• No results found

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Kenmerk: RMW0610238 Afdeling: Milieuhygiëne Globiscode: ZL167600181

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Melding

Op 30 juni 2006 hebben wij een melding in het kader van artikel 28 van de Wet bodembescherming ontvangen. De melding heeft betrekking op de bodemverontreiniging op de locatie Boogerdweg 10 te Kerkwerve, kadastraal bekend gemeente Middenschouwen, sectie E, nummer 467. Het betreft een oud geval van verontreiniging, dat wil zeggen dat deze verontreiniging is veroorzaakt voor 1 januari 1987. De melding is ingediend door de Provincie Zeeland, Directie Ruimte, Milieu en Water en bevat de volgende stukken:

- Saneringsonderzoek en saneringsplan Boogerdweg 10 te Kerkwerve, SGS Environmental Servi- ces, d.d. 9 mei 2006, projectnummer EZ 862.515.

- Aanvulling saneringsplan Boogerdweg 10 te Kerkwerve, d.d. 18 mei 2006.

- Verkennend bodemonderzoek Boogerdweg 10 te Kerkwerve, Oranjewoud, d.d. mei 2002, project- nummer 5251-115111.

- Eindrapport nader bodemonderzoek Boogerdweg 10 te Kerkwerve, SMA Zeeland B.V, d.d. 17 juli 2003, projectnummer 830050.

- Aanvullend bodemonderzoek Boogerdweg 10 te Kerkwerve, SMA Zeeland B.V., 29 januari 2004, projectnummer 830188.

De melding bevat voldoende gegevens om deze te kunnen beoordelen en een besluit te kunnen ne- men.

Wetgeving

Ingevolge artikel 39, tweede lid, van de Wet bodembescherming dienen wij binnen 15 weken te be- slissen of kan worden ingestemd met het saneringsplan. Met de uitvoering van het saneringsplan kan pas worden begonnen, nadat is ingestemd met dit plan.

Voorbereidingsprocedure

De Provinciale Milieuverordening Zeeland bepaalt dat op bovengenoemd besluit (instemming sane- ringsplan) de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, zoals opgenomen in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing is.

Dit betekent dat er eerst een ontwerpbeschikking wordt opgesteld. Deze ontwerpbeschikking en bijbe- horende stukken worden voor een periode van zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat er voor belanghebbenden de mogelijkheid hun zienswijze mondeling of schriftelijk over de ontwerpbeschikking en bijbehorende stukken aan ons kenbaar te maken.

De ontwerpbeschikking en bijbehorende stukken hebben van 14 juli 2006 tot en met 24 augustus 2006 ter inzage gelegen bij de Directie Ruimte, Milieu en Water en bij de gemeente Schouwen- Duiveland.

Beschrijving locatie

Het perceel Boogerdweg 10 te Kerkwerve bestaat uit een woonhuis met omliggend terrein. In het ver- leden is het gebouw een gemaal geweest. Daarna is het perceel een tijd in gebruik geweest bij een sloopbedrijf. Er zijn diverse bodemonderzoeken uitgevoerd.

Op 12 november 2003 is door ons een beschikking Wet bodembescherming afgegeven. De grond is matig tot sterk verontreinigd met koper, zink, lood en polycyclische aromaten. In de beschikking is vastgesteld dat er sprake is van een ernstig geval van bodemverontreiniging en dat de sanering hier- van niet-urgent is. De verontreiniging dient uiterlijk in 2022 gesaneerd dan wel beheersbaar zijn ge- maakt. Op korte termijn is de uitvoering van een bodemsanering voorzien. Er is dan ook een sane- ringsplan opgesteld. Voordat er gestart kan worden met de sanering moeten gedeputeerde staten met het saneringsplan instemmen.

(2)

Saneringsdoelstelling, saneringsonderzoek en saneringsplan

Artikel 38, eerste lid, van de Wet bodembescherming bepaalt dat degene die de bodem saneert, de sanering zodanig dient uit te voeren dat:

a. de bodem ten minste geschikt wordt gemaakt voor de functie die hij na de sanering krijgt waarbij het risico voor mens, plant of dier als gevolg van blootstelling aan de verontreiniging zoveel moge- lijk wordt beperkt;

b. het risico van de verspreiding van verontreinigende stoffen zoveel mogelijk wordt beperkt;

c. de noodzaak tot het nemen van maatregelen en beperkingen in het gebruik van de bodem zoveel mogelijk wordt beperkt.

De verontreiniging op de locatie Boogerdweg 10 betreft een immobiele verontreiniging.

Immobiele verontreiniging

Bijlage 3 van de Circulaire bodemsanering 2006 geeft aan welke maatregelen kunnen worden geno- men bij de sanering van een immobiele verontreiniging, welke eisen er aan de leeflaag worden ge- steld en aan welke bodemgebruikswaarde voor een bepaald gebruik moet worden voldaan.

Op het betreffende perceel is sprake is van het bodemgebruik:

- wonen met tuin en intensief gebruikt (openbaar) groen (I).

In het door SGS in 2006 opgestelde saneringsonderzoek/saneringsplan zijn de volgende saneringsva- rianten beschreven:

- multifunctionele variant: De verontreinigde grond wordt ontgraven tot aan de streefwaarde en af- gevoerd naar een erkende verwerker. De kosten worden geraamd op circa 350.000 euro.

- leeflaagvariant: Daar waar geen verharding aanwezig is, wordt de bovengrond ontgraven tot maximaal één meter minus het maaiveld. De niet ontgraven laag binnen deze meter zal voldoen aan de Bodemgebruikswaarde I. De ontgraven grond wordt afgevoerd naar een erkend verwerker.

De ontgraving wordt aangevuld met zand en teelaarde. De kosten worden geraamd op circa 182.000 euro.

In het saneringsonderzoek zijn beide varianten via een multicriteria analyse beoordeeld op technische, financiële, milieuhygiënische en maatschappelijke effecten. Op basis hiervan gaat de voorkeur uit naar de leeflaagvariant.

In de Aanvulling op het saneringsplan zijn de varianten beoordeeld op de aspecten van nazorg en kosteneffectiviteit. Uit deze vergelijking volgt ook een voorkeur voor de leeflaagvariant.

Met deze leeflaagvariant kunnen wij instemmen. De nazorg is gering en een volledige verwijdering van de verontreinigde grond is aanzienlijk kostbaarder dan de leeflaagvariant.

Beschrijving uitvoering saneringsplan

Voor de sanering van de verontreiniging is door SGS in 2006 een saneringsplan opgesteld.

Beschrijving sanering

De bovengrond van de niet verharde delen van het perceel wordt tot maximaal één meter diepte ont- graven. Daar waar minder diep wordt ontgraven zal de grond voldoen aan de kwaliteit Bodemge- bruikswaarde I.

Ter plaatse van de verhardingen, de grote vijver en de heg aan de oostzijde van het perceel (tussen Boogerdweg 8 en 10) wordt geen verontreinigde grond ontgraven. In tegenstelling tot wat in de ont- werpbeschikking staat beschreven, zal er indien aanwezig, wel verontreinigde grond worden ontgra- ven ter plaatse van de heg aan de westzijde van het perceel.

Verwacht wordt dat er circa 1400 m3 grond wordt ontgraven.

Tijdens de ontgraving wordt in het veld onderscheid gemaakt in sterk verontreinigde grond en in cate- gorie 1 grond. Beide worden afgevoerd naar erkende verwerkers of locaties.

Na ontgraving worden conform de BRL 6000 monsters genomen van de putbodem en de putwanden.

Dit om de restverontreiniging goed vast te leggen.

De ontgravingsput wordt tot 50 cm minus maaiveld aangevuld met schoon zand. Daarna wordt aange- vuld tot aan het maaiveld met schone teelaarde of grond.

In het saneringsplan is niet voorzien dat er onder de leeflaag een signaallaag wordt aangebracht. De verontreinigde ondergrond zal zichtbaar afwijken van het aanvulzand. Ter plaatse van de voormalige watergang is namelijk zwart slib en puin aanwezig. Ter plaatse van de rest van het perceel is ter

(3)

plaatse van de verontreinigde grond puin aanwezig. Bovendien is na het inrichten van de tuin de kans op graafactiviteiten gering. Wij kunnen in dit geval dan ook instemmen met het niet aanbrengen van een signaallaag.

Tijdstermijn uitvoering sanering

De start van de sanering is gepland in oktober 2006. De uitvoeringsduur is drie weken.

Restverontreiniging, nazorg en kosten nazorg

Na uitvoering van de sanering blijft er in de laag op een diepte van 1 - 2,5 meter op verschillende plaatsen matige tot sterk verontreinigde grond aanwezig. Ook onder de verhardingen en mogelijk ter plaatse van de huidige heggen, blijft verontreinigde grond achter. Het maaiveld en de verhardingen moeten dan ook in stand blijven.

Het perceel blijft een kadastrale aantekening behouden.

Milieukundige begeleiding

Tijdens de graafwerkzaamheden moet er een milieukundige begeleider aanwezig zijn. Deze persoon bepaalt onder andere de afvoerbestemming van de verontreinigde grond en stelt na afloop van de sanering het evaluatierapport op.

Communicatie omwonenden

Geadviseerd wordt om de buren over het tijdstip en de wijze van uitvoering van de sanering tijdig in te lichten.

Met het saneringsplan stemmen wij in.

Archeologisch onderzoek

In het Verdrag van Malta is onder meer bepaald dat een ieder die de bodem verstoort rekening dient te houden met een mogelijke archeologische waarde. Op dit moment heeft het Verdrag van Malta nog geen rechtskracht, omdat de Nederlandse wetgeving aan de eisen die dit Verdrag stelt, niet voldoet.

Aanpassingswetgeving hiervoor is in voorbereiding.

Concreet betekent dit, dat het Verdrag van Malta op dit moment niet rechtens bindend is. Er wordt op gewezen dat de verplichtingen voortvloeiend uit het Verdrag van Malta gezien het vastgestelde tijdstip van sanering in deze beschikking, op het moment dat de sanering aanvangt wel rechtstreeks van toe- passing kunnen zijn.

Hoewel het Verdrag van Malta op dit moment geen rechtskracht heeft, vindt onze provincie bescher- ming van het archeologisch erfgoed van groot belang. Daarom is vooruitlopend op het in werking tre- den van nationale wetgeving een cultuurconvenant met het rijk gesloten. Op grond hiervan adviseren wij de saneerder alvorens over te gaan tot de uitvoering van de sanering in ieder geval contact op te nemen met de provinciaal dan wel de gemeentelijk archeoloog.

Natuurwetgeving Soortenbescherming

Het is mogelijk dat de uitvoering van de sanering gevolgen heeft voor de op de locatie Boogerdweg 10 in Kerkwerve aanwezige flora en fauna.

Vogels

Het perceel Boogerdweg 10 in Kerkwerve heeft een beperkte betekenis voor vogels. Ter plaatse ko- men onder andere de merel, koolmees, pimpelmees, heggenmus, kauw en spreeuw voor. Dit zijn allen soorten die vrij tot zeer algemeen in Nederland voorkomen. Op grond van de Flora- en faunawet is het verboden om werkzaamheden te verrichten waardoor vogels worden gedood of verontrust, of waardoor hun nesten of vaste rust- of verblijfplaatsen worden verstoord (artikel 9-11 Flora- en fauna- wet). Omdat de sanering van Boogerdweg 10 in Kerkwerve buiten het broedseizoen plaats zal vinden, zal er geen sprake zijn van het doden of verstoren van vogels en ook zullen er geen nesten of rust- en verblijfplaatsen worden verstoord. Er is dus geen sprake van een schadelijke activiteit voor de vogels.

Hierdoor is de Flora- en faunawet niet van toepassing.

(4)

Zoogdieren

Het onderzoeksgebied heeft naar verwachting geen betekenis als (onderdeel van) het leefgebied voor zoogdieren als gevolg van het gebruik van de locatie als wonen met tuin. De verwachting is dat ter plaatse soorten zoals de mol, de bosmuis, de veldmuis, de huisspitsmuis, de bruine rat en de huis- muis voorkomen. De bruine rat en de huismuis worden niet beschermd op grond van de Flora- en faunawet. De mol, de bosmuis, de veldmuis, de huisspitsmuis zijn weliswaar soorten die worden be- schermd op grond van de Flora- en faunawet maar op grond van artikel 16e van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten gelden de verboden van artikel 9-11 Flora- en faunawet niet voor de betreffende soorten. Het is dus niet noodzakelijk dat er, voordat er gesaneerd gaat worden, eerst een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet wordt aangevraagd.

Overige diersoorten

Te beschermen soorten amfibieën, reptielen, vlinders en andere diergroepen ontbreken naar verwach- ting als gevolg van het gebruik van het perceel Boogerdweg 10 te Kerkwerve als wonen met tuin. Het nabijgelegen natuurgebied is daar een meer geschikte locatie voor.

Plantensoorten

De (sier)tuin van het perceel Boogerdweg 10 zal gesaneerd worden. In deze tuin komen geen planten voor die worden beschermd door de Flora- en faunawet.

Gebiedsbescherming

Naast gevolgen voor planten en dieren is het ook mogelijk dat de uit te voeren sanering gevolgen heeft voor het nabijgelegen natuurgebied.

Volgens het saneringsplan wordt er op de locatie ongeveer 1400 m3 grond ontgraven en wordt de locatie met ongeveer 1525 m3 grond aangevuld. Hiervoor zijn naar schatting 170 vrachtwagen nodig.

Het is de planning om de sanering in twee à drie weken af te ronden. Per werkdag zullen er ongeveer 17 vrachtwagenbewegingen naar Boogerdweg 10 plaatsvinden.

Er is sprake van een kortstondige toename van het aantal verkeersbewegingen in de nabijheid van het natuurgebied. Deze toename zal geen negatieve invloed hebben op het natuurgebied omdat er gebruik wordt gemaakt van de aanwezige ontsluitingsroutes en de openbare weg. Daarnaast loopt door het natuurgebied de autoweg N59. Deze weg wordt erg intensief gebruik en een toename van 17 vrachtwagens per (werk)dag zal niet tot gevolg hebben dat de natuurwaarden in het gebied hier negatief door worden beïnvloed.

Er vindt geen grondwateronttrekking plaats waardoor er ook geen risico is op verdroging van het ge- bied.

Gelet hierop is er ook geen vergunning noodzakelijk op grond van de Natuurbeschermingswet.

Conclusie

• De sanering gaat uitgevoerd worden buiten het broedseizoen. De vogels of hun rustplaatsen zul- len niet worden verstoord waardoor er geen sprake is van een schadelijke activiteit. Hierdoor is de Flora- en faunawet niet van toepassing.

• In het gebied dat gesaneerd gaat worden komen alleen zoogdieren voor die niet beschermd wor- den of waarvoor de verboden van artikel 9-11 Flora- en faunawet niet gelden zodat er geen ont- heffing op grond van de Flora- en faunawet hoeft te worden aangevraagd voordat er gesaneerd kan worden.

• Te beschermen soorten amfibieën, reptielen, vlinders en andere diergroepen ontbreken naar ver- wachting als gevolg van het gebruik van het perceel Boogerdweg 10 te Kerkwerve als wonen met tuin.

• In de te saneren tuin komen geen planten voor die beschermd worden door de Flora- en fauna- wet.

• De sanering zal geen negatieve gevolgen hebben voor het nabijgelegen natuurgebied zodat een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet niet nodig is.

Overige wet- en regelgeving

Wanneer voor de uitvoering van de sanering in het kader van andere wet- en regelgeving dan de Wet bodembescherming vergunningen dan wel meldingen zijn vereist, dient de saneerder deze zelf tijdig voor de uitvoering van de saneringswerkzaamheden te regelen. Wanneer zonder de vereiste vergun-

(5)

ningen en meldingen in het kader van andere wet- en regelgeving wordt gesaneerd is dit voor risico van de saneerder.

Zienswijze

Op 16 augustus hebben wij een zienswijze ontvangen van de heer H.J. Visser, Boogerdweg 8 in Kerkwerve.

Bij de uit te voeren sanering op het perceel Boogerdweg 10 wordt voor de aan- en afvoer van grond gebruik gemaakt van een pad dat eigendom is van mevrouw Vlug. Familie Visser heeft het recht van overpad.

De heer Visser geeft in de zienswijze aan dat als gevolg van de uit te voeren sanering op het perceel Boogerdweg 10, de mobiliteit van hem en zijn vrouw aangetast zou kunnen worden. Zelf rijdt hij elke dag naar zijn werk. Mevrouw Visser-Koevoets maakt gebruik van Teletaxivervoer. Teletaxivervoer rijdt op afgesproken tijden en dan is het van belang dat de woning bereikt kan worden. Daarnaast moeten ook de gebruikelijke bezoekers de woning kunnen gebruiken. Ook de gemeentelijke brandweer moet het perceel Boogerdweg 8 kunnen bereiken omdat de locale bluswatervoorziening zich op dit perceel bevindt.

Overwegingen gedeputeerde staten

Naar aanleiding van deze zienswijze heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen gedeputeerde sta- ten en de heer en mevrouw Visser. Tijdens dit gesprek hebben zij aangegeven geen bezwaar te heb- ben tegen de sanering en zich tijdens de sanering te schikken. Voor hen is het echter wel belangrijk dat hun woning bereikbaar blijft. Tijdens dit gesprek zijn er met de familie Visser afspraken gemaakt die zijn bevestigd in een brief van 29 augustus 2006 met kenmerk RMW 0609916.

Conclusie

De zienswijze van de heer Visser geeft geen aanleiding om de beschikking aan te passen.

Ambtshalve wijziging

Op pagina 14 en 22 van het saneringplan staat beschreven dat de heggen aan de west- en oostzijde van het perceel gehandhaafd blijven. Dit is niet correct.

De heg aan de westkant van het perceel (tussen Boogerdweg 10 en 12) zal voorafgaand aan de sa- nering worden verwijderd. De heg aan de oostkant van het perceel (tussen Boogerdweg 8 en 10) zal niet worden verwijderd.

Als gevolg van deze wijziging ten opzichte van de ontwerpbeschikking is deze beschikking op twee plaatsen ambtshalve aangepast.

Onder het kopje 'Beschrijving sanering' is aangegeven dat in tegenstelling tot de ontwerpbeschikking ter hoogte van de heg aan de westzijde van het perceel wel verontreinigde grond zal worden ontgra- ven. Dit omdat deze heg voorafgaand aan de sanering zal worden verwijderd.

Onder het kopje ' Restverontreiniging, nazorg en kosten nazorg' heeft een kleine aanpassing plaats- gevonden. In de ontwerpbeschikking is aangegeven dat er onder de heggen verontreiniging achter zou blijven. Dit is echter niet met zekerheid te zeggen nu er, in tegenstelling tot de ontwerpbeschik- king, wel verontreinigde grond wordt ontgraven ter plaatse van de heg aan de westzijde.

Deze ambtshalve wijzigingen hebben geen invloed op de inhoud van de beschikking.

Kadastrale registratie

Ingevolge artikel 55 van de Wet bodembescherming wordt een afschrift van het besluit instemming saneringsplan gestuurd aan het kantoor van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers.

Daarmee wordt de aard van deze besluiten bij de betrokken percelen in de kadastrale registratie ver- meld.

saneringsplan

Het saneringsplan heeft betrekking op de sanering van de bodemverontreiniging op het perceel ka- dastraal bekend gemeente Middenschouwen, sectie E, nummer 467.

Het besluit zal bij het betreffende perceel in de kadastrale registratie worden geregistreerd onder de code WBD (d.w.z. het besluit betreft een gedeelte van het perceel).

(6)

Evaluatieverslag

Conform artikel 39c, eerste lid, Wet bodembescherming en artikel 6.3b van de Provinciale Milieuver- ordening Zeeland dient uiterlijk 13 weken na beëindiging van de saneringswerkzaamheden of een fase van de sanering een evaluatieverslag bij ons te worden ingediend. In een voorschrift behorende bij dit besluit is aangegeven wat in het evaluatieverslag minimaal dient te worden opgenomen, zodat wij op een juiste wijze kunnen beoordelen of de sanering goed is uitgevoerd.

Nazorgplan

Conform artikel 39d, eerste lid Wet bodembescherming moet, indien na de sanering verontreiniging in de bodem is achtergebleven en indien in het evaluatieverslag is aangegeven dat deze verontreiniging gebruiksbeperkingen met zich meebrengt of dat er maatregelen ter bescherming van de bodem nood- zakelijk zijn, een nazorgplan worden ingediend. Dit nazorgplan moet tegelijk met of zo spoedig moge- lijk na toezending van het evaluatieverslag worden ingediend. In een voorschrift behorende bij dit be- sluit is aangegeven wat in het nazorgplan minimaal dient te worden opgenomen.

Tenaamstelling besluit

Besluit instemming saneringsplan

Het besluit tot instemming met het saneringsplan is gericht tot bepaalde personen en heeft dus een persoonsgebonden karakter. Artikel 39a Wet bodembescherming geeft aan dat degene die de bodem saneert, alsmede degene die de sanering feitelijk uitvoert, de sanering uitvoeren overeenkomstig het saneringsplan waarmee door gedeputeerde staten is ingestemd.

Dit betekent dat, zowel diegene die heeft gemeld dat op een perceel wordt gesaneerd als diegene die de sanering feitelijk uitvoert, verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de sanering. Wil de melder ook de verantwoordelijkheid voor de sanering aan een derde overdragen dan dient de provincie daarmee in te stemmen. De beschikking waarmee wordt ingestemd met het saneringsplan dient dan gedeeltelijk te worden gewijzigd. Daartoe dient de melder een verzoek in te dienen.

B E S L U I T

Saneringsplan

- Met het saneringsplan van SGS te 's-Gravenpolder wordt ingestemd.

Dit in relatie tot het gebruik van de bodem op de locatie als wonen met tuin Aan het besluit worden de volgende voorschriften verbonden:

V O O R S C H R I F T E N

- 1. Bij de uitvoering van de grondsanering is te allen tijde op het werk een milieukundig begeleider aanwezig.

- 2. Op de saneringslocatie is een logboek aanwezig. Het logboek bevat in ieder geval het volgen- de:

- saneringsplan en beschikking instemming saneringsplan

- datum van aan- en afvoer grond en hoeveelheden, herkomst respectievelijk bestemming van de grond

- analyseresultaten van bemonsteringen.

- 3. Het logboek ligt te allen tijde ter inzage voor de toezichthoudend ambtenaar bodemsanering.

- 4. Conform artikel 6.3a van de Provinciale Milieuverordening Zeeland moet de start van de sane- ring worden gemeld. Deze melding dient plaats te vinden door middel van het meldingenformulier start sanering en bevat in ieder geval de volgende gegevens:

- planning uitvoering sanering (inclusief aanvangsdatum en einddatum grond- en/of grondwa- tersanering);

- de naam en adres van de verwerker van de verontreinigde grond;

- naam, adres en telefoonnummer van de uitvoerend aannemer;

- naam, adres en telefoonnummer milieukundig begeleider;

- wijzigingen en afwijkingen van het saneringsplan.

(7)

- 5. Op grond van artikel 39c Wet bodembescherming en artikel 6.3b van de Provinciale Milieuver- ordening Zeeland moet uiterlijk 13 weken na beëindiging van de saneringswerkzaamheden of een fase van de sanering een evaluatieverslag worden ingediend. Het evaluatieverslag moet in vijf- voud worden ingediend. Bij het evaluatieverslag dient het evaluatieformulier bodemsanering te worden gevoegd. Bijlage II bevat een overzicht met gegevens die het evaluatieverslag ten minste moet bevatten.

- 6. Op grond van artikel 39d, eerste lid Wet bodembescherming moet er een nazorgplan worden ingediend. Dit nazorgplan moet tegelijk met of zo spoedig mogelijk na toezending van het evalua- tieverslag worden ingediend. Het nazorgplan moet in vijfvoud worden ingediend. Bijlage III bevat een overzicht met gegevens die het nazorgplan ten minste moet bevatten.

- 7. De leeflaag dient als geheel in stand te worden gehouden. Normaal gebruik van de leeflaag is tot een diepte van één meter toegestaan, mits de functie van de laag niet wordt aangetast. Dieper graven is vanwege de kans op vermenging met de daaronder verontreinigde ondergrond niet toe- gestaan. Afvoer en hergebruik van de grond (leeflaag en verontreinigde ondergrond) is zonder in- stemming van het bevoegd gezag niet toegestaan.

- 8. De verhardingslaag mag niet verwijderd en/of doorbroken worden (uitzonderingen opnemen, zoals aanleg kabelgoten). Afvoer en hergebruik van de grond is niet zonder instemming van het bevoegd gezag toegestaan.

Gedeputeerde staten, namens dezen,

ing. I. Jansen,

hoofd Afdeling Milieuhygiëne.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer een voorlopige voorziening wordt aangevraagd, treedt het besluit pas in werking nadat de voorzieningenrechter hier een besluit over heeft genomen. In het verzoek moet

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en bevat in ieder geval naam, adres, datum en een omschrijving van het besluit. Ook moet een motivatie worden gegeven waarom bezwaar

Het bezwaarschrift moet uw naam en adres bevatten, duidelijk maken tegen welk besluit u bezwaar maakt en gemotiveerd, gedateerd en ondertekend zijn.. Het bezwaarschrift moet

Het besluit, de aanvraag en bijbehorende stukken zijn gedurende zes weken vanaf de verzenddatum op te vragen bij de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek via

Gooi en Vechtstreek deelt de saneerder binnen vijf weken na ontvangst van de melding schriftelijk mee of de melding in overeenstemming is met artikel 39b Wbb. Als blijkt dat

Als blijkt dat de melding in overeenstemming is met de regelgeving, dan kan vanaf vijf weken nadat de melding is ontvangen worden gestart met de uitvoering van de bodemsanering.

Als blijkt dat de melding in overeenstemming is met de regelgeving, dan kan vanaf vijf weken nadat de melding is ontvangen worden gestart met de uitvoering van de bodemsanering.

De Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek deelt de saneerder binnen vijf weken na ontvangst van de melding schriftelijk mee of de melding in overeenstemming is