• No results found

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aan: Dow Benelux B.V.

Postbus 48

4530 AA Terneuzen

Kenmerk: W-AOV170130 / 00159545 Afdeling: Vergunningverlening Datum: 2 juni 2017

Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1, lid 1 onder a en e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor Dow Benelux B.V.

Samenvatting besluit

Wij hebben besloten om op 1 juni 2017 op verzoek van Dow Benelux B.V., gevestigd aan de Herbert H. Dowweg 5 te Hoek de gevraagde vergunning voor het bouwen en in werking hebben van een fuelgascompressor bij de LHC-1 fabriek, te verlenen.

(2)

Inhoud

1. Besluit...3

1.1 Onderwerp...3

1.2 Besluit...3

1.3 Procedure...3

1.4 Ondertekening en verzending ...3

1.5 Rechtsmiddelen...4

1.6 Afschriften ...4

2. Voorschriften ...5

Bouwen ...5

2.1 Algemeen ...5

3. Procedurele overwegingen...6

3.1 Gegevens aanvrager...6

3.2 Projectbeschrijving ...6

3.3 Bevoegd gezag ...6

3.4 Volledigheid aanvraag en opschorting procedure ...6

3.5 Procedure regulier...6

3.6 Adviezen...6

3.7 Activiteitenbesluit milieubeheer ...7

3.8 Coördinatie met de Waterwet...7

3.9 Leges...7

4. Inhoudelijke overwegingen milieu...8

4.1 Toetsing voorwaarden Wabo ...8

4.2 Conclusie...9

5. Inhoudelijke overwegingen bouwen ...10

5.1 Inleiding ...10

5.2 Toetsing...10

5.3 Conclusie...10

(3)

Herbert H. Dowweg 5 te Hoek Pagina 3 van 10 W-AOV170130/00159545

1.1 Onderwerp

Wij hebben op 1 maart 2017 een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de inrichting ontvangen van Dow Benelux B.V.. Het betreft het bouwen en in werking nemen van een fuelgascompressor binnen de LHC-1 fabriek. De aanvraag gaat over Herbert H. Dowweg 5 te Hoek. De aanvraag is geregistreerd onder nummer W-AOV170130.

Concreet wordt verzocht om een vergunning ex artikel 2.1, lid 1, onder:

a. het bouwen van een bouwwerk;

e. het oprichten, het veranderen of verandering van de werking of het in werking hebben van een inrichting of een mijnbouwwerk.

1.2 Besluit

Wij besluiten, gezien de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de daarop betrekking hebbende

uitvoeringsbesluiten en -regelingen aan een (omgevings)vergunning:

I. op grond van artikel 2.1, lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht te verlenen voor:

 het bouwen van een fuelgascompressor.

II. op grond van artikel 2.1, lid 1 onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht te verlenen, voor:

 het in werking nemen van een fuelgascompressor bij de LHC-1 fabriek.

III. aan deze vergunning voorschriften te verbinden die zijn opgenomen in hoofdstuk 2 van deze vergunning.

1.3 Procedure

Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo.

1.4 Ondertekening en verzending

Gedeputeerde staten van Zeeland, namens dezen,

hoofd afdeling Vergunningen mevr. mr. ing. I. Jansen

(4)

1.5 Rechtsmiddelen

Belanghebbenden kunnen schriftelijk bezwaar maken tegen dit besluit bij Gedeputeerde Staten van Zeeland, t.a.v. de secretaris van de commissie voor bezwaarschriften, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg

In het bezwaarschrift dient ten minste te worden opgenomen:

- de naam van degene die bezwaar maakt;

- het adres van degene die bezwaar maakt;

- het besluit waartegen bezwaar wordt ingesteld (datum en kenmerk en indien mogelijk een kopie van het besluit);

- de reden waarom bezwaar wordt ingesteld en;

- de dagtekening van het bezwaarschrift.

Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend. Het bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt worden ingediend. Bekendmaking is de dag na de datum van verzending van het besluit. Overschrijding van de termijn kan ertoe leiden dat met uw bezwaren geen rekening wordt gehouden.

Het besluit treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking. Bekendmaking geschiedt door toezending van het besluit. Volledigheidshalve wordt erop gewezen dat het bezwaar niet de werking van het besluit schorst. Er bestaat de mogelijkheid een verzoek te doen tot het treffen van een voorlopige voorziening (conform artikel 8:81, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht). In dat geval treedt de beschikking niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. Een verzoek om voorlopige voorziening wordt gericht aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West Brabant, locatie Breda, team bestuursrecht, Postbus 90006, 4800 PA Breda. Voor de behandeling van het verzoek is griffierecht verschuldigd.

.

1.6 Afschriften

De volgende instanties hebben een kopie van deze beschikking gekregen:

 Het college van burgemeester en wethouders van Terneuzen;

 Veiligheidsregio Zeeland;

 Rijkswaterstaat Zee en Delta;

 Inspectie Leefomgeving en Transport;

 Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

(5)

Herbert H. Dowweg 5 te Hoek Pagina 5 van 10 W-AOV170130/00159545

Bouwen

2.1 Algemeen

2.1.1 Op verzoek van het team Vergunningen en Handhaving van de gemeente Terneuzen toont u de omgevingsvergunning.

2.1.2 Ten minste twee werkdagen voor de aanvang van de werkzaamheden meldt u start van de werkzaamheden, met inbegrip van de ontgravingswerkzaamheden.

2.1.3 Uiterlijk op de eerste werkdag na de dag van beëindiging van de werkzaamheden meldt u de werkzaamheden gereed.

2.1.4 Het tijdstip van aanvang van de bouwwerkzaamheden en van de beëindiging van de werkzaamheden kunt u melden via het digitale formulier op de website van de gemeente Terneuzen. U vindt dit op onze website: www.terneuzen.nl -> inwoners -> bouwen ->

start- of gereedmelding bouw/sloop.

2.1.5 U begint pas met bouwen nadat door of namens het bevoegd gezag voor zover nodig:

het straatpeil en/of de rooilijnen en/of de bebouwgrenzen zijn aangegeven.

2.1.6 U bouwt conform het Bouwbesluit en de Bouwverordening tenzij de vergunning het bouwen in afwijking van Bouwbesluit en Bouwverordening uitdrukkelijk toestaat.

2.1.7 Wij verzoeken u aanvullende gegevens, drie weken voor aanvang van de betreffende werkzaamheden, in te dienen via het Omgevingsloket Online (Olo) of via email (e-mail adres bouwen@terneuzen.nl), indien u de aanvraag niet via het Olo heeft gedaan.

(6)

3. Procedurele overwegingen

3.1 Gegevens aanvrager

Op 1 maart 2017 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de inrichting als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van Dow Benelux B.V., Herbert H. Dowweg 5, 4542 NM te Hoek.

3.2 Projectbeschrijving

Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: het bouwen en in werking nemen van een fuelgascompressor bij de LHC-1 fabriek. Deze compressor is voorzien om het “overbodige” methaan uit het 3,5 bar-net te comprimeren tot 12 bar om het vervolgens op het 8 bar-net te steken. Een uitgebreide projectomschrijving is opgenomen in de aanvraag om vergunning.

De vergunning heeft betrekking op een inrichting die valt onder categorie 4.3 onder a van onderdeel C van bijlage I bij het Besluit omgevingsrecht. De inrichting is daarom vergunningplichtig.

3.3 Bevoegd gezag

Wij zijn het bevoegd gezag dat de omgevingsvergunning verleent of (gedeeltelijk) weigert. Dat is op basis van artikel 2.4 van de Wabo. Gedeputeerde Staten zijn bevoegd gezag voor de inrichting. Dit volgt uit artikel 2.4 van de Wabo juncto artikel. 3.3 lid 1 van het Bor. De activiteiten van de inrichting zijn genoemd in Bijlage I onderdeel C categorie 4.3 onder a van het Bor en daarnaast betreft het een inrichting waartoe een IPPC-installatie behoort en waarop het Besluit risico's zware ongevallen 2015 van toepassing is.

3.4 Volledigheid aanvraag en opschorting procedure

Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen.

3.5 Procedure regulier

Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij op 22 maart 2017 conform artikel 3.8 Wabo van de aanvraag kennis gegeven in het provinciaal blad (www.officielebekendmakingen.nl).

Wij hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de beslistermijn van 8 weken te verlengen met 6 weken als bedoeld in artikel 3.9, lid 2 Wabo. Van deze verlenging is op 26 april 2017 kennis gegeven op internet: www.officielebekendmakingen.nl.

3.6 Adviezen

In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede

(7)

Herbert H. Dowweg 5 te Hoek Pagina 7 van 10 W-AOV170130/00159545

advies van de Veiligheidsregio Zeeland is een beoordeling van de aanvraag vanuit het oogpunt veiligheid en zij zien geen aanleiding om nader te adviseren.

Op 31 maart 2017 hebben wij een advies ontvangen van Rijkswaterstaat Zee en Delta. Het advies van Rijkswaterstaat Zee en Delta is een beoordeling van de aanvraag vanuit het oogpunt afvalwater en ook zij zien geen aanleiding om nader te adviseren.

Op 4 april 2017 hebben wij een advies ontvangen van de gemeente Terneuzen. Het advies van de gemeente Terneuzen is een toetsing aan het geldende bestemmingsplan “Dow, Mosselbanken en Logistiek Park” en het bouwdeel. De beoordeling van deze aspecten zijn opgenomen in de overwegingen van het bouwdeel van deze vergunning.

3.7 Activiteitenbesluit milieubeheer

In het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) zijn voor bepaalde activiteiten die binnen inrichtingen plaats kunnen vinden, algemene regels opgenomen. Deze regels zijn direct werkend en mogen niet in de omgevingsvergunning worden opgenomen.

In bijlage I, onderdelen B en C van het Bor wordt aangegeven of voor een inrichting een vergunningplicht geldt.

Op 1 januari 2013 is het Activiteitenbesluit gewijzigd en kan sindsdien ook op inrichtingen met een IPPC-installatie van toepassing zijn. Op type C inrichtingen, die vergunningplichtig zijn, kunnen bepaalde artikelen uit het Activiteitenbesluit van toepassing zijn. Dit betekent dat bepaalde voorschriften uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Activiteitenregeling een rechtstreekse werking hebben en niet in de vergunning mogen worden opgenomen.

De inrichting waarvoor vergunning is aangevraagd, wordt aangemerkt als een type C inrichting. Binnen Dow vinden activiteiten plaats die vallen onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit.

Op basis van artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit moet de verandering van de inrichting worden gemeld. De aanvraag wordt ten aanzien van de activiteiten die onder het Activiteitenbesluit vallen aangemerkt als melding.

Voor de aangevraagde activiteiten houdt dit in dat - voor zover deze betrekking hebben op de genoemde (deel)activiteiten - moet worden voldaan aan afdeling 2.4 van het Activiteitenbesluit en de daarin opgenomen verwijzingen naar de bijbehorende Activiteitenregeling.

3.8 Coördinatie met de Waterwet

Voor de aangevraagde activiteit is een vergunning nodig in het kader van de Waterwet.

Hiervoor is Rijkswaterstaat Zee en Delta bevoegd gezag. Het gaat om een vergunningaanvraag waarop de reguliere voorbereidingsprocedure (artikel 6.26, tweede lid van de Waterwet) van toepassing is. De coördinatieregeling (artikel 3.16 van de Wabo) is alleen van toepassing als zowel voor de vergunning op grond van de Wabo als de vergunning op grond van de Waterwet de uitgebreide voorbereidingsprocedure doorlopen moet worden.

Dit betekent in dit geval dat de procedure op grond van de Waterwet en de procedure in het kader van de Wabo niet gecoördineerd doorlopen hoeven te worden.

3.9 Leges

Voor het verkrijgen van deze vergunning zijn leges verschuldigd. De gemeente Terneuzen zal deze leges bij u in rekening brengen en heeft ons laten weten dat de leges € 5.775,00 zullen bedragen.

(8)

4. Inhoudelijke overwegingen milieu

4.1 Toetsing voorwaarden Wabo

De Wabo bepaalt in artikel 2.14, lid 5 dat een omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, lid 3 van de Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of verandering van de werkwijze binnen de inrichting:

- niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning is toegestaan;

- niet zal leiden tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een omgevingsvergunning is verleend; en

- niet zal leiden tot een verplichting tot het maken van een milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer.

Wij overwegen daarbij het volgende:

4.1.1 Toetsing gevolgen milieu

Naar aanleiding van de ingediende aanvraag en de daarbij overlegde gegevens concluderen wij dat de aangevraagde verandering hieraan voldoet, omdat het aangevraagde niet leidt tot een verhoging van de productiecapaciteit of negatieve milieueffecten. De nieuw te plaatsen fuelgascompressor zal het “overbodige” methaan uit het 3,5 Bar-net comprimeren naar 12 Bar waardoor het vervolgens op het 8 Bar-net gestoken kan worden. Dit heeft als voordeel dat er minder methaan van het 16- en 30 Bar-net nodig is om het 8 Bar-net op druk te houden.

Bodem

De fuelgascompressor wordt beschouwd als een gesloten proces zoals opgenomen in paragraaf 4.1 van de NRB. Door de voorziene vloeistofkerende vloer in combinatie met maatregelen (verder cvm) wordt voldaan aan cvm II. Hiermee wordt voldaan aan een verwaarloosbaar bodemrisico, zoals beschreven in afdeling 2.4 van het Activiteitenbesluit milieubeheer.

Afvalwater

De verandering heeft geen nadelig effect op het milieuaspect afvalwater. De compressor is luchtgekoeld waardoor er geen thermische lozing plaatsvindt van koelwater. Het hemelwater afkomstig van de vloeistofkerende vloer wordt via een gotensysteem afgevoerd naar de binnen de inrichting aanwezige waterzuivering (BIOX). De toename van dit hemelwater is verwaarloosbaar ten opzichte van het totale afvalwater wat door de BIOX wordt gezuiverd.

Geluid

De verandering heeft geen nadelig effect op het milieuaspect geluid. De fuelgascompressor wordt geplaatst in een geluidsisolerende omkasting waar de toename van geluid verwaarloosbaar is ten opzichte van het totale geluid van de inrichting.

(9)

Herbert H. Dowweg 5 te Hoek Pagina 9 van 10 W-AOV170130/00159545

Er hoeft bij deze aanvraag geen milieueffectrapport (MER) te worden ingediend. De reden hiervoor is dat de in de aanvraag beschreven voorgenomen activiteiten niet zijn vermeld in de eerste kolom van onderdeel C en/of onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage (besluit m.e.r.).

4.2 Conclusie

Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het milieuneutraal veranderen van de inrichting zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren.

(10)

5. Inhoudelijke overwegingen bouwen

5.1 Inleiding

De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a Wabo “het verbouwen van een bouwwerk” niet voldoet aan de in de artikel 2.10 Wabo gestelde toetsingsaspecten. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden.

5.2 Toetsing

De volgende documenten zijn bij de beoordeling betrokken:

Olo - nummer Document

nummer

Datum ingediend

2826315 2017-295015 01-03-2017

Naam bijlage

Bijlage 1 Situatietekening 2017-295008 01-03-2017

Bijlage 2 Locatie 2017-295009 01-03-2017

Bijlage 3 Aanzicht fuelgascompressor 2017-295011 01-03-2017 Bijlage 4 Aanvraag milieu compressor 2017-295014 01-03-2017

Bijlage 5 Bodemonderzoek 2017-295012 01-03-2017

Bijlage 6 Installatieplan 2017-295013 01-03-2017

Bijlage 7 Aanvulling op aanvraag bouwen

fuelgascompressor 2017-311863 23-03-2017

Bijlage 8 Piperack foundation 2017-311864 23-03-2017

Bijlage 9 Fuelgascompressor foundation 2017-311865 23-03-2017 Bij het nemen van het besluit hebben wij overwogen dat:

- de aanvraag gaat over een bouwwerk met een industriefunctie;

- aannemelijk is gemaakt dat de aanvraag voldoet aan het Bouwbesluit;

- aannemelijk is gemaakt dat de aanvraag voldoet aan de gemeentelijke bouwverordening;

- de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft zijn gelegen in de beheersverordening ‘Dow, Mosselbanken en logistiek park’;

- de gronden de bestemming ‘Bedrijventerrein – A, bedrijf van categorie 5.3’ hebben;

- deze gronden zijn bestemd voor ‘Bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 5.3 van de Staat van bedrijfsactiviteiten ‘gezoneerd industrieterrein’;

- de aanvraag niet in strijd is met de in het de beheersverordening genoemde bestemming ‘Dow, Mosselbanken en logistiek park’ ;

- het bouwwerk is gelegen in een gebied waar een welstandsrepressief beleid wordt gevoerd waardoor een preventieve toetsing van de aanvraag aan redelijke eisen van

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 12 november 2018 (laatstelijk gewijzigd 9 januari 2019) hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, alsmede voor het veranderen van

Ten aanzien van de risico's als gevolg van de activiteiten zijn wij van mening dat wanneer binnen de inrichting conform de aan deze vergunning verbonden voorschriften en andere

Voor de aangevraagde activiteiten houdt dit in dat - voor zover deze betrekking hebben op de genoemde (deel)activiteiten - moet worden voldaan aan de volgende artikelen uit

Ten aanzien van de risico's als gevolg van de activiteiten zijn wij van mening dat wanneer binnen de inrichting conform de aan deze vergunning verbonden voorschriften en andere

Hierin staat de resultaatsverplichting vermeld, namelijk het saneren van het grondwater van de bron en de pluim tot 7 meter diepte voor zover de concentraties hoger zijn dan

Gelet op bovenstaande wordt medewerking verleend aan het verlenen van de omgevingsvergunning voor het realiseren van een Islamitische begraafplaats op het perceel Pisartlaan 8,

Voor de aangevraagde activiteiten houdt dit in dat - voor zover deze betrekking hebben op de genoemde (deel)activiteiten - moet worden voldaan aan de volgende artikelen uit

Conform artikel 39d, eerste lid Wet bodembescherming moet, indien na de sanering verontreiniging in de bodem is achtergebleven en indien in het evaluatieverslag is aangegeven dat