVE (educatief handelen en pedagogisch klimaat) van voldoende niveau zijn. Ook de indicatoren van het aspect ontwikkeling, zorg en begeleiding ten behoeve van de leerlingen in de vroegschool, zijn van voldoende kwaliteit. Een en ander hangt samen met schoolbrede ontwikkelingen die al geruime tijd geleden zijn ingezet op de school.

De ouders worden regelmatig geïnformeerd over de vorderingen en de ontwikkelingen van hun kinderen. Dat gebeurt echter niet vanuit de inhouden van VVE.

Verbeterpunten liggen voornamelijk in de doorgaande lijn en de kwaliteitszorg. Expliciete VVE- inhouden zijn daar niet aangetroffen. Ook de opbrengsten van de leerlingen uit de doelgroep die de school instromen, worden niet expliciet gevolgd of geanalyseerd.

Toch is er wel behoefte aan overleg met de voorschool, zo werd duidelijk tijdens dit onderzoek.

Een concreet voorbeeld daarvan is dat de overdrachtsformulieren die instromende kleuters meekrijgen van de voorschool, ook leidt tot vragen van de leraren in groep 1.

(4)

3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS

Naam gemeente Harderwijk

A CONDITIES Dominicus

Savio A1 Een integraal VVE-programma

A1.1 Naam/namen van programma(s) nvt

A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") - A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten

A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het vve-programma) 2

B OUDERS Dominicus

Savio

B1 Gericht ouderbeleid 2

B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 2

B3 Intake 3

B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen 3 B5 Participatie in VVE-activiteiten in de vroegschool 2

B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 3

B7 Rekening houden met de thuistaal -

De school richt in de groepen 1 en 2 haar onderwijs in met behulp van een beredeneerd aanbod dat zij heeft vastgelegd met behulp van leerlijnen. De leerlingen worden gevolgd met een systematisch gebruikt observatie-instrument. Het aanbod wordt ook dan ook mede bepaald met behulp van de gegevens uit de toetsing en observaties. Er is geen integraal VVE-programma in de vroegschool. Specifieke scholing wordt dan ook niet gevolgd door de leerkrachten (A5.4).

Omdat de school zichzelf geen VVE-school noemt, is geen ouderbeleid vastgelegd dat is gericht op de principes van de VVE (B1). Kenmerken hiervan zijn onder andere dat een analyse van de ouderpopulatie (op het gebied van taalachtergrond en opleidingsniveau), alsmede de wensen van de ouders en de eigen doelstellingen van de school, leiden tot concreet ouderbeleid.

Ouders van VVE-leerlingen krijgen geen informatie die betrekking heeft op de inhouden van VVE.

Ook in de reguliere informatie die de school biedt, zoals de schoolgids en het schoolplan, ontbreken noties die daarmee samenhangen (B2).

De school heeft vanuit Welzijn op Maat, mogelijkheden ingezet om te zorgen voor extra

ondersteuning voor leerlingen en gezinnen waar een taalachterstand is. Hoewel dit een zinvol en betekenisvol project is, is het ook kwetsbaar omdat het tijdelijk van aard is en afhankelijk van stagiaires en vrijwilligers.

De intake van nieuwe leerlingen op de school en het stimuleren van activiteiten thuis is in

voldoende mate aanwezig, maar er zijn er geen gerichte VVE-activiteiten in de vroegschool, zoals informatie- of themabijeenkomsten over VVE-gerelateerde onderwerpen of uitleen van

(spel)materialen of boeken die aansluiten bij het aanbod in de vroegschool (B5). De school informeert ouders consequent over de ontwikkeling van hun kinderen in bijvoorbeeld tienminutengesprekken en ook bij de start van het schooljaar, na ongeveer zes weken.

(5)

C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE Dominicus Savio

C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma

C1.1 Een integraal VVE-programma 2

C1.2 Werken met een doelgerichte planning 3

C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend 3 C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd 3 C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat

C2.1 Het pedagogisch handelen van de leerkrachten is respectvol 3 C2.2 De leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen 3 C2.3 De leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke

competenties van de kinderen

3 C2.4 De leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind 3 C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-

uitlokkend 3

C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen

C3.1 Het educatief handelen van beide leerkrachten is goed op elkaar afgestemd 3 C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten voor de

taalontwikkeling uitgevoerd

3 C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen 3 C3.4 De leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en

verrijken het spelen en werken

3 C3.5 De leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag

(strategieën) bij de kinderen

3 C3.6 Het gedrag van de leerkrachten met de kinderen is responsief 3 C3.7 De leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen

3

De groepen 1 en 2 werken niet met integraal VVE-programma maar kennen wel een doelgerichte planning van het aanbod. Deze planning wordt bijgesteld wanneer dat nodig is, onder andere wanneer de afstemming op de verschillen tussen de leerlingen dat vraagt.

Tijdens het bezoek van de inspectie in de groep, is gezien dat de wijze waarop de leraar vorm gaf aan het onderwijsaanbod, het educatief handelen en het pedagogisch klimaat, op alle onderdelen van voldoende kwaliteit was.

Het team heeft leren werken met een groepsplanning ten behoeve van het onderwijsaanbod. Deze planning gaat uit van een groepsoverzicht waarin de verschillen tussen de leerlingen, alsmede de koppeling van de leerinhouden en de leerdoelen aan de leerlijnen zichtbaar zijn. Naast de

afstemming op de verschillen tussen de leerlingen, is ook de wijze waarop de zorg en begeleiding vorm krijgt zichtbaar.

D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG Dominicus Savio

D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep

D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 3 D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en

het individuele kind 3

D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 3 D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling 3 D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen

D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg

3

D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren 3

(6)

Er is een deugdelijk volgsysteem in gebruik waarmee de kleuters worden gevolgd in hun prestaties en ontwikkelingen. Dit schooljaar is de toetsing voor kleuters uitgebreid zodat de kinderen ook hier nauwkeuriger kunnen worden gevolgd.

De zorg en begeleiding van de kinderen in groep 1 en 2 is geïntegreerd in het zorgsysteem van de school. Op alle indicatoren is in voldoende mate zichtbaar dat de vroegschool hier vorm aan geeft.

Naast de reguliere zorg en begeleiding zet de school een aantal extra mogelijkheden in om de taalontwikkelingen van de kinderen met een achterstand te stimuleren in de kleutergroepen. Ook de mogelijkheden om de externe zorg in te schakelen worden aantoonbaar benut, bijvoorbeeld via het zorgteam.

E KWALITEITSZORG BINNEN DE VROEGSCHOOL Dominicus Savio

E1 Er is VVE-coördinatie in de vroegschool 2

E2 De vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig 2 E3 De vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen 2 E4 De vroegschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en

voert die aantoonbaar en planmatig uit 2

E5 De vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie 2 E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE gekeken 2 Bij het inspectiebezoek dat is uitgevoerd in januari 2011, zijn de meeste indicatoren van de kwaliteitszorg als voldoende beoordeeld. Binnen de cyclus van kwaliteitszorg zijn echter geen VVE- inhouden opgenomen. Coördinatie van VVE-inhouden in de vroegschool, alsmede een evaluatie van VVE-inhouden zijn er niet (E1, E2).

De school evalueert wel de opbrengsten van alle kinderen, ook die in de groepen 1 en 2. Zij heeft het voornemen de uitbreiding van de toetsresultaten in deze groepen, in te zetten om

trendanalyses nauwkeuriger te kunnen maken om het opbrengstgericht werken te versterken binnen de gehele school. Tegelijk is er echter geen specifieke evaluatie van opbrengsten die voor de leerlingen uit de doelgroep gelden. Daarmee ontbreekt het zicht op de resultaten van juist deze kinderen.

De overige VVE-inhouden en –uitwerkingen, zoals systematische evaluatie van processen en resultaten vormen geen herkenbaar onderdeel van de reguliere kwaliteitszorg binnen de school.

Dit betekent ook dat geen VVE-verbetermaatregelen zijn aangetroffen. Ook borging van

gerealiseerd VVE-kwaliteit is er niet. Deze indicatoren vormen ontwikkelpunten voor de school (E4, E5, E6).

F DOORGAANDE LIJN Dominicus Savio

F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 2 F3 De basisschool wint doelmatige informatie in bij de voorschool over de

instromende peuters en maakt daar aantoonbaar gebruik van

2 F4 Het aanbod van de vroegschool is afgestemd op dat van de voorschool 2 F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de vroegschool is

afgestemd op dat van de voorschool

2 F6 De manier om met ouders om te gaan op de vroegschool is afgestemd op die van de voorschool

2 F7 De interne begeleiding en zorg op vroegschool zijn afgestemd op die van de

voorschool 2

Tussen de kinderspeelzalen waarvan kleuters instromen in basisschool Dominicus Savio, en de vroegschool zijn geen inhoudelijke contacten die de uitvoering van VVE betreffen. Er is geen

(7)

dit aspect als verbeterpunt aangemerkt (F1 tot en met F7).

G OPBRENGSTEN VAN VVE Dominicus Savio

G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijk afspraken nvt

G2 De resultaten zijn van voldoende niveau nvt

G3 Verlengde kleuterperiode 3

Op gemeentelijk niveau zijn geen afspraken gemaakt over de resultaten. De inspectie beoordeelt deze indicatoren daarom niet (G1 en G2).

4. VERVOLGAFSPRAKEN.

Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 3 F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool 3 F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een ‘warme’ overdracht

Door het ontbreken van coördinatie tussen voor- en vroegschool ligt het in de lijn dat ook geen sprake is van een inhoudelijk overleg waarin naast uitwisseling van ervaringen

Ontwikkelpunt is om het ouderbeleid verder uit te werken aan de hand van een analyse van de ouderpopulatie en daarbij onder andere aandacht te besteden aan de volgende zaken: de

Wel is in de groepen 1 en 2 sprake van een ondersteunend pedagogisch klimaat en de school heeft zodanige contacten met de externe zorgketen dat deze, zowel voor de school als voor

Hoewel de indicatoren dus in voldoende mate zijn aangetroffen in de kwaliteitszorg, zijn deze in de school niet altijd geëxpliciteerd in termen van de vroegschoolse educatie. In

A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) 3 A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands 3 A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend

(F4, F5, F6 en F7) Over het aanbod, pedagogisch klimaat, educatief handelen, ouderbeleid en interne zorg en begeleiding zijn geen afspraken gemaakt met de voorschool.

F DOORGAANDE LIJN Bs De Kindervriend F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 2 F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool 2 F3 De basisschool